Buitenlandsch Overzicht.
Buitenland.
Dr. G0EMANS Sr.
De A. Ct. deelt mede dat op 't wachtschip te
Willemsoord een onderzoek ingesteld wordt naar een
vermeend geval van attentat contre les moeurswaarbij
een luitenant ter zee le kl. en een machinist der marine
als medeplichtigen optreden.
Te Delft is door de politie proces-verbaal opgemaakt
tegen een man van 58 jaar, wegens onzedelijke hande
lingen tegenover zijn eigen kind, een meisje van ruim
acht jaar. De ellendeling, een ambulant koopman, is
aan de justitie te 's Hage overgeleverd.
Te Huissen heeft een vrouw zich doodgedronken
aan jenever. Haar dagelijksch rantsoen was een flesch
haar laatste flesch vond men ledig bij haar lijk.
Te Breda zijn een jongeling van 19 en een meisje
van 18 jaar samen opgetrokken, men denkt over België
naar Engeland. De aanleiding moet wezen een ver
keering, die de betrekkingen tegenwerkten wegens
verschil van kerkgenootschap der beide jongelui; zij
behooren tot den gegoeden stand.
Op de kermis te Ter Apel in Drente is een meisje,
met haar vrijer wandelende, door een onbekenden
onverlaat onverwachts zoodanig met een mes verwond,
dat men voor haar leven vreest.
Te Weerselo is het raadhuis afgebrand. De voor
naamste boeken en een groot deel van het archief
zijn gered.
Op Rozenburg is de schuur op de hofstede van
P. Qualm afgebrand.
Hpn onzer dagbladschrijvers maakt de opmerking
dat als men de Fransche bladen leest, het is alsof deze
zich tegenwoordig ten doel stellen den ëénen dag
strijd en onrust, den anderen dag vrede en rust te
prediken. De opmerking teekent niet onaardig den
staat van zaken van het oogenblik, n.l. dat niemand
nog recht weet waar het heengaat, en dat ieder gaarne
het beste wil hopen, doch ook telkens nieuwe moeielijk-
hedeu de toekomst verdonkeren.
Het jongste nieuws is nu weder dat het ministerie
zeker zal aftreden en dat een ministerie uit het cen
trum van Senaat en Kamer zou gevormd worden. Dit
doet ongeveer denken aan een poging om door middel
van het juste milieu de zaken gaande te houden tot
dat nieuwe kanseri open komen op succes met een
nieuwen coup.
In de jongste dagen waren het de Orleanisten die
't meest van zich lieten hooren. Ronduit wordt door
deze partij erkend dat zij de Bonapartisten en de
clericalen niet vertrouwt. De oude verdeelheid komt
derhalve weder op den voorgrond nu de ijver van
14 October zoo wat bekoeld is.
De Republikeinen houden nog steeds vol dat Mac-
Mahou ten slotte wel eieren voor zijn geld zal kiezen
en heengaan met zijn sujetten, hetgeen thaus nog
mogelijk is met eenig fatsoen, vóór de loop der
zaken hem tot een smadelijken aftocht zal dwingen.
Maar de Mac-Mahonianen van hun kant schijnen
er niet aan te willen gelooven dat de politieke levens
dagen van hun man geteld schijnen te zijn. Behalve
't achterdeurtje van 5 November is nu ook de 25
November als zoodanig aangevat. Op dien datum
komen de gemeenteraads-verkiezingen en nu zullen
deze Mac-Mahon in 't gelijk moeten stellen.
Erbarmelijke uitvluchtenMaar inmiddels gaat
Mac-Mahon en de geheele 16 Mei-conspiratie voort,
alsof er geen wolkje aan de lucht was.
In de gegeven omstandigheden is misschien de
dezer dagen ontwikkelde bedenking niet ongegrond,
dat Mac-Mahon voornamelijk wordt weerhouden van
zich te onderwerpen aan den uitgesproken nation alen
wil, door de omstandigheid dat hij dan noodwendig
het geheele ambtenaren-heir zou moeten opofferen,
dat hij schromelijk misbruikt heeft, maar dat hem
ook zoo serviel heeft gediend, dat hij zich wel een
weinig aan die gedienstige geesten verplicht rekent.
