Buitenlandsch Overzicht. Buitenland. Te Veenendaal is een tweejarig kind verdronken. Te Zaandijk heeft een geweldige brand een scheeps timmerwerf, twee timmermanswinkels, een dubbele boerderij, de consistorie-kamer en de dorpskerk vernield. Bij Workum (Friesland) is de bliksem in een boeren woning geslagen, die reeds meermalen daardoor getroffen is. Er ontstond een begin van brand, die gelukkig gebluscht werd; de zoon des huizes werd aan den arm getroffen en de hond werd doodgeslagen. Tusschen Workum en Farrega werd een schipper doodgeslagen en een paard verblind. De //Prinses Marie" heeft Vrijdag bij het binnen komen te Vlissingen belangrijke schade toegebracht aan de drijvende ponton. De schade wordt op f 100,000 begroot. In de gemeente Menaldumadeel in Friesland is een houtzaagmolen totaal afgebrand. Men rekent het getal dooden bij de ramp in de rue.Béranger te Parijs op 27. Men heeft ai de lijken nog niet gevonden. Bij het station Plettenberg (Duitschland) heeft een botsing van een passagiers-trein met een goederen trein plaats gehad. De machinist, de stoker en 18 reizigers werden gewond. Toen we eenige mededeelingen gaven van bijzon derheden omtrent den moord-aanslag van Hödel op den Keizer van Duitschland, maakten we daarbij de opmerking, dat dit betreurenswaardige feit ook allicht aanleiding zou geven tot regeeringsmaatregelen ten nadeele van het beginsel der vrijheid in 't algemeen. Men' beschouwe Hödel als een verdwaasd socialist der économische school, of wel als een der nieuwbakken vrome socialisten, die zich christelijke socialisten noemen, (dat zijn eigenlijk goedige arme drommels van socialisten, gevangen onder den hoed der ortho doxie), dat er van regeeringswege zou gehandeld worden alsof niet één enkele dwaas, maar honderd en duizend booswichten op den grijzen Keizer hadden gemikt, was wel te veronderstellen. Het tooneel is Duitschland, waar sinds 1866 de wagen wel zoowat in het liberale spoor heeft geloopen tot 1870, doch waar hij na dat laatste tijdstip, zonder bepaald te derailleeren, als 't ware langs geheime wissels meer en meer in het oude spoor van het conservativisme is teruggekomen. Nu spreekt men al vrij duidelijk van beperkende maatregelen tegen de drukpers en van strenge maatregelen tegen de socialisten. Het een en 't ander zou op den duur al even weinig doel treffend blijken, maar tijdelijk zou het toch tot een soort van politieke omwenteling voeren. Dit is voor 't overige niet onnatuurlijk, ook al hadde Hödel zijn snoode daad niet gedaan. Loopt de republiek altoos gevaar van te stranden op de klippen van 't radicalisme; een nieuwe groote monarchie als het vereenigde Duitschland kan het tijdperk van den cultus van 't cesarisme ook niet wel ontloopen. Duitschland loopt buitendien nog dit gevaar sinds de clericale drijvers, zoo Roomschen als Protestanten, gemeene zaak hebben gemaakt met de socialisten. Dat er in de hooge kringen iets van belang broeit schijnt ook af te leiden uit het bericht van het af treden van den minister van eeredienst Falck. De heer Falck zou zijn ontslag reeds gevraagd hebben voor den aanslag van Hödel; zoodat het dan enkel zijn oorsprong zou hebben iu het omslaan van den wind. Nu is het nog wel niet bevestigd dat de heer Falck zal aftreden, en hij is gelijk bekend is, Bismarcks rechterhand geweest, in de uitvoering der Meiwetten; doch komt hij af te treden, dan schijnt een verandering van politiek niet verre meer. Toch zou men zich zeer vergissen als men hieruit wilde afleiden, dat voor de Jesuïten de schoone dagen van voorheen weder zouden terugkeeren. Integendeel, de onderhandelingen met de curie moeten totaal mis lukt en afgebroken zijn. Er is iets anders. De Mei- wetten, ofschoon hoofdzakelijk op de Jesuïten gemunt, zijn bij de Protestantsche clericalen even sterk afge keurd, omdat dezen er voor zich niets bij gewonnen hadden. Thans zouden zij op meer invloed kunnen gaan rekenen; want een hefboom moet de regeering toch hebben, en wil het zich van den liberalen hef boom niet langer bedienen, dan ligt de orthodoxe aan de beurt. In België hebben de liberalen in de Kamer de laatste veertien dagen een vinnigen kamp gestreden tegen het clericalisme. Zeer eigenaardig noemde een schrijver dit een gevecht der liberale kamerleden over de hoofden der clericale medeleden heen, tegen de pastoors en bisschoppen, die de eigenlijke lastgevers van de rechterzijde zijn. Men ziet in België met groote belangstelling de aanstaande verkiezingen te gemoet. Het gouvernement schijnt dit ook te doen en houdt zich mogelijk daarom nu