ZIERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- vufexsement Zierikzee. 1878. No. 25. Zaterdag 30 Maart. 81ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleton. De Schoolwetsherziening. PIUS IX. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN, i. Gelijk het kabinet Heemskerk hoofdzakelijk om de ondevwijs-kwestie gevallen is, een kwestie waaraan de heer Heemskerk zelf bij herhaling de reden van bestaan van zijn kabinet had ontleend, zoo is het ministerie Kappeyne zonder twijfel opgetreden onder de voorwaarde dat schoolwetsherziening een der eerste punten Van ernstig onderzoek zou zijn. Met volkomen ge rechtvaardigde begeerte werd een ontwerp van wet te gernoet gezien, dat niet gelijk dat van Heemskerk een keele ergernis voor de meerder heid der natie en een halve ergernis voor de zich noemend doleerende doch in waarheid zeer vinnig militante minderheid was, maar dat, voldoende aan de wenschen der voorstan ders van het openbaar onderwijs naar den geest der grondwet, b i 1 1 ij k e grieven zoo mogelijk zou wegnemen, doch tevens ook voor goed met de voorgewende grieven en opzettelijke agitatie der toch grootendeels onverzoenlijke minderheid zou afrekenen. Ongetwijfeld heeft de lieer Kappeyne veel op zijn verantwoording genomen, toen hij van zijn voorganger diens taak overnam. Nog vóór den val van bet kabinet Heems kerk, toen men in het liberale kamp zoo vól moed en wakkerheid de tegenpartij uitdaagde het bewind neer te leggen, aangezien men nu gereed was, konden wij in die optimistische vervoering met de partij niet meegaan. Wij hadden liever gezien dat de liberale partij den boedel nog niet had aanvaard. In de gegeven omstandigheden meenden we dat daarbij weinig eer te behalen was en daarentegen zeer veel in de waagschaal kon gesteld worden. De schoolkwestie als zoodanig kwam ons voor minder geschikt te zijn om als nies te dienen waarop de balans van liberaal of niet liberaal gouvernement haar evolutiën zou moeten maken. Men had o. i. het onmogelijke ministerie nog wat moeten laten geworden. Dat de anti liberalen het eindelijk zelf hebben afgemaakt is door de liberalen uit óverdreven drift te veel bevorderd. Had men het proces laten geworden, dan zou zeer waarschijnlijk een meer geschikt slingerpunt voor de balans gevonden zijn dan de onderwijskwestie. Liberaal of clericaal ware dan vermoedelijk het dilcmna geworden en daarvan zou de schoolkwestie wel een onder geschikte factor zijn geweest, doch zij zou nooit gepredomineerd hebben iu het staatkundig leven der partijen. Wat we zeggen willen is dittoen het ka binet Kappeyne optrad onder de stilzwijgende betuiging: zie ons hier als het schoolwets- ministerie, vreesden we met groote vreeze. De krankte van ons volksonderwijs is te diep in geworteld om met potjes en poeiertjes genezen te worden; dieptreffende en stoutinsnijdende operatiën zijn onvermijdelijk noodig om het kwaad aan te tasten waar 't zit, enwe aarzelden te vertrouwen dat de liberale partij, zelfs in haar verklaarde hoofden, moeds en durfs genoeg zou hebben om die operatiën te ondernemen, ja of ze er de noodzakelijkheid zelfs wel van inzag. Waartoe het te verhelen dat het daar lig gende wetsontwerp ons voorkomt het bewijs te leveren dat onze vrees maar al te gegrond is geweest 't Is een vreemd, misschien ook wel dood natuurlijk iets, dat de groote vraagstukken van de staatshuishouding doorgaans als 't ware aan een niet opgehangen schijnen in de geringe ruimte die de banken der leden van het parlement scheidt van de zetels achter de groene tafel. Daar hangen ze en ieder wijst er op; maar 't is of ze, van deze zijde waargenomen, er geheel anders uitzien als voor den waarnemer aan de andere zijde. O, Zeker, het parle mentslid is een ander wezen als het lid van een kabinet, en het eminente partijhoofd in liet parlement, zal, hoofd van het kabinet wofdende, wel onvermijdelijk zekere wijzigingen in zijn besef van roeping ondervinden, maar toch, dat kan zoover gaan dat groote teleurstelling voor velen er het gevolg van is. Om eens iets te noemen al was 't in de memorie van toelich ting ook niet uitdrukkelijk erkend in 't ontwerp schemert veel meer door zekere ver gedreven consideratie ten opzichte van de dood vijanden van ons openbaar, nationaal, grond wettig onderwijs, dan er vurige ijver iu uitblinkt om de volksschool, dat palladium van volks verlichting, vrijheid eu welvaart voor goed te vrijwaren tegen het gevaar van door onder graving en verraad ten val gebracht te wordeu. Vooral uu we 't tegenwoordige ontwerp voor ons hebben, zeggen we met nog inniger over tuiging dan vóór eenige