ZIERIKZEESCHE CRI RAM.
W! "Tikzee.
1878. No. 25. Zaterdag 30 Maart, 81ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
1.U
van Woensdag 27 Maart 1878.
Openbare Raadsvergadering
ft A
1»
k A m AIV 4
Ai A**
gehouden te ZIERIKZEE den 23 Maart 1878.
Voorzitter Mr. Mauritzs Ganderheijden, Burgemeester.
Afwezig zijn de II.H. Mr. Fokker en Mulock Houwer met
kennisgeving en de II.H. Mr. Schneiders van Greijffens-
werth, Zuurdeeg, Labrijn en Jhr. de Jonge.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter doet mededeeling van de navolgende inge
komen stukken:
1°. vier brieven van de Gedep. Staten, berichtende de goed
keuring van het Raadsbesluit van 13 Febr. 1.1. tot onder-
handsche aanbesteding van het maken eener rijbaan aan
den Oosthavendijkvan dat van 2 Maart 1.1. tot verkoop
van inschrijving in het Grootboek der 2pCts. Nat. Schuld
van dat van 13 Febr. 1.1. tot wijziging der Gemeente-
Begrooting voor 1877 en voorts ten geleide van een uit
treksel uit een Kon. Besluit houdendè vernieuwde goedkeuring
van de hpfling van begrafenisrechten.
Voor kennisgeving aangenomen;
2°. een brief van de Gedep. Staten, houdende voorstel
om het besluit tot wijziging der verordening op het ver-
koopen van vleesch te wijzigen door in art. 3 in plaats
van »in de tweede zinsnede van art. 14" te lezen »in de
derde zinsnede van art. 14."
De Voorz. zegt dat de Commissie voor de strafverordeningen
zich hiermede kan vereenigen en stelt voor aan den wensch
van Gedep. Staten te voldoen, waartoe besloten wordt;
3°. een circulaire van de Gedep. Staten, houdende mededee
ling van het Kon. Besluit van 1 Febr. 1878 No. 14, waarbij
de jaarwedden van de Burgemeesters en Secretarissen der
Gemeenten in déze Provincie nader zijn geregeld, met
ingang van '1 Juli e.k.
Voor de Gemeente Zierikzee zijn de jaarwedden van den
Burgem. en den Secret, bepaald elk op '1400,
De Raad had onlangs voorgesteld die op 1500,— te
brengen
4°. een brief van de Commissie van toezicht op het
Middelbaar Onderwijs, houdende mededeeling dat bij die
Commissie zijn herbenoemd tot Voorz. cle Heer Mr. C. J.
Fokker en tot Secret, de Heer Mr. J. W. A. Schneiders
van Greijffenswerth.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen
5°. een adres van Jhr. Mr. A. R. P. van Kinschot om te
mogen worden gebracht op de lijst van kiezers voor leden
van de Tweede Kamer der Staten Generaal, op grond, dat
hij voor het dienstjaar '1877/78 behalve te Zierikzee ook in
de Personele Belasting is aangeslagen te Voorburg en dat
het bedrag van den geheelen aanslag, zooals ook blijkt uit
de door hem overgelegde aanslagbiljetten, hooger is dan
den aanslag die bij de wet wordt gevorderd om als kiezer
op genoemde lijst gebracht te worden.
Het adres met bijbehoorende stukken wordt gesteld in
handen eener Commissie tot leden waarvan de Voorz. be
noemt de H.H. Mr. Moens, Ochtman en van Nes, ten einde
aan den Raad verslag uit te brengen.
De vergadering wordt daarop voor eenige oogénblikken
geschorst.
