voor het arrondis- jiiikh. seaient Zieritee.
1877. No. 54.
Woensdag 11 Juli,
80ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
ZONDAGSVIERING.
Binnenland.
zierikzeesciie coinwr.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,—
Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag' voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKE.VMA1V.
Bij déze Courant behoort een Bijvoegselinhou
dende het vér slag der óp heden gehouden Raads
vergadering, hetwelk morgen zal worden verzohdèn,
iii.
In de derde plaats is in bet eerste artikel
de instandhouding van den Zondag aanbevolen
omdat de eerste dag der week zich eigenaardig
leent tot dag van uitspanning. Reeds in het
tweede gedeelte is hieromtrent een en ander
opgemerkt, laat ons daar nog een enkel woord
aan toevoegen.
Heeft de mensch behoefte aan rust en vrijheid,
zeer natuurlijk is ook de trek om de vrijheid
die de rusttijd oplevert onder meer ook te
wijden aan uitspanning. Nu valt er op het
stuk van volksuitspanning, of wil men uitspan
ningen voor het volk, vrij wat in het midden
te brengen. Vooreerst is het waar dat de
meer gegoeden en de rijken juist niet zoo in
't bijzonder deu Zondag noodig hebben om
ontspanning en uitspanning te zoeken of te
kunnen waarnemen, daar zij ook in de week
even goed, ja veel meer gelegenheid hebben
zich te ontspannen of gepaste vermakelijkheden
te genieten. Misschien is het daaraan te wijten
dat velen in de hoog aanzienlijke kringen de
hooge waarde van den Zondag als uitspanuings-
dag voor het volk niet zoo volmondig willen
erkennen. Aan den anderen kaut moet men
toegeven dat veel, wat men zoo al op Zondag
kan waarnemen, zoo des zomers als des winters,
in de kleine plaatsen zoowel als in groote,
weinig geschikt is om een hoogen dunk te
geven van den smaak des volks op het stuk
van uitspanning en vermaak. Wie kent niet
die walgelijke tooneelen van dolle dronkemans-
geruehten die op Zondag, vooral des avonds,
en tot laat in den nacht, hier en daar worden
vertoond en ten gehoore gebracht? Ik noem
dit niet ontheiliging van den Zondag, om de
eenvoudige redenen dat ik in den Zondag niets
heiligers zie dan in eiken anderen dag der week
het is ontheiliging van den menschenadel, het
is zelfverlaging van het volk. Dat het boven
dien een ergernis is voor die velen, die den
Zondag gebruiken voor stille afzondering en
godsdienstige overdenking en dat het storend
kan zijn voor hetgeen men noemt openbare
godsvereering,'behoeft niet opgemerkt te worden.
Evenmin zal het noodig zijn dat ik verklaar
zeer te wenschen dat ons volk in dit opzicht
anders en beter ware.
Het is echter nu eenmaal zoo: onze volks
klasse is wat ruw, zij is naar 't algemeen
oordeel van vreemdelingen ietwat gemeeu-
achtig, om geen leelijker woord te gebruiken.
Zou daarin echter geen verandering zijn te
brengen? Zeker, het gaat ontzettend moeielijk
de eenmaal heerschende volkszeden te veran
deren. En toch, als 't eens met ernst beproefd
werd, wie weet of er niet veel zou te doen zijn
dat op den duur goede indrukken achterliet.
Misschien is 't uit zeker pessimisme dat ik
zoo denk; maar ik schrijf de brutale uitspat
tingen van onze volksklasse op Zondag In
't algemeen op zoogenoemde heilige dagen ook
voor een deel daaraan toe, dat men de mensehen
zoo eeuwen door heêft willen dwingen tot sabbats-
viering op Zon- en feestdagen, zonder dat er
van de wezenlijkheid der behoefte daaraan zoo
bijzonder gebleken is. Een rustdag, een vrije
dag wil iedereen wel hebben; bij alle volkeren
vindt men die, maar waarom is den lieden
eeuw uit eeuw in wijsgemaakt, dat op Zon-en
feestdagen nagenoeg alles, behalve te kerkgaan,
zonde en boosheid is? Zoo is hij velen, die
toch niet zoo druk aan dat kerkgaan doen,
of zich daarvan zoo kort mogelijk afmaken,
doch die fatsoenlijk zijn, van lieverlede het
gebruik ontstaan den Zondagstijd door te
brengen in die soort van deftige, saaie lan
derige stijfheid en stokkerigheid die de buiten
landers ons Hollanders als iets typisch altoos
verwijten. Het mindere volkje nu bekommert
zich niet meer dan de rest om kerk of kluis, en
daar het zich de zorg voor het decorum ook
bitter weinig aantrekt, vermaakt het zich op
zijn wijze, dat is in den grond zeer onverma
kelijk op zichzelf en vrij hinderlijk en aanstoo-
telijk voor anderen.
Hofdijk's „Voorgeslacht" raadplegende, zou
men zeggen dat onze oude Germaansche Voor
ouders zich beter en onschuldiger wisten te
vermaken dan onze Christelijke tijdgenooten.
