Te Hellevoetsluis is een stoker van de monitor
//Krokodil" overboord gevallen en verdronken.
Te Amsterdam is een timmermansknecht van het
dak van een in aanbouw zijnd huis op de straat
doodgevallen.
De heer Sikkema en echtgenoote, wonende te
Poffert, reden in eene ch ais langs het Iioendiep naar
Stroobosch. Tusachen Enumatil en Britil schrikte het
paard, waardoor het rijtuig in 't vaarwater stortte.
Man en vrouw geraakten beiden er ouder. De man
wist zich spoedig boven te werken; de vrouw werd
eerst na veel inspanning door een schipper naar boven
gehaald, ofschoon nog levend, gaf zij echter kort daarna
den geest.
Uit Zurich wordt omtrent den zelfmoord van den
overste Rüstow gemeld, dat de brievenbesteller hem
dood op zijn bed vond, waar hij zich reeds in den
nacht het leven moet hebben benomen. Riistow was
ziek en gevoelde zich diep gegriefd over miskenning;
bovendien verkeerde hij in geldverlegenheid Zijn schets
van den Russiscb-Turksclieu oorlog heeft hij nog afge
maakt; evenals de derde aflevering van zijn boek
//Peldherrnkunst".
Een meisje uit Ems huurde voor eenige dagen een
roeiboot. Toen de roeier haar midden op de rivier
had gebracht, sprong zij plotseling over boord en
verdween in het water; toen zij weer boven kwam,
scheen zij van gedachten veranderd, althans zij strekte
de hand naar den roeier uit, die er in slaagde haar
//scheep" te halen.
Zekere dr. Otto M., eeu gewezen fabrikant en bekend
sportsman, heeft zich te Berlijn doodgeschoten. Zijn
zaken waren goed in orde en hij beging den zelfmoord
volstrekt niet uit geldelijken nood; de eenige oorzaak
zou kunnen zijn dat hij zijn kwaal hij leed namelijk
aan zenuwtoevallen voor ongeneeslijk hield en het
leven hem tot last was.
Buitenland.
Het Oosten.
Nu men aan het opruimen van den ontredderden
boedel is gegaan, ziju nog tal van moeielijkheden
opgekomen. Niet de kleinste van deze wordt door
de annexatie van BosniëHerzegowina door de
Oostenrijkers veroorzaakt. De troepen van Keizer
Frans Jozef moeten een wezenlijken oorlog voeren om
die landstreken bezet te krijgen. Op onderscheidene
punten hebben zij zelfs tamelijk ernstige nederlagen
geleden, althans als men in aanmerking neemt dat
zij als geregelde troepen togen ongeregelde hoopen,
zoogenaamde //opstandelingen", vechten. Maar die
opstandelingen blijken zeer strijdbare Turken te zijn,
die hun land en erve zoo lang mogelijk tegen de
christenen willen verdedigen. Blijkbaar is dat verzet
uit Konstantinopel aangemoedigd, zoo niet door de
regeering dan toch door enkele ijveraars en mannen
van invloed. De Turksclie generaal Hafiz-pacha heeft
in deze zaak een vrij dubbelzinnige rol gespeeld en
al heet het nu dat er een vergelijk is getroffen, de
//opstandelingen" houden vol, en geven den Oosten-
rijkschen generaals de handen vol. De tegenstanders
van de politiek van Graaf Andrassy zien met zeker
leedvermaak dezen loop der dingen aanmaar
Oostenrijk kan nu niet meer terug en de bezetting
en zoogenoemde bevrediging van de beide geannexeerde
gewesten is slechts een vraag van tijd en geld. liet
laatste baart de Oosten rij ksche regeering moeielijkheden
genoeg.
Montenegro is zeer weinig Oostenrijksch-gezind.
Het zoekt een verbond van verzoening met den Sultan
te sluiten. Wellicht heeft Rusland hier de hand al
weer in, omdat het aan Oostenrijk zijn deel van den
roof niet gunt.