Heropend zijnde, wordt door Mr. Moens verslag uitgebracht,
strekkende tot inwilliging van het verzoek, daar de door
adressant aangevoerde gronden juist zijn en hij voorts de
vereischten bezit, om op de lijst van kiezers voor leden dei-
Tweede Karner te worden geplaatst, waarop hij door Burgem.
en Weth. niet was gebracht, omdat zijn aanslag in deze
Gemeente daartoe niet voldoende was en hij geen gebruik
heeft gemaakt van de bevoegdheid om van zijn aanslag in
eene andere Gemeente voor de herziening der kiezerslijsten
te doen blijken, waarvan steeds openbare oproeping geschiedt.
Met algemeene stemmen wordt besloten het verzoek
in te willigen
6°. van den Heer Mr. B. C. Cau ten geschenke, een boek
werkje, getiteld »Eenige Geschiedkundige bijzonderheden
betreffende den polder Schouwen."
De Voorz. deelt mede dat Burgem. en Weth. den gever
hiervoor reeds dank hebben gezegd.
Ter visie gelegd van de leden om later in de boekerij te
worden geplaatst.
De Voorzitter brengt ter tafel eene voordracht van Burgem.
en Weth., opgemaakt in overleg met den heer districts
schoolopziener en den betrokken hoofdonderwijzer, ter be
noeming van een hulponderwijzer aan de openbare school
voor minvermogenden (Tusschenschool). Daarop zijn geplaatst
de H.H. W. A. Kuyper Boone en A. H. Lemsom te Zierikzee
en L. van der Have te Brouwershaven.
Eerstgenoemde wordt benoemd met 6 stemmen; 1 stem
was uitgebracht op den heer L. van der Have.
Tot leden eener Commissie in wier handen zullen worden
gesteld de in te komen reclames tegen het door Burgem.
en Weth. voorlooprg.op te maken Kohier van den Hoofdelijken
Omslag voor '1878, worden door den Raad benoemd de
H.H. Blankert, van Nes en Ochtman.
De Voorz. deelt mede, dat Burgem. en Weth. de Diakenen
der Hervormde Gemeente nader hebben gehoord omtrent
hun verzoek om het gebouw der voormalige teekensehool
in gebruik te mogen nemen gedurende, de verbouwing van
het Armengesticht, en dat het hun thans gebleken is, dat
de verzoekers in het gebouw door het plaatsen van beschotten
eenige verandering willen brengen; dat zij op het erf een
keukentje wensehen te bouwenden een gedeelte van het erf
dat thans dient tot speelplaats voor de bewaarschool, in
gebruik wensehen te nemen, doch daarop behoorlijk eene
schutting zullen plaatsen. Zij zijn voorts bereid om de.
gebouwen op te leveren in den staat waarin zij thans ver-
keeren en om aan de juffrouwen Ribbe gedurende den tijd
van de verbouwing eene behoorlijke woning te verschaffen.
Namens Burgem. en Weth. stelt de Vborzitter voor, aan
de verzoekers het gebouw op die voorwaarden in gebruik
af te staan tot den 31 December '1879, mits zij het onderhoud,
zooals dit ten laste van huurders van gebouwen komt,
voor hunne rekening nemen.
Jhr. Boeije geeft in bedenking om de termijn van in
gebruikgeving te verlengen of zoo mogelijk onbepaald te
stellen, ten einde moeielijkheden te voorkomen in het geval
dat het nieuwe gesticht op den 31 December '1879 niet in
gebruik kon worden genomen.
De Voorzitter geeft te kennen, dat Burgem. en Weth.
het beter hebben geacht een vasten termijn te stellen,
doch meent dat er later wel geen bezwaar zal zijn die te
verlengen, wanneer het blijkt dat de verbouwing met behoor
lijken spoed geschiedt.
Mr. Moens zegt, dat de Gemeente het gebouw vooreerst
zelf wel niet zal noodig hebben, maar dat Burgem. en Weth.
er voor zijn een vasten termijn te stellen, ook met het oog
daarop, dat het besluit tot de ingebruikgeving aan de
goedkeuring der Gedep. Staten onderworpen is. Mocht het
nader blijken dat de termijn te kort is, dan kan de Raad
later verlenging toestaan.
