/IIMkZIISIIH COURANT.
voor het arrondis-
sement Zierikzee.
1878. No. 40.
Zaterdag 25 Mei,
81ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
Binnenland.
MENSCHEN EN SUKKELS.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,—
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PKIJS DEK AD VENTEN TIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 6Q cent.
Dienstaanbiedingen van 1B regels, mits contant betaald, ZB ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAIiENIIAN.
Na vele fraaie, zelfs ongemeen warme lentedagen is
ruw en guur weder gevolgd. Het schijnt de reactie
te zijn van de geduchte onweders die er hebben plaats
gehad. De storm heeft het jonge gebladerte op vele
plaatsen jammer,lijk geteisterd en de boomen van hun
prachtigen tooi beroofd. De zware kille regens komen
den tuinbouw zeer te onpas, en zijn ook voor de
veldgewassen niet voordeelig. Algemeen wordt nu
verlangd naar droogte en warmte.
Op een te Rotterdam gehouden talrijk bezochte
vergadering is eenstemmig besloten, zich aan te sluiten
aan het nationaal huldeblijk voor Prins Hendrik. De
circulaire der hoofdcommissie is geheel goedgekeurd.
Het geschenk, dat door het Gemeentebestuur van
's Gravenhage aan Z. K. H. Prins Hendrik bij diens
huwelijk zal geschonken worden, zal bestaan in een
zilveren lichtkroon, stijl Louis XVI.
Het Haagsche Dagblad weet te vertellen dat er
behalve het huwelijk van Prins Hendrik nog een
ander op til is, dat, als 't mag tot stand komen, de
natie veel vreugde zal verwekken.
Volgens de Trier-Ztg. is Z. K. H. Prins Hendrik
als eereburger der stad Trier op de kiezerslijsten aldaar
gebracht in de eerste klasse.
Volgens den Haagschen correspondent der Zutf. Ct.
moeten er op dit oogenblik bij den JRaad van State
weder zeer belangrijke ontwerpen aanhangig zijn, o. a.
een outwerp om de geneeskundige wet in verband te
brengen met de nieuwe wet op 't hooger onderwijs.
Het bonstelsel wordt thans ook toegepast op het
bezoek der kermisvermakelijkheden. Carré heeft bij een
voorstelling in zijn tent onder al de aanwezige toe
schouwers een poney laten verloten. Het zoontje van
een bakker heeft het dier gewonnen.
Wie nog meent dat het sommigen herders niet te
doen is om de kudde dom te houden, kan beter on
derricht worden door een herderlijken brief van den
bisschop van Annecy in Savoye, die opgenomen is
in den Courier de Lyon. //Bij de boeken/' zegt de
bisschop, //de dagbladen, de almanakken, komen nog
de reizigers, die men toeristen noemt en die onder
het masker van bewondering voor onze bergen, voor
de vruchtbaarheid onzer dalen en voor de schoon
heden, die de natuur met volle handen over ons land
heeft uitgestrooid, leeringen verspreiden en van huis
tot huis dragen, die de heilige Paulus de leer des
duivels genoemd heeft."
Als de goede Savoyards wel naar deze vermaning
luisteren, dan, zal spoedig het reizen in hun bergen
gevaarlijk worden.
Behalve een 20tal aan zee, telt men te IJmuiden
thans 80 afgebouwde en 40 in aanbouw zynde huizen.
Geen wonder, dat dus door de bewoners meer en meer
de behoefte aan een openbare school wordt gevoeld
en men ook op een goede regeling van het braudwezen
aandringt.
De Hollapdsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij heeft
reeds tegen verminderde prijzen retour-biljetten naar
Parijs verkrijgbaar gesteld aan de stations Amsterdam,
Haarlem, Leiden, den Haag, Delft en Schiedamdeze
retour-biljetten, gedurende 15 dagen geldig, met recht
van oponthoud te Brussel, zijn verkrijgbaar gesteld
te Amsterdam le kl. voor ƒ42,10, 2e kl. 31,75,
3e kl. 21.30voor den Haag zijn de prijzen 38,05,
28,70 en 19,30.
De Exploitatie-maatschappij geeft sedert 15 Mei
retour-biljetten van Rotterdam naar Parijs uit, tegen
f 36,10 1ste kl.,/27,25 2e kl. en 18,30 3e klasse.
Bagage, beneden de 25 kilo, wordt vrij overgevoerd.
Op verzoek van den echtgenoot van mrs. Besant,
de medewerkster van Bradlaugh in de //Fruits of
Philoshophy", is het onmondige kind, dat zij na van
haar man gescheiden te zijn, opvoedde, aan den vader
teruggegeven.
Het bericht dat de kerkeraad van Dussen //geen
predikant zou beroepen, die een baard draagt", is
geheel onjuist. De kerkeraad heeft nooit tot zoo iets
besloten, maar wel dat hij een predikant zal zoeken,
die geen baard draagt.
Bij net bataljon raiueurs en sappeurs is men er
in geslaagd, met betrekkelijk geringe kosten een
zoodanige inrichtiug voor de schijven en de observatie
posten te ontwerpen, dat de ongelukken bij het schijf
schieten, waarvan de dagbladen telkens gewagen,
voortaan zoo goed als onmogelijk zullen zijn.
