ZIERIRZEÉSÜI1E COURANT.
voor het arrondis-
soment Zierikzeo.
1877. No. 70. Woensdag 5 September, 80ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
NOG EEN GEDENKDAG.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonden! op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AI) VERTEN TIEN:
Pet gewonen vegel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van I6 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 26 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever SI. LAKEIVMAN.
Voor eenige dagen vonden we in een blad
de opmerking gemaakt, dat tegenwoordig zoo
druk gedaan wordt aan bet vieren van feesten
op gedenkdagen, zoo nationale als plaatselijke
en particuliere. Het blad wees op bet schade
lijke dat gelegen is in de overdrijving op dit
stuk. We moeten 't daarin gelijk gevenalle
overdrijving is schadelijk, en wanneer er ergens
naar een voorwendsel gezocht wordt om een
pretje te hebben, zoodat de aan den dag gelegde
geestdrift en de gemaakte kosten, uitgelokte
verteringen en allerlei extra-uitgaven, waartoe
een feestvierende stad schier ongevoelig komt)
niet in verhouding staan tot de beteekeuis van
de eigenlijke aanleiding der feestviering, dan
kan men niet anders dan dit afkeuren.
Iets anders is 't echter als een volk toont lust
te gevoelen in 't vieren van de gedeukdagen
van gebeurtenissen of beroemde mannen van
het voorgeslacht. Dat is een goed teekcn.
Zulk een volk toont prijs te stellen op zijn ge
schiedenis en zijn nationaliteit.
En inderdaad onze tijdgenooten hebben nog
al eens aanleiding gehad om feesten aan te leggen
tot viering van gedenkwaardige herinnerings-
dagen uit onze geschiedenis. Sinds het natio-
naliteits-feest van 18131863 de rei opende,
gingen er weinige jaren om zonder een of
anderen min of meer populairen pelgrimstocht
in het verledene. Dat gaat zoo bij een volk
dat zoo zoetjes aan oud begint te worden, en,
zelf niet meer geroepen, naar 't schijnt, tot
groote daden noch tot het voortbrengen van
groote mannen, zoo. wat op zijn rente levende,
althans getuigenis wil afleggen van leven en
nationalen zin.
De volken repeteeren liun geschiedenis niet
het drama, de tragedie of het kluchtspel dat
zij spelen gaat voort zonder reprisesheeft een
volk een grootseha wordings-gesckiedeuis, een
belangwekkende jeugd vol kracht en groote
daden achter zich, die tijd keert niet weder.
De groote mannen ook, zij mogen leven in het
harts des volks, ze keeren niet meer terug.
Wèl 't volk dat dan nog zijn gedenkdagen
onderhoudt, al is zijn voortbestaan na een
onstuimige jeugd en krachtigen, ridderlijken,
mannelijken leeftijd, ook als van zelf inge
krompen tot een rustig en onbeduidend stil
leven.
Met deelneming en sympathie vernamen we
dezer dagen dat eenige keeren te Brouwers
haven, vorm gevende aan den uitgesproken
wensch van velen in die gemeente, het denk
beeld hebben opgevat den aanstaanden driehon
derdsten verjaardag van den geboortedag van
„Vader Cats" (10 November) door eenige
feestelijkheid op te luisteren.
Ziedaar een echt goed idée.
Zou 't verwezenlijkt kunnen worden?
Zonder twijfel durven we wel zeggen.
Immers, waar men van de eerste namen rept
uit het Nederlaudsche pantheon, daar wordt de
naam van „Vader Cats" zooal niet in den
eersten ademtocht dan toch als in éénen adem
daarmede genoemd.
Jacob Cats, Bronwersliaven's beroemdste zoon,
was een waarlijk groot man. Als dichter, ge
leerde, wijsgeer, staatsman, burger, staat hij
hoog aangeschreven onder de volkskinderen
waarop Nederland, zoolang 't Nederland is, met
recht trotsek mag wezen.
Als dichter moge hij al niet gelijk te stellen
zijn met den „Prins onzer dichteren", den
grooten Vondel, voor ons volk is hij van onge
lijk veel meer beteekeuis geweest dan deze.
Cats heeft geleefd en leeft nog in het hart zijns
volks, omdat hij gedai ht en gedicht heeft naar
't hart en als uit het hart van dat volk.
Waar leefde ooit een dichter, die uit het rijke
menschenleveu zooveel stofs wist te halen voor
zijn overdenkingen, bespiegeling-en, beelden en
lessen Wie beeft ooit zoo glansrijk bewezen
dat de bron van leering en levenswijsheid, die
uit dat menschenleven ontspruit, onuitputtelijk
is, als Vader Cats dit gedaan beeft?
Zijn niet zijn werken schier onnoemelijk veel
malen gedrukt en herdrukt in allerlei formaat,
en sinds meer dan twee eeuwen door, zoodat
de verspreiding er vr.i spreekwoordelijk is en
zelfs de vreemdeling, in zijn onwetendheid sma
lende op onze weinige geletterdheid, om die
bewering te staven van ons vertelt dat men
in elk Hollandscli huisgezin als bibliotheek vindt
een Statenbijbel en het „Boek van Vader Cats"
Ligt daarin niet een schoone lofspraak op den
man wien het gelukte zulke snaren te treffen
die na eeuwen nog trillen? Geen dichter kennen
we die zulk een enorme populariteit verwierf.
Het zou merkwaardig zijn en de moeite van
een wijsgeer loouen eens na te sporen welk
een krachtigen invloed Cats als zededichter op
't volk gehad heeft.
