1878. No. 28. Woensdag 10 April. 81ste jaargang. F e uillet o n. PIUS IX. zierik/usciii roi ram. Binnenland. ZIERIKZEE, 9 April 1 8 7 8. Als een vervolg op het bericht van een voorgekomen geval van kwaden droes, moet nog gemeld worden, dat het zieke dier niet gestald was in de stallen be- hoorende tot de uitspanning van //Het Huis van Nassau", maar in een op een andere plaats gelegen stal. Daardoor kan met te meer grond vertrouwd worden dat de maatregelen tot ontsmetting doel zullen treffen en het bij dit ééue geval zal blijven. Het bestuur der visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche stroomen, gevestigd te Tholen, brengt ter kennis van belanghebbenden dat de indertijd gegeven schriftelijke vergunningen om op de in concessie gegeven inosselbanken te mogen korren, van af den 20 April aanstaande zijn vervallen. Als kandidaat voor het lidmaatschap der Provinciale Staten van Zeeland is door de Kiesvereeniging //l)e Grondwet" te Middelburg gekozen de heer mr. W. A. van Iioek, waarnemend Rijks-advokaat aldaar. Door het //Zeeuwsch genootschap der wetenschappen" zijn tot leden benoemd de heerenA. Snellen, te VlissingenJ. A. Kruyt, te 's Hage; dr. C. J. Matthes en M. A. Perk, te Amsterdam; dr. R. C. H. Romer, te Deyl; dr. L. Cohen Stuart, te Delft en E. Rosseels, te Antwerpen. In plaats van wijlen mr. W. von Heukelom is tot secretaris der Nationale Hypotheekbank te Amsterdam benoemd de heer mr. F. H. van Notten, hoofd-commies der gemeente-secretarie te Amsterdam. Bij beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken is bepaald, dat alle aan het Rijk behoorende zegelstempels, thans in verschillende verzamelingen verspreid, vereenigd zullen worden in het Koninklijk Kabinet van penningen en gegraveerde steenen te 's Gravenhage, waar zij zich eigenaardig zullen aan sluiten bij de aldaar reeds berustende voortbrengselen van stempel-, steen- en penning-graveerkunst. Zaterdag middag te 3 ure werd te Amsterdam van de werf //Concordia" der heeren Meursing en Huijgens te water gelaten het schoonerschip //Willem Barendsz", dat, naar men weet, bestemd is voor de Noordpool expeditie. Ofschoon de bouwmeesters ditmaal waren afgeweken van hun gewoonte om invitatie-kaarten te zenden, maar den toegangsprijs ten behoeve der expe ditie op een gulden hadden gesteld, was een zeer talrijk publiek bijeengekomen om bewijs te geven van belangstelling in deze schoone onderneming, die onzen naam als zeevarende natie ten goede komt. Op Dinsdag 23 April a. s. zal de Vereeniging //"Volksonderwijs" een buitengewone algemeene ver gadering houden te Utrecht, o. a. en wel voornamelijk tot bespreking van het regeeringsonlwerp tot herziening der wet op het lager onderwijs, in verband met het praeadvies van het hoofdbestuur. Ofschoon ze niet volkomen gelijk zijn, hebben toch de omstandigheden voor //Volksonderwijs" thans zooveel overeenkomst met die onder welke verleden jaar de algemeene vergadering te Amsterdam gehouden is, dat deze nieuwe buitengewone vergadering te Utrecht als van zelf spreekt, //"^ilksonderwijs" kan ten aanzien van het ontwerpKappeyne niet het stilzwijgen bewaren. De vereeniging kan dit le minder nu het wetsontwerp zoo weinig de blijken draagt dat het verleden jaar door de vereeniging aan de Regeering ingezonden adres eenigszins zwaar gewogen heeft bij het samenstellen van dit ontwerp. In de dezer dagen aan de leden gezonden //Bode II, 1878" is het uitvoerig gemotiveerde praeadvies van het hoofdbestuur opgenomen. Op een druk bezochte vergadering van werklieden, te Rotterdam aangelegd door het hoofdbestuur van het Nederlandsche werklieden-verbond, is nogmaals besloten dat het verbond de wenschelijkheid zal nit- epreken van verplicht en kosteloos onderwijs en zulks naar aanleiding van het wetsontwerpKappeyne, dat in dit opzicht de Nederlandsche werklieden, leden van het verbond, geenszins voldoet. De afgevaardigden van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw op de