ZIERIKZËMM COURANT. 1877. No. 61. Zaterdag 4 Augustus. 80ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD voor liet arrondis- sement Zierihee. Binnenland. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. 411e stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag- voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II, LAIiEMIAN. Zierikzee, 3 Aug. Naar wij vernemen zal de wed strijd in het schieten, voor de d.d. schutterijen in Zeeland, die deze maand alhier zou gehouden worden, niet doorgaan. Daarentegen zal de gewone jaarlijksche schietwedstrijd onzer d.d. schutterij ditmaal raeteenigen meerderen luister plaats hebben. Van wege de sociteit //Tot Nut en Genoegen" zou bij die gelegenheid o. a. een concert gegeven worden. Maandag morgen is de schietwedstrijd voor officieren en manschappen van d.d. schutterijen in N.-Brabant te Bergen op Zo om aangevangen. Reeds Zondag avond waren deelnemers aangekomen en feestelijk ontvangen, 's Avonds was er concert van dé kapel der iirfanterie. Het kamp was fraai verlicht, er werden luchtballons opgelaten en tot slot werd een vuurwerk afgestoken. Op den morgen dat de wetstrijd zou beginnen liet zich het weder eerst ongunstig aanziendoch het werd en bleef later op den dag allergunstigst. Er werd over 't algemeen uitmuntend goed geschoten. De le prijs voor kommandeerende officieren werd behaald door Maj. Van Doorn uit Tilburg; de Ie prijs voor officiereu door den 2e luitenant Sprengers uit Breda. Men schrijft uit Biervliet van 30 Juli: Gisteren avond werd te Driewegen besloten tot eene feestelijke inwijding van die aanzienlijke buurt. Daartoe hebben alle ingezetenen, rijk en arm, eene geldelijke bijdrage geschonken, zoodat een aantal prijzen kunnen aange kocht worden ten behoeve van de volksspelen, als; ringrijden, bollen, mastklimmen, tobbetjerijden en meer andere volksvermakelijkheden. Ook de medewer king van enkele harraoniegezelschappen, tot opluistering van 't feest is gevraagd geworden. Eere den hpere J. F. Calon voor zijne milde medewerkingMet nlge- meene stemmen werd hij dan ook tot president der feestcommissie verkozen, 't Feest zal Zondag 12 Au gustus plaats hebben. In de voornaamste sociteit der clericale partij te Roermond is een adres aan den Koning ter teekening gelegd, waarin de verplaatsing gevraagd wordt van zeker rechterlijk ambtenaar, zijnde deze om zijn hand having van de wet op de kerkgenootschappen een doorn in het oog van hen, die bij de laatste gemeen- teraads-verkiezingen de overwinning behaald hebben. Haarl. Ct. Een belangrijke overwinning is door de liberale partij te Breda behaald. De anti-clericale kand. voor den gemeenteraad, de heer Heylaerts, is met groote meerderheid van stemmen verkozen. Het hoofd van 'tBredaasch clericalisme, de voorzitter van den //Katho lieken Kring" aldaar, moest het onderspit delven. Ook te 's Hertogenbosch hebben de clericalen een gevoeligen slag geleden. De heeren rar. Eugène Tilraan en jhr» mr. Louis van Meeuwen, beiden liberale kan didaten voor den Gemeenteraad, zijn verkozen. Mejuffrouw M. Enderlé, geboren te Nijkerk, heeft den eersten prijs behaald bij den wedstrijd voor kamermuziek aan de koninklijke muziekschool te Brussel. Multapatior betoogt in het Hbl., dat een juiste kennis van den eigendom in alle vormen duidelijk aan het licht zou brengen hoe betrekkelijk weinig door het kapitaal, hoe betrekkelijk veei door den arbeid in de lasten van den staat wordt bijgedragen; ra. a. w. hoe zij, die veel bezitten, weinig in evenredigheid van hunne inkomsten aan belasting opbrengen, en hoe daarentegen zij, wier inkomen zeer beperkt is, buiten alle evenredigheid van dat bezit en van hun vaak schraal inkomen veel te veel aan 's Rijk schatkist op brengen. Het nationaal vermogen brengt veel