Komt de wet ers door, dan zal men een nieuwe
phase van den strijd zien beginnen en over een kleine
twintig jaar, over tien jaar misschien, reeds ce sera a
refairedan zullen die concilianterige plekken gebleken
zijn de kwetsbare, de voor inwatering en uifcknaging
vatbare plekken te zijn. 't Kan zijn dat we ons ver
gissen uit overmaat van allerlei treurige persoonlijke
ervaring dan maar we meenen dat zoolang de
radicale beginselen in zake de onderwijs-vraag niet
rondweg aan het Godsoordeel van den partijstrijd worden
onderworpen, zal bij ons 't waarachtig ontwikkelend
volksonderwijs een wassen neus blijven en 't vraagstuk
als politiek beginsel zal op den duur de kanker blijven,
waaraan de liberale partij krank zal worden.
Gewis had de heer Schimmelpenninck v. d. Oye
gelijk, toen hij zeide dat dit ontwerp een partij-ontwerp
is en hij voegde er bij//uitgaande van de vrees voor
't //clericalisme". Maar als hij daarna beweerde dat
hier te lande geen clericalisme bestaat, dan beging hij
zeer zeker een bare onjuistheid.
Hoe men nog met een leuk gezicht beweren kan
dat de onderwijs-strijd met 't clericalisme niets te
maken heeft, is haast niet te verklaren, 't Kan, d. o.,
alleen voortkomen uit een groot vertrouwen op de
parlementaire beleefdheid, die niet medebrengt dat
vierkant ontkend wordt, wat aan de andere zijde
wordt opgeworpen.
Toch hebben we de uitvlucht wel meer gehoord
//er is bij ons geen clerus, hoe kan er dan vrees voor
clericalisme bestaan," wordt er dan gezegd. Evengoed
kan men aldus redeneeren: er zijn bij ons geen officiéél
aaugestelde koeien, hoe kan men dan bang zijn voor
de longziekte
Geen clericalisme! En juist van daag en gisteren
en morgen zijn de kerken ingericht tot loopplaats voor
de goede gemeente, wier namen en kruisjes men wil
hebben op een lange, zeer lange lijst, gelijk in 1853!
Er is slechts dit verschil dat nu de ultramontanen
ook namen en kruisjes verzamelentoen zaten ze stil,
zich in de handen wrijvende.
Er zijn verder allerlei groote ketterijen gedebiteerd,
alleen mogelijk bij een kwestie als deze, waarvan ieder
verstand heeft en alles weet. Zoo b.v. dat de oppositie
niets anders zou verlangen dan //wat meu in 1806
verlangd heeft". Alsof dr. Kuyper c. s. tevreden zouden
zijn met een eenvoudige retrogradatie naar 1806
Ons dunkt men moest oprechter zijn.
Integendeel, men ziet nu juist dag aan dag den
onwetenden lui wijsmaken dat zij nu de school van
1806 hebben, „de school met den bijbel" en dat dit
ontwerp hun die ontnemen wilEn de goede lui,
wier kinderen misschien in 't wild loopen, zetten hun
kruisje vóór de school met den bijbel
Wat zou er verbazend veel gewonnen zijn als de
partijen oprecht waren bij monde hunner leiders!
Benoemingen, Besluiten, enz.
Benoemd tot plaatsverv. lid van den geneeskundigen
raad van Zeeland dr. J. J. Couvée, leeraar aan de
hoogere burgerschool te Middelburg.
Na afgelegd examen is benoemd tot adspirant-
landraeter bij het kadaster o. a. de heer M. de Vos
van Zierikzee; hij behaalde No. 1 op het examen.
Gesteld op non-activiteit de luit. ter zee 2e kl.
J. A. Kloek van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord.
De luit. ter zee 2e kl. P. E. H. Volcke van het
eskader in Ned. Indië en den 10 dezer in Nederland
teruggekeerd, is met dien datum op non-activiteit
gesteld.
De G.-G. van Indië heeft benoemd tot president
van den landraad te Samarang mr. J. C. Mulock
Houwer, thans president van den landraad te Toeban
en Bodjonegoro (Rembang).
Kunst en Wetenschap.
De eerste proef met een spoorwagen, die door
stoom werd voortbewogen, is in N.-Amerika gedaan
in den winter van 18031804. De uitvinder of
maker was Olivier Evans; hij had in de straten van
Philadelphia een zekere lengte spoorlijn gelegd en reed
daarop vooruit en achteruit in een wagen, die door
een locomotief getrokken werd. Hij had zijn machine
den naam gegeven van Oructer Amphibolus. Twintig
duizend menschen woonden de proefneming bij. Evans
werd uitbundig toegejuicht, doch het mocht hem niet
temin niet gelukken zijn tijdgenooten te overtuigen
van het enorme belang zijner uitvinding. Al zijn
pogingen om kapitaal te vinden voor den aanleg van
een spoorweg van eenige beteekenis bleven vruchteloos.