Par ijzer wereld-tentoonstelling, de h.h. dr. L. Mulder en P. F. L' Waldeck, benevens de heer Stortenbeker, lid van de Nederlandsche hoofd commissie aldaar, hebben zich laar Parijs begeven. z/Natura Artis Magistra" is weder twee zeeleeuwen rijk. Deze zijn uit den Zoölogischen tuin van Ant werpen afkomstig en zwemmen in goede eendracht met een paar zeehonden in het groote bassin. L.l. Dinsdag is door de Rechtbank te Arnhem uit spraak gedaan in de zaak van den löjarigen knaap te Gendringen, die vóór eenigen tijd een man drie steken met een dolk had toegebracht, welke nood zakelijk den dood' ten gevolge moesten hebben. De Rechtbank heeft hem veroordeeld tot drie jaren cor- rectioneele gevangenisstraf. In eenige couranten bericht de douairière de Bourbon, zich onderteekenende hertogin van Normandië, het overlijden van haar zoon, machinist bij de Kon. Ned. Marine, met bijvoeging dat hij is gesproten uit haar huwelijk met den hertog van Normandië, zoon van Maria Antoinette en van Lodewijk XVI, Koning van Frankrijk. Door het hoofdcomitc van het liefdewerk //Oud- Papier" voor Nederland, is een bedrag van f 7000 aan goudgeld voor Z. H. Leo XIII in handen gesteld van Z. D. Hw. mgr. P. M. Snickers, bisschop van Haarlem. Tijct. Donderdag j.l. heeft de President der Fransche Republiek een diner gegeven ter eere van onzen Prins Hendrik. Het feestmaal was luisterrijk en werd door een groot aantal voorname personen bijgewoond. Van de 974 hoogovens, die Engeland bezit, staan er op dit oogenblik 489 stil, een bewijs van den kwijnenden staat der nijverheid. Te Grasse (Alpes maritimes) is dezer dagen voor 45 frs. de verrekijker verkocht, waarmede Bazaine op den uitkijk was naar de schuit, die hem van het eiland Sainte-Marguérite zou komen halen. Het touw, waarmede de maarschalk zich van den wal naar be neden liet zakken, bracht 255 frs. op. Generaal Francisco Linares Alcantara, president der Ver. Staten van Venezuela, heeft blijkens zijn bood schap van 2 Maart 1.1., aan de leden van den Senaat en van de Kamer van Afgevaardigden de navolgende raededeelingen gedaan omtrent den stand der verwik kelingen met Nederland en de kwestie der havens van Maracaibo en La Vela de Coro //Door de welwillende tusschenkomst van de V. S. van Noord-Amerika in Nederland zijn beide partijen voldoende tot elkander gebracht om zich met elkander te verstaan, daar thans de zekerheid bestaat, dat de diplomatieke en handelsbetrekkingen tusschen beide landen hersteld zullen worden en liet modus vivendi met de naburige Nederlandsche koloniën zal geregeld worden //Wat de heropening der havens aangaat moet ik u mededeelen, dat de pers en de openbare meening zich in haar voordeel uitgesproken hebben. De opheffing dezer tolkantoren heeft de bevolking der Staten Zul ia en Falcon verarmd, en de opbrengst der invoerrechten aanmerkelijk doen afnemen, zooals u zeer terecht door den Minister van Financiën zal worden aangetoond. //Reeds zou de Regeering de opening gedecreteerd hebben, zooals haar verlangen en teveii9 haar voornemen was, indien niet zekere overwegingen haar hadden doen overhellen tot het besluit, uwe installatie als Wetgevend Lichaam af te wachten, opdat gij, na voldoende over de aangelegenheden door de Ministers van Buitenlansche Zaken en Financiën ingelicht te zijn, met volkomen onafhankelijkheid en uit de kracht der bevoegdheid, waarmede gij bekleed zijt, de middelen zoudt kunnen beramen om de ernstige nadeelen, door die Staten geleden, te herstellen. De uitvoerende macht zal u steunen in die taak en met u, de verantwoordelijkheid van een zoo ernstigen en overwegenden maatregel dragen." - DOOR P. TAN DER VEEN. VI. De Encykliek een soort circulaire van den H. Vader »aan al de Patriarchen, Primaten, Aartsbisschoppen en Bisschoppen der katholieke Kerk" waaraan een Syllabus (lijst) van voor en na door den Paus ver doemde stellingen werd toegevoegd, was Pius' antwoord op de September-conventie, waarbij Florence tot hoofd stad