ZIERIKZEESCHE COERANT.
voor het arrondis-
seiuent Zierikzee.
1878. No. 23. Zaterdag 23 Maart. 81ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
F e uillet o n.
Binnenland.
STATEN-GEISTER A AL.
PIUS IX.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
VRIJS DER AD VERTENTIEN:
Ver gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 26 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENHAL
ZIERIKZEE, 2 2 Maart 187 8.
Door het polderbestuur der //Vier bannen van Dui-
veland" is aanbesteed het maken der gebouwen voor
het te stichten Stoomgemaal van den polder. Aannemer
is geworden de heer J. van der Linden te Zierikzee
voor f 26900.
In het kiesdistrict Haarlemmermeer is tot lid der
Tweede Kamer gekozen Mr. F. J. M. A. Reekens te
Amsterdam; hij verkreeg 518 van de 1003 stemmen.
De ultramontaansche partij wordt hierdoor weder met
één lid versterkt.
De Midd. Ct. deelt mede dat dè Kon. Ned. Beiersch
bierbrouwerij te Amsterdam haar betalingen heeft ge
staakt sinds Zaterdag j.l.
Ook wordt uit Middelburg gemeld dat men besloten
heeft tot verwijding van den ingang van het droge
dok aldaar, om het geschikt te maken tot opneming
van schepen als de nieuwe mailbooten van de maat
schappij //Zeeland/'.
Het is den lederbereiders te Waalwijk gelukt een
soort chagrijnleder te maken uit runderhuiden, welk
fabrikaat zoo goed uitgevallen is, dat men uitzicht
heeft dat het een geduchte concurrent zal worden van
het Duitsche chagrijn leder. Tot nu toe trok men
dit soort van leder meest uit Duitschland.
Te Makkinga is Zaterdag een vossenjacht gehouden.
De jachtopziener, J. S. Vogelzang, schoot drie vossen
en wel elk met een schot steeds op dezelfde plaats
staan blijvende.
In het onlangs afgebrande, pas in 1873 opgerichte
raadhuis van het stadje Renfrew in Schotland hing
in een houten torentje de oude stadsklok, dagleekenende
van twee eeuwen her en, naar men beweerde, gegoten
te Rotterdam. Om haar bijzonder helderen klank
heette het, dat zilver het hoofdbestanddeel der bij
't gieten gebezigde klokkespijs had uitgemaakt. In
den laatsten tijd was die klok meer bepaald als brand
klok geluid.
TWEEDE KAMER.
De nieuwgekozen leden der Tweede Kamer, behalve
de heer Diepen, hebben hun geloofsbrieven ingezonden
en zijn ook reeds toegelaten. De heer Schimmelpen-
ninck v. d. Oye was echter ongesteld, zoodat hij nog
niet is beëedigd.
De heer Diepen heeft, zegt men, aan de Kamer in
gezonden het door hem van het stembureau vau
Zevenbergen ontvangen afschrift van het proces-verbaal,
in welk stuk zou aangeteekend zijn dat het stembureau
hem als niet gekozen beschouwt.
Tot rapporteurs van het ontwerp tot herziening der
schoolwet zijn benoemd de heeren van Delden, de
Bruijn Kops, Geertsema, Renting en Moens. Maandag-
is het onderzoek in de sectien aangevangen.
Men zegt dat sommige sectiën al met het onderzoek
gereed zijn, zoodat het rapport spoedig kan verwacht
worden.
Inmiddels komen de grieven opzetten. De heeren
van Asch van Wijck, Mackay, van Wassenaer van
Catwijck, vau den Berch van Heemstede, Teding van
Berkhout, Öaaymaus Vader, Bichon van IJselmonde
en de Jonge, allen leden der Kamer, hebben tegen
het wetsontwerp een gemeenschappelijke nota van
protest ingediend. Van een tegen-ontwerp hoort men
nog niets.
