Openbare Raadsvergadering Woensdag is weder te Amsterdam uit Suriname voor f 40,000 aan stofgoud aangekomen, met de laatste Eransche mail van April aangebracht; de expeditie naar Nederland is eenigszins vertraagd. Samuel David, de componist van de onlangs te Parijs uitgevoerde cantate ,/Le Triomphe de la Paix", was in 1854 le Rome, waar hij vriendschappelijk met kardinaal AKieri omging, niettegenstaande hij een Jood is. Eens, toen het zeer koud was, bracht hij den kardinaal een bezoek. //Kom wat dichter bij het vuur zitten,zeide deze tot David. De componist antwoordde: //Wat ben ik blij, monseigneur, dat wij elkander niet honderd jaar. geleden gekend hebben.//En waarom dat/' vroeg Alfieri. //Ge zoudt mij dan zeker nog dichter bij het vuur hebben laten komengij zoudt me in het vuur hebben laten werpen." De kardinaal lachte, maar zeide niet neen. gehouden te ZIERIKZEE den 14 Mei 1S78. Voorzitter Mr. C. J. Fokker, Wethouder. Afwezig zijn de Burgemeester wegens ongesteldheid, de H.H. Mr. Moolenburgh en Pilaar wegens ambts bezigheden, Jhr. Mr, Boeije, Mulock Houwer, Jlir. de Jonge en van Nes van Meerkerk. De Voorzitter stelt aan de orde de voortzetting van de behandeling van het kohier van den hoofdelijken omslag voor 4878. De openbare zitting gaat daarop in eene beslotene over. Heropend zijnde, wordt vastgesteld het kohier van den hoofdelijken omslag voor 1878 op een bedrag van 22,007.55. De Voorzitter sluit daarna na omvraag de vergadering. Benoemingen, Besluiten, enz. Benoemd tot ontv.-griffier van den Mauritspolder te IJzendijke de heer J. T. Iiendrikse en zulks ter vervanging van den heer D. N. Benteiju, wien op zijn verzoek eervol ontslag is verleend. Kunst en "Wetenschap. Prof. Max Muller heeft te Londen in het kapittel huis van de Westminster-abdij zijn derde lezing //over den Godsdienst" gehouden. Vooraf kwam hij nog even terug op de tweede/ lezing, waarin hij den Eetishdienst had behandeld en dezen doen kennen niet als een primitieven godsdienst, maar als de ver bastering van nog oudere godsdiensten. Wat hij tot antwoord op eenige sedert die lezing gemaakte beden kingen zeide, is eenvoudig en klaar. Hoe kon, vraagt hij, de Eetishdienaar op 't idee komen dat in een plomp voorwerp iets goddelijks, iets van 't oneindige zou schuilen, wanneer hij niet te voreu eenige almung van 't predicant //God" heeft gehad? Dat vermoeden van 't oneindige moet noodwendig voorafgegaan zijn aan 't zoeken van 't goddelijke in een stoffelijke zaak. Daarna ontwikkelde Max Muller een gedeelte van zijn verbazenden schat van geleerdheid op 't gebied //Kortom, Mijnheer de Redacteur, ik neem mijn toevlucht tot uw blad, in de hoop, dat gij in uwe edelmoedigheid, deze regelen wel zult willen openbaar maken. //Misschien zal ik, door dit middel, er in slagen mij te onttrekken aan het groote ongeluk, waaronder ik verbrijzeld word, zonder het in een enkel opzicht verdiend te hebben. //En zoo de overheid zich deze zaak niet aantrekt en mij niet beschermt tegen die lieden, die miju ondergang zoeken, dan is het zeker dat dat alles op mijn dood zal uitloopen. //Saluut //Geschreven te Constantine, den negentienden No vember van het jaar achttien honderd zeven en zeventig. nAbd-el-Kader-ben-Abdallali -el-Medjaoui Reeds sinds eenige maanden, aldus verhaak de Courtier de Bonehad zich een panter genesteld in een diep ravelijn in de nabijheid van een douar 3) in den stam der Eréat, niet ver van de bosch-ont- ginning van den Ouider. De verwoestingen door dit dier aangericht waren zoo groot dat de djemaa of gemeenteraad samenkwam om te overwegen, of 't niet noodig zou zijn te gaan verhuizen om aan zijn vervolgingen te ontkomen. Na lange beraadslaging verkreeg dit gevoelen werkelijk de bovenhand en de inlanders verplaatsten hun kampement naar den anderen kant van de vallei. De tenten werden opgeslagen op een groote open plek in het woud en omringd met een haag en een gracht. Maar ziet, denzelfden avond van den dag dat de tenten zoo pas waren opgeslagen, op 't oogenblik dat de maan van achter den berg opkwam, verscheen de panter op den rug van den heuvel en nam een zwaar i) Douar is een Arabisch tentendorp. De tenten vormen de omheining van het perk waar binnen het vee 's nachts wordt opgesloten. der overoude Indische letterkunde. Meer bijzonder gaf hij een overzicht van 't oudste letterkundig en tevens