Griekenland zal weinig verwerven van 't geen het
had gehoopt en geëischt. Het zal weinig baten dat
het Congres aan de beleefdheid van den Sultan heeft
overgelaten of Griekenlaud ook een stukje zou krijgen.
De Russen maken meer en meer aanstalten om tot
aohter de nieuwe grenzen van Oost-Rumelië terug te
trekken. Zoodra zij Adrianopel verlaten hebben zal,
zegt men, de Engelsche vloot de Dardanellen weder
verlaten.
In Egypte gebeuren mirakelende Prinsen en Prin
sessen stellen hun bezittingen in handen der commissie
voor de financiën om te strekken tot rentebetaling
der schuld. Dit is iets, maar niet veel. En als de
Khedive zelf zoo iets deed, dan zou men gerust
wederom kunnen zeggen: dat is iets, doch ook dat
zou nog niet alles zijn. Want als de dringende nood
voorbij zal zijn, begint hoogstwaarschijnlijk 't oude
spel weder op nieuw. Dat zal zoo blijven duren tot
ook voor Egypte het uur der annexatie, verdeeling of
zoo iets gekomen zal zijn.
Duitachland.
De einduitslag der verkiezingen voor den Rijksdag
loopt nog geheel anders dan men verwacht had en
meende te kunnen berekenen na het bekend worden
der hoofdverkiezingen. Nu blijkt o. a. dat de meeste
voordeelen behaald zijn door de centrum-partij, d. i.
door de ultramontanen, terwijl de gedroomde vernie
tiging der sociaal-democratie neerkomt op 't uitdrijven
van slechts 3 der 12 leden dier partij in den ouden
Rijksdag. Negen sociaal-democraten blijven zitten.
Hieruit blijkt dat die partij nog volstrekt niet bang
of gedemoraliseerd is. Het is ook gebleken dat de
rooden met de zwarten hebben samengedaan en dat
in 't eene district de socialisten voor de ultramontanen
hebben gestemd, om tot prijs daarvoor in een ander
district de hulp der ultramontanen te krijgen.
Men durft in Duitschland niet luide uitkomen voor
zijn meening, omtrent Bismarcks bloedplakkaten tegen
het socialisme. Anders zouden die stellig algemeen
worden afgekeurd. Men meent en waarlijk niet
zonder gronddat Bismarck met deze wet nog
minder tegen de socialisten zal vermogen, dan hij
thans blijkt gedaan te hebben met de Mei-wetten
tegen de ultramontanen.
Het levert een bedroevend schouwspel op dat de
ijzeren staatsman te elfder ure toch schijnt te strijken
voor het Yatikaan. Welke modus-vivendi men ook
zal blijken gevonden te hebben, het feit zelf van een
vergelijk met zulk een vijand is volstrekt niet ver
blijdend voor Duitschland. Het is waar, men stelt
het hier en daar voor alsof Paus Leo XIII naar
Duitschland is toegekomen en v. Bismarck niets heeft
toegegevenmaar de Germania't eerste ultra-
montaansche blad in Duitschland, houdt stijf en
sterk staande dat de kanselier zal moeten toegeven,
ja in beginsel alreeds toegegeven heeft. Wat men
zoodoende denken moet van de officieuse mededeeling
dat er te Kissingen hoegenaamd niets heeft plaats
gehad, laat zich zoo maar niet zeggen.
Keizer Wilhelm neemt voortdurend in beterschap
toe. Hij heeft reeds een geheele bladzijde geschreven
met de hand, die 't ergst gewond is geweest.
Men meent dat Prins v. Bismarck eerst na de
opening van den nieuwen Rijksdag te Berlijn zal
terugkeeren.
Belg ie.
De Belgische Senaat heeft zich de jongste dagen
bezig gehouden met de beoordeeling der verkiezing
van de vier nieuwe Senaats-leden voor Antwerpen.