te wei nig in de belasting op, in de eerste plaats is het gansclie kapitaal aan bezittingen in de doode hand zoo goed als aan alle medebetaling in de belastingen onttrokken. Het bezit enkel in grondeigendom, effecten en goederen in de doode hand zon ongetwijfeld 25 ja 30 millioen belasting kunnen bijdragen, terwijl het zulks thans slechts 10 millioen doet. Het bewijs, dat de midden- en mindere klassen het zwaarst onder den druk der belastingen gebukt gaan, is voor elk belasting middel afzonderlijk te leveren. Zoo heeft de heer Blussé in de Tweede Kamer medegedeeld, dat in Dordrecht iemand met een vermoedelijk inkomen van slechts f 475, aan de personeele belasting bijna 01/i pet. van zijn geheel inkomen opbracht, terwijl een ander, met een vermoedelijk inkomen van f 80,000 'sjanrs, slechts 1/80 pet, bijdroeg. Bij een andere ge legenheid werd in dezelfde Kamer bewezen, dat als een huisgezin met f 7000 inkomen 2 pet. van dat inkomen aan belastingen opbrengt, een ander met 700 inkomen daarin voor ruim 5 pet. bijdraagt. Men ver- gete daarbij niet, dat de ongefortuneerde meerderheid der bevolking liet minst partij kan trekken van de weldaden van het staatslevendat juist de velen, die de grootste som in 's rijks schatkist brengen, van alle aandeel in de mederegeering des lands zijn uitgesloten. En dit in een land, waar de individueele last dier belastingen grooter is dan in eenig ander land, waar hetzij reeds het algemeen stemrecht bestaat, of alle klassen der bevolking doör verkiezingen in trappen of op eenige andere wijze deel nemen aan het actieve staatsleven. Doch erger dan de hoegrootheid van de som, die per hoofd der bevolking in Nederland moet worden gedragen, is de onevenredige en onbillijke ver deeling van den belastingdruk. Wel is waar is de som, die door menig gefortuneerde aan belasting wordt op gebracht, som9 belangrijk. Maar, percentsgewijze in verhouding gebracht tot zijne inkomsten, is die som gering, terwijl een dergelijke veel lagere som, op de zelfde wijze in verband beschouwd met het inkomen van een ongefortuneerde, verbazend hoog en builen alle verhouding blijkt. Bovendien tegenover de groote geldelijke bijdrage, door I, 2 en 3 weihebbenden in 's Rijks schatkist gestort, staat die van 10, 20 en 30 onbemiddeldenzoodat, bij slot van rekening, de numerieke sterkte der laatsten veel meer de staatsfi nanciën stijft dan de kwantitatieve macht der eersten. Die numerieke meerderheid der ongefortuneerdeu komt aan de staatsfinanciën het meest ten goede in de op brengst der accijnsen, invoerrechten en sommige in directe belastingen, die onder den koopprijs der ver schillende levensbehoeften verscholen zijn en veel meer dan de helft van de geheele som der totale belasting opbrengst uitmaken, ongerekend dat die numerieke meerderheid nog het meest bijdraagt in de opbrengst der posterijen, rijkstelegrafen, staatsspoorwegen, staats loterij, enz. //En ziedaar waarom wij, die recht en billijkheid voorstaan en' gelijk recht voor alle ingeze tenen eischen, verlangen, dat men niet langer bazele en elkander naprate, dat de hoogere en gefortuneerde standen het grootste gedeelte der belastingen betalen, recht hebben op eene bijzondere vertegenwoordiging in 's lands bestuur, recht hebben, dat voor hunne be zittingen meer worde gedaan dan voor 't volk in het algemeen. Ziedaar waarom wij de instelling van eenen census in 's Rijks directe belastingen als eenige rechts titel voor kiesbevoegdheid onrechtvaardig noemen en niet aarzelen openlijk te verklaren, dat het verkregen bezit en het groot inkomen in Nederland voorrechten genieten, die met den geest van vrijheid en gelijkheid voor de wet lijnrecht in strijd zijn." V'au een //deskuudige" ontvangt de Nijfn. Nb. het volgende artikel: //Recht of billijkheid in zake St.