voor het arrondis- sement Zierikzee. 1878. No. 73. Woensdag 18 September. 81ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD F e ui 1 Ie t o n. Binnenland. Menschen en dieren van den St. Bernard. ziinikZKiscin: coutwr. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VBIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,— Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1—5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. EAKENJIAN. Het maken van drie duikers in den weg tusschen Zierikzee en Zijpe is aangenomen door dén heer J. v. d. Linden alhier voor f 1120. Te Dordrecht is overleden de heer I. P. Bredius Sr., sedert Februari 1871 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor 't district Dordrecht. De heer F. Dunkier, kapitein-directeur van de kapel der Grenadiers en Jagers, ridder van onderscheidene orden, is 11a een korte ongesteldheid te 's Gravenhage overleden. Hoe vreedzaam ze ook toegegaan zijn, hebben de op de Hollandsche kust gehouden groote oefeningen van leger en vloot toch nog eenige menschenlevens gekost. Van de schepen is een matroos ter reede van Vlaardingen overboord gevallen en verdronken en een ander in zee door de giek overboord geslagen en omgekomeueen eersten machinist werd een arm verbrijzeld en een machinist-leerling verloor twee vingers. Yan de troepen te land zijn drie soldaten verdronken, n.l. een korporaal en een man te Schiedam, en een brigadier der kavalerie te Bodegraven, drie manschappen zijn, naar men zegt, door de vermoeienis bezweken, en de bataljons-kommandant baron Mulert tot de Leeracule is, van de groote oefeningen thuis komende, plotseling overleden. Naar men verneemt zal de spoorweg Leiden Woerden den 15 October voor het publiek worden opengesteld. Te Arasterdam, in de fabriek van de heeren Sluyter en Blok, zijn proeven genomen met een middel tegen het ontstaan van ketelsteen in stoomketels, welke proeven uitstekend geslaagd zijn. Het middel is een vloeistof, die door een kleinen toestel in den ketel gespoten wordt en daar wel het aanzetten van den neerslag van kalk tegenhoudt, maar aan het ijzer van den ketel geen kwaad doet. Bij het ingestelde onderzoek bleek, dat de aanzetting 11a drie maanden slechts ongeveer 1 m.M. bedroeg tegen 10 m.M. anders. Ook laat deze geringe aauzetting zeer gemakkelijk los en wel bij schilvers van 1 d.M2. groot, terwijl de ketelsteen gewoonlijk met veel moeite en tijdverlies moet afgebikt worden. Het schoonmaken der ketels geschiedde in een lialven dag en vorderde anders 4 a 5 dagen. Het bedoelde, thans als goed beproefde middel wordt geleverd door den heer W. C. Weber Wz., Keizersgracht No. 639, te Amsterdam. Het wordt geleverd op drie maanden proef en geen geld als het niet voldoet. Men gaat thans van orthodoxe zijde ook inzien en erkennen, dat de zoogenaamde zendingsfeesten niet zijn wat men er van gedroomd heeft, 't zijn dit erkent 0. a. een leeraar van een afgescheiden gemeente 't zijn orthodoxe kermissen. Daarom wil men ze hervormen opdat ze stemmiger zullen worden en geen aanleiding meer geven tot uitspatting, 't Vreemdst is echter dat onder de middelen tot verbetering ook wordt genoemd het weren van allen die er niet bij behooren en maar uit nieuwsgierigheid en om de pret komen. Zoodoende houdt men dan toch ook geen publiek om te bekeeren meer over. We hebben 't echter reeds bij den opzet van het eerste zooge noemde zendingsfeest gezegd en de ervaring heeft het ruim bewezen, dat die soort feesten wel moeten ont aarden, omdat ze van een valscb idee uitgegaan zijn. Ze zijn opgezet als //hagepreekeu", gelegenheden waar de arme verdrukte geloovigen in 't vrije veld liet woord konden hooren verkondigen. Maar //hage- preeken" zonder vervolgers enz. enz., d. i. zonder reden, zullen wel altoos mislukken of in pretjes ont aarden. Maar als die pret nu maar niet al té wordt en men dien vromen pretmakers maar niet al te veel inprent dat zij 't ware volk Gods zijn en dat andere menschen, die eens een dagje naar buiten gaan, dit niet zijn, dan is zoo'n zendingsfeest nog zoo'n kwaad diög niet. Voor vele menschen, die om zoo te zeggen nooit van 't kot komen en altoos maar thuis zitten mokken over hun eigen vromigheid en de zonden van buurman en buurvrouw, die zoodoende de natuurlijke inspraken van 't gewone menschenhart meer en meer leeren versmoren, voor dezulken is liet niet kwaad eens een dagje in de vrije natuur te gaan doorbrengen, misschien blijft er dan één sprankje van natuurlijk leven in hen over. Nu de groote en langdurige drukte over de onder- wijsvraag zoowat tot een eind gekomen is, wordt door de pers naar nieuwe onderwerpen van bezigheid gezochtvoor de pers en ook voor de wetge vende macht, of omgekeerd als men wil. Twee groote zaken zijn dezer dagen door verscheidene bladen aangegevenbelasting-hervorming en grondwet-her ziening. Dat beide zaken van belang genoeg zijn om ter hand genomen te worden, behoeft niet te worden betoogd. Over de urgentie zouden de meeningen kunnen verschillen. Dat een grondige herziening van ons belastingstelsel, of liever van de belastingen, want een eigenlijk stelsel hebben we niet, noodig is, wordt ook door velen