Dat zijn de heillooze gevolgen van een valsch per
soonlijk gouvernement. Valsch toch moet zulk een
gouvernement genoemd worden als het lijnrecht strijdig
is met de constitutie en met den geest der natie.
De stelling van zulk een regeering is voor een tijd
te handhaven door het vleien en misbruiken van het
leger der ambtenarenmaar een noodzakelijk gevolg
hiervan is ook dat de regeering te eenemale afhan
kelijk wordt van haar werktuigen. De laatsteu weten
zeer wel dat de val van 't gouvernement ook den
hunneu meesleept, maar daaruit ontstaat dan een
soort van wederzijdsche aansprakelijkheid die de onzui
vere machine nog een poos lang zoowat in elkander
houdt.
Duren kan dat ondertusschen niet. Er moet een
einde aan komen en dit kan nu wel niet lang meer
uitblijven. Te hopen is het voor de rust van Frankrijk
dat de Republikeinen nu eens alle consideraties zullen
ter zijde stellen en het geheele leger van dienaren
der zich noemende ordre moral of van dat nieuw
bakken conservativisme dat sinds 16 Mei gedreven
is, zullen opruimen, opruimen zonder genade. De
Augiasstal waarin nu sinds zoovele jaren laat ons
maar nemen sinds 2 December 1851 zoovele
slaafsche dienaren van het absolutisme, zoo staatkundig
als kerkelijk zijn gekweekt, moet voor goed gereinigd
worden. Het is een monster-gruwel dat de tweede
Republiek ter wereld zou moeten ter prooi blijven
aan aartsvijanden der Republikeinsahe en algemeen
vrijzinnige denkbeelden.
De Oorlog in het Oosten.
31 Oct.
De toestand van het oogenblik laat zich het best
in het algemeen uitdrukken door ditde Russen heb
ben op de meeste punten het offensief weder aange
nomen en waar zij dit nog niet bepaald hebben
gedaan, deuken ze er blijkbaar aan 't te doen. Alleen
in den Schipka-pas blijft het nog bij het oude.
Hieruit volgt nu nog wel niet dat het krijgsgeluk
geheel gekeerd zou zijn in hun voordeel, maar on
miskenbaar is het toch vati veel beteeken is, dat zij
blijkbaar door hun jongste gelukkige zetten, zijn
bemoedigd. Zij hadden dan ook na de maanden
lange periode van tegenspoed wel eenige hartsterking
noodig.
Ondertusschen willen we zoo optimistisch niet zijn
als sommige heethoofdige Russisch-gezinde bladen,
die alreeds den val van Plevna en Kars in het verschiet
zien en nog vóór den winter de Russen te Adrianopel
en te Kars verwachten. Wij denkeu er zoo licht niet
over. Verleden Zondag seinde men reeds dat er
Turksche parlementaires in het leger van grootvorst
Michaël gekomen waren om over een mogelijke capi
tulatie van Kars te spreken. Sedert is daar niets
meer van vernomen, en moet men met grond denken
dat er ook niets van dien aard heeft plaats gehad.
Tegenover het feit dat generaal Tergukasoff west
waarts oprukt en zelfs volgens Turksche berichten
nog maar een uur of drie van Moukhtar-pacha ver
wijderd is, tusschen Kars en Olti, staat het niet
minder zekere feit dat Moukhtar-pacha zijn geslagen
leger reeds weder nagenoeg geheel hereenigd heeft,
dat Israaël-pacha uit het zuiden zich met hem heeft
kunnen vereenigen en dat uit Trebisonde versterking-
bij Moukhtar-pacha's leger is aangekomen. Ondanks
dit alles is men te Konstantinopel ongerust over
den loop der zaken in Azië en bereidt men zich op
nog grooter teleurstellingen aldaar voor.