Tot rapporteurs van het ontwerp tot regeling van
het auteursrecht zijn benoemd de heerenBredius,
Zijlker, v. d. Kaay, de Beaufort en Goeman Borgesiüs.
Benoemingen, Besluiten, enz.
Z. M. heeft benoemd tot commissaris van politie
te Culemborg J. G. P. Rauch, inspecteur van politie
te Vlissingen.
Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben bekend
gemaakt, dat de verkiezing van een lid der Prov.
Staten, ter vervanging van wijlen den heer G. J. Sprenger,
in het hoofd-kiesdistrict Middelburg, zal plaats hebben
op Woensdag 24 April a. s., de herstemming, zoo
noodig, op Woensdag 8 Mei daaraanvolgende.
Bij Koninklijk Besluit van 2 dezer no. 17, zijn
goedgekeurd de door Ged. Staten bij besluit van 1
Februari j.l. no. 14, nader geregelde jaarwedden van
Burgemeesters en Secretarissen der gemeenten in deze
provincie.
In het hierboven aangehaald en bekrachtigd besluit
zijn de volgende voorwaarden opgenomen
a. dat de jaarwedde van den Secretaris met een
derde zal worden verminderd, wanneer die betrekking
gelijktijdig met die van Burgemeester wordt bekleed
l. dat, ingeval de tegenwoordige titularis een hoogere
bezoldiging mocht genieten, dan volgens dit besluit
voor hem is vastgesteld, hij in het genot vau die
hoogere bezoldiging zal blijven, zoolang zijn functie
duurt; en c. dat deze nieuwe regeling met 1 Juli
eerstkomende in werking treedt.
De Min. van Binnenl. Zaken heeft bepaald, dat
zaken, betreffende het vervoer van buskruit en zaken
der strandvonderij, voortaan bij het Ministerie van
Waterstaat behooren.
DOOR
P. YAN DER YEEN.
II.
Niet lang nog is hij hier geplaatst of de kwaal,
waaraan hij lijdt, neemt in hevigheid afeen natuurlijk
gevolg zijner meer geregelde levensmanier, doch in
zijn oog het bewijs van "Gods wonder-doende werk
zaamheid. Ja, zoo'n diepen indruk maakt dit feit op
hem, dat zijn karakter sedert iets mystieks heeft,
dat hem nooit meer verlaat.
Wat evenwel veranderen mocht, zijn ijdelheid bleef
dezelfde. Deze doet hem het vergeten leven, dat hij
thans leidt, weldra verachten en zich uitstrekken naar
uitnemender werkkring. Als hij zekeren dag de pre
diking van een welsprekend en gezocht priester heeft
bijgewoond, is hij aanstonds gereed op dit gebied zijn
kracht te beproeven. Hij treedt op> en, ofschoon niet
welsprekend, maken zijn zelfvertrouwen en zijn vaar
digheid, alsmede zijn glimlachend en aantrekkelijk
uiterlijk hem spoedig tot een bemind prediker. Na
tot priester gewijd te zijn trekt hij dan ook leerende
rond. Hoezeer het hem hierbij om elfect te doen was,
kan blijken uit de wijze, waarop hij in zijn geboorte
plaats optrad.
Reeds op zich zelf had dit optreden iets interessants.
Was deze Mastaï niet dezelfde lichtmis, wiens renommee
maar al te veel te wenschen overliet? Was Sinigaglia
niet dezelfde stad, die zijn uitspattingen aanschouwde?
Woonden niet te dezer plaatse zijn vrienden en vrien
dinnen van weleer? Doch dit alles is den ijdelen
man nog niet genoeg.
'tls avond. In dichte drommen spoedt de menigte
zich naar de kerk, waarin Mastaï zal optreden. Ner
gens in het gansche gebouw is licht aangebracht
alleen een paar kaarsen werpen van den kansel hun
bleek schijnsel. Daar beklimt de jonge prediker het
gestoelte en de zachte lichtstralen missen hun uit
werking op zijn gelaat niet. Geen wondér dan ook,
dat men hangt aan zijn lippen, als hij de schare tot
bekeering oproept en hen bezweert hem te volgen,
zich af te wenden van het kwade.