erkend. Op de Grondwet schijnen de anti-revolutionairen 't gemunt te hebben. Wellicht dat de 303,999,11a misgeloopen te hebben tegen de schoolwet, nu zullen aangevoerd worden tot een stormloop tegen onze nationale groote benting, de Grondwet. Naar de Midd. Ct. verneemt, worden er plannen beraamd om ook aldaar gelegenheid te openen tot het bekomen van melk, waarvan de zuiverheid en de goede hoedanigheid door voldoend en vertrouwbaar toezicht gewaarborgd worden. De muzikanten der schutterij te Middelburg moeten lastige lui zijn. Dezer dagen werden er door den schuttersraad twee gestraft met ƒ1,50 boete en 25 ets. kosten wegens wegblijveu zonder verlof, en een met boeten tot een gezamenlijk bedrag van f 28,en 1,onkosten wegens insubordinatie. De Commissie van Oppertoezicht en beheer over de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden zal op Maandag 30 Sept. a.s. in genoemde inrichting eén keuring doen plaats hebben van knapen, welke bij 's Bijks Zeemacht in dienst wenschen te treden. Na de onthulling door den burgemeester van Ber- licum is thans ook uit Groningen gemeld dat aldaar iemand zich had laten omkoopen om zijn naam te laten gebruiken als gelukkigen vinder van een bon in de onderneming van Tas te Amsterdam. Uit Amsterdam wordt als zeker gemeld dat Prins en Prinses Hendrik vooreerst geen bezoek aan de hoofdstad zullen brengen. Met het begin van October zal de Prins zich met zijn gemalin naar het slot Wolferdange in Luxemburg begeven. X {Naar het Fransch). Slot. Ofschoon er dagelijks een groot aantal armen en bedelaars den Sint Bernard overtrekken, toonen de honden van het gesticht voor armoedig gekleede lieden den welbekenden afkeer, die het honden-geslacht eigen is. Zij komen ze besnuffelen tot dicht achter hun hielen met ongeveinsde kwaadwilligheid. Op een wenk van den monnik zouden ze met zulke lieden korte metten maken. De volgende anecdote bewijst zulks ten volle. In 1787 drong een bende roovers in het klooster en eischte van den overste al het geld dat er was. Deze bleef goed bij zijn stuk. Hij stelde hun eerst voor oogen hoe weinig de gastvrijheid, met welke men hen onthaald had, zulk een loon verdiende. Daar zij echter aanhielden zou hij heh bij de schatkist van het klooster brengen. Dit zeggende ging hij hun voor, bracht ben bij het verblijf der honden en opende de deur laarvau. Op een enkel woord van hem vallen de loggen de dieven aan, verscheuren den eeuen, bijten den anderen de keel af en jagen de overigen op de vlucht. Maar hoe geducht de honden van den Sint Bernard ook zijn, het is niet als waakhonden dat zij de grootste diensten bewijzen. Zij vergezellen de monniken en raaronniers op hun tochten ter opsporing.van reizigers. Zij toonen een bijzondere schranderheid om den weg naar het gesticht weder te vinden, of liever de wegen naar het gesticht, want er zijn er twee: de zomer-en de wiuterweg. In het barre jaargetijde, als de sneeuw hoog ligt op de bergen, op sommige plaatsen tot dertig voet hoog, dan wordt de richting aangeduid door een rij palen. De wind werpt echter soms die palen omver; in storm en mist kan men ze niet meer onderscheiden. De hond heeft evenmin noodig de palen te zien als het voetpad; zijn instinct wijst hem onfeilbaar den weg; hij loopt vooruit en allen volgen hem. Men heeft er gezien want niet allen zijn zoo bijzonder begaafd die de komst van sneeuw- lawinen eenige minuten vooruit gewaar werden, en die dan voor de gevaarlijke plek bleven staan, teekenen van onrust gaven, de lucht opsnoven en huilden. Een oogenblik later stortte een sneeuwval naar beneden. Gebeurt er een ongeluk dan is het hoogst zeldzaam dat de hond zich niet onder de sneeuw weet uit te werken. Ziet hij dan niemand meer, dan ijlt hij den weg op naar het klooster, maakt daar alarm en geleidt de monniken naar de plaats des onheils. De Sint Bernards-hond bezit ook een verwonderens- waardige fijnheid van gehoor en reuk. Op meer dan een uur gaans afstand merkt hij op dat er een rei ziger iu het gebergte is; hij begint te blaffen en wendt den kop naar den kant van waar de vreem deling in aantocht is. Is de reiziger van den goeden weg afgedwaald, de hond zal hem te midden der af gronden zeker vinden. Ondertusschen laat die fijne reuk het dier in den steek als de reiziger bevroren of onder een al te dikke sneeuwmassa bedolven is. In zoodanig geval blijft er voor de monniken niets anders over dan de sneeuw te peilen met lange staken. Aan den tegenstand dien zij ontmoeten weten zij dan te onderscheiden of zij een steenblok of een meusch aanraken met het eind van den staak. Men zou van de Sint Bemards-honden kunuen zeggen dat zij het instinct van de jacht op den mensch bezitten. Dank zij de opvoeding wordt deze jacht echter een redding. Toch valt het niet te ontkennen dat eenige van die dieren verstandig genoeg zijn om te begrijpen tot welk menschlievend doel men hen gebruikt. Een is er geweest, die een soort beroemd heid verworven heeft. Hij heette Barry. Ieder kent waarschijulijk wel een lithografie, die indertijd even veel opgang maakte, even populair was als 't b.v. de

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1878 | | pagina 1