Westwaarts van Plevna verricht generaal Gourkha
inderdaad schier wonderen. Hij toout in alle geval
zijn kavalerie verbazend vlug te kunnen verplaatsen,
al moet hij ook de overwinningen, die hij behaalt,
duur betalen. Bij Gornji-Dobrik verloor hij 2500
man en maakte 3000 Turken gevangendaarna nam
hij Teleck in, dat hem ook vrij wat volks kostte al
maakte hij andermaal eenige Turksche bataljons ge
vangen. Door deze feiten is echter een groote stap
gedaan tot de volkomen insluiting van Plevna, dat
nu reeds van Sofia is afgesneden.
Chevket-pacha staat te Orhanie, zonder veel kans
om Plevna te kunnen naderenwant om dit te doen
zou hij de beide positiën die Gourkha veroverd heeft
moeten hernemen en dezen zelf slaan, waartoe hij te
zwak schijnt te zijn.
Nu blijft aan Osman-pacha, voor 't geval hij een
poging wil doen om te ontsnappen, nog alleen de
weg noordwestwaarts op Widdin open; doch ook
deze kan door Gourkha ernstig worden bedreigd.
Vermoedelijk evenwel zal Osman-pacha niet trachten
uit Plevna te vluchten. Als hij nog proviand genoeg
heeft zal hij ook veel grooter dienst aan zijn heer
kunnen bewijzen met binnen Plevna stand te houden.
Aan de Lom hebben de Russen een verkenning
gedaan die hun 4 officieren en 300 man heeft gekost,
doch althans deze vrucht moet hebben opgeleverd
dat men nu wel weten zal waar de vijand staat. Dit
schijnt te zijn tusschen Raschgrad en Roetschoeck,
dus in de oude stellingen.
Verrassend luidt het bericht dat generaal Zimmer
man uit de Dobroedscha eindelijk zoover westwaarts
is opgerukt, dat hij Silistria bedreigt. Daar hij een
talrijken belegeringstrein met zich voert twijfelt men niet
of hij heeft een beleg van Silistria in den zin.
Misschien staat hiermede in verband dat Soeleiman-
pacha naar Raschgrad, mogelijk wel nog verder oost
waarts is vertrokken om daar de troepen te inspecteeren.
1 Nov.
Dat generaal Zimmerman uit de Dobroedscha west-
.waarts opkomt wordt ook van Turksche kant bevestigd.
Hakki-pacha, die te Telech gestaan heeft, is door
generaal Gourkha overhoop geworpen en uit elkander
gejaagd.
Het bombardement van Kars is hervat.
De Roemeniërs onder kolonel Slaviceanu hebben
uit Corabia een verkenning gedaan en een Turksche
redoute bij Vadin genomen en bezet.
Het garnizoen van Konstantinopel wordt naar het
oorlogstoouel gezondende dienst in de stad zal
worden waargenomen door de burgergarde.
Nu de Turken tegenspoed gaan krijgen, beginnen
zij ook weder te klagen over de wreedheden der Bul
garen ten aanzien der krijgsgevangenen.
Ingezonden.
Tot een der grootste zegeningen van gezondheid,
geestkracht en een welmeenend hart behoort na lange
en welbestede jaren op zijn ouden dag terug te kunnen
zien op een levensbaan, waar vele goede herinneringen
stemmen tot opgeruimdheid en tevredenheid.
Er zijn weinig betrekkingen in de maatschappij,
die zulk een diepen blik in het menschelijk leven
gunnen, als het ambt van geneesheer. Vele menschen
nemen een Docter tot vertrouwde en in sommige
opzichten is dit noodzakelijk. De welwillende genees
heer komt dit vertrouwen te gemoet. Groote menschen
en kleine kinderen vinden zich dan ook meestal reeds
een weinig verlicht als zij bij ziekte den Docter bij hun
leger zien plaats hemen. Hij is dan raadsman, biecht
vader, bren.. 'gcora^n bemoediging en aldus op
zijne wijze voorstel vaife huisgezinnen, daar hij door
zijn verkregen mefischenkennis ook aikwijls in staat
is meer nut te stichten dan rechtstreeks als Docter
op zijn weg ligt.
