aanzieu van kwaliteit bekoorlijke eisohen te stellen. Houdt „Eigen Hulp" nu onverbiddelijk streng vast aan den regel om alleen a contant te koopen, dan wordt daardoor liet reeds aan geduide voordeel van voordeeliger inslag in 't groot nog vermeerderd door twee andere voordeelen: voordeeliger inkoop (ii contant) en Uitroeiing van liet in zoo menig opzicht ver derfelijke borgen. Dit laatstehet borgen, poffen, op 't boekje balen, is misschien de grootste kanker in de ambtenaars-wereld. Juist bet vaste tractement, dat doorgaans op veel te lange termijn wordt uitbetaald, geeft als van zelf aanleiding tot bet verderfelijke „op 't boekje" leven. Kan „Eigen Hulp" dit kwaad van liever lede met wortel en tak uitgeroeid krijgen, dan zien we den dag nog aanbreken dat de leden hoofd voor hoofd een blinkenden rijksdaalder offeren om er een monument voor te stichten ter eere van „Eigen Hulp." Er zouden onder de industriëelen liefhebbers in overvloed zijn om dat werk aan te nemen. Wordt vervolgd. Binnenland. Sedert de Kunst bij ons te lande wèl regeeringszaak is geworden, 't geen ze volgens Thorbecke niet wezen moest, blijkt het meer en meer dat er in kunst ook wel zaken te doen zijn. Dit zou men althans opmaken uit hetgeen gebleken is in de Tweede Kamer naar aanleiding van de interpellatie van den heer de Jonge over den bouw van het Rijks-rauzeum te Amsterdam. Dat gebouw zou volgens de eerste berekeningen on geveer 9 ton kosten en het zal er nu wel 20 kosten vóór 't klaar is. Van die 20 zitten er nu al ongeveer 6 in den grond. De grond waar ze inzitten is volgens 't vernomene bij de interpellatie //erge Amsterdamsche grond/'. Dat hij dure kunsten veroorzaakt, schijnt zeker. Het manoeuvreeren met den Bijbel heeft weder een nieuwen vorm gekregen. Men weet dat de Standaard-luï druk bezig zijn het klavier der volks-conscientie te bespelen, ten einde een monster-petitie geteekend te krijgen om den Koning in verzoeking te brengen den Bijbel op de openbare school in te voeren, nu leest men ook in de bladen dat de kinderen der christelijke zondagsscholen in den Haag gelden bij elkaar zullen brengen om aan Prins Hendrik een prachtigen Bijbel als huwelijks-geschenk aan te bieden. Vergissen we ons niet, dan wordt in de residentie door de zorg der betrokken geestelijken ook zelfs aan de hoogstgeplaat- sten bij gelegenheid van hun huwelijk een Bijbel uitge reikt, gelijk we dien wel eens met groote ingenomenheid door zulke grooten hebben zien aannemen en naar huis dragen, 't welk alleszins loffelijk is. Ook Prins Hendrik zou als zijn huwelijk in den Haag moest ingezegend worden wel zulk een Bijbel ten geschenke krijgen. Nu die plechtigheid hoogstwaarschijnlijk niet in de residentie zal plaats hebben, is bet idee om toch dat goede huisboek ook in het vorstelijk gezin niet te laten ontbreken, wel zeer gepast te noemen. Maar o. i. zou 't niet minder ad rem zijn als de aanstaande petitionarissen op hun rekwest nul kregen plus de opmerking dat de Bijbel in het huisgezin of in de kerk behoort, maar niet op de school. geniet. Midden onder het eten overvalt hem een beroerte en dood rolt hij op den vloer. Zijn val weerklinkt in het huis, al de gedienstigen snelleu toe, en zetten zich bij hun Meester om te zien wat er aan te doen is? Zoo zou men meenen. Zij grijpen echter naar de tafel en betwisten aan de honden de lekkere beetjes. De pendant van deze teekening vertoont ons een met sneeuw bedekt veld, waarop een enkele kale boom aan welks dorre takken de ijskegels naar beneden hangen. Op dat veld ligt een arme oude, met lompen overdekt, dood uitgestrekt. Wat dunkt u, zou de teekenaar ons hebben willen zeggenHad de een wat van de overvloed gegeven en de ander wat van den overvloed genoten, dan zouden er twee sukkels minder geweest zijn 1 Toch hebben we in onze maatschappij nog andere sukkels. Ik stel mij voor den jongen man die meent, dat een mensch het aan zichzelf verplicht is te doen wat hij kan, om zijn kennis uit te breiden, zijn arbeids kracht te vermeerderen; dat hij trachten moet om door te dringen in de raadselen des levens. Hij heeft gehoord van Natuur en Kunst, van Studie en Onder zoek, o, hij zal onderzoeken, al wat hij vermag! Geen grooter genoegen, geen nutter bezigheid in zijn oog, dan te zitten tusschen dikke folianten, voorover gebogen in een boek, alleen te