/llltlk/IISIHI COURANT. voor liet arrondis- seiiieiil Zierü 1877. .No. 71. Zaterdag 8 September, 80ste jaargang. NIEUWS- en ADf BRTBNTIE-BLAÏ» LOUIS ADOLPHE THIERS. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maa.nden 1,Franco per post 1 Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, ile redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever 11. LAEiENMAN. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel HSfT" De Uitgever dezer Courant heeft om te gemoet te komen aau den wensch van eenige heeren handelaars en indus triëlen, een door hen ontworpen adres aan den Raad, in zake de Kamer van Koophandel en Fabrieken, aan zijn bureau ter lezing en onderteekening gelegd voor alle belangstellenden. Frankrijk heeft een zijner grootste burgers verloren. De wereld heeft een groot mail verloren. Thiers is dood. Groote mannen zijn als ver schijnselen aan den sterrenhemel: ze komen op, ze schitteren een wijle en wekken den tijdgenoot op, öf om ze te aanschouwen en in hen te ge- looven, öf om ze te verklaren en van hen en door hen te leeren. Dat is de invloed dien ze uitoefenen. En ze gaan om niet weder te keeren hierin van de hemelverschijnselen verschillende, want die keeren terug op hun tijd, doch ook hierin boven deze verheven, want bun berin- nering blijft leven met een krachtiger werking dan die der luchtverhevelingeuhun werken blijven na hen. Thiers is dood. Als groote mannen worden opgeroepen om heen te gaan en te verdwijnen van 't tooneel hunner werkzaamheid, dan ont staat er een leegte, waarvan men wanhoopt of ze wel weder aan te vullen zal zijn. Zoo gaarne zou meu heu houden, al was 't nog maar tot zóó lang, tot dit of dat zou volbracht, voltooid of afgeloopeu zijn. Ach, men zou deu dood thans haast ter verantwoording roepen, dat hij Thiers juist nn weg nam uit 't middeu van zijn volk, en hem niet al was 't nog maar drie maanden levens gelaten is, omJa, om wat? Maar is 't niet of ieder thans levendiger dan ooit gevoelt dat Frankrijks wel of wee en de rust en de vrede van Europa iu dit tijdsgewricht aan een zijden draad hangenWat wachtten niet velen nog veel van hem, van dien kleinen maar fieren grijsaard, aan vvien zijn Vaderland en Europa reeds zooveel verplicht zijn Thans heeft het onverantwoordelijk ministerie des doods dat alles afgesneden Nu zal zijn fonkelend oog geen ontzag'meer inboezemen aan de schijnheilige samenzweerders tegen de nationale vrijheid; nu zal zijn scherp en te gelijk wegsleepend woord geen kritiek meer uitoefenen op de naïeveu en oubekookten, die, wellicht ondanks zich zeiven, de werk tuigen zijn in de hand van lien die Frankrijk ten verderve strekken en de rust van Europa op 't spel zetten. Nu kan de natie niet meer kiezen tusschen Mac-Mahon, den man der avon turen, en hem dien zij liefhad, omdat zij weet hoeveel zij hem verplicht is, niet enkel sinds de meer clan veertig jaren dat hij een staatkundige rol gespeeld heeft, maar vooral sinds Frankrijks noodlottigste jaar, het jaar 1870! Misschien is 't echter thans nog de tijd niet voor al deze en dergelijke bespiegelingen. Laat ons hopen dat Frankrijks toekomst nog niet geheel en al zal te gronde gaan met zijn grootsten burger. Bepalen we ons voor heden bij een kort overzicht van zijn merkwaardig leven. Louis Adolphe Thiers werd den 16 April 1707 geboren te Marseille, in datzelfde warme zuiden waar ook Cfambetta's wieg heeft gestaan, en dat niet het slechtste deel van Frankrijk is, al heeft de machtspreuk l'étal eest moi en die andere ketterij La France est la banlieue de Paris nergens zoo weinig ingang gevonden als daar, en al was- 't van daar uit dat de Marseillaise als een koortsrilling door de natie en de halve wereld is gevaren. Zijn ouders waren arme lieden, zijn moeder afkomstig van een koopmans familie die't vroeger beter had gehad, zijn vader een eenvoudig ambachtsman. Als knaap toonde hij aanleg en groote gaven te bezitten. Bloedverwanten lieten hem het lyceum te Marseille bezoeken, of liever zij wisten voor hem een studiebeurs te verwerven. Op dezelfde wijs kon hij in 1815 overgaan naar de Universiteit te Aix. Hij stelde de verwachtingen niet te leur en legde schitterende examens af. Toch was hij geenszins een sehoolsche blokker. Hij studeerde in de rechten, en hij studeerde ernstig; maar zijn ongewone vlugheid stelde hem in staat om naast het corpus juris nog veel andere bronnen van kennis te raadplegen. Zijn akademievriend was een jongeling uit Aix, een gering volkskind als hij, de later zoo beroemde wijsgeer-historicus Framjois Auguste Mignet. Met dezen saruen werkte Thiers en met