Buitenlandsch Overzicht.
Over hef; postwezen ten platte lande wordt vaak
geklaagd, en waarlijk niet altijd ten onrechte, al scharen
we ons geenszins aan de zijde der eeuwige pruttelaars,
die nooit te vreden zijn. Op een, naar wij raeenen,
dikwijls voorkomende en niet licht te tellen verkeerde
inrichting van den dienst wijst een correspondent uit
de Waalstreken in de Am. Ct. Hij schrijft het volgende.
z/De ontvangst der postwissels en der brieven, vooral
die der aangeteekende, laat veel te wenschen over;
dat is in ons land nog niet tot gemak van het publiek
ingericht. Voor personen die weinig omhanden hebben
is dat ongerief nog al te dragen. Minder aangenaam is
het, dat men in deze streken hulpkantoren vindt, wier
beambten de hun gegeven reglementen niet opvolgen.
's Morgens of 's middags bij aankomst der voetboden
namen der kantoren zullen we thans niet noemen,
omdat zij, wien de schoenen passen, ze toch wel zullen
aantrekken komen op het z.g. kantoor de intieme
vrienden van den brievengaardern.l. predikant, gruis-
handelaarneven enz. enz., samen om bij het openen
van de pakketten tegenwoordig te zijn. Is het pakket
geopend, dan worden alle brieven bezien natuurlijk
de adressen de briefkaarten gelezen, en nog voor
de personen, aan wie brieven gericht zijn, ze ontvangen
hebben, weet al een groot deel der gemeente dat A.
een brief ontvangen heeft uit B., C. een uit D., enz.
Spoedig hoort men vragenWaarom krijgt A. toch
gedurig brieven uit B.wat heeft hij daar aan de hand;
zou dat met hem wel iu den haak zijn Meer zulke vragen
worden er gedaan en deze geven tot allerlei gissingen,
soms niet van de fraaiste, aanleiding. Straks vertelt
men: Nu, die briefkaaat, welke C. heeft ontvangen,
was niet mis, wat kreeg hij er langs 1 enz. enz.
Op een auder hulpkantoor ondervindt men, dat
men zelf zeer goed met de postwet bekend moet zijn,
om niet door de onwetendheid van den brievengaardor
eenige stuivers benadeeld te worden. Meer zulke on
aangenaamheden ondervindt men op het platteland,
die alleen daaraan moeten toegeschreven worden, dat
de bediening van brievengaarder niet in goede handen
is. Wij gelooven, dat andere meer ontwikkelde per
sonen voor zulke betrekkingen in aanmerking moeten
komen, die beter onderscheid weten te maken tussclien
hetgeen gedaan en niet gedaan mag worden. Kaste
leins, timmerlieden, smeden, kleermakers, halve land
bouwers enz. zijn mijns inziens geen personen om
betrekkingen, waaraan zooveel voor het publiek gelegen
is, waar te nemen. In de eerste plaats hopen we,
dat de brievengaarders door de bevoegden op boven
genoemde zaken opmerkzaam zullen gemaakt worden".
N. v. d. D.
De kunstenaars-sociteit Arti et Amicitiae" te
Amsterdam is door aankoop eigenares geworden van
een huis in de Kalverstraat, nl. dat van den boek
handelaar C. G. van der Post; het plan bestaat om
de gebouwen van //Arti" nu door te trekken, zoodat
de hoofdingang in de Kalverstraat zal komen.
Een aanzienlijke firma te Amersfoort, die in tabak
handelde en te Botterdam een filiaal heeft, is failliet
gegaan, waardoor eenige banken en huizen te Botterdam
en te Amsterdam zware verliezen lijden. Het tekort
zou 8 ton bedragen.
Den 19 October is te Nieuw-Utrecht, een klein dorp
ongeveer van 250 inwoners, gelegen op Long-Island,
op ruim twee uren afstand van New-York, het tweede
eeuwfeest der stichting van de eerste Hollandsche
Gereformeerde (Dutch reformed) Kerk aldaar gevierd.