zoo stil tegenover de aanvallen der linkerzijde. Het Italiaansche ministerie stelt een leening voor van 10 millioen francs, voorpaarden, kanonnen en vestingen. Zoo is onze goede tijd: tegen 1 ct. aan den arme of voor een vreedzaam doel, staat wel 100 cent voor oorlog en oorlogstuig. Het destructief vermogen schijnt sterker ontwikkeld te moeten worden dan het productieve. Lancashire, het centrum der katoennijverheid van Engeland, was de afgeloopen weken en vooral de jongste dagen, het tooneel van groote wanordelijkheden. Een 30 a 40000 katoenspinners hebben sinds eenigen tijd het werk gestaakt, en toen het bleek dat de patroons niet gezind waren om de aangekondigde loonsvermindering weder in te trekken, 't geen trouwens onmogelijk is bij den kwijnenden staat van de zaken, is het werkvolk tol oproer, plundering en brandstich ting overgeslagen. Te Blackburn werd het buitenver blijf van een fabrikant verbrand en vernield en te Burubey werd de groote fabriek der firma Kay in brand gestoken. De werklieden van Kay hadden in de loons vermindering toegestemd en daarover waren de anderen nu dubbel woedend. De politie kon tegen de duizendeu oproermakers niets uitvoeren en de gerequireerde troepen kwamen te laat om de gewelddadigheden te verhinderen. On- dertusschen lijden de vrouwen en kinderen der werk stakers groot gebrek en zij zeiven natuurlijk ook. Sympathie verdienen die onredelijke mannen ook niet, daar het hun toch bekend is dat de tijden slecht zijn voor handel en fabrieken en de fabrikanten wel voor een poos, maar toch niet tot in het oneindige met verlies kunnen laten werken. Hoe men in Engeland bij zooveel inwendigen nood nog ernstig kan denken aan een grooten oorlog, is haast onbegrijpelijk. Kardinaal Manning heeft een vrijcorps opgericht. Of 't kardinaal-zouaven dan wel Britsche nationale strijders zijn, is niet recht duidelijk. In de Fransche Kamer is een allerzonderlingst wets voorstel ingediendn.i. dat alle Franschen van 26 tot 40 jaar, die ongehuwd leven, van het kies recht zullen worden buitengesloten tot op het oogen- blik dat zij een huwelijk hebben aangegaan., Voorwaar een curieuse wetDe voorsteller geeft op dat zijn doel met de wet is de bevordering van den aanwas der bevolking. Nu is het waar dat de bevolking In geen land zoo weinig toeneemt als iu Frankrijk. Maar 't is ook waar, dat in oude Staten de toe neming der bevolking wel eens in omgekeerde reden staat tot de welvaart. Hoe meer het pauperisme woekert, hoe meer de bevolking progageert, en toch volgt er nog niet uit dat waar de bevolking zeer langzaam accresseert, de welvaart dit met meer snel heid doet, al gaat het ook voor Frankrijk op. Nu kan het wel zijn dat de voorsteller van deze wonderlijke wet, n.l. de ultra-bonapartist Laroche Joubert, oprecht meent wat hij in zijn memorie van toelichting zegt. Maar ons komt het wel ietwat ver dacht voor. Wij gelooven niet dat de celibatairen in Frankrijk zoo verzot op het kiesrecht zijn, dat zij om een stem te krijgen, zullen gaan trouwen. Men kan fictieve kiezers kweeken door valsche aangiften voor de personeele- of de patentbelasting; maar of er wel veel zullen ziju die voor een paar rijksdaalders of voor een wissel op den hemel of voor een volgbriefje op de hel zich een huwelijk zullen laten welgevallen, dat komt ons schier ongelooflijk voor. Zou 't ook kunnen zijn dat de voorsteller, zich de illuzie makende dat zijn wet zal worden aangenomen, daarbij de berekening maakt dat op die wijze een zeer groot getal intellectueel ontwikkelde mannen, die men overal niet het minst onder de onge- huwden vindt van de lijsten zullen verdwijnen, terwijl dit daarentegen de verhouding voor de mannen op wie vrouwlief kan werken, terwijl heeroom op vrouwlief werkt, veel gunstiger zou maken. Bij ons zijn de ongehuwden meerendeels geen kiezer wegens onze treurige kieswet met haar census in Frankrijk is dat anders, daar heeft men het algemeen stemrecht. Hoe 't zij, wij gelooven niet dat de Kamer deze curieuse wet zal aannemen. Meer en meer verontrustend worden de berichten over de woelingen der socialisten in de Vereenigde Staten. In hetgeen van clericale zijde over dit onder werp gezegd is, zal wel eenige overdrijving schuilen maar sommige verschijnselen zijn toch ontegenzeg gelijk ernstig te achten. Zoo is 't o. a. met het feit dat de socialistische vereenigingeu in groote steden, o. a. te Chicago, zich in 't geheim of zelfs zoo goed als openlijk in den wapenhandel oefenen met deug delijke Springfield-geweren. Te St. Louis moeten de socialisten wel 5000 //leden" tellen. Wat