ZIËRIKZËËSCHË COËMJVT.
voor het arrondis-
seiuent Zicrikzee.
1877. No. 53. Zaterdag 7 Juli,
80ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
ZONDAGSVIERING.
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie m a a n den 1,Franco per post 1
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTE N TIEN
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1oregels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk ecji dag- voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAItEIVMAN.
li.
De Zondag verdient in eere gehouden te
worden niet enkel als rustdag, maar ook als
een dag aan de vrijheid gewijd, 'als vrije dag.
Voor den Engelschen burgerman en kleinen
ambtenaar is een „vrije dag" synoniem met
een „heiligen dag". De Zondag is bij hen niet
zoo bijzonder een dag der vrijheid, daar 't ge-
beele volk dan, ja, wel rust, omdat het moet
rusten, doch van eigenlijke vrijheid onder die
verplichte rust weinig gewaar wordt.
Vrijheid is een schoon woord. Wie heeft
niet vaak in zijn leven uitgeweid in den lof der
vrijheidwie verhoovaardigt zich niet op zijn
zucht voor en zijn dorst naar die edele vrijheid.
En tooh, wat is voor verreweg de meeste meu-
sehen, aanzienlijken en geringen, ouden en
jongen, dat sehoone woord anders dan een
aangenaam luidende klankIs niet onze geheele
zoo hoogvereerde vrijheid een illuzie of weinig-
meer dan dat? Zeker een van die illuziën, die
men niet missen wil, waaraan men blijft ge-
looven ook to midden van de drukste beslom
meringen van het vaak zoo koortsig drukke
levenzoo iets dat men waardeert en hoogschat
mogelijk alleen of grootendeels omdat men het
voornamelijk bij wijze van bespiegeling kent.
Niettemin al zijn vrijheid en banden on
afscheidelijk aan elkaar verknocht, toch is
de mate van vrijheid die de Zondag aan
de meesten onzer, elk in zijn kring, schenkt,
gauseh niet te versmaden; integendeel zij ver
dient als een kostelijk goed bewaard en verde
digd te worden tegen de eischen des levens en
onder de toevallen van den strijd om 't bestaan.
Hoe weldadig werkt niet het denkbeeld dat
na een week vol van arbeid en allerlei beslom
meringen en zorgen, een dag komt waarop de
menscli meer dan iu de week zich zelf zijn
kan, zich zelf mag toebehooren, een dag - al
zijn 't maar weinige uren soms- waarover
hij vrij te beschikken heeft, dien hij kan door
brengen in afzondering of in gezelschap, al
naar hij verkiest, waarop hij zich kan overgeven
aan eenig schuldeloos genot.
Te bejammeren is het wel dat nog zoo me
nige arme slaaf der omstandigheden ook dat
voorrecht missen moet van te kunnen zeggen
gelukkig, 't is Zondag, nu ben ik vrij, nu ben
ik mijn eigen meester; nu zal ik dit of dat
doen, hierheen of daarheen gaanik zal
uitgaan naar buiten in de sehoone natuur, waar
't zomer is en waar de vogelen zingen in bosch
en veldof welik zal dit of dat mooie boek
uitlezen, een vriend of kennis gaan bezoeken,
enz. enz. Ieder is 't bekend op hoe velerlei
wijzen men zoo in kinderlijken zin recht gelukkig
kan zijn in 't vooruitzicht van iets dat weinig
is op zich zelf, doch dat veel is, heel veel, voor
zooveel duizenden slaven en slaafjes van de
bestaande orde van zaken.
Natuurlijk veronderstel ik dat van de vrijheid
die de Zondag aanbrengt, een goed, een gepast
gebruik wordt gemaakt. Misbruik is altoos
verkeerd en dat ook de vrijheid van den Zon
dag misbruikt kan worden, is bekend genoeg.
Maar ik beschouw thans liever de lichtzijde,
en dan, als werkelijk de Zondagsvrijheid goed
gebruikt wordt, dan heeft zij hooge waarde.
Gelijk de rust verkwikking aanbrengt en
herstel van verbruikte krachten bewerkt na
den arbeid en de vermoeienissen der week, zoo
brengt ook de welbestede vrije tijd van den
Zondag nieuwe lust en kracht aan.
Waartoe de vrije tijd van den Zondag wordt
gebezigd is tamelijk onverschillig, mits het maar
zij tot iets onschuldigs, iets goeds, 't zij tot
uitspanning of tot die soort van inspanning die
ieder gaarne overheeft voor 't geen hij zijn lust,
zijn liefhebberij acht.
Eu die Zondagsvrijheid kan immers onschuldig
en onschadelijk worden gebruikt? Ik weet wel
dat er van die zwaarhoofden en beklemden van
gemoed zijn, die meenen dat de Zondag wel
een rustdag is, doch die aan die rust een vorm
geven die veel gelijkt op een soort van peni
tentie. Dat dit goed zou zijn, wil er bij mij
niet in, ofschoon ik ook om der lieve vrij-
heidswil moet toegeven dat wie er lust en
roeping toe gevoelt ook daarin vrij is, juist
omdat de Zondag een vrije dag is. Maar ik
voor mij zie er geen heil en hoegenaamd niets
braafs of vrooms in als iemand des Zondags
de weinige uren die hem nog overschieten vóór,
tusschen en na een vaak driemaal herhaalden
kerkgang, enkel en alleen slijt met stil te zitten,
de handen in den schoot, de oogen naar den
vloer en de gedachtenNu, wat kan een
menseh al met zijn gedachten doen, als hij zijn
handen, zijn voeten en zijn oogen niet durft
gebruiken uit vreeze van de devotie des Zon
dags te verstoren
Doch ik wil niemand oordeeleu. Wat ik maar
zeggen wil is dit, dat de Zondags-vrijheid
goed gebruikt een zegen voor een volk kan zijn.