Nieuw-Utrecht is een der oudste volksplantingen van
den Staat New-York, alwaar in 1657, en dus 220
jaren geleden, ongeveer 20 Hollandsche gezinnen zich
vestigden, wier afstammelingen (ten minste van eenige
hunner) aldaar nog woonachtig zijn. Daar staan nog
eenige boerenhuizen, welke de aanvallen van weer en
wind gedurende twee eeuwen hebben doorstaan. Vlak
bij het spoorwegstation staat een huis, dat gedurende
de laatste 205 jaren door de familie van Brunt is
bewoond geworden; ook het oude kerkhof is een merk
waardig overblijfsel van den ouden tijd; daarnaast
werd den 18 October 1677 de Hollandsche gerefor
meerde kerk gesticht, welke in 1828 werd afgebroken,
om plaats te maken voor een nieuwe kerk tot welker
opbouw echter de steenen van het afgebroken kerk
gebouw werden gebezigd. Deze stichting werd plechtig
herdacht, bij welke gelegenheid, onder meer andere
merkwaardige overblijfselen der oudheid, de eerste in
die kerk gebruikte en nu 250 jaren oude Hollandsche
bijbel werd tentoongesteld.
Benoemingen, Besluiten, enz.
De kapit. ter zee J. K. van de Kruijsse Pilaar,
laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië
en vau daar den 11 dezer terug gekeerd, is met dien
datum op non-activiteit gesteld.
Geplaatst aan het postkantoor te Goes met ingang-
van 1 December de commies der posterijen 4e Id.
B. Eichholtz, thans dienstdoende op de lijn Botterdam
Antwerpen.
Benoemd tot resident van Banjoemas de heer
C. de Clercq Moolenburgh, ads. resident van Band-
jarnegara; tot predikant bij de Evang. Gemeente fe
Batavia de heer J. K. Kam, laatst pred. bij de Prot.
Gem. te Soerabaija, thans tijdelijk te Amboina.
Landbouw en Handel.
Inhoud van Ceres No. 37. Over het verzorgen
van Azalea's enz. Aan alle boter- en kaasmakers.
De rijks-landbouwraad. De Vereeniging //het
Nederlandsch Rundvee-Stamboek". Antwoord op
iets, waarnaar niet gevraagd was. Een brief van
den heer E. v. d. Bosch. Feuilleton. Een land-
bouwreis in Engeland, enz.
Rechtszaken.
Het Gerechtshof te 's Gravenhage heeft een doof
stomme uit Botterdam veroordeeld tot 6 maanden
celstraf wegens het ontvreemden van een horlogie ten
nadeele van een persoon mede doofstom en bij wien
hij onthaald zou worden.
Te Vlissingen is door de politie aangehouden en
naar Middelburg vervoerd de persoon van A. V., ont
slagen notaris, verdacht van oplichting op groote schaal
te hebben gepleegd.
De heer J, D. van der Beek te Botterdam, handelende
onder de firma Cramer en Co., is door de rechtbank
aldaar op den eisch van een der 29 firma's Farina te
Keulen (er zijn daar 20 Johann Maria Farina's en
9 enkele Farina's, oudste Eau-de-Cologne-distillateurs)
veroordeeld tot schadevergoeding, op te maken bij
staat, wegens toegebrachte schade door het met onbe
duidend verschil 'nabootseu van de flesschen, sluitbanden
en étiquette» der eischende firma, die beweerde daardoor
voorloopig f 25,000 schade te hebben geleden.
De rechtbank te Botterdam heeft het ontslag uit
de gijzeling bevolen van iemand, wiens vonnis werkelijk
uitvoerbaar was verklaard bij lijfsdwang, maar dien men
door een verzuim van den kopiist had vergeten van
deze bepaling in kennis te stellen bij 't hem beteekend
afschrift.
Ongelukken, Rampen, Misdaden, enz.
