ZIERIKZEESCME COURANT.
1878. No. 38.
Zaterdag is Mei,
81ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
voor liet irrondis-
seinent Zierikiee.
F e uillet o n.
Binnenland.
Schetsjes uit het Arabische leven.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VKIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzonderiijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ot
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever lI.NhAKEXillAN.
Uit Zuid-Beveland wordt aan de N. Rott. Ct. ge
schreven, dat thans naar schatting tusschen de 6 a 7
millioen pannen voor de oestercultuur in gebruik zijn.
Dit jaar staat de zaak echter niet voordeelig; er is
van het broed van verleden jaar zeer veel verloren
gegaan door de krabben, zeesterren en dergelijke
jachtmakers op het jonge oestergebroed.
Ten gevolge van de hooge vlucht, die de oester
cultuur in de laatste jaren genomen heeft, is de bevol
king van Yerseke van 1200 tot 1800 zielen gestegen.
Het //Liefdewerk Oud p a p i e v" heeft in de drie
jaren van zijn bestaan reeds f 10,000 aan den Paus
gezonden als opbreugst van oud papier. In 1876'77
bedroeg de inzameling 412,000 kilo. Alleen het bisdom
Haarlem leverde daarvan 240,000 kilo. Curieus is 't, dat
juist de stad van de uitvinding der drukkunst (volgens
de legende) het meest doet ora de gedrukte letter
weder i n te vinden, zoo dit mogelijk is door de ver
nietiging van zooveel dat onder de wandalen-hand
van 't //Liefdewerk" zal vallen, wat anders misschien
in een of andere boekerij bewaard zou blijven. Alle
slechte" boeken opruimen zal ondertusschen wel
niet gaau.
Men schrijft aan de Zutph. Cour. uit den Haag
Men zegt, dat binnen enkele weken bij den Baad van
State het nieuwe strafwetboek zal inkomen. En //men"
kon ditmaal wel eens goed zijn ingelicht. Uit zeer
goede bron toch vernam ik dezer dagen, dat de
Minister van Justitie reeds bezig is ora aan dat
kolossale werk de laatste hand te leggen.
Er is te Kloetinge een Vereeniging tot weezen-
verpleging voor Zuid- en Noo?-d-Beveland opgericht,
die ten doel heeft de verzorging en opvoeding van
weezen uit Zuid- en Noord-Bevelaud.
Deze Vereeniging, die op milde en verstandige wijze
zich het lot der weezen aantrekt, tracht in de veel
vuldige uitgaven te voorzien door bijdragen in eens
van f 100 of door jaarlijksche van ten minste f 10.
Maar hoeveel ondersteuning zij vindt, zij heeft
niettemin aan meer nog behoefte. Daarom is er een
verloting georganiseerd van voorwerpen van kunst en
smaak, die bij genoegzame deelneming dit jaar zal
worden gehouden.
Aan hen, die gaarne een goed doel willen bevor
deren, wordt deze zaak ten ernstigste aanbevolen.
Men kan de Vereeniging verblijden met giften, met
geschenken voor de verloting en met liet nemen van
loten.
Dezer dagen is te West-Kapelle een huwelijk vol
trokken, waarvan de bruid en de bruidegom ieder den
eigennaam hadden van Minderlioud, evenals de vaders
en moeders, de getuigen en de ambtenaar van den
burgerlijken stand.
Volgens een telegram uit Petersburg aan de Post
is Vera Zassoulitch in hechtenis genomenzij had
de vlucht genomen in een der voorsteden.
De heer J. J. Loke, raadsheer in het gerechtshof te
's Gravenhage, een uitstekend rechtsgeleerde, die lid
geweest is van de comm. voor het nationaal straf
wetboek, is te Breda, waarheen hij zich verleden
week had begeven, na een kortstondige ongesteldheid
overleden.
