ZIËRIKZËËSCHË COUMNT.
I
4
1878. No. 4. Woensdag 16 Januari, 81ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
voor het arroudis-
sessient Zierikzce.
EEN REUKEN PRAATJE.
êk
l)^
r
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. IIu we lij ks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever IS. LA li EN 91 AN.
li.
Het feit is niet meer te loochenen dat de
aardappelen de eerste factor zijn van onze
volksvoeding, d. i. verreweg het grootste ge
deelte van ons volk wordt van de wieg tot
aan het graf gevoed niet aardappelen en met
nagenoeg niets anders dan deze. Vleesoh- en
vischspijzen ziju zoo hoog in prijs dat ze slechts
voor een zeer gering deel op 't menu kunnen
voorkomenmet het brood wordt zuinig omge
sprongen, ook wegens den hoogen prijs; boter
en kaas worden bij duizenden en tienduizenden
alleen voor memorie uitgetrokken, of door niet
noemenswaardige hoeveelheden in de dagelijk-
sehe consumtie vertegenwoordigdgroenten, die
al is 't dan ook maar in de tweede orde toch
ook voeden, worden door zeer velen niet ge
bruikt, zelfs jammer genoeg! niet meer
begeerd; peulvruchten en meelkost, ofschoon
eigenlijk veel voedzamer en voordeeliger dan
aardappelen, worden door de meerderheid bij
de aardappelen achtergesteld. Kortom, de aard
appelen zijn feitelijk de baas, dat valt niet te
ontkennen.
Het is wel de moeite waard eens te onder
zoeken of zij op économische en andere gronden
wel die eer verdienen. Dat ze zich de eerste
plaats verworven hebben bewijst nog niet dat
dit niet een groote fout is geweest. Men zal
ons immers wel toegeven dat de popuraliteit
b.v. van den jenever ook zelfs geen schijn van
verdienste aan dat vocht kan bijzetten. De
volkssmaak kan zeer gemakkelijk dwalen. Zij
kan dit ook ten aanzien der voeding, gelijk zij
't doet ten opzichte der drenking.
Laat ons echter dit punt voor 't oogeublik
nog eens laten rusten en vragen of de aard
appelen op économische gronden geschikt zijn
de eerste factor der volksvoeding te wezen. Ik
meen van niet.
Merk daartoe op: 1°. dat de aardappelen
sinds een kleine dertig jaar gemiddeld onge
veer viermaal duurder zijn geworden, dan zij
vóór dertig jaar waren of ooit zijn geweest
2°. dat de prijzen der aardappelen rechtstreeks
voor voeding bestemd varieeren tusschen onge
veer de helft en hét dubbele van. 't geen zij
't ook met veel moeite als middelprijs kan
aangemerkt worden3°. dat ontegenzeggelijk
de boedanigheid onzer iulandsche aardappelen
minder wordt, zoodat de innerlijke waarde van
het artikel afneemt; 4°. dat de zoogenoemde
„ziekte" een blijvende kwaal is geworden, die
een drukkenden invloed doet gelden, onver
schillig of zij in zeker jaar heviger of minder
hevig, ja bijna in het geheel niet voorkomt;
5°. dat de prijzen van den grond veel te koog
zijn om toe te laten dat een op zichzelf weinig
waardig artikel, een hoofdfactor van den land
bouw zou kunnen zijn, hetwelk toch de aardap
pelen ook meer en meer dreigen te zullen
worden
Vergelijkt men nu met het oog op deze
punten een ander voedingsmiddel, de tarwe b.v.
met de aardappelen, dan behoef ik nauwelijks
te zeggen dat daarbij de omstandigheden veel
gunstiger zijn. De tarwe-prijzen hebben sedert
een lange reeks van jaren weinig verandering
oudergaan, ja door de grootere uitbreiding van
den graanbouw in het buitenland en door de
verbeterde middelen van vervoer, schijnen zij
voor 't toekomende eerder te zullen dalen dan
klimmen. Onder de verschillende tarwe-kwali-
teiten is geenszins zooveel verschil en daardoor
komen ook niet zulke uiteenloopende markt
prijzen van de tarwe voor, als dit met de
aardappelen het geval is. De hoedanigheid
der tarwe is, als een gevolg van den verbe
terden laudbouw, eer vooruitgaande dan zooals
bij de aardvrucht, afnemend. Mislukking, der
tarwe en der granen in 't algemeen komt veel
minder voor, dan dit bij den wisselvalligen aard
appel plaats beeft, waarbij het schier regel is dat
men elkander als verbaasd aanziet, als 't ziekte
alarm niet luide genoeg is. Eindelijk zullen, in
verband met de hooge grondprijzen, de granen
en ook de peulvruchten ofschoon deze laatste
veel wisselvalliger zijn toch voor den land
bouw een zekerder artikel wezen dan de aard
appelen ooit kunnen zijn.
Wordt vervolgd.
Binnenland.
Zierikzee, 15 Januari. Zaterdag morgen was het
hier ter slede zoo duister als vele menscheti zich niet
herinneren het ooit beleefd te hebben. Het was geen
gewone, laaghangende dikke mist; maar de nevel
hing betrekkelijk hoog en onderschepte de zonnestralen
als met een gelen nevelsluier. Iu vele vertrekken
moest men tot tien ure het lamplicht aanhouden, en
op de scholen kon de gewone gang van werkzaam
heden tot tegen elf ure niet gevolgd worden, daar
de kinderen niet konden zien. De temperatuur was
in den morgen eigenaardig drukkend en broeiig, alsof
er onweder op til waslater op den dag werd de
mist killer en meer witachtig.
Ook op andere plaatsen, o. a. te Middelburg, is
dergelijk verschijnsel waargenomen.