Te Utrecht heeft een vrij hevige gas-ontploffing
plaats gehad in een huis in de lange Lauwerstraat
ten gevolge van het niet toeknijpen of dichtstoppen
van een gedeelte buis dat afgebroken was. De bewoners,
een weduwe met kinderen, bekwamen brandwonden.
Deuren en vensters werden beschadigd.
Te Leende, in N. Brabant, heeft een 64jarig man,
die vóór 3 a 4 weken voor de derde maal was gehuwd,
zich in den put verdronken.
Te Zwaramerdam, zoo meldt de N. R. Ct., zijn
dezer dagen twee kinderen geboren, met de hoofdeu
aan elkander, zoodat het een omgekeerd op het hoofd
van het andere staat. Beide kinderen, van liet vrouwe
lijk geslacht, zijn overigens goed gebouwd en nog in
leven.
In een Groningsch dorp is dezer dagen een klein
kind, zonder toezicht gelaten, in een pot met karne
melk verdronken.
Is zoo iets wettig?
In de Maas- en Roerbode van den 10 dezer staat
een advertentie, luidende aldus
//Hartelijke dank
zij allen gezegd die, op welke wijze ook, hebben bij
gedragen om de viering van mijn zïlverfeest (sic
als Overste van het Pensionaat St. Louis en hoofdonder
wijzer aan de openbare school aldaar luister bij te
zetten. Voor de vele en gevoelige wenschen, mij bij
dezelfde gelegenheid toegekomen, betuig ik tevens mijn
innigen dank.
Br. Stanislaus, J. Rouw.
Roermond, den 10 November 1877".
Natuurlijk gunnen we dien jubilaris vau harte de
//gevoelige" wenschen, die hij op het //feest van zijn
zilver" (zilverfeest) ontvangen heeft. De bedenking
ligt ondertusschen voor de hand: kan een geestelijke,
in dit geval br. Stanislaus, hoofdonderwijzer zijn aan
een openbare school? En zoo ja, (art. 24 Wet van
den 13 Augs. 1857), hoe gaat het daar dan met art.
23 dierzelfde wet? Of zou een geestelijke aan het
hoofd eener openbare school staande boven de wet zijn?
Roermond ligt in Limburg; zou in een gemeente
van Holland, Zeeland of Utrecht of ergens aan deze
zijde van den Moerdijk ook wel eens een hervormd
predikant aan 't hoofd eener openbare school kunnen
gezet worden? Zoo ja dan is, in verband met het
geval te Roermond, de ergernis ook wel weggenomen
die sommigen tegen de openbare school hebben, als
zou zij niet neutraal zijn. Immers die school te Roer
mond zal toch wel zoo neutraal wezen als de Wet
dit vordert, al wordt ook in de Wet het woord neutraal
zelf juist niet gebruikt.
Mag zoo iets?
Te Swalmen, in Limburg, is de opening van het
nieuwe gebouw der openbare school, onder voorgang
van het Gemeentebestuur kerkelijk gevierd. De bur
gemeester had de onderscheidene autoriteiten uilge-
noodigd en bescheiden tegen 9 uur. Op dat uur
werd eerst een soleinneele mis gezongen in de kerk
daarna ging men in optocht, met muziek voorop,
tiaar de nieuwe school; doch de burgemeester ver
toonde zich daar niet. In de school gekomen, hulde
de pastoor zich in geestelijk gewaad en wijdde onder
het opzeggen van Latijusche gebeden, uit een boek
dat de koster voor hem uitdroeg, de school met
wijwater.
De plechtigheid werd bijgewoond door mr. Strens,
schoolopziener en rechter in de Rechtbank te Roermond
en mr. de Bierberstein, lid van Ged. Staten van Lim
burg. Denkelijk zullen deze beide daartoe verplichte
autoriteiten van het gepleegde feit wel nota genomen
hebben en het gebracht hebben ter plaatse waar zulks
behoort. De onderwijzer zal zich te verantwoorden
hebben dat hij kerkelijke handelingen in de school
heeft toegelaten. De burgemeester was er niet bij
anders had deze als hulpofficier van justitie gewis
tegen het gebeurde geprotesteerd en geverbaliseerd.