Soms drijft hij zijn spel nog verder en geeft voor
stellingen (ik wil zeggenpredikt) in de open lucht,
bij fakkellicht. Döch zijn doel wordt bereikt: liet
effect laat niet op zich wachten. Men verdringt zich
onder zijn kansel en aan zijn biechtstoel, en het zijn
niet altijd heilige belangen, welke Sinigaglia's vrouwen
en meisjes naar den jongen priester drijven. Ook
in hem werd het bewezen, dat een priester en een
minnaar onder Italië's hemel wondervol op elkaar
gelijken.
Na zijn geboorteplaats, waar hij slechts éen winter
vertoefde, verlaten te hebben, maakt hij in korten
tijd groote promotie. Een poos is hij te Rome ka
nunnik, doch wordt reeds ten jare '1823, als secretaris
van Bisschop Muzio, het hoofd eener politiek-kerkelijke
zending, naar Chili in Zuid-Amerika, gezonden, welke
missie evenwel ganschelijk mislukte, niet het minst
door de kwade praktijken van den secretaris, die
wantrouwen tegen Bisschop Muzio stookte. Daarna
wordt hij direkteur van het ziekengesticht San Michelo
en beklimt in 1827 den Aartsbisschops-zetel van Spoleto.
Hier maakt hij zich door zijn halfslachtige liberaliteit,
door zijn onverdraagzaamheid en door zijn wreedheid
zóo gehaat, dat hij ten slotte zijn heil moet zoeken
in de vlucht. Dat wij niet te veel zeggen, waar wij
den liberaliteit huichelenden Aartsbisschop onverdraag
zaam noemen, kan uit het volgende verhaal blijken.
Zeker kunstenaar, die een werkdadig deel aan de
gebeurtenissen des tijds had genomen en in zijn po
litiek geloof onwankelbaar was gebleven, lag op sterven.
De priesters hielden hem voor een geëxcommuniceerde
en weigerden hem dus het laatste oliesel. Zijn vrienden,
die zich na zijn dood weinig om dan bijstand der
priesters bij zijn begrafenis bekreunden, wilden des
niettemin zijn lijk op voegzame wijze doen teraarde-
bestellen: zij droegen het naar zijn laatste rustplaats
en begroeven het. Als Mastaï dit verneemt, wordt
hij door een zijner epileptische aanvallen van woede
bezocht. Hij laat soldaten en gendarmen onder de
wapenen komen, de kerk en het kerkhof omsingelen,,
het lijk opgraven en in het water werpen."
Wijl hij zich door een dusdanig gedrag te Spoleto
had onmogelijk gemaakt, was het hem zeer welkom,
toen hij, vooral door bemiddeling des Kardinaals
Benedetti, door Gregorius XVI tot Kardinaal-Aarts
bisschop van Imola werd benoemd.
Deze hooge waardigheid evenwel bevrijdt hem niet
van zijn dubbelhartigheid. Tegelijk heult hij met de
Jesuïten en met zijn vrijzinnige familie. Hij is vriend
nu van den reactionnairen Gregorius, straks van de
liberalen. Doch het een noch het ander belette dat er
hetgeen hij wensclite een liberale roep van
hem uitging, welke bewerkte, dat hij, na Gregorius'
dood, tegenover den conservatieven staats-secretaris
Lambruschini, den 16cn Juni '1846 tot Paus werd
verkozen. Wel was hij pas vijf en vijftig jaar, doch,
in spijt daarvan, opende de kwaal, waaraan hij leed,
den Kardinalen het uitzicht, dat St. Pieters-Stoel weldra
weder vakant zou zijn.,
Wordt vervolgd.