Burgerlijke Stand te Zierikzee.
met zijn levensmiddelen en munitie nog wel 14 dagen
in zijn stelling handhaven; doch volgens Turksche
berichten zou hij nu reeds in den Schipkn-pas op
gesloten en dus reddeloos verloren zijn.
Vreeselijk moet het lot zijn der Bulgaarsche bevol
king ten zuiden van den Balkan. Zij was grootendeels
in opstand gekomen tegen de Turken toen de Kussen
daar kwamen. Nu zijn daar de Turken de baas
weder en het laat zich denken dat er vreeselijk wraak
zal worden genomen.
Omtrent de plannen van het ltussische hoofdleger
dat bij Roetschoeck en Kaschgrad staat, verneemt men
wel niet veel stelligs, maar er wordt toch door corres
pondenten een en ander medegedeeld dat niet onwaar
schijnlijk is. Zoo zou o. a. het legercorps van Krüdener
zeer versterkt worden, deels met Koemeniërs, deels
met divisies van het hoofdleger en ook nog met al
wat maar versch uit Rusland aankomt; het legercorps
van den grootvorst-troonopvolger wordt van voor
Roetschoeck terug- en bij het hoofdleger getrokken
generaal Zimmerman zal Silistria in den steek laten
en zoo snel mogelijk naar het westen komen om zich
eveneens bij liet hoofdleger te voegen.
Met al deze toebereidselen voor een beslissenden
slag zullen naar men meent minstens een 14 dagen
heengaan. Wat zullen in dieti tusschentijd de Turken
doen Reeds is gemeld dat Osman-pacha en Mehemed-
Ali-pacha gereed zijn elkander om en bij Tirnova de
hand te reiken. Daartoe zou de eerste dan zijn sterke
positie bij Plevna moeten verlaten en de laatste zou
zich een weg moeten banen tusschen den voet van
den Balkan en het Russische hoofdleger door. Wij
zouden evenwel het nut van zulk eeu beweging niet
inzien. De Turken zijn wezenlijk veel sterker ais zij
den stand van hun legers laten gelijk die thans is,
daar immers reeds nu de Russen feitelijk tusschen
twee legers in staan. Meer nut zou Soeleiman-pacha
kunnen doen als het dezen gelukken mocht generaal
Gourkha geheel uit den Balkan te verjagen of wel
hein tot capitulatie te dwingen. Gelukte dit een of
ander, dan zou Soeleiman zich met Osman kunnen
vereenigen en dus met het Adrianopel-leger ten noorden
van den Balkan komen, waar zijn verschijning voor
de Russen geen kleinigheid zou zijn, daar deze dan
drie legers te weerstaan zouden hebben.
Git de berichten die van Berlijn en Weenen komen
valt wel niet heel veel licht te putten, maar toch wel
zooveel, dat men daar nog niet wanhoopt aan het
succes der Russen. Wel meende men te Berlijn ook
dat generaal Gourkha met ziju corps waarschijnlijk
verloren zou gaau.
Het driekeizers-verbond schijnt nog altoos werke
lijkheid te zijn. Heden of morgen zou Keizer Wilhelm
een samenkomst hebben met Keizer «fosef te Ischl.
Wat daar te verhandelen is? Wie kan 't zeggen!
Ondanks hun ontwijfelbaar succes zijn de Turken
nog geenszins gerust. Integendeel, en hieruit schijnt
te blijken dat de Porte niet veel moed op de over
winning van zijn zaak heeft. Ben groot gedeelte van
het leger uit Armenië wordt naar het Balkan-schier
eiland getrokken. Dit geldt vooreerst de geheele
expeditie van Soechoem-kalé, die zoo spoedig mogelijk
zal terugkeeren, denkelijk om te Yarna aan land
gezet te worden, of anders te Konstantinopel, van
waar zij is uitgegaan. De Soechoem-kalé-expeditie
wordt als mislukt beschouwd, daar de verwekte op
stand in den Kaukasus den Turken toch niet het
minste voordeel heeft opgeleverd en de 15 a 20000
man die daar op de kust geworpen zijn er niets
hoegenaamd kunnen uitvoeren. Dan zal verder Moekthar-
pacha 25 bataljons van zijn leger over Erzeroem en
Trebizonde afgeven, die almede naar Europa terug
gebracht zullen worden. Door deze verzwakking
wordt Moekthar dan verplicht tot het bewaren van
de defensieve houding, terwijl juist nu generaal Meli-
koff weder is opgerukt en de grenzen overgegaan.