voorliefde bestudeerden de beide jongelieden het merkwaardige tijdperk dat heu had zien geboren worden en met hetwelk een nieuwe wereldorde was aangevangen: de groote revo lutie. Beiden schreven ze later een „Geschie denis der Franselie revolutie"; Thiers deed dit als radicaal van de practisclie daad, Mignet als radicaal van de philosophisclie gedachten, waaruit de revolutie was voortgekomen. Na de voltooiing zijner studiën ging Thiers naar Darijs. Hij deed dit echter niet vóór bij in Aix ervaren had dat een profeet in zijn land niet geëerd is. Want, even als dit met Mignet geschiedde, zijn début als advokaat te Aix baarde wel opzien, doch de kleingeestigheid en de krachtig opgestoken aristocratische geest der restauratie zou beide geesten verstikt en dood verklaard hebben, zoo ze zich daaraan niet hadden onttrokken. Hij ging dan ook met Mignet naar Parijs, en 't gelukte beiden al dra een plaats te vinden in de journalistiek. Mignet werd later professor. Thiers bleef ook geleerde, steeds levende voor de studiemaar zijn weg liep weldra geheel uit op 't terrein der staatkunde, waar hij zijn weg vond. Zijn krachtige en stoute polemiek iu de Constitulionnel destijds het voornaamste orgaan der liberalen, trok spoedig de algemeene aandacht. Zijn naam als staatkundige en geschiedschrijver vestigde hij reeds in 1823 met de uitgave zijner Ilistoire de la Revolution Franchise, die van 1823 tot 1827 in zes deelen uitkwam. Mignet behan delde hetzelfde onderwerp, en diens werk, ook een „Geschiedenis der Fransche Revolutie", kwam in 1825 uit. Terwijl Mignets veel wijsgeeriger werk hem vestigde als geleerde, baande Thiers' veel meer practisch boek dezen den weg naar het Parlement. In 1830 stichtte hij met Oarrel de National en kreeg hij, ondanks zijn jeugdigen leeftijd, een overwegenden invloed op den gang der ge beurtenissen. Thiers wvas voornamelijk de man, die Louis Philippe op den troon hielp. Hij werd dan ook onder dezen koning al spoedig geroepen tot de hoogste staatsambten. Ilij werd staatsraad en secretaris generaal, vervolgens tweede staats secretaris aan het ministerie van financiën. De stad Aix koos hem tot lid iu de kamer van afgevaardigden. In 1832 riep Louis Philippe hem als minister van binnenlandsche zaken, welke portefeuille hij later ruilde met die van koophandel en openbare werken, om haar iu 1834 weder te hernemen. In Februari 1836 werd hij chef van liet kabinet en minister van buitenhindsclie zaken, doch slechts voor eenige maanden, daar hij in Augustus reeds moest af treden. In 1840 werd hij andermaal eerste minister, doch ook toen voor korten tijd, want reeds in October week hij voor de buitenlandsche vredes-politiek van deu koning. Thiers was van natuur en door zijn studie radicaal republikein. Hij had echter al spoedig na ziju optreden in de staatkundige wereld zooveel water in ziju wijn leereu doen, dat hij allengs de apostel en advokaat werd van de burgerlijke monarchie. Toch was hij nog veel te radicaal om 't te kunnen vinden niet de water- en melk-politiek van den roi bourgeois, zoodat hij na zijn aftreden in 1840 plaats nam op de banken der liberale oppositie. In 1848 echter schaarde hij zich weder onder de Orleanisten en toonde zich een oprecht be strijder van liet aanrukkende tweede keizerrijk, dat hij niet anders beschouwde dan als een carricatuur van het eerste, dat hij beschreven heeft in zijn groote werk, Histoire du Consulat el de l' Empire. (1845—1862, in 20 deelen). Geen wonder dat de man van den tweeden December Thiers liet gevangen nemen en hem liet land uitwierp. Dat was destijds het lot der edelsten van Frankrijks zonen. Ilij werd echter kort na zijn verbanning terug geroepen en hield zich toen een tijd lang schier uitsluitend bezig met zijn historische en économische studiën. Als vrucht van deze laatste luid hij trouwens reeds in September 1848 zijn merkwaardig boek De la Propriêlé in 't licht gegeven, een zeer levenswaardige studie zoowel over politiek als over staathuishoudkunde, een protest tegen de overdreven eisehen en de utopieën der communisten en socialisten, tegelijk een pleitrede voor het liberalisme. In 1863 koos Parijs liem in de kamer der afgevaardigden. Napoleons kracht was toen eigenlijk reeds gebroken, zoodat mannen van een reputatie als Thiers niet meer van het stnatstooneel of uit 't parlement te weren waren. Thiers stelde echter de verwachtingen der liberalen te leur. Was hij onder een Louis Philippe den monarclialen te radicaal, onder een Bonaparte was hij dezen schier te absoluut,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1877 | | pagina 1