Het voorstel van Burgem. en Weth. wordt aangenomen
met algemeene stemmen.
Jhr. Boeije heeft als lid van het Collegie van Diakenen
aan de stemming geen deel genomen.
Op voorstel van Burgem. en Weth. besluit de Raad tot
het doen van eenige af- en oversclirijving van en op posten
ERTENTIEN:
luwe lij ks-, Ge boor te-
16 regels 60 cent.
!s, mits contant betaald, 25 ct.
uitgever II. LAIvENMAN,
cbynen in de geringe ruimte
Ier leden van het parlement
zetels achter de groene tafel,
en ieder wijst er op; maar
deze zijde waargenomen, er
zien als voor den waarnemer
zijde. O, Zeker, het parie
der wezen als het lid van een
eminente partijhoofd in het
ofd van het kabinet woftlende,
c zekere wijzigingen in zijn
ondervinden, maar toch, dat
dat groote teleurstelling voor
Ag van is. Om eens iets te
't in de memorie van toelich-
tdrnkkelpk erkend in 't
veel meer door zekere ver-
tie ten opzichte van de dood-
openbaar, nationaal, grond-
ian er vurige ijver in uitblinkt
>1, dat palladium van volks-
d en welvaart voor goed te
iet gevaar van door onder-
1 ten val gebracht te worden.
tegenwoordige ontwerp voor
n we met nog inniger over-
eenige maanden, dat men
an met het proces nog wat
n. De gebrekkige wet van
jaar lang bewezen dat men
eft bedrogen omtrent de be-
cht der natie, als we nu een
uderende verandering in de
al men na nog twintig jaar,
i beginselen van de grondwet
volksonderwijs meer kunnen
wat te sterk gezegd; maar
dwang. Ongestoord zou men zich kunnen bewegen
en ontwikkelen.Hoe schoone droom en
Doch, helaas! hoe kort duurde de begoocheling! Het
was in het boek des noodlots geschreven, dat deze
jonge Republiek, even spoedig als zij was verrezen,
zou verzinken. Het jaar onzes Heeren 1849 heeft het
ergerlijk feit aanschouwd, dat het eene Gemeenebest
het andere een Despoot opdrong; dat de zuster de
hoogte de gewichtigste, penocie van ±uus- negeering
aan. »Van Pius' Regeering"?Ja, zoo zeiden
wij, doch eigenlijk ten onrechte. Immers van nu af
is hij niets meer dan werktuig der Jesuïten, de mond,
waardoor Loyola's orde spreekt. »Geen Paus", zegt
Nippold, »is de wensehen der Jesuïten zoozeer tege
moetgekomen als de boetvaardige Pius."
De waarheid van dit woord blijkt uit zijn gansche
3uit zijn zaligsprekingen"
■hier alleen aan Jesuïten ten deel
s uit de sedert door hem afge-
en uit deze niet minder dan uit
gehoudene allocuties. Overal
/an het Jesuïtismeoveral is het
s orde, dien wij ontmoeten,
des teruggekeerden Stedehouders
met reden »de zachtmoedige"
over het hem aangedane leed te
dan 1645 doodvonnissen werden
ten; 13000 politieke overtreders
angenissen van den Kerkelijken
3000 als ballingen ronddoolden,
ng met zijn misdadige onderdanen
volgend citaat ons leeren. »De
a met een'istrop om den hals in
Daar sloot men hun den mond
erd met een doek bedekt, opdat
liet zou vernomen worden. Men
oank uit en gaf hun gewoonlijk
)m hun vrees en hun angst te
at zij al wat men maar verkoos
e een gerechtsdienaar, die er als
een uuivei uivzag' en duivelsche gebaren maakte, een
grooten hond tegen hen aan, die hun stukken vleesch
uit het lichaam scheurde. Inmiddels kittelden twee
beulsknechts de slachtoffers met messen aan den hals." -
Heilige Pius! Bid voor onsl
Wordt vervolgd.