-Agatha //Omtrent de zaak der goederen van het ket klooster van Sc.-Agatha, die zoo menigmalen werd op de baan gebracht en even dikwijls weer ter zijde geschoven, is dezer dagen een belangrijk nieuws vernomen. De gerechtelijke opzegging namelijk van de pacht tegen 1 Jan. 1878. De Gelderlander ziet in deze daad der regeering een smaad, den katholieken aangedaan, en vermeldt, dat de tijding reeds een zeer slechten indruk heeft gemaakt bij het land van Cuijk en elders. In derdaad, wanner het Ned. gouvernement bedoelde een deel zijner onderdanen te hoonen dan verdiende het, dat de gansclie bevolking hare verontwaardiging daar over liet hooren. Maar er is hier van iets anders sprake dan van recht, en wanneer de kruisheeren van St.-Agatha in hun recht worden aangetast, staat ook voor hen, evenals voor ieder burger, de weg open om het hooger op te zoeken 11 y a des juges d Berlin zei wel de molenaar van Sans-Souci, en wat zou den paters beletten een procedure te beginen tegen den staat? Toch wel hun onvermogen niet? De vraag in rechten is, of de bedoelde goederen staatseigendom zijn, ja of neen. Zoo ja dan is het toch nu waarlijk lang genoeg, dat er eene pachtsom van 1700 wordt betaald voor goederen, die minstens vier ton waard zijn, en eischt het financieel belang van den staat openbare verpachting of openbaren verkoop. Doch dit moeten de rechters dan uitmaken, en de Gelderlander zal er toch niet aan twijfelen, of er nog recht in Nederland is te krijgen. Hij moet op de rechtbanken wel te meer vertrouwen hebben, nu zulk een booswicht als Lenting daarin geen zitting meer heeft omdat de rechtbanken, waaronder het land van Cuijk ressorteert, zoowel als de nieuwe benoemingen daar eu elders, hem toch wel onverdacht zijn. Maar misschien heeft men in deze zaak meer met de billijkheid te doen, dan met het strikte recht. Zoo lange reeks van jaren reeds zijn die kloosterheeren in 't bezit van dit vette der aarde; en als hunne patronen traden immer, behalve de heilige Agatha, ook de prinsen en prinsessen van Oranje opWaarom hen nu gestoord? De schrijver van deze regelen voelt voor dit beroep op de billijkheid niets. Hij meent zich niet te bedriegen, wanneer hij zegt, dat althans de tegenwoordige bezittingen aanspraak op meewarigheid hebben verbeurd. Indien men nog te doen had met hunne onmiddellijke voorgangers, dan ware er wellicht nog eenige grond om de aloude tra- ditiën wat te ontzien. Maar thans niet meer. Zoo spreken wij, ons herinnerende een werkje: dat in 1864- is uitgekomen bij den uitgever van deze courant, en dat we nu nog eens herlazen//de ongelukkigen van het klooster St.-Agatha der Eerw. Kruisheeren aan de Maas, in oorzaak en gevolgen, door Particeps". De titel is leelijk, maar dat //Particeps" beteekent veel. Wij zien in dat boekje de ondervindingen be schreven van een deelgenoot. We zien met welke sluwheid de tegenwoordige bezitters zich hebben in gedrongen, oorspronkelijk wel Kruisheeren zijnde, maar niet Kruisheeren van St.-Agatha. De handelingen der broeders van IJden in zake van deze rijkdommen moet men volstrekt leeren kennen, als men zich met de kwestie van St.-Agatha bezig houdt, en daarom vestigen wij bij vernieuwing de aandacht onzer land- geuooten op dat geschrift. Hoe de //ongelukkigen", met name Particeps zelf, zulk eene verongelijking als hun is ten deel gevallen, en waarin zeer hooggeplaatste geestelijken de hand hadden kunnen rijmen met hunnen eerbied voor Rome; hoe zij toch weer willen bukken onder zulk eene macht met hare ineengrijpend rader werk, is ons onbegrijpelijk. Dit behoort tot die mys- terieuse zaken, waar een oningewijd Schr. in de Nijm. Nieuwsb., geen zicht op heeft. Wij zouden zeggen;

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1877 | | pagina 1