Duitschland is bij uitnemendheid het land der
//maatregelen". Thans vindt men weder vermeld, dat
de rector der universiteit te Tubingen aan de studenten
verboden heeft groote honden te houden. Zij vragen
nu honden van kleiner afmeting; sommigen vergenoegen
zich met eenig ander dier. Maar als aan de hooge-
scholen de jongelieden aan zulke //maatregelen" worden
onderworpen, is liet geen wonder, dat zij, in de
maatschappij optredende, op hunne beurt willekeurige
bevelen geven aan hunne ondergeschikten. Alleen met
het oog op de studie zou het verbod te verdedigen
zijn, maar het is niet duidelijk waarom groote honden
de studie meer belemmeren zouden dan kleine; ware
het niet te banaal, wij zouden opmerken, dat in Neder
land de studenten wel beren houden. Artyh. Ct.
Het Internationaal posteongres te Parijs is het
omtrent de volgende punten eens gewordenport van
een brief tot 15 gr. 25. centimes; van een postkaart
10 c.gedrukte stukken, circulaires en kranten 5 c.
voor elke 50 gr. met een minimum van 25 c. voor
circulaires en 10 c. voor monsters; het maximum-
gewicht van gedrukte stukken is 2 K.Gr.
Aan het postkantoor te Altenburg kwam onlangs
een brief met het volgende adres: Herr, ganz leise
krtilit der Hahn in Altenburg. (Mijnheer, in Alten
burg kraait de haan heel lief). De postbeambte yvist
toch den brief te doen berorgen en wel bij den Herr
Kanzlei-Secretar Hahn te Altenburg.
DOOR H. J. Y.
II.
Met het voortsnellen van den tijd, is ook het begrip
der menschen vooruitgegaan. En daarom is de idéé
der menschen over den mensch veel veranderd en
verbeterd. Zoo zou men allicht meenen. Maar ik
geloof, dat men voorzichtig moet zijn met het uit
spreken van zijn oordeel. Wat is toch 't geval?
Men hoort allerlei theorieën over den mensch ver
kondigen, de een al mooier dan de andere. Maar
wie gelooft er aan, d. i. wie handelt er naar
De mensch is het edelste schepsel op aarde, zegt
de een. En wie durft het tegenspreken? Wij zijn
geen slaven wij zijn Koningen, zeide een prediker
onzer dagen, en we zijn slaven der mode! geen
slaven
Evenwel, dit zijn maar idééën door enkelen ge
huldigd en verkondigd, 't Komt er op aan na te
gaan, wat //meu" zooal van een mensch maakt, want
dan eerst komt men te weten de gangbare opinie.
En dan geloof ik, dat het antwoord op de vraag:
wat is een mensch, nog niet zoo heel liefelijk klinkt.
Welke die is?
Ik weet het niet j maar waag het eene bekende ge
schiedenis voor uwe herinnering terug te roepen.
Die geschiedenis is als volgt:
Ergens op de wereld leeft een klein volk. Waar
het precies woont kan ik u niet juist zeggen; maar
't moet ergens aan zee zijn! Dat volk was door
handel groot geworden, grooter dap men veronder
stellen durfde, grooter zelfs dan zijn vijanden wilden
gelooven. En liet had vijanden talrijke en mach
tige die dat volk wilden kleinhouden en het
leggen in den kluister van gewetensdwang en in de
keteuen van beperking der vrije gedachte. Dat volk
streed met leeuwen-, meer met heldenmoed en
overwon. Het verbrak de kluisters en zou toonen
aan de wereld wat men vermag als men strijdt, strijdt
op leven en dood voor zijne huisaltaren.
Wat deed dat volk? Ze werden uitgemaakt voor
afvalligen; ze zouden toonen dat ze waren afvalligen,
ja, van de hun opgedrongen voorschriftenmaar dat
daarom hun godsdienstig gevoel, hun waardeering van
het heiligste, niet was verflauwd.
Het zou bepalen, wat een mensch is en welke
verplichtingen hij op zich neemt, als hij vrij wil zijn,
vrij ook in den vorm waarin hij giet zijne verhouding
tot het oneiudige, tot al wat was en wezen zal.
Hooggespannen is zeker uw verwachting. En ge
hebt recht, want een volk met zulk een verleden, doet
iets grootsch verwachten, van al waar het zich mee
bezig houdt. Het zal zich zelf kennen, en beter
dan de wijze der ouden zeggen wat een mensch is
En dat volk verklaarde den mensch dien
men zoo gaarne plaatst boven al het geschapene, voor
het ellendigste schepsel. Het zeide, dat geen schepsel
ter wereld er zoo naar aan toe was, als de mensch
omdat de mensch met zich draagt het merkteeken
van schuld en schande, waardoor hij van den beginne
af deelachtig is aan allerlei vreeselijke dingen, zoo
vreeselijk, dat men er zelfs tegen op ziet ze in be
schaafd gezelschap te noemen.
Me dunkt: Plato heeft het nog al wel met de
menschen gemaakt, 't Is immers verschrikkelijk als
men eerst ten hemel wordt verheven, om daarna in
den afgrond te worden neergeslingerdAls men
iemand verpletteren wil, dan is het toch niet uoodig
dat men hem eerst meevoere boven op den toren,
om zijn val des te geduchter te makeu.
Voorwaar de opinie, die de menschen van
elkander hebben, schijnt na Plato nog niet zeer gunstig
te zijn veranderd, 't Is waar: in betrekking tot het
Oneindige, tot God, moet een eindig wezen als de
mensch wel in het niet wegzinkenmaar toch zoolang
er menschen zijn, die, als Vader Vondel, zingen kunnen
Wie is het, die zoo hoog gezeten,
Zoo diep in 't grondelooze licht
Van tijd noch eeuwigheid gemeten,
Noch ronden, zonder tegenwicht,
Bij zich bestaat; geen steun van buiten
Ontleent, maar op zich zeiven rust
Der zonnen zon, de geest, het leven;