Daarover werd door de clericalen vinnig getwist en
zij wilden die verkiezingen vernietigd hebben. De
geldig verkregen meerderheid dier vier leden wa9
echter zoo zuiver geconstateerd dat eerst drie, n.l. de
heereu van Havre, d'Hanis en Biart werden toegelaten
en vervolgens ook de vierde, de heer Everaerts, tegen
wiens verkiezing door de clericalen was ingebracht
dat hij de vereischte census niet betaalt.
Te Brugge hebben de ultramontanen Maandag groote
ongeregeldheden verwekt, die te meer afkeurenswaard
zijn, daar zij gepleegd werden gedurende een feest
aan de kunst gewijd, n.l. de onthulling van het
standbeeld voor Jan van Eyk. De Koning was met
zijn gemalin en drie Ministers naar Brugge gekomen
om die feestviering bij te wonen. Reeds bij het
voorbijtrekken van den koninklijken stoet werden
kreten aangeheven, die ten doel hadden de menigte
in oproer te brengen. Men riep name].: leve Ruzette!
Deze is de afgezette Gouverneur der provincie West-
Vlaanderen en der ultramontanen werktuig geweest,
zooals men beweert. Er werd ook door een persoon ge
schreeuwd leve Ruzette, a bas le roiDeze persoon werd
terstond gearresteerd en bleek te zijn de zoon van een
klokkeluider van een der kerken. Door de arrestatie
werd het tumult nog heftiger. Bij het vertrek des
Konings geraakte men aan 't vechten op 't stations
plein. De politie moest door de gensdarmerie en de
troepen geholpen worden om eenigszins de rust te
herstellen. Na het vertrek des Konings werden op
onderscheidene punten der stad oproerige benden volks
uit elkander gedreven en vele personen gearresteerd.
Toen de wanorde goed aan den gang was, waren de
clericale ophitsers van het grauw verdwenen.
Behalve dat aldus een vreedzaam huldefeest aan de
kunst door de clericale en politieke kraaiers verstoord
is, werd er nog een andere misplaatste manifestatie
gehouden. Honderden personen trokken de stad door
met vaandels en borden, waarop de woorden //Brugge-
zeehaven" te lezen stonden, 't Was er al haast mede
als bij ons met de school met den bijbel. Jan Rap
en zijn maat schenen zich in de bres te stellen voor
een vraagstuk, dat nog geenszins tot genoegzame ont
wikkeling is gekomen. Maar de Bruggelingen schijnen
te denken dat men zoo maar bij decreet des Konings
reuzenwerken kan scheppen, als een zeehaven voor
Brugge zou zijn.
De feesten te Brussel ter gelegenheid der zilveren
bruiloft van het koninklijke echtpaar zijn Donderdag
begonnen en duren tot Zondag avond. Zij zijn recht
schitterend. Een der fraaiste punten van het program
was de optocht der deputatie van Belgische vrouwen
uit alle gemeenten des lands naar het paleis om het
geschenk der Belgische schoone sekse aan de jubela-
rissen te overhandigen.
Gemengd Buitenlandsch Nieuws.
Een burger uit Tlmrgau in Zwitserland, een echt
Turcophile, heeft aan drie hem in de laatste drie
jaren geboren zonen de namen Koustantin, Adrian en
Philipp laten geven, 's Mans familienaam is //Opel."
De telgen heeten dus nu Konstantinopel, Adrianopel
en Philippopel
Te Berlijn is een kleermakersgezel gevangen ge
nomen, die zich meester maakte van de aangeteekende
brieven, bestemd voor een majoor, door zich aan het
postkantoor voor dezen uit te geven.
De nieuwe Italiaansche minister-presid. Cairoli
draagt nooit een zwarten rok of een witte das. Toen
hij onlangs met de samenstelling van eeu nieuw kabi
net belast werd, nam hij dit slechts aan onder voor
waarde, dat hij ten behoeve daarvan zich niet zou
behoeven te //stukadooren" of een //Stalen pen" zou
hebben te dragen. Zelfs op den dag van ziju huwelijk
droeg hij een kort zwart jasje en een das van dezelfde
kleur; ja, zelfs verscheen hij in zulk een eenvoudig
gewaad onlangs aan den Koninklijken disch.