zijn, alleen in gezel schap van zulke vrienden. De sukkel, die meende, dat hij het leven, het rijke, Het herstellen der kerk te Brouwershaven, voor rekening van het Rijk en de gemeente, is dezer dagen begonnen met het inzetten van nieuwe ramen in het priesterkoor en de transeptgevels. De enkele, die reeds afgewerkt zijn, voldoen uit muntend en voorspellen een schoon geheel. De ramen en men is daarmee reeds geruimen tijd bezig worden gemaakt uit zoogenaamde savonnières, een steensoort uit Coutances (Frankrijk), die, de naam duidt het reeds aan, zich laat zagen en bewerken, alsof het zeep was. Het recht om schelpdieren te visschen en te halen in de Zandkreek is verpacht voor 6700 de 24 perceelen. Door ds. J. P. Nonhebei te Middelburg is, op het voorbeeld der Katholieken, ook een vereeuiging of onderneming in //Oud Papier// op touw gezet. De opbrengst is echter niet voor den Paus bestemd, maar voor de geestelijke behoeften in Zeeland, voor den geestelijken nood in Noord-Brabant en om hand reikingen te doen in het Godsrijk. Men kan het oud papier zenden aan het pakhuis M, No. 101 op 't Molenwater te Middelburg. Le Tijd haalt de bekende woorden van den Minister van Financiën aan//Men vergete ook niet, dat er sterfbedden zijn, waar men andere tableaux zou kun nen ophangen van grijpvogels, die nog erger rondgluren dan die van tien fiscus, om van stervenden iets meester te worden, waarmee de fiscus niets te maken heeft//. Vermakelijk is de woede van het blad over deze woorden //toejuiching voor degenen, die don heiligen plicht des priesters bij het sterfbed des christens tot stof voor een schandelijke verguizing van den geestelijken stand hebben gekozen//! Hoe uitnemend begrijpt de Tijd terstond de bedoeling der uitdrukking. Zij is er van overtuigd, dat de Minister niet dacht aan schraap zuchtige bloedverwanten, die het sterfbed van den rijken neef belegeren, of aan schijnheilige vrienden, die elkander hun plaats aan de sponde en in het hart van den edelmoedigen vriend betwistenneen, zij weet terstond dat de Minister niemand op het oog kan hebben gehad dan den priester. Wie de schoen past, trekke hem aan. In haar woede leest de Tijd in- tusschen veel meer in die woorden dan er in staat. Werpt de Minister een smet op den geheelen geestelijken stand? Hij constateert eenvoudig, dat er van die grijpvogels zijn, maar beweert niet, dat elke priester, die den laatsten troost aan een stervende brengt, tot die categorie moet behooren. Met den uitgang dezer Meimaand heeft Amsterdam het derde eeuwjaar vervuld gezien van zijn politieke en kerkelijke vrijheid. In 1578 koos Amsterdam, een der laatsten onder de dochteren des Lands, partij voor de Staten en den Prins en in dat zelfde jaar werd er de Ned. Herv. kerk gevestigd. Het zou niet ge makkelijk vallen uit te maken of Amsterdam op dit oogenblik nader bij de gewetensvrijheid, in Protestant- schen zin namelijk, staat dan in 1578 of veel verder daar af. In een ander opzicht zal Amsterdam binnenkort ook met het oude breken: het zal zijn nachtwakers verliezen met hun traditioneele huisjes om in te zitten slapen en hun turfjes om stikproeven mede te nemen in de huisjes. De spreekwoordelijk gebrekkige Amster damsche politie schijnt nu op goeden voet te zullen worden gebracht. volle menschenleven kan leeren zien door zijn venster glas, dat de bril der geleerdheid alleen voldoende is om ons maatschappelijk en geestelijk zijn te kijken in het rond! Hij doet ons denken aan //den Hooggeleerde//, die op zijn studeerkamer bij zijn warme kachel, wellicht in gezelschap van zijn ketel warme punch, /,'t universum ons verklaarde//. En die er zich zeer over verwonderde als de hoorders- de praktijk des levens heel anders vonden dan zijne theorie. Alsof men alleen behoefde uit boeken te leeren, om te kunnen leven en met het leven vrede te hebben Een ander doet zijn best om degelijk te worden van hoofd eu hart, om te worden een mensch van karakter, die belang stelt in het leven, en het daarom op ernstige wijze opvat. Hij zoekt de raenschen, zoekt het liefst zulke menschen van wie men veronderstellen zou, dat ook zij belangstellen in alles waarmede eens menschen hoofd en hart zich bezighoudt en dat is zooveel! Hij zoekt toegaug hier en daar, en verkrijgt die. Hoe komt het dat we hem na verloop van tijd alleen vinden, zonder vrienden, zonder