de lui van zins zijn wordt nog niet openlijk gezegd; maar wat goeds voor de orde en de openbare veiligheid is het vast niet. De Duitsche Rijksdag is nog druk bezig met de herziening der Gewerle Ordnungof der wet op den loonarbeid. Een paar belangrijke punten zijn dezer dagen afgedaande bepalingen omtrent den arbeid op Zondag en het livretten-stelseJ. Zondags-arbeid is niet verboden, ook zelfs niet beperkt, al wilden vele leden het een of ander. Er is alleen een artikel aangenomen bepalende dat geen palroon zijn werk lieden kan verplichten op Zondag te werken, dan in die vakken, waar 't uit den aard der zaak onver mijdelijk is, en als de nood het vereischt. Het livretten—stelsel is alleen toegepast op werklieden be neden de 21 jaar. Geen patroon zal derhalve eeu werkman van beneden die jaren mogen aannemen, die niet zijn zakboekje kan toonen. Het Oosten. Zoo vreemd als nu sinds eenige dagen heeft het er nog niet uitgezien. De oflicieuse pers in Rusland vloeit over van vredelievende betuigingen en gerust stellende uitlatingen, en pp het tooneel van den af geloopen oorlog ziet het er uit, alsof de strijd elk oogenblik moest beginnen. Geheel onverwachts is er te Konstantinopel een geest van wederstand en leven gewekt, die haast niet anders dan uit de kracht van het Engelsche goud kan verklaard worden. De Turken wapenen en versterken zichzij weigeren de reeds meermalen vernoemde vestingen te ontruimen en de Russen van hun kant versterken zich ook, ja maakten zelfs voor een paar dagen schijnbaar aan stalten om dichter op Konstantinopel aan te rukken en de reeds zoo druk besproken en door den Rus- sischen staf zoo begeerde landingsplaats Boejoekdere te bezetten. Uit St. Petersburg wordt gemeld dat graaf Schouwa- loff onmiddellijk over Berlijn weder naar Londen zal gaan hij moet reeds op reis of al te Londen aan gekomen zijn terwijl de oflicieuse bladen zeggen dat hij de overbrenger is van verrassende boodschappen, die den algemeenen vrede voor goed zullen verzekeren. Niets is van die boodschappen nog uitgelekt. Ook te Londen niet, waar de goede gemeente evenzeer gepaaid wordt met de goede boodschappen, die de Russische diplomaat zal medebrengen. Zou men te Konstantinopel lont ruiken, zou men de zekerheid gaan krijgen, dat de dagen der halve maan in Europa nu geteld zijn, en zou men daarom zich gaan toerusten tot een laatsten wanhopigen strijd om met eer te bezwijken voor Russisch geweld en Britsch verraad P Misschien. Inmiddels blijven de tijdingen aangaande den opstand der Mohamedanen in het Rhodopogebergte bij voort during ongunstig luiden. Het is daar een ware guerrilla. Er zijn 100,000 man Russen en toch kunnen zij den opstand niet dempen. Generaal Totleben vervult nu een zonderlinge rol. Hij heeft een scherp ultimatum tot de Porte gericht over de ontruiming der vestingen en de verandering der demarcatie-lijn, doch uit St. Petersburg wordt achter zijn rug gezegd dat zijn dreigen niets te be duiden heeft en dat daarin veel overdrijving heerscht. Volgens Engelsche berichten zal Europa Woensdag of Donderdag wel iets belangrijks vernemen; doch 't is even goed mogelijk dat het diplomatiek geknoei nog iu lange niet afgeloopen is. O uitschlancl. De indruk, welken Hödel, die Keizer Wilhelm heeft willen doodschieten, bij het voorloopig verhoor heeft gemaakt, is zeer ongunstig. Hij is brutaal en zegt de oubeschaamdste leugens, terwijl hij alle getuigen rouduit meineedigen noemt en volhoudt, dat hij niet op den Keizer heeft geschoten. De kogels heeft men niet teruggevonden. Toen Hödel gevangen werd genomen, had hij geen enkel geldstuk bij zich. Hij heeft zich vroeger meermalen vijandig over den Keizer uitgelaten; te Schkeuditz, waar hij een volksver gadering presideerde, zei hij o. a. dat het volk geen vorsten noodig had. Hödel werd op lOjarigen leeftijd in het gesticht voor verwaarloosde kinderen te Merse- burg opgenomen en verpleegdhij maakte zich als knaap herhaaldelijk aan diefstal schuldig. en 8choolnieuws» Beroepen te Waarde en te Aagtekerke de kand. A. Pijnacker Hordijk. Bedankt voor het beroep naar Arnhem door ds. J. H. L. Roozemeijer te Middelburg. Benoemd tot kapelaan te Heinkenszand de heer P. D. A. Zondag en tot kapelaan te Vlissingen de heer I. H. Eeuwens. Door de Plaatsel. Schoolcommissie van Middelburg is een plan ontworpen en aan den Raad ingediend om de meisjesschool van Mej. Gerth van Wijck te veranderen in een hoogere burgerschool voor meisjes, en wel een met vijfjarigen cursus.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1878 | | pagina 3