In 1809 gaf hij de zaak geheel op, doch hij stortte
zijn overtuiging nogmaals uit in een brochure, waarin
hij o. a. zegt
z/Ons geslacht stelt zich tevreden met kanalenhet
eerstvolgende geslacht zal zich gaan bedienen van
paardenspoorwegenmaar het volgende, dat verlichter
zal zijn, zal geen ander vervoermiddel begeeren dan
mijn stoomrijtuig."
En ziel, op 31 December 1877 hadden de Ver-
eenigde Staten 124649 kilometers spoorwegen; nage
noeg zooveel als geheel Europa, dat er 148259 bezit.
Mittheilungen
Dat de zoogenoemde eeuwige natuur-wonderen toch
niet onvergankelijk zijn, heeft onlangs de Niagara-
waterval bewezen. Een verbazend groot uitstekend
rotsblok aan den Canadaschen oever, bekend als de
Table rock (de tafelrots), en dat een der schoonste
sieraden van het geheel uitmaakte, is naar beneden
gestort. Eenige raaandeu later zijn andermaal twee
enorme rotsgevaarten door den stroom in de diepte
geslingerd. Het eene blok stortte 's morgens, het
andere 's avonds naar beneden. Het voorkomen van
dat gedeelte van den waterval dat het hoefijzer heet,
the Horse shoe fallis door deze instorting geheel
veranderd. De steenmassa's deden bij hun val deu
grond dreunen, zoodat men op vrij grooten afstand
in den omtrek een gewaarwording ondervond alsof er
een aardbeving plaats had.
De legger van de topografische kaart van Zwitser
land, geteekend door de officieren van den staf, bestaat
uit 546 bladen. Wanneer er van de Yereenigde
Staten van N.-Amerika een kaart op die schaal ge
maakt werd, zou zij uit 123568 bladen moeten bestaan.
De zitting van het letterkundig congres te Parijs,
onder voorzitterschap van Victor Hugo, werd door
ongeveer 2000 personen bijgewoond. Na Edmond
About nam Victor Hugo het woordhij drukte de
hoop uit, dat het congres een ontwerp tot bescherming
van het letterkundig eigendom zou tot stand brengen.
In zijn redevoering protesteerde hij tegen den oorlog
en verdedigde hij de amnestie. Na Victor Hugo
namen verschillende buiïenlandsche gedelegeerden het
woord.
Op de 22e algemeene vergadering van het aard
rijkskundig genootschap op Zaterdag 29 Juni 1878,
des voormiddags te 11 ure, te Leiden te houden, wordt
o. a. behandeld verslag aangaande het feest van die
Gesellschaft für Erdkunde" te Berlijn, door den afge
vaardigde, den heer I. Kuypervoordracht van den
heer Joh. E. Snelleraan over de XII kotta's; idem
over de behoefte aan een linguistische kaart van Neder
land, door prof. H. Kern.
Ongelukken, Rampen, Misdaden, enz.
Te Amsterdam heeft een werkman in een machine
den rechterarm verloren.
In Venezuela heeft een journalist een lid der volks
vertegenwoordiging doodgeschoten op straat, nadat
deze eerst onderscheidene schoten op hem gelost had
met het doel om hem te dooden. Zoo polemiseert
men daar te lande.
Op de Zuiderzee is een schipper over boord geslagen
en verdronken.
In de nabijheid van Utrecht is een juffrouw op de
wandeling door een schot in den arm gewondden
kelijk door een kogel van een kamerbuks, en vermoedelijk
wel bij ongeluk. Het feit had plaats juist terwijl de
dame het hek van den tuin van een aldaar gelegen
logement voorbijging. De politie doet onderzoek.
Te Nijmegen is een zevenjarige knaap met baden
in de Waal verdronken.
Te Avereest is een knaapje van vijfjaar verdronken
met spelen op een plank in het water.
Te Nieuw-Hellevoet is een klein kind dat nog niet
loopen kon in een plas water in de duinen verdronken.
Te Delft is een vierentwintig-jarig fabrieksarbeider,
die met zijn makkers op 't vogels vangen was uitgegaan
op het veld der stads beerputten, in zulk een put
gevallen en gesmoord.
Onder Deersura, gem. Rauwerderhem, in Erieslaud,
is een kind door een maaimachine een hand afgesneden.
Te Amsterdam heeft een sigarenmaker zich verhangen.
Te Oeffeit heeft een krankzinnige vrouw van 61jaar
zich met een mes een wonde aan den hals toegebracht
en is aan de gevolgen overleden.
Te Amsterdam is een bejaarde vrouw met zware
brandwonden overdekt naar het gasthuis gebracht.
Haar kleederen waren in brand geraakt door het
springen van een petroleum-toestel.
Aan de ketelkribben onder Kampen is een werkman
overboord gevallen en verdronken; hij laat een vrouw
en drie kinderen na.
Te Middelburg is van de pas vernieuwde kade een
stuk over een lengte van 20 meter ingestort.