maanden, dat men beter hadde gedaan met het proces nog wat te laten geworden. De gebrekkige wet van '57 heeft twintig jaar lang bewezen dat men zich in 1857 heeft bedrogen omtrent de be hoeften en de kracht der natie, als we nu een zeer weinig veranderende verandering in de wet maken, dan zal men na nog twintig jaar, geen spoor van de beginselen van de grondwet van '48 in ons volksonderwijs meer kunnen aanwijzen. Misschien is dit wat te sterk gezegdmaar DOOR P. YAN DER YEEN. IV. Van de plaats zijner ballingschap uit protesteert nu de machtelooze Pius wiens raadsman voortaan niet meer de liberale Gizzi, maar de reactionnaire Antonelli is tegen alle hem afgedwongen concessiën. De besluiten van het demokratisch ministerie verklaart hij voor nul en geener waarde. Te Rome evenwel stoort men zich hieraan weinig. De uitvoerende macht wordt aan Vorst Corsini, Graaf Camerata en Galatti opgedragen. Den vijfden Februari kómt een Constituante bijeen en den negenden roept zij de Republiek uit. Eenige dagen later volgt de wet, die alle goederen in de doode hand aan den Staat doet vervallen. Zoo was men dan eindelijk vrij. Zoo zou het dan van nu voortaan uit zijn met despotisme en priester dwang. Ongestoord zou men zich kunnen bewegen en ontwikkelen.Hoe schoone droomen Doch, helaas! hoe kort duurde de begoocheling! Het was in het boek des noodlots geschreven, dat deze jonge Republiek, even spoedig als zij was verrezen, zou verzinken. Het jaar onzes Heeren 1849 heeft het ergerlijk feit aanschouwd, dat het eene Gemeenebest het andere een Despoot opdrong; dat de zuster de vrijheid, welke zij voor zich zelf had verlangd, der zuster niet gunde. De Fransche Republiek gaf der Italiaansche den doodsteek. Louis Napoleon Bonaparte droeviger gedachtenis! die, het kostte wat het kostte, der priesteren vriend wilde zijn, slaagde er in, dank zij den logens en den slinkschen streken zijner Regeeringden gevloden Paus, in spijt van Garibaldi's heldenscharen, den weg naar zijn patrimonium te heropenen. Niet aanstonds evenwel keerde de Priester-Koning naar de Eeuwige Stad terug. Om het volk ten zijnen gunste te stemmen deed hij, van zijn Patmos uit, eenige would-be concessiën en vaardigde den 13en September een zoogenaamde amnestie uit, welke men niet ten onrechte spottend »een algemeene amnestie, met uitzondering der geheele wereld" noemde. Eerst den 12en April '1850 hield hij zijn intocht in het zwijgend Rome en hernam zijn plaats op een troon, die, vermolmd als hij was, zou ingestort zijn, hadden Fransche bajonetten hem niet gesteund, gelijk hij is neergeploft, op hetzelfde oogenblik, dat die uitwendige, vreemde stut hem werd onttrokken. Met dezen terugkeer vangt de laatste, tot zekere hoogte de gewichtigste, periode van Pius' Regeering aan. »Van Pius' Regeering"?Ja, zoo zeiden wij, doch eigenlijk ten onrechte. Immers van nu af is hij niets meer dan werktuig der Jesuïten, de mond, waardoor Loyola's orde spreekt. «Geen Paus", zegt Nippold, «is de wenschen der Jesuïten zoozeer tege moetgekomen als de boetvaardige Pius." De waarheid van dit woord blijkt uit zijn gansche volgende geschiedenisuit zijn «zaligsprekingen" welke van nu aan schier alleen aan Jesuïten ten deel vallen zoowel als uit de sedert door hem afge kondigde dogmata, en uit deze niet minder dan uit de sedert door hem gehoudene allocuties. Overal vinden wij de hand van het Jesuïtismeoveral is het de geest van Loyola's orde, dien wij ontmoeten. Het eerste werk des teruggekeerden Stedehouders van hem, dien wij met reden «de zachtmoedige" noemen, was zich over het hem aangedane leed te wreken. Niet minder dan 1645 doodvonnissen werden in éen jaar voltrokken; 13000 politieke overtreders zuchtten in de gevangenissen van den Kerkelijken Staat, terwijl er 19000 als ballingen ronddoolden. Hoe de Priester-Koning met zijn misdadige onderdanen handelde, moge het volgend citaat ons leeren. «De beschuldigden werden met een1 >strop om den hals in den kerker geworpen. Daar sloot'men hun den mond en hun aangezicht werd met een doek bedekt, opdat hun gekerm buiten niet zou vernomen worden. Men strekte ze op een bank uit en gaf hun gewoonlijk zestig stokslagen. Om hun vrees en hun angst te vermeerderen en opdat zij al wat men maar verkoos zouden vertellen hitste een gerechtsdienaar, die er als een duivel uitzag en duivelsche gebaren maakte, een grooten hond tegen hen aan, die hun stukken vleesch uit het lichaam scheurde. Inmiddels kittelden twee beulsknechts de slachtoffers met messen aan den hals." - Heilige Pius! Bid voor onsl Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1878 | | pagina 1