ZIERIKZEESCHE COURANT.
voor het irrondis- sement Zierikzee.
1878. No. 57. Woensdag 24 Juli. 81ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
DE WET EU DOOR.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzondcrlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTEN TI EN
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAK EN MAN.
Nu de onderwijswet door de Tweede Kamer
is aangenomen en bij de bekende gezindheid
der Eerste, valt er bijna niet aan te twijfelen
of ook deze zal baar goedkeuren. Dan komt
zij bij Z. M. terug om bet koninklijk fiat,
waaraan ook niet mag getwijfeld worden bij
den bekenden coustitutioneelen zin van den
Vorst. Daarom schreven we hier boven „De
Wet er door".
Dat zal een hoogst gewichtig feit zijn. Niet
enkel omdat de directe belangen der natie zoo
nauw daarin zijn betrokken, maar ook omdat
bij ons de lagere school nagenoeg uitsluitend
en alleen de steen des aanstoots en de rots
der ergernis is voor de partijen, die zich tegen
onze staatsvormen, en tegen den algemeeuen
vooruitgang en de eischen des tijds, tegen de
geheele nieuwere maatschappij aankanten. Men
moge dit bij wijlen betreuren, het is zoo. De
volksschool blijkt het eenige practicable aan
grijpingspunt te zijn voor al wat niet mee wil,
of wat een geheele andere richting uit wil, dan
die, waarin wij ons krachtens onze groudwet
en de uit haar voortgevloeide speciale wetten
en volgens den historischen gang onzer nationale
ontwikkeling bewegen. Men kan dit, gelijk we
zeiden, betreurenwij voor ons betreuren het
niet. Integendeel, we zien daarin een bewijs
te meer dat onze geheele staatsinrichting in de
voornaamste opzichten zóó goed is dat de
vijand daar niet aandurft. Er is orde, rust,
veiligheid, zekerheid van personen en goederen,
een niet in alle staten te vinden mate van per
soonlijke vrijheid van denken, spreken en han
delen. Geen kerken of kerkjes kunnen, zonder
zich bespottelijk te maken, de rouwvlag uit
hangen of hun houders en exploiteurs de
martelaars-toga aantrekken. Zij kunnen geen
builen vertoonen, want ze worden niet geslagen.
Kortom, op zooveel heeft noch de pvotestantsche
clericale partijnoch de partij van Rome, noch
ook de als partij zeer ingeslonken, doch in de
enkelen nog tamelijk ruim vertegenwoordigde
conservatieve partij eenige vat. 't Middelbaar
onderwijs is met rust gelaten, terwijl men er
van profiteerde't hooger onderwijs, daar heeft
niemand zich iets van aangetrokken, die er
niet persoonlijk belang bij bad.
Alleen 't lager onderwijs, de volksschool schijnt
bij ons gepredisponeerd te wezen om te dienen
tot teeken dat wedersproken wordt. Dit moge
onaangenaam zijn voor zoovele vurige vrienden
van dit volksbelang; aan den anderen kant
pleit het niet tegen den algemeenen geest van
ons staats- en volksleven.
Welnu, de wet is er door, mogen we wel
zeggen. Eenstemmig zoo in aard als in mate
is de liberale pers tevreden over het feit. De
wet verwezenlijkt geenszins alle illuziesniemand
beweert dat zij een juichend Eureka! zou ver
oorloven. Maar toch, men is tevreden met
hetgeen er van gekomen is, al is 't resultaat
in sommige opzichten eer negatief dan positief.
Voor niet weinigen had dit wetsontwerp
het karakter van een defensie-middel, veel meer
dan dat van een aanvals-wapen, 'twas eer een
schild en schut dan een stormtuig. Immers
er stond zooveel op 't spel. Tegenover zooveel
en telkens van taktiek veranderende aanvallers
waren niet weinig slapers en slappen onder de
verdedigers aan te wijzen. Niet in de Kamer,
dit is gebleken, maar onder het volk. Daarom
was herziening der grondslagen alleszins noodig
en nuttighoe anders te komen tot versterking
en verbetering, waar deze bleken noodig te zijn
Zoo dan, zonder ons de illuzie te maken dat
ons volksonderwijs nu voortaan voor goed ge
waarborgd is, kunnen we tevreden zijn met den
uitslag, want in menig opzicht zal nu verbete
ring en versterking mogelijk wezen en, in alle
geval, nu is gebleken dat het nog de tijd niet
is voor de clericale partijen om victorie te
kraaien, maar dat de vertegenwoordigers der
natie wat de anti-clericalen betreft als één
eenig man pal weten te staan waar 't er op
aankomt.
Aan den Minister Kappeyne komt lof toe
voor 't door hem verkregen resultaat en niet
minder voor de uitnemende, flinke en puntige,
maar zeker niet minder bezadigde wijze waarop
hij zijn ontwerp heeft verdedigd. Let men op
zijn politieke antecedenten, dan mag men wel
aannemen dat hij voor deze zaak geenszins al
zijn kruit heeft verschoten. Hij heeft zeer
matige eischen gesteld, zich in zijn persoon
lijke wenschen en begeerten aanmerkelijk be
perkt; maar voor 't geen hij heeft voorgesteld
heeft hij dan ook gestaan als een man, en op
geen punt van belang iets laten vallen, noch
zich laten begraven onder de gedienstigheden
vau Zijner Excellenties zeer loyale maar niet
minder doodelijk vijandige oppositie.