Eenige verandering is er in den staat van zaken
gekomen door de aanneming van het voorstel Grévy
tot het houden der enquête en door de aangekondigde
aftreding van het ministerie de BroglieFourtou, maar
ook niet meer dan //eenige verandering". Van ver
betering van den toestand is geen sprake. De weer-
staudskliek toont zich integendeel koppiger dan ooit.
Vooreerst is door hen wien het 't meest aanging luide
verklaard dat zij zich volstrekt niet aan die enquête
commissie zullen storen. De regeering zou die com
missie den voet dwars zettende ambtenaren zouden
natuurlijk hun patroons steunen door een non possumus,
elk op zijn manier en door tegenwerking. In den
Senaat zijn de reckterzijdscke heethoofden zoover ge
gaan van een interpellatie-voorstel te doen om van
de regeering te vernemen wat zij ten aanzien der en
quête zal doen. Jules Simon en anderen wezen dadelijk
op het ongepaste van zulk een interpellatie. Dufaure
sloot zich bij het protest van Simon aan. De presi
dent, de hertog d'Audiffret-Pasquier heeft dit interpellatie-
voorstel ernstig overwogen, doch is tot de overtuiging
gekomen dat de voorsteller, de Kerdrel, alleen heeft
bedoeld de regeering uit te lokken tot de verklaring
van hetgeen zij aan haar ambtenaren zal gelasten ten
aanzien der enquête-commissie en niet een oordeel
uit te spreken over de wettigheid van hetgeen de
Kamer had besloten. Hij, de president, achtte per
soonlijk de enquête volkomen wettig.
Deze geheele interpellatie-historie is een gevolg van
een samenkomst die heeft plaats gehad van de uiterste
rechterzijde der Kamer met diezelfde sectie van den
Sen aat.
Het is naar 't schijnt te doen om nog in het uiterste
oogenblik een monstering der gezamenlijke strijdkrachten
die Mac-Mahon ten dienste staan in de beide Kamers
te kunnen houden.
Van zeer veel belang is het dat de zoogenoemde
constitutioneele fractie van den Senaat zich tot nog
toe niet geheel heeft laten overweldigen door de ultra's
der rechterzijde.
Zij zien maar al te wel in dat al het werk enkel
en alleen zou gedaan worden ten bate der bonapartisten.
Het is trouwens duidelijk genoeg, ieder gevoelt het
als 't ware en 't zal wellicht nog maar weinige dagen
duren voor openlijk de tweestrijd geproclameerd wordt:
Napoleon IV of de Republiek.
Wij voor ons hechten ondertusschen aan de geheele
enquête niet veel gewicht. Zij zal of door den stroom
der feiten onnoodig worden, of, als zij namel. in
alle vormen geduldig kan afgedaan worden, zal zij
wel doodbloeden en geen effect hoegenaamd doen.
Wij zien in het feit van de aanneming van het
enquête-voorstel op zich zelf een bevestiging te meer
van het oordeel der natie over 16 Mei, maar van de
enquête is weinig te wachten, 't Zal waarschijnlijk
er ook minder op aankomen.
En nu de aftreding van het Kabinet. Wij zien
hierin niet een buigen van Mac-Mahon, al komt
zijn vroeger zoo snorkend uitgesproken//ik zal mijn
ministers handhaven!" nu ook in een bespottelijk dag
licht. Mac-Mahon heeft nog niet gebogen alleen
heeft hij de gecompromitteerden van den eersten rang,
al vast aan verdere kritiek onttrokken. Ofschoon
ontslagen, blijven de ministers toch. Waartoe zal de
Kamer hun nu nog meer bittere pillen te slikken
geven? Zij zouden zeggen, 't gaat ons niet meer aan.
Mac-Mahon doorworstelt langzamerhand alle phasen
van verval waaraan het persoonlijk gouvernement bloot
staat, als 't door een onbeduidend man wordt uitge-