van Italië was verklaard. Terecht had Z. H. begrepen dat zij niets meer zou zijn dan een station op den weg van Turijn naar Rome, en in verbeelding vernam hij het wapengekletter alreê, het schril accom pagnement, dat den ondergang van zijn erfgoed, den val van zijn troon zou verzeilen.Wat te doen? Wat anders dan dier booze wereld, welke zich om de rechten des Heiligen Stoels zoo weinig bekommerde, den handschoen in het vermetel aangezicht werpen Wat anders dan haar leeren hoe Rome over haar zich noemende beschaving, over haar vooruitgang, over haar zoogenaamde rechten, ja hoe zij over haar in haar geheel denktNaar waarheid toch zegt Nippold: »De eene Encykliek van 8 December omvat in den grond alles, wat van Roomsch standpunt uit op aarde kan vervloekt worden zij komt niet minder tegen de moderne beschaving in haar schoonste faktoren dan tegen revolutie en ongeloof op." Kennen wij den inhoud van Encykliek en Syllabus, wij hebben ons dan over geen der sedert gehouden allocuties meer te bekommerenhet is een eeuwig slaan op hetzelfde aanbeeld, een immer vervloeken derzelfde zaken. De vijand, dien de Encykliek bestrijdt, heet »Natu- ralisme", d. i. (altijd volgens Rome)Alles wat den invloed der Kerk kan beperken. Zoo trekt zij bijv. te velde tegen hen, die de waanzinnige meening koesteren »dat vrijheid van geweten en vrijheid van eerediensten een recht is, dat eiken mensch toekomt, dat tot wet verheven en in eiken goed geordenden Staat door de wet moet gehandhaafd wordendat de burgers het recht hebben om hunne gedachten, hoe danig deze dan ook zijn, vrij uit te spreken en publiek te verkondigen, hetzij door woord, drukpers of eenig ander middel, en dat die vrijheid door geen gezag, hetzij geestelijk hetzij werèldlijk, mag beperkt worden." Dezelfde gedachten vinden wij natuurlijk ook in den Syllabus. Stelling XV bijv. verdoemt de meening, dat het »aan een ieder vrijstaat dien godsdienst te om helzén en te belijden, welken hij, door het hebt dei- rede geleid, gelooft waar te zijn;" stelling XLVII vervloekt de overtuiging, dat »de volksscholen moeten onttrokken worden aan het gezag, de regelende macht en de inmenging der Kerk" en stelling LXXIII ver oordeelt het geloof »dat er door de kracht eener zuiver burgerlijke verbintenis tusschen Christenen een waar en wezenlijk huwelijk kan bestaan." De tach tigste stelling, ofschoon de laatste, mag de tekst van het geheel heeten: zij verdoemt de meening, dat »dè Roomsche Opperpriester zich met deri vooruitgang, j met het liberalisme, met de nieuwere beschaving kan en moet verzoenen en tot een vergelijk overgaan." Kan het duidelijker? Kan het stouter? Wie durft loochenen dat Rome en de Vooruitgang vijanden zijn Lang niet alle legerknechten in de Roomsche gele deren hoorden deze dagorder gelaten aan. Sommige geestelijken morden; de katholieke Regeeringen be toonden hun ontevredenheid onverholen. In Frankrijk mocht de Syllabus slechts gedeeltelijk afgekondigd worden. Oostenrijk zoowel als Italië hield zijn goed keuring terug. En wat deed Pius?Onleerzaam als hij was, bevestigde hij in de allocutie van 27 Juni 1'867 beiden Encykliek en Syllabus. Heeft de Opperpriester alzoo onomwonden verklaart welk standpunt Rome tegenover de beschaving inneemt, wie niet blind en niet doof is kan in de wereld rondom zich zien, dat men het niet bij woorden heeft gelaten. Wat al wordt er niet gedaan om de geloovige kudde toch maar te behoeden voor de smetstof der beschaving Waarom anders toch zijn er Roomsche scholen, Room sche sociëteiten, Roomsche Vereenigingen, Kringen, Gezelschappen en derg. Men gevoelt dat men zijn kracht moet zoeken in isolement, aangezien men in open krijg de victorie niet zal kunnen bevechten; Zoo iets dan geeft dit feit moed en vertrouwen aan een iegelijk, die het obscurantisme hatende, voor de zegepraal des lichts kampen wil. Doch keeren wij tot den Heiligen Vader terug! Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1878 | | pagina 1