Maar 't is niet noodig en ons bestek gedoogt
niet Oats ais volksdichter, volksvriend, menscben-
kenner en leeraar naar verdienste te schetsen.
Ieder kent deze dingen. We behoeven voor
Vader Cats 't. recht op de hulde der nakomeling
schap niet te bepleiten.
Voor 't oogenblik bepalen we ons tot de
mededeeling dat het voornemen bestaat den
10 November 1877, 't derde eeuwjaar zijner
geboorte, feestelijk te vieren.
De wijze waarop dit geschieden zal en kan
is afhankelijk van de mate van deelnemingen
medewerking die de Commissie te Brouwers
haven zal ondervinden.
Deze Commissie bestaat uit de lieeren J. v. d.
Bent, J. M. Locker de Braijne, M. J. Adriani,
G. J. Sevenhuijsen en J. Lopse Hocke. De
zaak is dus in goede banden en wat de mede
werking en belangstelling betreft, daaraan zal
bet niet ontbreken.
Een volgenden keer komen we nog eens op
dit onderwerp terug.
Binnenland.
Ziertkzee, 4 Sept. Uit liet korte verslag van hel
verhandelde in de gemeenteraads-zitting van den 29
Augustus hebben de lezers vernomen dat door Burge
meester en Wethouders een voorstel gedaan is tot
//opheffing der Kamer van Koophandel en Fabrieken,
omdat de redenen, die tot de oprichting aanleiding
gaven, niet meer bestaan en de financiëele toestand
der gemeente gebiedt dat onuoodige kosten worden
vermeden".
Van onderscheidene zijden hebben wij vernomen dat
dit voorstel bij handelaren en industricelen zekere
verwondering of verrassing heeft teweeggebracht, en
we vernamen tevens zooveel opmerkingen omtrent het
minder wenschelijke van de aanneming van dit voor
stel, dat we meenen er in dit blad niet-over te moeten
zwijgen, gedachtig altoos aan ons program, n.l. dat
we ons wel met de bespreking ook van gemeente
belangen, doch juist niet'met kritiek van gemeente
bestuur of van geraeenteraads-handelingen willen
inlaten.
//In alle gemeenten, waar een min of meer belang
rijke handel gevonden wordt, zijn Kamers van Koop
handel en Fabrieken, die de belangen van den handel
en de nijverheid behartigen, en zoowel de hooge
regeering als de gemeente-besturen omtrent alle zaken,
die daarop betrekking hebben, adviseeren. Zij worden
geregeld door het Koninkl. Besluit van 9 Nov. 1851
{Staatsblad No. 142). De.leden worden gekozen uit
dc handelaren en fabrikanten, en rechtstreeks door
deze benoemd".
Dit lezen we in L. Ed. Lenting's //Schets van het
Nederlaudsche Staatsbestuur".
Terwijl we deze plaats nasloegen viel toevalling ons
oog op het motto dat het titelblad van dat werkje siert
//Wij zijn overtuigd, dat om Nederland en de grond
wettige monarchie te kunnen behouden, onze instel
lingen boven alles een andere en oneindig grootere
medewerking der burgerij, dan tot dusver, eischen",
een motto ontleend aan het //Verslag van de Commissie
ter herziening van de Grondwet in 1848".
Ziedaar in 'c kort het wezen en het doel der Kamers
van Koophandel en Fabrieken uitgedruktwij kunnen
't niet korter.
Waar handel en nijverheid is, daar is het wenschelijk
dat deze als 't ware een wettig orgaan hebben, waar
door zij hun belangen bij voorkomende gelegenheden
aan de regeering kunnen kenbaar maken en weder-
keerig aan de regeering gelegenheid verstrekken om
al die inlichtingen te bekomen, welke deze eventueel
mocht verlangen of noodig hebben. Heeft onze staats
inrichting over 't algemeen 't initiatief op elk gebied
van wetgeving of bestuur aan de staatslichamen en
hoogere en lagere regeerings-collegiën voorbehouden,
men heeft reeds vóór lang ingezien dat de eigenaardige
belangen van handel en industrie liefst willen be
hartigd wezen en best vertegenwoordigd worden door
mannen van den handel en der industrie. Het is
bekend van hoeveel gewicht en van hoeveel nut iti
vele opzichten de vroegere gildekamers waren, en
elders b.v. in Frankrijk de cliambres des Prevots, in
Engeland de verschillende Boards. Omdat geen regee
ring van staat, gewest of gemeente kan geacht worden
het monopolie der kennis van de economische toe
standen en belangen der burgers te bezitten, ja integen
deel dikwijls aanleiding kan ontstaan tot strijdigheid
van het doen en laten der regeering met de belangen
van handel en industrie, daarom is 'E zeer natuurlijk
dat handel en industrie op regelmatige wijze kunnen
worden gehoord en 't recht hebben zich te laten
liooren.
Trouwens dit behoeft wel geen betoog. Waar min
of meer handel is daar hebben K. v. Iv. en F. groot
nut. Zij kunnen dit al thans hebben als zij haar roeping
wel verslaan. Men weet dat dit hier en daar wel
eens te wenschen heeft overgelaten. Waar een regee-
rings-collegie de K. v. K. en F. beschouwt als een
blok aan 't been of als een lastige dwarskijker, of
wel, waar de K. v. K. en F. een soort van delegatie
is van de regeering //gezeten om te prijzen 't geen
de lieeren wijzen" en niet om voor de économische
belangen der burgerij op te komen, daar doet de