Aan de liberalen in de Kamer de eer dat zij
hebben bien mirité de la bonne cause, en aan
dien eenzamen conservatief niet minder lof voor
zijn moed om te stemmen vóór de volksschool
en niet daartegen, gelijk anderen van 't kleine
hoopje.
Laat ons niet onbillijk zijn eu geven we
ook de eere die 't waard is aan de clericalen,
dat zij zoo zonder blikken of blozen hebben
tegengestemd. Het is goed dat men weet wat
men aan elkaar heeft. Stemmingen als die
over deze wet zijn leerzaam; zoo leert men de
kleur van de mutsen kennen. Dat kan zijn
nut hebben voor 't vervolg.
Want de strijd is niet uit. Evenals het
Berlijnsche protocol geenszins het laatste woord
zal wezen in de Oostersche kwestie, zoo zal
ook hier de strijd van 't clericalisme tegen de
hedendaagsche maatschappij niet afgesloten wor
den met het koninklijk fiat onder de wet-
Kappeyne. Wie zal dit gelooven'? 't Zal al
wèl wezen als we nu voor een poos van dat
eeuwige gezeur over de schoolwet verlost mogen
wezen. Lang zal ook dit niet duren.
De strijd is niet uit. Integendeel, hij dreigt
nu pas met ernst te zullen beginnen, nadat
hij door de agitators eerst op 't meest verkeerde
terrein is overgebracht, n.l. naar de achterbuurt
en onder het canaille. Zoover moest het komen
met het monster-petitionnement
De Standaard en die daarachter zitten, zijn
veel te boud van wal gestoken. Zjj hebben
een sneeuwbal van den berg geworpen, zonder
te bedenken dat daaruit allicht een verwoestende
lawine kon voortkomen.
We kunnen niet aannemen dat de aauleggers
dezer onzalige beweging van den beginne af
het doel gehad hebben oproer te verwekken,
den burgeroorlog, of liever een boerenoorlog
uit te lokken. Maar 't gaat daar anders mooi
naar toe. Het verstandige deel der natie heeft
de beweging alreeds zoo beslist veroordeeld dat
de agitators dit zelf erkennen. Naïever dan
dit b.v. volgens de N. RCt. door ds. van
Griethuizen te Overschie gedaan is kan 't wel
niet. Deze heer moet van den preekstoel aan
de gemeente bekend gemaakt hebben, dat er
gedurende drie dagen zitting zal gehouden worden
tot het teekenen van het petitionnement aan
den Koning tegen de schoolwet. Hij noodigde
daarbij in het bijzonder de „arbeiders" uit om
te teekenen, „omdat hij wel begreep, dat de
weldenkende burgers uit de gemeente Z. M.
den Koning geen overlast zouden willen aan
doen Naïef gezegd, maar daar zit 'm juist
de kneep van dat heele klavierspel op de volks-
conscientie. Men speculeert juist op de massa,
op het grondsop, en vaak is men oprecht of
dom genoeg om er voor uit te komen dat men
juist hen in roer wil brengen, die niet weten
wat er omgaat. Het Dagblad doet zelfs een
beroep op dat uitschot van 't publiek, dat zijn
kinderen in 't wild laat opgroeien zonder school
te gaan. 't Is of men waarlijk hier al een
georganiseerde zwarte (of zwart-groene) inter
nationale op touw wil zetten. Trouwens in
Duitschland neemt men van clericalen kant
dienzelfden loop. De daden der heeren Hödel
en Nobiling hebben dat spel echter nog al ge
compromitteerd, zoodat men nu de sprieten wat
heeft ingetrokken en het canaille weder ver
loochent dat men eerst had gevleid.
Waar moet het op die manier heen Als
de fine-fleur, zij die zelf uitroepen dat zij de
ware, echte geloovige christenen zijn, zóó gaan
optreden, waar moet het dan heen? Dan wordt
het haast tijd dat de „liberalisten" gaan denken
aan het oprichten van comite's voor de open
bare veiligheid, en zich gaan wapenen tegen
het vrome gespuis.
Te Rotterdam wordt de agitatie gedreven
en worden de achterbuurten geëxploiteerd door
een zich betitelend „Plaatselijk Comité", zonder
dat dit zijn namen noemt. Zou dat zijn om
te kunnen wegkruipen als de lawine mocht
willen afkomen 't Zou een curieus gezicht
zijn als de Rotterdamsche mosselwijven eens
de glazen van hot stadhuis gingen inslaan om
een „school met den bijbei"
Zoowel te Rotterdam als te Amsterdam heeft
de stedelijke autoriteit het aanplakken van bil
jetten moeten verbieden, waarin stond dat er
nu voortaan „alleen voor de rijkeren" (Zoo
iets heeft de Standaard al weken geleden ge
ïnsinueerd), gelegenheid zou wezen om „scholen
met den bijbel" te hebben. Terecht werd door
die burgemeesters deze uitdrukking, die een
leugen is, ook beschouwd als opruiing van bet
gemeen. In andere gemeenten hebben de bur
gemeesters opruiende biljetten doen afscheuren.