ZIERIKZEESCI1E COURANT. voor het arrondis- semeiit Zierikec. 1877. No. 78. Woensdag 3 October. 80ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD MAATSCHAPPELIJKE DEUGDEN. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post I,- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Gehoor te en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 26 cl. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LA HEKMAN. Kamer van Koophandel en Fabrieken te Zierikzee. Als vervolg op de aankondiging van 27 Sept. 1.1., wordt ter kennis van belangstellenden gebracht, dat nog is ingekomen en bij den bode H. DE VOS (Raadhuis) ter visie gelegd Eene missive van Zr. Ms. Minister-resident te Konstantinopel, met berichten der Consuls te Aleppo, Alexandrie, Caïro, Messina en Tarsus, Hhodus, Rodonto en Varna, nopens de alizarine, meekrap en garancine. De. Kamer voornoemd, H. G. M.ULOCK HOUWER, Voorzitter. PILAAR, Secretaris. Karakter. In langen tijd hebben we niets gedaan aan de voortzetting van de eens door ons aange vangen reeks van stukjes onder bovengenoemden titel. We zullen er bij deze weder mede voortgaan. Karakter. Ziedaar een der mooiste laat ons 't wat sierlijker uitdrukken een der be wonderenswaardigste deugden in de maatschappij maar in ééneu adem voegen we er bij dat zij ook een der duurste is. Zij mag met recht in de rei der maatschappelijke deugden als een artikel van weelde worden aangemerkt, als iets dat iemand zich wel kan veroorloven die in goeden doen zit, doch dat wel eens, even als dit met alle artikelen van weelde 't geval is, voor dengenen die er maar op toe leeft, tot kwade uitkomsten voert. Karakter te hebben is zoo bezwaarlijk niet ieder heeft 't; wie zou zich voor karakterloos willen laten doorgaan Maar zijn karakter onder alle omstandigheden te bewaren, daarop komt het aan. En omdat dit zoo verbazend ,nioeilijk is en dientengevolge zoo zelden voor komt, daarom zeiden we dat karakter een maat schappelijke deugd is, die duur uitkomt voor haar bezitter. Het valt wel eens gemakkelijker equipage te houden, dan zijn karakter in moeielijke om standigheden te bewaren. We peinsden daar over nog dezer dagen, toen dat geval met dr. Cosijn ruchtbaar werd, en met zeker gevoel van onaangenaamheid verzuchtten we bij ons zeivenhoe moeilijk is 't toch een man van karakter te wezen, en hoe naar is 't toch dat het in de wereld zoo bezwaarlijk valt zijn ka rakter te handhaven, als de nood aan den man komt! 't Is lichter dat een kemel gaat door een naaldenoog, dan dat een man, die niet totaal onafhankelijk is, zijn karakter bewaart onder alle aanvechtingen onzer lieve maatschappij, die zoo veel prijs op eminente mannen stelt, dat zij ze haast dood zou drukken in den strijd om ze te bezitten. Immers, zie dat geval eens goed aan. De heer Cosijn, die geen professor maar wel een uitstekend geleerde is, wil wel professor wezen. Natuurlijk. Amsterdam biedt hem een leerstoel aan in het Hollandsch en curieus genoeg - ook in 't oud-Germaansch. (Men zou zoo zeggen dat het nieuw-Dermaansch ons Hol landsch is en dat dus 't oud-Germaansch bij het Hollandsch behoort, doch dit tusschen haakjes en voor rekening der Amsterdamsche vaderen). Er steekt hoegenaamd niets in dat de heer Cosijn nu ook wel ooren heeft om te luisteren naai de roepstem uit de Amstelstad, die er tegen woordig in zoo menig opzicht met nieuwen, verjongden lust op toe gaat leven. Maar te Leiden wil de regeering ook een hoogleeraar in 't Hollandsch, die niemand anders zijn kan dan de lieer Cosijn, zoodat in wetenschappelijken zin van dezen lieer gezegd moet worden dat hij wel bemind vleescli heeft. Volgens de wet van vraag en aanbod zou de zaak uu vrij eenvoudig geweest zijn. Amster dam vroeg en bood zóóveelde Minister vroeg ook eu bood zóóveel en wie 't meeste bood moest hem krijgen. Maar Amsterdam had zijn stekken gestoken, het had den heer Cosijn be paald afgevraagd of hij den leerstoel aldaar zou aanvaarden en de heer Cosijn had gezegd: ja zeker. Nu is de Amsterdamsche Universiteit nog onmondigzij mag wel hoogleeraren op zoeken en voorloopig benoemen, maar die ~be- noeming beduidt niets als zij niet door Z. M. wordt goedgekeurd, 't geen in casu zooveel zeggen wil als dat de Minister van Binneu- landsehe Zaken die goedkeuring moet geven. Wat gebeurt nu'? De benoeming van den heer Cosijn wordt niet goedgekeurd, daarentegen wordt deze geleerde, als ware hij eeu willeloos voorwerp dat alleen begeerlijk is om zekere eigenschappen, buiten zijn weten of willen en tegen zijn zin en uitgedrukte bedoeling benoemd tot professor te Leiden. Er wordt dus door de feiten tot hem gezegdgij