ZIERIKZËËSCHE COURANT.
voor het arrondis-
seiuent Zierikzee.
1877. No. 96. Woensdag 5 December, 80ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LA-K EtëM A-N.
SPAREA.
in.
Niet ieder, wij zeiden het reeds, heeft genoeg
geld om zich, door middel eener levensverze
kering-maatschappij, in de toekomst een kapi
taal te verzekerendoch ook zij, van wie
dit geldt, kunnen, zoo zij willen, sparen, dank
zij den spaarbanken, welke hun daartoe in de
gelegenheid stellen 1
De eerste spaarbank werd in 1778 te Ham
burg opgericht, doch vooral in onze eeuw zijn
op tal van plaatsen dergelijke inrichtingen ver
rézen. De Schotsche predikant Duncan gaf,
ten jar.e 1810, den spaarbanken de inrichting,
welke zij thans schier overal hebben.
In Nederland zijn de spaarbanken uitgegaan
van de „Maatschappij tot Nut van het Alge
meen". De predikant Nienbuur Ferf deed
daartoe in het departement Bergnm het eerste
voorstel (1817). Het viel in goede aarde en
terstond werden in tal van departementen spaar
banken opgericht: ten j are 1825 waren er reeds
negen-en-veertig. Niet alle thans bestaande spaar
banken evenwel zijn van het Nut uitgegaan.
Wat nu willen de spaarbanken Zij willen
zijn tijdelijke, veilige, voordeelige bewaarplaat
sen van der armen spaargelden.
Een spaarbank is geen iudustriëele onder
neming, geen onderneming met het oog op
winst, geen kantoor van lucratieve geldbeleg
ging, maar een spaarbank. Zij neemt de kleine
sommen van werklieden, dienstboden en der-
gelijken in ontvangst (groote sommen weigert
zij), zet ze uit, doch zóó dat er geen gevaar
voor verlies bestaat (bijv. niet in landseffecten
alleen, zooals vóór 1830 algemeen het geval
was), betaalt een matigen interest en keert
het gespaarde uit, wanneer men dit verlangt.
Men kan zoo weinig tegelijk inbrengen, als
men verkiest, bijv. 25 of 30 cent; evenwel:
dit is niet bij alle spaarbanken hetzelfde. Het
spreekt van zelf, dat, wie geregeld van deze
wijze van sparen gebruik maakt ongemerkt een
kapitaaltje erlangt.
Dat de spaarbanken onberekenbaar veel
goeds kunnen doen, springt ieder in het oog,
immers door sparen alleen worden er kapitalen
gevormd en kapitalen alleen zijn het, die de
Welvaart bevorderen. Niet vreemd dan ook,
dat in Engeland en Frankrijk al vroeg de regee
ringen zich met de spaarbanken inlieten, hun
aantal zochten te vermeerderen en hun doel
matigheid te verhoogen. De schatkist bleef
borg voor de gestorte gelden. Tegen dit laatste
is wel iets in te brengen, doch in elk geval
was het goed, dat de regeering zich met de
zaak bemoeide.
Een ander bewijs van de belangstelling der
Engelsche regéering in de spaarbanken, vinden
wij hierin, dat zij in 1861 postspaarbanken
opende. De postkantoren werden tot spaar
banken ingericht. Zij bewaren het geld en
betalen bet weder uit, waardoor natuurlijk de
gelegenheid tot sparen zeer is vermeerderd.
In ons land is men nog zoover niet. Het
eenige en weinig beduidende dat onze regee
ring in dezen heeft gedaan vindt men in de
Staats-Courant van 1 Januari 1876 (Staatsblad
No. 250). Het volgende ongeveer wordt daar
gezegd. Elk postkantoor en enkele hulpkan
toren maken geld over van en naar spaarbanken,
door middel van postwissels. De belanghebbende
legt bij de verzending zijn spaarboekje (hem
door de bank verstrekt) overhet gestorte geld
wordt daarin bijgeschreven en door de band-
teekening des postbeambten, alsmede door den
poststempel gewaarmerkt. Ontvangt men zijn
geld van de spaarbank terug, dan wordt het
spaarboekje door het postkantoor aan de spaar
bank teruggezonden. Ieder ziet in dat deze
omslachtige maatregelen niet veel geven, bet
geen mede de oorzaak is, dat men nog lang
niet genoeg van de spaarbanken profiteert.
Om eerlijk te zijn, evenwel, dienen wij hierbij
te voegen, dat de popuraliteit der spaarbanken
ook zeer beeft geleden, sedert sommige dezer
inrichtingen in de bewogen jaren 1830 en 1848
onbekwaam bleken om aan hunne verplichtingen
te voldoen. Daardoor werd natuurlijk bet ver
trouwen geknakt.
Om vertrouweuswaard te zijn is bet noodig,
dat elke spaarbank een flink reservefonds bebbe,
om in tijd van nood dienst te doen.
In bet buitenland vooral wordt van de spaar
banken een flink gebruik gemaakt. Terecht.
„Veel kleintjes maken een gruote", doch hoevele
kleintjes glippen niet tnsscben onze vingers
weg, zonder dat wij er eenig noemenswaardig
nut van hebben! Wij zijn gevvoon uit de hoogte
op kleintjes (om dit woord te houden) en op
kleinigheden neêr te zien. Dat is ten eenemale
verkeerd; immers een enkele stuiver (dat is
toch waarlijk niet veeleen stuiver geeft men
aan- een bedelaar) kan, wel gebruikt, de grond
slag worden van een kapitaal.