De heer A. W. Sijthoff, boekdrukker en uitgever
te Leiden, heeft in een adres aan den Minister van
Financiën het volgende te kennen gegeven
dat hij heeft ingediend een rekest dato 27 Decem
ber 1877;
dat hij daarop geen antwoord heeft mogen ontvangen,
doch alsnu geroepen is bij den controleur, die hem
te kennen heeft gegeven, dat op dat adres eene
ministerieele beschikking is gevallen, welke evenwel
aan adressant niet schriftelijk, maar mondeling moest
worden medegedeeld
dat de controleur hem toen een groote resolutie
heeft voorgelezen, waaruit hij ten slotte heeft onthouden,
dat de Minister ook niet het denkbeeld was toegedaan
om hem als //molenaar" te //belasten", maar dat nu
de zaak gebracht is op nog onrechtvaardiger terrein
want terwijl de wet duidelijk spreekt, dat een boek
drukker moet aangeslagen worden naar het getal zijner
werklieden, plaatst de Minister hem nu in de onge
looflijke positie van aangeslagen te worden voor werk
lieden, die hij niet heeft;
adressant verzoekt derhalve beleefdelijk schriftelijke
mededeeling van 's Min. dispositie omtrent zijn adres
en verhindering dat hij ambtshalve worde aangeslagen
of bekeurd voor een aanslag, welke, volgens de wet,
onverdedigbaar is.
Op de //groote" voorjaars-veemarkt, Donderdag te
Middelstum gebonden, was de handel zeer geanimeerd,
zoodat de aanvoer tweemaal werd verkocht. De aan
voer bestond uit een koe.
Bij de wedrennen van Newmarket heeft Lord Lousdale
niet minder dan 9150 pd. st. gewonnen met het veulen
Pilgrimage, dat hij voor 200 pd. st. had gekocht.
Men weet dat Europa op het gebied der weten
schap zeer veel verplichting heeft aan de Arabieren.
Mogelijk schrijft men in dit opzicht wel wat al te
veel op hun goede rekening, doch zeker is het dat,
gelijk van Israël als 't ware 't licht der negotie is
uitgegaan om de Westerlingen te bestralen, al zijn
dezen er ook nooit zoo fijn op geworden als het na
kroost Abrahams, zoo is ook in veel vakken van
wetenschap de, voorlichting te danken aan de andere
helft der zonen Abrahams, de Arabieren.
Men zou zich echter schromelijk vergissen als men
meende dat al de Arabieren ook thans nog zulke
wetenschappelijke en verlichte lui zijn. Dat dit het
geval niet is kan blijken uit den volgenden naïeven
en roerenden brief, door een Arabisch geleerde en
volksleeraar gericht tot de Indépendant de Constantinei
en waarin hij zich beklaagt dat men hem beleedigt
en misschien wel steenigen wil omdat hij de men-
schen aangespoord heeft tot beoefening der weten
schappen.
z/Gode zij lof, die aan zijn dienaren vriendschap
en goedheid heeft voorgeschreven, en die hun verboden
heeft twist te zoeken onder elkander, elkander weder-
keerig te haten en zich van elkaar af te wenden
//Ziehier de feiten:
"Ik heb een werk opgesteld betrekkelijk de beoefe
ning der wetenschappen die den geest verheffen, en
met aandrang heb ik de studenteu uitgenoodigd om
dat boek te raadplegen, om hun het denkbeeld te
geven zich op de studie toe te leggen.
z/Met dat doel voor oogen heb ik den spot ge
dreven met de onwetenden, en om hen in hun eigen
oogen te vernederen, heb ik hun de drie volgende
beelden voorgehouden
z/Ik heb gezegd dat de onwetende, als hij spreekt
van dingen die aan de wetenschap vreemd zijn (en
van wetenschap kan hij niet praten), dat hij dan
een taal uitslaat, te vergelijken met het gejank der
jakhalzen
z/Dat als hij zich bevindt in een vergadering van
lieden, die wat geleerd hebben, hij dan zijn gelaat
verbergt gelijk de egel als hij zich tot een bal
samenrolt
z/En dat zijn gang te vergelijken is bij dien van
den spriukhaan als deze zich ophoopt op den doornigen
struik genaamd El Djarniz.