Melikoff zou evenwel verstandiger doen met ook mam-
in zijn stelling te blijven, al was 't alleen om eerst
af te wachten wat er aan den Donati zal gebeuren.
Naar den kant van Montenegro hebben de Turksche
wapens ook weder eenig voordeel behaald. Den 4
heeft onder Nichsics een gevecht plaats gehad tusschen
de Herzegowiners onder Despotovic en de Turken.
Despotovic werd geslagen en genoodzaakt met 300
man op Oostenrijksch grondgebied de wijk te nemen,
waar hij en de zijnen ontwapend en geïnterneerd
werden.
Omtrent hetgeen er omgaat op de kast van de
Dobroedscha komen de meest tegenstrijdige berichten.
Uit Weenen is bericht dat de Russen voor de haven
van Kustenje torpedo's gelegd hebben om een moge
lijke nadering der Turksche vloot te beletten, en
tegelijkertijd komt uit Boecharest de tijding dat de
Turken Kustendje hebben bezet. Het een en 't ander
is trouwens al van even weinig belang.
Dezer dagen moet een Russisch oorlogsschip, de
z/Konstantijn", een bezoek in- den Bosporus gebracht
en even de plaats Chilia beschoten hebben. Die
vlugge adviesboot //Koustantiju" zwerft als een ware
avonturier over de zwarte zee rond. Nu is zij aan
den Sulina-mond, dan voor Batoem of Soechoem-kalé,
dan weder komt zij de kustbewoners van de Kritn
weder wat bemoedigen en nu is zij laatstelijk zelfs
tot bij Konstantinopel wezen bespieden.
}'an Hobart-pacha, den Turkschen admiraal, werd
in verscheidene weken niets vernomen. Voor eenige
dagen echter kwam hij onverwachts aan de kusten
van Abchasie opdagen om daar een Russisch forlje
plat te schieten en nu weet men zeker dat hij bij
Soechoem-kalé is, eerstens om diegenen der Kauka-
sische bergbewoners die liet meest gecompromitteerd
zijn in den opstand tegen de Russen aan boord te
nemen en ergens in Analolie aan wal te zetten, en
ten tweede om de geheele Soechoem-kalé-expeditie
weder in veiligheid te stellen.
Van de strijdlustige Grieken hoort men heden niets.
Men denkt dat zij nog vooreerst geen deel in den
strijd zullen nemen. Als de Russen over den Donau
terug moeten gaan, dan zou de bemoeiing der Grieken
ook al zper weinig baten.
Uit Konstantinopel werd gisteren gemeld dat de
Porte al de ambtenaren op half tractement heeft ge
steld. Wij vermoeden dal een groot aantal dier
ambtenaren met dezen maatregel zeer in hun schik
zullen zijn. Nn krijgen ze dan toch nog 50%, wie
weet hoe lang ze al niets getrokken hebben
Dat het oorlogsgerucht der Engelschen slechts een
loos alarm geweest is, blijkt thans ten volle. Van
die laatst vermelde zending van nog 3000 man naar
Maltha is zelfs volgens de groote Eogelsche bladen
niets" aan. Het bericht van gisteren, n.l. dat er door
het Ministerie van Oorlog particuliere scheepsgelegen
heid gezocht werd voor het transport van 500 ton
bommen (//mei" bommen luidde het telegram volgens
sommige kranten!) zal ook wel een canard zijn. Trou
wens om een bagatel van 500,000 kilo ijzer over te
brengen behoeft men in Engeland toch waarlijk zoo
veel omslag niet te maken.
9 Augs.
Alles doet veronderstellen dat binnen eenige dagen
een wellicht beslissende strijd te wachten is. Het
Russische hoofdkwartier is van Bjela verplaatst naar
een punt in de richting van het bruggenhoofd van
Sistowa. Het is niet onwaarschijnlijk dat de Czaar
alvorens de partij op te geven en over den Donau
terug te gaan, nog een laatsten slag wil wagen in den
omtrek van Sistowa of Tirnova.