Bovendien: bestaat niet bet gebeele leven uit
kleintjes en kleinigheden?Het verwaarloozen
van kleinigheden doet groote ondernemingen
mislukken, gelijk bet letten op kleinigheden vaak
groote ontdekkingen voorbereidt en bet rekenen
met kleinigheden de bron is van welvaart
en bloei.
Daarom zou het goed zijn, als de minder
bedeelden wat meer gebruik maakten van de
spaarbanken. (Hier, te Zierikzee, hebben wij
er ook een). Dan zou men niet aanstonds,
zoodra de verdiensten door dit of dat eens op
houden, met de banden in het baar zitten.
Dan zou men niet, gelijk een mossel aan den
grond, als vastgeklemd zijn aan zijn woonplaats,
immers onze spaarpenningen zouden ons, in
tijd van werkscbaarschte, naar een andere stad
of naar een ander land kunnen overbrengen.
En behalve in dit opzicht werkt het sparen
ook nog op andere wijzen nuttig. Wie iets
bespaart bezit iets, en wie iets bezit, zorgt wat
bij beeft te vermeerderen, in elk geval: niette
verliezen. De ervaring leert dan ook dat per
sonen, die iets hebben bespaard, zeer zelden
bij werkstakingen de belhamels zijn. Wie iets
bezit bedenkt zich wel driemaal, eer bij zijn
goed geld naar de herberg gaat brengen. Wie
iets bezit erlangt bet bewustzijn van vrijheid
en onafhankelijkheid.
Het is daarom goed zich al vroeg aan sparen
te gewennen. Te Gent is aan elke school een
spaarbank verbonden. Dat is uitnemend. Wat
Jantje leert weet Jan. Wie als kind heeft ge
spaard, doet het ook als man. Doch wie het,
niensch geworden, nog moet leeren, leert bet al
dikwijls in het geheel niet, omdat hij te veel
aan verkwisting en onnadenkendheid gewoon is.
Goed is, dat ieder zich van de befeekenis
en de waarde van het kleine doordringe. In
Engeland heeft men stuivers-spaarbanken. Ik
wilde, dat wij ze ten onzent ook hadden, dan
konden de werkman, de dienstbode e. a. aan
eiken overgehouden stuiver aanstonds een goede
bestemming geven. Zoover evenwel zijn wij nog
niet. Zijn wij desniettemin biervan innig overtuigd
dat geen stuiver te klein is om bespaard te
worden en dat veel kleintjes een groote maken 1
Nog eenmaal komen wij op bet sparen terug.
Openbare Raadsvergadering
gehouden te ZIERIKZEE den I December 1877.
Afwezig is Jhr. J. L. de Jonge.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
en goedgekeurd.
Worden medegedeeld: a. zeven brieven van Gedep.
Staten, houdende goedkeuring van Raadsbesluiten der
vorige vergadering en van de gemeenterekening over
1876 en de begrooting voor de dienstd. Schutterij
over 1878,' b. een brief van den heer Mr. H. van
Manen, houdende kennisgeving van niet-aanneraing
zijner benoeming tot lid der Flaatsel. Schoolcommissie;
en c. een brief van den hoofdonderwijzer der Armen
school, houdende dankbetuiging voor het genomen
Raadsbesluit tot verhooging zijner jaarwedde. Allen
voor kennisgeving aangenomen.
Komt ter tafel een brief van den Gemeenteraad
van Nieuw-Leusen, houdende toezending van een adres
aan den Koning om wijziging van art. 242 der
Gemeentewet, en wel om het maximum van het getal
der Gemeente-opcenten op de grondbelasting zoowel
voor de gebouwde als voor de ongebouwde eigen
dommen vast te stellen op 50, met verzoek om
adhaesie. Burgem. en Weth. stellen voor de gevraagde
adhaesie niet te verlèeuen. Na discussie wordt be
sloten de beslissing hierop aan te houden.
Wordt medegedeeld een adres van de Sociteit tot
bevordering van kennis van landbouw en veeteelt te
Noórd'welle, houdende ondersteuning van het adres
der Sociteit van land- en tuinbouw enz. te Dreischor
betreffende de Botermarkt. Wordt gesteld in htiiklen
van Burgem. en Weth. tot advies.-
Idem het verslag der gasfabriek der gemeente Sneek,
hetwelk in de' boekerij zal worden geplaatst.
Aan 0. van Veen wordt op zijn verzoek wegens
vertrek naar elders remissie van Hoofdei. Omslag
verleend tot een bedrag vaii f 9,50.
Tot lid der Commissie van Toezicht op het M. O.
ten gevolge der periodieke aftreding van den heer
J. H. C. H'éijse, die met den heer Mr. B. M. de
Jonge van Ellemeet door de Commissie wordt aan
bevolen, wordt benoemd de heer J, II. C. Heijse met
11 stemmen. Dè heer Mr. de Jonge van Ellemeet
verkreeg 1 stem.
Wordt medegedeeld dat bij de publieke verpachting
van gemeente-eigendommen en rechten op 1 Nov. j.l.
deze hebben opgebracht de totale jaarlijksche pachtsom
van f 3674,75. Zijnde alleen' perceel No. 6, waarvoor
f 21,50 is uitgeloofd, niet gegund, zoodat dit onver-
pacht is gebleven. Voor kenuisgeving aangenomen.
Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt besloten