z/Mijn boek in handen geraakt zijnde van zekere
lieden, hebben die personen gemeend dat in deze woorden
beleedigingen lagen opgesloten. Zij hebben te dier
zake andere personen opgehitst, ze mede gesleept en
die groep heeft zich er op toegelegd de lieden in
oproer te brengen. Zij hebben hen aangezet mij
kwade bejegingen te doen ondergaan als ik uitga,
klachten in te dienen, bij de overheid, mij aan te
vallen en mij te slaan onder een vloed van scheld
woorden; dermate dat ik mij binnen mijn huis heb
moeten opsluiten, om aan degenen die mij kwaad
willen doen geen gelegenheid daartoe te geven.
//Zoo bevind ik mij in een erbarmelijken staat, en
ik zou zekerlijk veel liever dood willen zijn dan zoo
te leven, daar ik mij voor schuldig gehouden zie,
terwijl ik nochtans geen enkel misdrijf gepleegd heb.
z/In deze voor mij zoo betreurenswaardige omstan
digheid en geen ander middel vindende om daaruit
te geraken, kom ik mij vervoegen aan de deur van
uw dagblad en beroep ik mij op de edelmoedigheid
van zijn redacteur, hopende dat hij deze regelen wel
zal willen openbaar maken en tot bemiddelaar zal
willen dienen tusschen mij en de bevolking, om deze
te doen weten dat hoewel ik mij van geen enkele
fout bewust ben, ik nu aan iedereeu barmhartig
heid en vergiffenis vraag, dewijl //de vergiffenis het
attribuut der edelmoedige zielen is."
z/En toch, de woorden van welke ik mij in mijn
boek heb bediend, maken noch beleedigingen nocli
laster uit, en om het bewijs te leveren voor hetgeen
ik gezegd heb, beroep ik mij slechts op de woor
denboeken, die den zin aangeven van de woorden
onzer taal.
//Maar aangezien de lieden zeker meenen te zijn
dat er sprake is van hoon en blaam, hoewel toch
de zin van den tekst niet is wat zij voorgeven,
zoo vraag ik hun een daad van gerechtigheid en
toegefelijkheid te mijnen opzichte te doeu, en (om
hen daartoe over te halen) breng ik hun in herinne
ring al de moeite, die ik gedaan heb om hun kinderen
te onderrichten en hun de nuttige wetensqhappen te
onderwijzen, zoodat zij een volmaakt goede opvoe
ding genoten hebben, gelijk dit aan iedereen bekend
is zoowel in 't bijzonder als in 't algemeen.
z/En bijaldien (ondanks deze ophelderingen) zij
weigerachtig blijven en volharden in hun gezindheid,
zoo wensch ik, Mijnheer de Kedacteur, dat met be
hulp van uw dagblad mijn klacht komen zal tot de
ambtenaren die over deze lieden gezag hebben.
z/Het is wezenlijk niet aan te nemen, dat de ver
tegenwoordigers van het Fransche gouvernement aan
iemand, wie ook, zouden toelaten een burger te slaan
of te bedreigen. Neende schuldige, wie hij ook
zij, moet door de overheid gestraft worden.
//Zoo ik dan door de overheid schuldig bevonden
word en zoo de fout die men mij toedicht, door haar
wordt geconstateerd, laat men mij dan straffen, gelijk
ik zal verdiend hebben, maar niet door he.t stelsel van
bedreigingen, gewelddadigheden en beleedigingen op
de openbare straat, waarvan ik het slachtoffer ben,
beleedigingen en bedreigingen die mij ter oore
komen, hetgeen mij dwingt mij thuis op te sluiten
zoodat ik als in een gevangenis zit, en niet kan uitgaan
om mij naar de markt te begeven en mij levens
middelen te verschaffen, want ik wil mij onttrekken
aan afzetterij.