En ofschoon het waar is, dat de geneesmeester in
onze meer ontwikkelde maatschappij niet dien mach
tigen invloed heeft, die zijn deel is onder de volken
op de lagere en laagste trappen van beschaving, zoo
is het niet tegen te spreken dat hel ambt van genees
heer tot de nuttigste behoort in de samenleving.
Bij de volken, die op de laagste trappen van be
schaving staan, is de geneesheer toovenaar, duivel
bezweerder, wonderdoener en wordt zijn geheele persoon
omgeven door een kring van geheimzinnigheid, waar
door de blikken van het volk niet doordringen en
ook niet doordringen willen. Men komt er in den
tegenwoordigen tijd een weinig van terug alles wat
den schijn heeft van bedriegerij dat daarvoor ook
maar dadelijk te houden. Men wordt bezadigder in
zijn oordeel en een goede vrucht daarvan is, dat
men hen, die onder zulke volken den moeielijken
plicht op zich hebben genomen het volk te leiden, en
er zijn er die dit met ernst doen, niet dadelijk ver
oordeelt.
Bij het toenemen der beschaving is de priester en
geneesmeester een gewoonlijk, en zelfs in onze Oost-
Indische bezittingen kan menig Europeaan met dank
baarheid getuigen, dat hij zijn gezondheid, ja zijn
leven te danken heeft aan wat men platweg een
toovenaar noemt, maar wat dikwijls een man is die
in bepaalde richting met betrekkelijk veel kennis is
toegerust, al brengt hij die een weinig zonderling
aan den man.
In onze meer beschaafde maatschappij is al die
geheimzinnigheid, in andere toestanden noodig om
vertrouwen in te boezemen, nutteloos. De geneesheer
geniet achting en genegenheid in onze maatschappij,
als hij zich des menschen vriend toont, waartoe zijn
ambt hem allereerst geschikt maakt. En zulk een
man is de Docter, wiens naam aan het hoofd staat
van dit opstel.
Den 3 Nov. wordt het vijftig jaar, dat Dr. Goe-
mans zijn doctoraal en eenige jaren later zijn chirur-
gicaal examen deed, daarmede het laatste dat voor
de uitoefening der Medische practijk in uitgebreiden
zin noodig was.
Den 19 daarop werd de practijk te dezer stede
begonnen en op eene gelukkige wijze voortgezet tot
voor eenige jaren jongere krachten een deel daarvan,
namelijk de buiten-practijk, overnamen.
En aldus zal op genoemden datum een tijdvak
eindigen van weldadige werkzaamheid, waarvan hon
derden de gevolgen in hun voordeel ondervonden.
Voorwaar een geluk, dat weinigen mag te beurt
vallenDe oude Docter heeft het ten volle verdiend
door zijn welwillend en goed hart, door zijn trouwe
zorg voor zijn patiënten, door de vele moeiten, die
hij zich ter wille van zijn zieken heeft moeten ge
troosten.
Heeft Dr. Goemans een in veel opzichten gelukkig
leven gehad, ook voor hem zijn de inoeielijke dagen
niet uitgebleven. Ziekten, onophoudelijke inspanning,
tochten bij nacht en ontijden hebben veel geestkracht
en een sterke gezondheid gevorderd. Maar ondanks
dat alles is de jubilaris nog wat wij noemen een kras
man. Wij hopen, dat hij dit nog lang zal blijven.
Vele gezonden zoowel als zieken stellen de toespraak,
het gezond oordeel, den welmeenenden raad nog op
prijs, die hij geeft als geneesheer en als mensch.
Zijn deelneming in wat er omgaat in zijn omgeving
en daarbuiten, in hetgeen betrekking heeft op de
Medische wetenschap en op de groote maatschappij
doen ons de verwachting koesteren, dat zijne levens-