Zierikzee, 15 Januari. Als kandidaat voor de
Tweede Kamer in het nieuwe dubbele district Win
schoten wordt genoemd prof. Tellegen te Groningen.
Op het nieuwe district Zevenbergen, dat aanvankelijk
als een provincie van Klein-Spanje door de Ultra-
montanen werd opgeëiseht, schijnt thans te worden
gerekend door de Anti-revolulionairen. De Standaard
zal daar den heer de Savornin Lobman trachten te
brengenen daar de bevolking in het meerendeels
Protestantsche gedeelte van het oude Hollandsche
Brabant over het algemeen zeer zwaar op de hand is,
zal de Standaard daar nog al iets kunnen doen. Toch
gelooven we dat zonder Ultramontaausche hulp de
onderneming moeielijk slagen zal. Het zal daaraan
echter wel niet ontbreken, zoodra de Ultramontanen
inzien dat zij er evenmin iets vermogen zonder hulp
van buiten.
Opmerkelijk is het dat de stoomschepen van de
maatschappij //Zeeland" in de laatste weken herhaal
delijk het ongeluk gehad hebben de raders te bescha
digen door op in zee drijvende wrakken te slaan.
Dit heeft plaats gehad met de //Stad Middelburg",
de //Stad Vlissingen" en nu ook weder met het nieuwe
schip //Prinses Marie". Hieruit schijnt te blijken
dat er veel wrakken dobberen in de lijn, die de
mailbooten gemeenlijk volgen; maar dit moet d. o.
ook een reden zijn om 't zij van 't loodswezen, 't zij
van de marine vaarluigen uit te zenden, ten einde
zoo mogelijk die drijveude wrakken te visschen, daar
zij toch een niet gering gevaar voor de schepen op
leveren, die er met kracht oploopen.
Vermoedelijk tegen 31 Januari zullen de Prov.
Staten van Zeeland opgeroepen worden tot het be
noemen van een griffier in plaats van den titularis
mr. A. R. Arntzenius, die benoemd is tot referendaris
bij het Depart, van Binnenlandsche Zaken, en tot
het afdoen van enkele zaken.
Üit Oostburg wordt aan het Utrechtsck Dagbl.
geschreven
Dat het bezoeken van de openbare godsdienstoefe
ningen soms veel te wenschen overlaat, is van algemeene
bekendheid; hier heeft gelukkig het tegendeel plaats.
Niet alleen is het goed voor de fondsen der diakonie,
maar ook die der kerk worden hierdoor gebaat. Dit
is onlangs op nieuw gebleken, daar de verhuring van
zitplaatsen in de Herv. kerk ongeveer het dubbele
van vroegere jaren opbracht.
Onder de gemeentebesturen, die alreeds geantwoord
hebben op de uitnoodigiug, door de Utrechtsche
hoofdcommissie voor het derde eeuwfeest der Unie,
tot alle gemeentebesturen in geheel Nederland gericht,
om haar te willen ondersteunen in de uitvoering van
het plan der stichting van een blijvend gedenkteekeu
aan dat belangrijke geschiedkundige feit, wordt als
eenige uit Zeeland genoemd Zonnemaire. Het zal
ons benieuwen hoe nu de gemeentebesturen in Klein-
Spanje zich zullen houden. Voor dezen is dit een
moeielijk geval, daar toch altoos 't geen een gemeente
bestuur op dergelijke uitnoodigingen antwoordt, iets
officieels is en we ons zoo kunnen voorstellen hoé-
menig echt bisschoppelijk of pastoorsch gemeente
bestuur in de bedoelde streek al zoo over de vaderen
van 1579 denkt en over de gewichtige revolutionaire
daad der Unie van Utrecht.
Het N. v. d. V. heeft dezer dagen in een hoofd
artikel betoogd de wenschelijkheid dat bij een aan
staande herziening der onderwijswet daarin het beginsel
wierd opgenomen dat de onderwijzers rijks-ambtenaren
zulleu zijn. Plet blad meent dat daarin de sleutel
gelegen is om tot zeer veel verbetering te komen,
zoo van het lager schoolwezen als van het lot der
onderwijzers. Voornamelijk schijnt het blad het oog
te hebben op de provinciën N. Brabant en Limburg,
waar het openbaar onderwijs thans er zeer ver van
af is een openbare, laat staan een rijks-zaak te kunnen
genoemd worden, wegens de groote miskenning der
wet, de onderdrukking van de persoonlijkheid der
onderwijzers, kortom de algeheele onderworpenheid
van 't openbaar onderwijs aan de geestelijkheid. Men
moet erkennen dat als het onderwijs meer rechtstreeks
rijks-zaak werd gemaakt en de onderwijzers rijks
ambtenaren, alsdan de mogelijkheid om betere toe
standen te krijgen wel aanwezig zou zijn (die er
thans toch maar niet is); doch het N.v.d.D. schijnt
over 5t hoofd te zien, dat we dan ook niet verder
dan tot die mogelijkheid, zouden gevorderd zijn. Aan
wien toch zou de uitvoering en het toezicht van en
op de wet dan moeten worden toevertrouwd? Aan
schoolopzieners en inspecteurs, getrokken uit andere
gewesten Zoo niet, dan zou men ha zeer weinige
jaren even wijs wezen als nu. En zouden ook de
onderwijzers niet getrokken dienen te worden uit
andere gewesten, wellicht zelfs uit de niet-Katholieke?
Want anders bleef ook met hen de zaak zoo tamelijk
wel dezelfde. Wij vreezen dat zonder een Hollandsche
editie der Mei-wetlen, de fatale invloed der pries
terschap op de openbare belangen in de Ultramon-
taansche streken niet te niet te doen is.