theologische product van den menschelijken geest, en wel bepaald der Aryers, n.l. de Rig-Yeda, een verheven gedicht dat zeker minstens 3000 a 4000 jaar oud is, en waarvan hij zelf de eerste uitgaaf bezorgd heeft. Dit merkwaardige gedenkstuk uit de hoogste oudheid der beschaving is in Indië nooit gedrukt en de jongste handschriften er van zijn minstens 3000 jaar oud. Het werd van geslacht tot geslacht bij mondelinge overlevering de Brahmienen leeren 5t letterlijk van buiten tot het thans levende nakroost der oude Aryers overgebracht. In Duitschland ijvert men druk om gelden te ver zamelen voor een monument ter eere van Erits Reuter, den bekenden schrijver in plat-Duitsch. Karolina Bauer. Het is te betreuren, dat deze vroeger door hare kunst en schoonheid zoo beroemde actrice, die in de laatste tien jaren hare kunst- en levenservaringen in belangrijkeen voor haar innemende boeken beschreef, overleden is, zonder dat zij vernietigde, wat voor haar eigen goeden naam, en die van vele levenden, beter geheim gebleven ware. Zij overleed in 't vorige jaar in hoogen ouderdom, als Gravin Platen in Zwitserland, nadat zij van 1829'32 als Gravin Montgomery in geheim huwelijk met Prins Leopold, later Koning van België, was vereenigd en van hem met een zeer aanzienlijke som gelas scheidde. Uit hare eigen brieven blijkt nu, dat zij ook met Prins August van Pruisen en den bekenden Vorst Lichnovvsky op zeer vertrouwelijken voet leefde. Jammer, dat zij zoo iets door de pers heeft publiek gemaakt. Ongelukken, Rampen, Misdaden, enz. Op onderscheidene plaatsen hebben de laatste dagen zware onweders gewoed; o. a. ook te 's Hertogenbosch, waar de bliksem in het torentje der St. Pieterskerk is geslagen, gelukkig zonder noemenswaardige schade aan te richten. De hagelslag heeft op de velden, zoo vreest men, veel schade gedaan. Zaterdag middag is te Goes bij den landbouwer I. Everaard een tweejarig paard door den bliksem getroffen en gedood. De kop van het dier was geheel verpletterd. Te Wijk bij Duurstede sloeg de bliksem een boeren woning in brand, die geheel vernield werd. Te Nieuw koop onderging een schuurtje van een touwslagerij hetzelfde lot. Maandag zijn te Breukelen St. Pieters twee veen- werkers, Jan en Coruelis Bakker, door den bliksem gedood. Te Driebergen werden dien dag twee varkeus door den bliksem doodgeslagen en vier sparreboomen getroffen. Onder Zutfen zijn twee broeders door den bliksem getroffen en gedood. Te Geervliet zijn twee huizen afgebrand. schaap weg, als 't ware onder de oogen van den achtenswaardigen Si-Iiassan-ben-Omar, den kebir der plaats, die zijn toorn luchtte in venvenschingen, waarvan de zachtste wareuCaouedouled JcaJibaenz. De panter deed alsof hij die grove beleedigingen niet hoorde en nam rustig zijn schaap mede, van tijd tot tijd een schuinschen blik naar Si-Hassan-ben- Omar werpende, wiens toorn hoe langer hoe hef tiger werd. Den Hen der loopende maand echter (November 1877), klom de verslagenheid der inlanders ten top door het schandelijk gedrag van dien panter, die, niet tevreden met uit de kudde het noodige vee voor zijn voedsel te nemen, er behagen in scheen te scheppen de huisdieren te vernielen, enkel uit lust om kwaad te doen. Hij drong door tot binnen de omheining waarin het vee was opgesloten, en in minder tijds dau noodig is om het te beschrijven, doodde het dier rechts en links vijf schapen, een koe, en dat wel niet de magerste van de kudde, en een arme vaars, die juist den volgenden dag naar de markt zou gebracht worden. Na dit stoute stuk uitgevoerd te hebben, toog de panter weder terug in de struiken met de rustigheid van iemand, die een goed werk verricht heeft. De verslagenheid der inwoners was zoo groot, na dit schrikkelijk bloedbad, dat zij vijf minuten lang stom en sprakeloos stonden, maar toen braken zij het zwijgen af door een concert van scheldwoorden, kreten, klachten en vervloekingen. De vrouwen krabden zich het gelaat open, de mannen trokken zich de haren uit, en de oudste van den douar klom op een kleine hoogte om zoo luid mogelijk een spreuk uit den Coran op te zeggen, waarin de hel, de galg, de steeniging wordt bedreigd tegen degenen, die, zonder eerbied voor de openbare meening, zich niet ontzien om met booze bedoelingen lokalen binnen te sluipeii die hun niet toekomen. Vervolgens, want men moet zijn kwaden luim Dinsdag nacht