Bij een zwaren regen, die op 25 Juli jl. te Man
tua viel, hagelde het sterk, naar men vermeende. Bij
onderzoek, door het toeval te weeg gebracht, dat
enkele personen hagelsteenen in den mond namen,
bleek het, volgens een mededeeling van professor
Agastino, directeur van het observatorium aldaar, dat
er geen hagel, maar zout was gevallen. De genoemde
directeur van het observatorium heeft een aantal
zoutkorrels in zijn bezit, die nader zullen worden on
derzocht.
In den Ministerraad te Parijs, onder voorzitterschap
van Dufaure gehouden, is besloten Soubeyran en Louvier
als onder-directeuren van het //Crédit Foncier" af te
zetten. Hun opvolgers zouden Donderdag in een Minister
raad benoemd worden.
Zaterdag is, toen generaal Totleben een wapen
schouwing te San Stefano hield, een pistoolschot dicht
bij den generaal gelost. De dader, een inboorling,
werd gevat, maar hij is weder in vrijheid gesteld,
nadat het gebleken was, dat het pistool met los kruit
was geladen en dat hij slechts een vreugdeschot be
doeld had.
Een Dwergen-volk.
Oskar Lentz geeft in de Mittheilungen van het
aardrijkskundig genootschap te Weenen een aardige
bijdrage tot de land- en volkenkunde van Afrika. Over
de bewoners van het land van Ogóoué sprekende, zegt
hijzie hier het signalement van een Abongo, aldus
heet dat volk, lichaam schraal, leden dun en vrij lang
gelaatsuitdrukking domoogen schuw, onrustigsche
del sterk dolicocephaal (zeer langboofdig)kaakbeen
deren uitstekend; handen en voeten klein, welgemaakt;
kleur licht chocoladeachtig, niet zoo geel als die der
Fans't haar kort en wolligtaille middelmatig,
130 a 142 centimeters bij de mannen en bij de
vrouwen veel minder.
Ik heb vele Abongo's van allerlei leeftijd gemeten,
zoowel mannen als vrouwen, 't geen lang niet gemak
kelijk is, want de lieden van dat land zijn uitermate
schuw en worden door een kleinigheid verschrikt.
De kleinste onder hen, voor zoover ik heb opgemerkt
onder allen die ik gezien heb, is de chef van een
kleinen stam in het land Okandé, eenige uren van de
plaats waar ik gedurende den regentijd mijn kamp
had opgeslagen.
Dit opperhoofd was zoo vreesachtig, dat ik hem niet
kon te pakken krijgen, ondanks mijn menigvuldige
bezoeken op zijn dorp. Het baatte ons niet of ik
met mijn volk ook al zoo stil mogelijk nabijsloop,
altoos wist de oude snaak met eenigen van zijn onder-
hoorigen naar het bosch te ontsnappen, waar ik hem
natuurlijk niet wilde nazetten, 't geen toch vruchte-
looze moeite zou geweest zijn. Hij heette Ndougoulé
en was ongeveer vijftig jaar oud. Bij toeval kreeg
ik hem in handen op den laatsten dag van mijn ver
blijf in Okandé, toen alles gereed was voor mijn
terugkeer naar de kust. Mijn kano's waren reeds
vertrokken en het opperhoofd, die ergens verscholen
zat, had dit gemerkt. In den waan dat ik ook in een
kano was ingescheept, kwam hij vroolijk naar zijn huis
terug. Ik had echter den weg door het bosch geno
men om mij de vaart langs eenige stroomsnellingen
uit te sparen. Zoo ontmoette ik Ndougoulé op 't
onverwachts en hij liep mij als 't ware in den mond.
Hij trachtte nog te ontsnappen, doch mijn manschappen
grepen hem en brachten liem bij mij, zoodat ik hem
de maat kon nemen. Hij was maar even 130 centi
meters lang, doch voor 't overige welgevormd, had