Op alle punten door onbekwame handen geleid, zou
dan de veldtocht al heel roemloos eindigen, bijaldien
het den Turken gelukte hun tegenpartij te slaan.
Maar nog altoos is er zooveel in de omstandig
heden van dezen veldtocht dat onopgehelderd is, dat
het ook zeer wel zijn kan dat alles geheel anders uit
loopt. Vooreerst is het maar niet duidelijk wat er
eigenlijk is van liet zoogenoemde Schoemla-leger der
Turken. Terwijl de beweging der Russen en hun
troepenopliooping in de richting van Rascbgrad be
nevens vele berichten deden vermoeden dat daar de
hoofdmacht der Turken stond, eerst onder Abdoel-
Kerim, later onder Mehemed-Ali-pacba, zou men nu
moeten zeggen dat dit alles maar schijn is geweest
en dat de hoofdmacht veeleer te zoeken zou zijn in
het leger van Osman-pacha, Men meldt zelfs in
telegrammen van correspondenten van Turksche zijde,
dat Mehemed-Ali-pacha niet meer dan 25 bataljons
jonge infanterie bij zich heeft. Mocht dit waar zijn,
dan' zou daaruit blijken dat de opstelling van het
Turksche leger geheel anders is geweest dau men tot
heden gemeend heeft. De hoofdmacht der Turken
zou dan gestaan hebben veel meer westwaarts, dan
ook de Russen hebben vermoed en wel achter Widdin
en Nicopolis. Oostwaarts schijnen dan de Turken
zich hoofdzakelijk verlaten te hebben op de vestingen
Roetschoeck, Silistria, Schoemla en Varna met de
daarin gelegde sterke garnizoenen.
Van de tijdingen van heden zijn slechts twee van
eenig belang. De eerste is dat generaal Zimmerman,
die reeds zoo lang en van den beginne af totaal
nutteloos in de Dobroedscha is, met ziju leger den
Donau weder is overgegaan om door Roemenië te
Sistowa te komen, ten einde zich over de brug weder
op den rechter-oever te begeven en bij het hoofd
kwartier aan te sluiten. Hiermede sluit het bericht
dat het keizerlijk-Russisch hoofdkwartier der Russen
is teruggebracht tot dicht bij Sistowa. Het uitzicht
der Russen schijnt dus nu nog alleen dit te zijn dat
de Turken zich zullen laten verlokken een algemeenen
slag voor de Donau-brug aan te nemen. Doen zij dit,
dan geven zij den Russen nog één kans, ofschoon de
Russen ook reddeloos verloren zouden zijn als zij dien
slag niet wonnen. Als de Turken echter slim zijn,
dan nemen zij den slag niet aan, en in dat geval
heeft Rusland dezen veldtocht verloren en wordt de
oorlog niet hervat voor 't aanstaande voorjaar, zoo
niet een voor Rusland alles behalve vereerende vrede
aan den mislukten krijg een eind maakt.
De tweede tijding is over de Turken tegen de Grieken.
Een groot gedeelte van het leger van Adrianopel zou
tiaar Thessalie gezonden worden om den opstand in
die streken te dempen en eventueel de Grieken te
keeren. Hieruit laat zich afleiden dat de Turk er
vrij gerust op is, dat hij met Rusland zoo goed als
afgerekend heeft.
Of 't waar is, zal later blijken.
10 Augs.
Alsof de maat der rampen voor de Russen nog
niet vol genoeg is, wordt heden bericht dat een
zevental Russische kanonneerbooten vóór den Sulina-
mond van den Donau door Turksche pantserschepen
geslagen is. Een kanonneerboot strandde en drie of
vier werden in den grond geboord.
F r a n k r ij k.
Een der 363, Duvergier de Hauranne, heeft een
schrijven gericht tot de kiezers van het dep. Cher,
dat, naar het ons voorkomt, zelfs in deze periode
van verkiezingsgeschrijf opgemerkt verdient te worden.