omstreeks half drie ontstond er brand in de chemische fabriek van de firma Mouton in de Nieuwe Havenstraat te 's Gravenhage. Binnen een half uur stond het vijf verdiepingen hooge gebouw in lichterlaaie, daar de vlammen voedsel vonden in spiritus, naphta, glycerine en dergelijke licht ontvlambare stoffen, die in het magazijn geborgen waren. Reeds was van binnen bijna alles door de vlammen verteerd, toen eensklaps een verschrikkelijke knal als van een kanonschot de lucht vervulde en het gebouw op zijn grondvesten deed dreunen. Er had onder de ontvlambare artikelen een ont ploffing plaats gehadze veroorzaakte echter gelukkig niet het instorten der fabriek. Slechts scheurde door den schok het bovengedeelte van den muur aan de achterzijde uiteen, welke steenklomp later met donde rend geraas op een achterplaats stortte, zonder onge lukken teweeg te brengen. In bedwang gehouden door de watermassa en bij gebrek aan voedsel begonnen de vlammen allengs plaats te maken voor een zwarten rook en van dit oogenblik was het gevaar voorbij. Niettemin bleef de brandweer nog geruimen tijd aan het werk, ter wijl de stoomspuit eerst te 9 ure wegreed. De flinke fabriek geeft niets dan een ledige ruimte te aanschouwen, begrensd door de gespaard gebleven muren, wier hechtheid ongetwijfeld de verdere ver spreiding heeft gestuit. De fabriek behoorde tot een der schoonste indus- triëele inrichtingen van ons land. De schade is zeer aanzienlijk. Gebouw en inhoud waren tegen brand schade verzekerd. De oorzaak van den brand is onbekend. Bij de ontploffing der //Sardinian" te Moville hebben drie personen het leven verloren en zijn 40 gewond. Het schip is nu gelicht en te Liverpool gebracht. Te Parijs is een groot gebouw in de lucht gevlogen, waar chemicaliën en ook patronen vervaardigd werden. Er moeten een 70tal dooden bij gevallen zijn. Onder Schoten bij Haarlem is een jongen, die een eksternest wilde uithalen, uit den boom gevallen en heeft daarbij beide handen gebroken. Hielpen zulke voorbeelden maar om andere booze knapen af te schrikken Te Rotterdam is J. de R., dezer dagen in het ziekenhuis gebracht, des nachts aan zijn bewaker ont snapt en drie verdiepingen hoog over de trap gesprongen. Weinige oogenblikken later gaf hij den geest. Ver moedelijk had de man een aanval van krankzinnigheid. Bij het station Wustermark op een Duitsche spoorlijn is een goederen-trein gederailleerd en daarna geheel verbrand. De lading bestond voornamelijk uit pe troleum. Te Schiedam is een jongentje van vier jaar verdronken. toch op iets koelen, werden de waakhonden afgeranseld omdat ze niet gewaarschuwd hadden, de vrouwen kregen 't te kwaad van haar mans, de kinderen liepen klappen op en toen deed iemand het practische voor stel, om al het geslachte vee, dat daar nu op den grond lag, maar op te rapen en het te braden ,/ora 't niet te laten bederven." Het vooruitzicht van een overvloedig maal bracht eenigen troost onder de omstanders vooral onder hen die niet de eigenaars waren van de gedoode dieren. Den volgenden dag vergaderde de dorpsraad rondom een grooten schotel koeskoes, om over den ernst van den toestand te beraadslagen. Er werden vele adviezen gegeven, vele middelen voorgesteld. Toch zou men gescheiden zijn zonder iets besloten te hebben, toen zekere Mohammed-ben-Salah, een vermaarde wilde zwijnen-jager en bekwaam schutter, tussehenbeide kwam en zeide, dat hij het land van het wilde dier verlossen zou, al moest het hem ook het leven kosten. Een algemeene vreugdekreet ging er op, eu ieder kwam den moedigen Mohamraed-ben- Salah gelukwenschen. De eerwaarde Si-Hassan-ben- Omar vereerde hem een amulet en tegen den avond trok de jager er op uit, op den schouder een oud vuursteengeweer hangende van 2 meter 50 centimeter lengte, en dat op de vijf keeren maar viermaal wei gerde. Het was het beste wapen van den stam. Hoe legde hij de zaak aan? Gebruikte hij list of stoutmoedigheid? Dat weet niemand; maar een feit is 't, dat j.l. Maandag de woeste panter zijn intree te Bona deed, liggende dwars over den rug van een muilezel. Hij werd bij verscheidene bonthandelaars te koop aangeboden en een hunner kocht hem voor 180 francs. Daarenboven kreeg Mohammed-ben-Salah nog de premie die de Staat toekent aan degenen die een wild dier van die categorie dooden.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1878 | | pagina 2