Zou dit niet te verbeteren zijn Mij dunkt
ja. Ik zie b.v. niet, in waarom niet op Zondag
muziekuitvoeringen voor het volk konden ge
geven worden, meer en algemeener dan dit
thans geschiedt. Men werpe hier niet tegen
dat hetgeen men in de week bij zoogenoemde
volksconcerten hoort en ziet hiertegen pleit.
Le ton fait la musique geldt ook hier, en onze
quasi-volkseoncerten zijn niet wat ik bedoel dat
ze zijn zullen.
Zoo is, om in onzen eigen kring te blijven,
een muziekuitvoering in Parklnst de bekende
zomerconeerten ook voor het publiek achter
de hekjes te genieten; maar zon een muziek
uitvoering in een fraaien muziektempel op ons
sehoone havenplein, en dan zonder hekjes of
andere afscheiding, wel zooveel aanleiding geven
tot hetgeen men wel eens in de wandeling' ziet
en dat minder „onschuldig vermaak" mag
heeten
Reeds de plaats waar een muziekuitvoering
gegeven wordt doet veel af. Zelfs de afschei
ding is nog zoo'n groot kwaad niet't geen
ieder zal toegeven die wel eens de Duukler-
concerten in het Haagsche bosch heeft bijge
woond, waar niet zelden duizenden mensehen
vereenigd zijn, alles toch fatsoenlijk toegaat
en niets gemeens u hindert, of het genot der
muziek bederft.
Dus muziek op Zondag. Natuurlijk niet onder
kerktijd; binnen besloten plaatsen voor hen die
dat verkiezen, maar voor „het volk" ook op
publieke plaatsen en gratis.
Verder denk ik aan andere onschuldige
uitspanningen op Zondag. Bloemen-tentoonstel-
lingen b.v. Waarom zou het getal bloemen
tentoonstellingen in den zomer niet vertienvou
digd, ja verhonderdvoudigd kunnen worden?
't Is waar, ais we op onze lokale omstandig
heden letten, we zouden zoo op eens niet weten,
waar hier de bloemen van daan moésten komen.
Doch dat is ook juist de kwaal. We hebben
hier geen bloemenmarkt, geen bloemkweeker,
zelfs niets dat op bloemenhandel gelijkt, ook
geen Floraliadoch waarom zou dit altoos zoo
moeten blijven'? En elders zijn de zaken ook
reeds anders en zijn bloemeu-tentoonstellingen
niet zoo onuitvoerbaar.
Nog eens tot de toonkunst teruggekeerd.
Waarom zijn bij ons zoo weinig volks-zangge-
zelschappen? Ons volk zingt niet; het brult,
loeit, schreeuwt, huilt, gilt. Noem het zoo
leelijk als ge wilt. Maar waarom doet het
volk zoo? omdat het niet zingen kan. Het
zou wel willen zingen, als het dit maar kon.
Mij dunkt dat het liever mooi zou zingen dan
leelijk brallen als het maar zingen kon. Zelfs
in het nachtelijk straatgezang der opgewonden
schare, kan men nu en dan een streven waar
nemen om het mooi te doen, al mislukt die
poging ook geregeld.
Dus het volk zingen geleerd en in een zang
oefening op Zondag geen kwaad gezien.
Zoo zouden we meer onschuldige uitspan
ningen kunnen optellen die op Zondag konden
waargenomen worden en die de volkszeden
meer zouden veredelen. Van het openstellen
van musea en allerlei wetenschappelijke ver
zamelingen of kabinetten spreek ik niet eens
ook dit moest meer algemeen op Zondag plaats
hebben.
Dan het tooneel. Wanneer tooneelvoorstel
lingen in de week onschuldig, ja veredelend
kannen wezen en dat kunnen ze zeker
dan kunnen ze dit op Zondag ook, en wat de
groote menigte betreft, is 't beter te achten dat
die den schouwburg bezoekt, als ze dit kan over
eenbrengen met de beurs, op Zondag, dan in
de week. Café's-ohantants keur ik onvoorwaar
delijk af; wanneer echter de wetgever die on-
Nederlandsehe instellingen op werkdagen ver
oorlooft te werken, kan hij ze dit dan wel op
Zondag verbieden?
Hoe 't zij, het is mijn meeuing dat de
Zondag zeer wel op gepaste wijze een dag van
uitspanning voor het volk zijn kan.
Slot volgt.
Zierikzee, 10 Juli. De Standaard heeft het druk
met te betoogen dat er achteruitzetting plaats heeft
van de anti-revolutionairen bij het begeven van open
bare ambten. Het blad vindt het o. a. niet goed dat
geen enkele der Inspecteurs van het lager onderwijs
van de anti-revolutionaire partij is, of liever dat de
Regeering die ambtenaren niet uit de anti-revolutio
nairen kiest. Niet onaardig waarlijkDr. Kuyper
zou wellicht een vrij kranig figuur maken als in
specteur van 't lager onderwijs. Wat zou de Standaard
zeggeu als de vossen eens gingen reclameeren dat de
jachtopzieners bij voorkeur uit het vossenras moesten
gekozen worden Zoo zouden ook b.v. de beambten
der Ned. Bank uit het gild der erkende zakkenrollers
kunnen genomen worden, op grond van het gelijk
recht voor al;len,