//Nog korten tijd geleden," schrijft de voormalige
afgevaardigde, //leefdet gij rustig. Er heerschte orde,
de wetten werden geëerbiedigd, er bestond een ge-
wenschte overeenkomst tusschen de Regeering en het
land, de vrede was binnen en buiten verzekerd. Terwijl
Europa door het oorlogsgewoel werd verontrust, werd
Frankrijk, het vreedzame, werkzame, zichzelf beheer-
schende Frankrijk ten spijt van zijn rampen geacht,
ja bijna benijd door de andere natiën. De monarchale
partijen smeedden wel altijd haar plannen, maar ge deedt
haar zelfs de eer niet aan haar te vreezen. Ten spijt van
haar drijven waart ge in het bezit gekomen van goed
geregelde en vrije instellingen, die u voor omwente
lingen en avonturen moesten behoeden. Ge werdt
geregeerd door de door u vrijwillig gekozen vertegen
woordigers. Gij steldet in hen vertrouwen en ook in
de spreekwoordelijk geworden loyaliteit van het hoofd
van den Staat. Bovendien had het algemeen stemrecht
in het vorige jaar al te duidelijk gesproken, dan dat
zijn wil kon worden misverstaan. Toch is dit geschied.
De drijvers van de voormalige //Asserablée", de leiders
der monarchale en clericale intriges zij, die men
te Versailles de partij der hertogen noemde zij,
die vier jaar geleden den eerste onzer staatslieden,
den doorluchtigen Thiers deden vallen zij die het
koningsschap van Hendrik V trachten te herstellen
zij, die gisteren nog op hel wachtwoord van den
Paus de vrijheid van het land in gevaar brachten door
hun onvoorzichtig geschreeuw tegen Italië diezelfde
mannen wagen het nog eenmaal zich te verzetten
tegen den wil der natie. Bij de verkiezingen verslagen,
overwonnen in het Parlement, van alle kanten verstooten,
bracht hen geen parlementaire meerderheid zooals vier
jaar geleden, maar een paleis-intrige weer op het
kussen. Zij bepraatten den President der Republiek.
De laatste verkiezingen waren een vergissing, zeiden
zij; het land, van zijn dwaling teruggekomen, wenschte
boete te doen en de Maarschalk geloofde hen,
helaas."
En verder, na eeu kort overzicht van de bekende
gebeurtenissen van Mei: //Het staat aan u te zeggen,
of gij ons benoemd hebt om de Republiek te verraden
of te verdedigen; of wij als oproerige» en ontrouwe
vertegenwoordigers hebben gehandeld of als goede
burgers, als waarachtige conservatieven, vóór alles
bezorgd voor het heil van hun vaderlandof de laatste
verkiezingen logen en misleiding warenof Frankrijk
een volk is van kinderen, dat men morgen precies
het tegenovergestelde kan laten zeggen van hetgeen
het gisteren zeide. Het staat aan u den Maarschalk
te bewijzen, dat men hem heeft misleid. Binnen
drie maanden zal het algemeen stemrecht gesproken
hebben en dezen keer zal men wel naar die uitspraak
moeten luisteren. Dan zal Frankrijk weer tot zichzelf
komen, aan de intriges der partijen en de eerzucht
der vorsten het stilzwijgen opleggen en voortgaan
op den vreedzamen weg, dien de Republiek alleen
aauwijst."
K erknieuws.
Beroepen te Schore en Vlake ds. F. I. Ringeling,
te Bleskensgraaf.
Bedankt voor Roozenburg door ds. I. K. L. Th.
Koch te Scherpenisse.
Te Baarland verwacht men oppositie tegen het op
ds. A. Hage, pred. te Znidzande, uitgebracht beroep,
wegens veronderstelden ouwettigen toestand van den
kerkeraad.
Van 310 Augustus 1877.
Geboren:
Eene dochter van P. Lemson eu L. Biesheuvel.
Een zoon van J. G. de Zwarte en A. Heijboer.
Een zoon van J. L. Dulfer en L. Bartels.
Gehuwd:
H. G. Mulder, jm. en T. Enzlin, jd.
Overleden:
V. Reijnhont, oud 60 j., ongeh. d.
M. Laban, oud 5 ra., z.