iemand haast met wien hij nu en dan een gezellig oogenblik doorbrengt. Vragen we 't hem en hij zal ons antwoorden och 1 men noemde mij een sukkel, die niet wist de vormen in acht te nemenmen noemde mij onge zellig, omdat ik niet altijd wist te praten, omdat ik mij nooit wilde inlaten met allerlei laffe beuzelarij, Naar men verneemt, bestaat bij den Minister van Oorlog het voornemen om het algemeen dépot van discipline (de zoogenaamde strafdivisie van het leger) op te heffen. De gemeente 's Gravenhage telde op 1 Januari 1878 een bevolking van 107,897 zielen, waarvan 11,443 te Scheveningen. Bij de Dinsdag in het kiesdistrict Arnhem gehouden verkiezing van een lid der Tweede Kamer, ter ver vanging van den heer mr. J. H. Geertsemn, zijn uitge bracht 2051 stemmen, waarvan 11 van onwaarde. Het getal geldige stemmen was alzoo 2040 en de volstrekte meerderheid 1021. Uitgebracht werden op de heeren Otto van Rees 838 mr. W. C. J. J. Cremers 456; jhr. mr. A. F. de Savornin Lobman 424; mr. J. F. Bijleveld 102; en W. baron van Goltstein 158 stemmen; zoodat tussclien de twee eeTstgenoemden een herstemming moet plaats hebben. Het bericht dat schip en lading van het stoomschip //Voorwaarts// vermoedelijk geheel zou verloren zijn, is niet bevestigd. Bij de Maatschappij //Nederland// is toch een telegram ontvangen van kapitein Aukes, meldende dat het bergen van schip en lading is uitbesteed voor pOt. der waarde van hetgeen zal worden geborgen. Voor het examen, om toegelaten te worden als kadet aan de Kon. Milit. Akademie te Breda, dat zal gehouden worden in Juli a.s., hebben zich nu reeds 215 adspi- ranten aangemeld. Blijkens de statistiek, opgemaakt door de Brusselsche liberale vereeuiging, zijn thans te Brussel 35 kloosters, bevattende 683 geestelijken, onder welke 138 vreemde lingen, en dertig millioen fr. aan vaste goederen. In een dennenbosch nabij Zuidlaren is door een jachtopziener en een jager een nest met vier jonge vossen gevonden. De bij deze jonge vossen door de ouden verzamelde provisie bestond uit 6 hazen, 10 konijnen, 9 patrijzen, 1 eend, 1 kip, 10 eieren en eenig klein gevogelte. Een arbeider te Kuilenburg zag dezer dagen aan de egge, waarmede hij een stuk land bewerkte, een voorwerp hangen, dat na onderzoek een gouden ring bleek te zijn. Uit de naamletters, die er op gegraveerd stonden, was de verliezer spoedig gevonden en bleek het gevondene zijn trouwring te zijn, dien hij ruim 30 jaren geleden verloren had. Bij de wedrennen, waarmede de renbaan bij Brussel is geopend, is door het paard //Gentilhomme// van Z. K. II den Prins van Oranje medegedongen naar den //prix de 1' avenir'/. Het behaalde den tweeden prijs. z/Le Printemps//, het bekende magazijn te Parijs, dat zooveel kosten maakt voor uitbreiding van debiet, heeft thans als reclame een in verguld linnen bandje vervat plan der Tentoonstelling aan zijn clienteele aangeboden, waarin men, behalve dat plan in kleuren druk, eeu kleinen geïllustreerden gids vindt door Parijs. Daarbij is natuurlijk niet vergeten, hoe men het gebouw van //Le Printemps// kan vinden en wat daarin ver krijgbaar is. die men zoo goed was den conversatie-toon te noemen. Men noemde mij onfatsoenlijk, omdat ik niet altijd keek of de punten mijner handschoenen wel schoon waren, als ik op visite ging. Men vond mij vervelend, omdat ik den //welgemeenden// raad niet wilde op volgen //Om zich in beschaafde kringen op zijn ge mak te gevoelen, behoeft men slechts twee dingen te doen, en die zijn een zwarten rok aan te trekken en zijn mond te houden!// O, als we nemen hen, die door de natuur tot sukkels schijnen bestemd, en hen, die door de menschen tot sukkels worden gemaakt of althans als zoodanig worden beschouwd, en als we daarbij voegen dezulken die zich moedwillig tot sukkels vernederen, daii zullen we tot de overtuiging komen, dat het sukkelen-heir grooter is dan men oppervlakkig zeggen zou. Als de rechtgeaarde hovenier om _nog even tot hem terug te keeren //kromme en verdraaide//, of teere en zwakke onder zijne plantenkinderen vindt, dan tracht hij ze recht te maken, recht zooveel mo gelijk, of hij zoekt ze kracht te geven, kracht genoeg om ze toch te vrijwaren van te worden uitgeroeid of platgetreden. Deden zoo steeds de menschen met de sukkels

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1878 | | pagina 2