Uit Kiew wordt geschreven van 7 dezer: De onlusten,
die naar aanleiding van het voorval-Sassulit9ch hier
onder de studenten hebben plaats gevonden, hadden
gisteren een bloedig naspel. De kapitein der gendar
merie, baron Heiking, werd namelijk, toen hij omstreeks
12 uur 's midd. naar zijne woning ging, in de nabijheid
van het gymnasium door een jongen man aangevallen,
die hem met een dolk, een steek in de zijde toebracht.
De kapitein had nog kracht genoeg, om hulp te roe
pen. Een politie-ageut, die daarop verscheen en den
aanvaller verwondde, werd door dezen met twee revol
verschoten zwaar gekwetst. Een metselaar, die juist
voorbijging en den vluchteling te lijf ging, werd door
een revolverschot doodelijk getroffen. De jeugdige
moordenaar ontsnapte en werd tot dusver niet ontdekt.
Baron Heiking was reeds verscheiden malen in ano
nieme brieven aangemaand, met minder strengheid
tegen de studenten op te treden, wanneer hij zijn leven
lief had. Hij is spoedig aan de gevolgen overleden.
Vrijdag ontving te Brussel eene fatsoenlijke zestig
jarige koopvrouw in plaats van een goudstuk, een
penning van verguld koper. Aanstonds bemerkende
dat zij gefopt was, sprong zij uit haar winkel, om
den bedrieger achterna te zetten; maar bij den hoek
der straat gekomen, zakte de ongelukkige als eene
ziellooze massa op den openbaren weg ineen. Zij
was gestorven tengevolge eener slagaderbreuk.
Te Stettin heeft een meubelmaker zich in de ge
vangenis van het leven beroofd; hij werd door een
zijner vijanden beschuldigd den Keizer beleedigd te
hebben en werd geboeid naar de gevangenis overge
bracht. Uit een brief aan zijn zoon, even na den
moordaanslag is gebleken, dat de man onmogelijk den
Keizer kan hebben beleedigd.
Buitenland.
Het Congres.
Over hetgeen er ten Congresse reeds is verhandeld,
weten we niets te zeggenhet geheim wordt tot dus
ver uitstekend goed bewaard.
Hier volgen eenige levensbijzonderheden betreffende
de voornaamste politieke grootheden, die thans te
Berlijn vergaderd zijn. Van een paar, zooals b.v.
von Bismarck en lord Beaconsfield. behoeven we niets
te zeggen, daar die algemeen bekend zijn.
De heer von B 1 o w is een Mecklenburger van
geboorte en trad het eerst op als vertegenwoordiger
van Deneraarken op den Duitschen Rijksdag te Frank
fort in 1848, waar hij met v. Bismarck in keunis kwam.
De Prins von Hohenloheis geboren in 1819
en behoort tot den boogen Beierschen adel. In 1845
erfde hij van zijn vader den titel van Prins von
Schillingsfürst. Hij is liberaal, een groot tegenstander
der ultramontanen, en werd in 1866 president-minister
in Beieren. In 1874 werd hij Duitsch ambassadeur
te Parijs, ter vervangiug van von Amim. De Prins
von Hohenlohe wordt geroemd als een volmaakt gent
leman en als zeer minzaam.
De heer von Radowitzis een der rechterhan
den van von Bismarck. Zijn titel i9 gezant te Athene,
doch feitelijk is hij gedetacheerd bij 't departement
van buitenlandsche zaken als compagnon van von
Bülow.
De markies lord Salisbury had als kind, daar
hij de jongste zoon in zijn geslacht was, geenerlei
uitzicht op de hooge loopbaan, die hij nu met zooveel
eer volgt. Hij i9 alles aan zijn talenten verschul
digd. Evenals lord Beaconsfield (Benjamin D'Israëli),
heeft Salisbury ook als schrijver grooten naam gemaakt.
Graaf Julius Andrassy werd geboren te
Zemplin in 1823. In 1844 werd hij reeds afgevaar
digde zijner geboorteplaats in den Hongaarschen Land
dag, en onderscheidde zich spoedig als schitterend
redenaar en begaafd schrijver. Hij nam in 1848 zulk
een werkzaam deel in den opstand van Hongarije
tegen Oostenrijk, dat hij na het ten onderbrengen der
Hongaren de vlucht moest nemen, en te Weenen en
effigie werd ter dood gebracht. Acht jaar bracht hij
in ballingschap door en hield zich bij afwisseling te
Parijs en te Londen op. Na den oorlog van Oostenrijk
met Italië in 1859, werd Andrassy in 1860 gekozen
als afgevaardigde in den Hongaarschen landdag,
waarvan hij vervolgens vice-president werd. Als zoo
danig was hij de voornaamste bewerker der verzoening
tusschen den Keizer en de Hongaren, waardoor hij
aanvankelijk bij deze laat9ten in ongunst geraakte,
doch hij is later beter door hen gewaardeerd. Na
het aftreden van den graaf von Beusfc, in 1871, werd
hij rijks-kanselier. Hij is een diplomaat uit de school
van von Bismarck.
De baron vou Haymerléis geboren in 1828,
en is aohtervolgens raad van legatie, attaché enz.