zult professor zijn, doch niet te Amsterdam maar te Leiden, en niet ook in 't oud-Germaansch, maar alleen in 't Hollandsch. Volgt verrassing, verbazing, protest van den betrokkene. Hij trekt naar den Haag om in de wolken van den Olympus de uitspraak van Zeus nog eens onderscheidenlijk en wel te hooren. En, ja wel, 't is zoo en 't blijft zoo: professor te Leiden en niet te Amsterdam. Eu nil is het gemakkelijker gezegd dan ge daan wees een man van karakter en houd u bij uw eens gedane toezegging aan Amsterdam. Het is nu niet meer het dilerana: professor te Amsterdam of te Leidenmaar professor te Leiden of geen professor. De Amsterdamsche heei-en hebben goed praten als zij schrijven en telegrafeeren dat zij de gevolgen voor hun re kening nemenzij kunnen toch geen professors- zetel bezetten en dat „voor hun rekening nemen" beteekent met het oog op 't wettelijke staartje van Ged. Staten, Commissaris des Konings, Ministers enz. enz. enz. ook niet bijster veel. Waar moet nu het karakter blijven Dit is zeker, dat voor iemand die volkomen zelfstandig en totaal onafhankelijk is, karakter te bewaren zoo zwaar niet valtdoch zoo iemand zal vermoedelijk geen professor willen wezen noch te Amsterdam noch te Leidenals zoo iemand zich zelf gedraagt als professor in partibus infedelium en voor de wetenschap leeft, dan heeft hij meer dan ieder ander professor kan wensclien. En dit is ook zeker, dat wie zijn karakter in alle omstandigheden bewaren wil, en uiet volkomen onafhankelijk is, eên martelaar wordt voor de maatschappelijke deugd van karakter. Rest nog de vraag: wanneer iemand dat martelaarschap met volkomen verzekerde con sciëntie en want dit telt ook mee met eenig nut voor zich zelf en anderen dient te aanvaarden? Dit nu komt ons voor een conscien- tie-vraag te zijn, over welke wij niet durven beslissen. De slotsom van ons praatje moet altoos deze zijnKarakter als maatschappelijke deugd is schoon, maar uiterst kostbaarzij is wellicht vooral daarom hoogst zeldzaam en zal dit voorloopig nog wel een poosje blijven. Destemeer verdient zij daarom onzen eerbied en onze bewondering waar en wanneer zij zich vertoont, 't zij in de laagte of in de hoogte der maatschappelijke kringen. Wie zijn ka rakter weet te handhaven tegenover misbruik van macht of gezag, tegenover bespotting of verguizing is onzen eerbied waardig, hij moge dan de overwinning behalen voor het beginsel waarvoor hij staat en meent te moeten blijven staan, of martelaar-worden. Het voorbeeld van zulke martelaren zal ook op den duur andere mannen van karakter kweeken. Binnenland. Zierikzee, 2 Oct. Wij behoeven niet meer als nieuws te melden dat de gezamenlijke Ministers aan Z. M. den Koning hun ontslag hebben gevraagd. De vraagt dringt zich als van zelf op: wat zal er nu gebeuren? Met zekerheid valt dit nog niet te zeggen. Aftreding van het Kabinet, met uitzondering van de beide //Utiliteiten" Oorlog en Marine, wordt voorzien, doch is niet bepaald noodzakelijk. De heer Heemskerk heeft al eens getoond het middel der ontbinding te kennen; dat zou nu ook kunnen aangewend worden. Het is echter wel wat onwaarschijnlijk dat het daartoe zal komen. Ook van een vernieuwde poging om het Kabinet door Koninklijke handhaving te doen aan blijven, zal vermoedelijk wel niets komen. Dus een Kabinet Kappeijne? Misschien; liet zal in elk geval spoedig blijken. Zoo men zich herinnert gingen er terstond na het overlijden van wijlen li. M. Koningin Sofia stemmen op, ten einde de natie op te wekken tot het stichten van een monument om haar nagedachtenis ook op zichtbare wijze te vereeuwigen. Iemand te 's Hage begon zelfs met voorloopige bewijzen van deelneming te verzamelen, in het denkbeeld om een standbeeld te doen verrijzen. Het schijnt evenwel dat in een plaats als de residentie het er niet alleen, op aankomt wat men wil en of men dat ernstig wil, maar ook wie 't wil, althans wie liet initiatief neemt. Hoe dit zij, T denkbeeld van een standbeeld, of schoon voor de band liggende en vast door zeer velen met sympathie begroet, werd doodgedaan en daaren tegen trad een comité op dat zich voorstelde II. Ms. nagedachtenis niet beter te kunnen eeren dan door het stichten van een //kinderziekenhuis". Thans vinden we in de Staats-courant eên oproeping aan het Neder- landsche Volk, gedagteekend den 27 September, om te komen tot de verwezenlijking van liet plan voor zoodanig liefdadig gesticht. We vertrouwen dat de stichting er wel komen zal. Van oudsher viel het scheppen van liefdadige stich tingen in den smaak der Hollanders. Tal van hofjes

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1877 | | pagina 1