Een wandeling naar buiten, een uitstapje, wat
geknutsel uit liefhebberij, wat prettig gelnier
zelfs, zie daar al te maal zaken waarom ik den
Zondag als vrijen dag koogelijk iu eere wensch
gehouden te zien.
ZIERIKZEE, 6 Juli 1 8 7 7.
Dinsdag avond is de zomerzitling der Prov. Staten
van Zeeland geopend door Jhr. Mr. W. Six, Commis
saris des Konings in de provincie, die in een korte,
doch warme rede het afsterven herdacht van H. M.
de Koningin.
Woensdag werden al de aftredende leden van het
collegie van Gedeputeerde Staten herkozen, zijnde de
heeren, v. d. Bilt, Fokker, Snouck Hurgronje, Buteux
en het buitengewoon lid de heer Yis.
Vrijdag zou de tweede zitting gehouden worden.
Iiet 4e Zuider-Zendingsfeesl is Woensdag onder
begunstiging van heerlijk weder gehouden. Naar men
verneemt was de toevloed van bezoekers veel minder
dan vroegere jaren. Zoowel elders als hier was dit
zeer merkbaar aan de mindere drukte bij vertrek en
aankomst der booten. Ook uit Middelburg wordt
bericht dat er weinig lieden naar Kloelinge ge
togen zijn.
Het feest te Middachten heeft nog al wat stoornis
van den regen gehad.
De Goesche Courant is met 1°. Juli in vergroot
formaat verschenen. Moge het een teeken zijn dat
de liberale beginselen in onze oude, goede doch siuds
tal van eeuwen weinig liberale zusterstad eenige
vordering maken.
Hoezeer de Vlissingers hun best doen om hun stad
vooruit te helpen kan o. a. daaruit blijken dat dezer
dagen een te Vlissingen zelf thuis behoorend schip bij
het binuenkomen een Vlissingschen loods afwees en
daarentegen later een Belgischen loods aannam. Klachten
dat Hollandsche schepen te Vlissingen binnenkomende
bij voorkeur Belgische loodsen nemen zijn algemeen.
Gesteund door een rijks-subsidie van f 24,000,
verdeeld over vijf jaren, zal de gemeenteraad van
Hulst thans overgaan tot restauratie van den verleden
jaar door den bliksem in brand gestoken en zeer be
schadigden toren. l)e heer Cuijpers, bouwmeester te
Amsterdam, zal met het ontwerpen der plans worden
belast. De toren zal in Gothischen stijl, in harmonie
met de kerk, worden hersteld.
In- den eersten van de //Brieven uit de Residentie/'
wordt iu het Zeeuiosch Dagbl. gesproken over den
Prins van Oranje en gezegd dat Z. K. H. thans weder
zijn hofhouding heeft georganiseerd en dus waar
schijnlijk wel in den Haag zal blijven. Gelijk haast
van zelf spreekt vangen ook nu de praaljes weder aan
over een huwelijks-combinatie. Men noemt zelfs een
dochter van den ex-koning van Hannover als de
Prinses waarop de aandacht zou gevestigd zijn.
Z. K. H. Prins Hendrik is Maandag middag te
Ems aangekomen, om een bezoek te brengen aan
den Duitschen Keizer aldaar; Keizer Wilhelm was
aan het spoorwegstation om den Prins te ontvaugen,
die zich des avonds naar Coblenz begaf om ook de
Duitsche Keizerin te bezoeken.
In de V. Rott. Court, wordt de aandacht gevestigd
op een misbruik van 't is moeielijk te zeggen van
wienmaar 't kortste is te zeggen van de regeering,
en daarin bestaande dat soms zoo schromelijk lang
getraineerd wordt met het vergelden, van declaration,
wegens ten dienste van het Rijk verstrekten arbeid
en gedane voorschotten. Het blad haalt o. a. aan
dat de examen-commissies voor 't middelbaar onder
wijs in de provinciën in den regel een jaar moeten
wachten op de uitbetaling van het hun toekomende
wegens reis- en verblijfkosten. De Geldersche com
missie van 1876 heeft nu nog niets ontvangen, die
van 1875 ontving eerst betaling op 30 Juli 1876.
In Zeeland gaat het goed, zegt de V. Rott. Ct. Niet
temin is het ook waar dat déclaratiën ten laste van
Justitie ook in Zeeland doorgaans vele maanden lang
op voldoening moeten wachten.
Mst de invordering der belastingen gaat het, en
terecht, niet alzoo.
Volgens de opgemaakte staten van het bureau.
//Veritas" te Parijs was de gezamenlijke sterkte der
koopvaardijvloot in 1876 5771 stoomschepen, metende
5,685,342 bruto en 3,748,529 netto tonnen inhoud,
alsmede 57,920 zeilschepen, metende 15,019,213 ton.
Op de ranglijst der zeevarende natiën staat Engeland
bovenaan met 20,265 schepen. Nederland is de twaalfde
in vang met 1143 schepen. De tijd is dus ver achter
ons dat Nederland kon beweren de eerste zeemogend
heid te zijn. In gemiddelde tonnen inhoud per schip
staat België bovenaan met 424 ton dan volgt Azië
met 400 en daarna Nederland met 399 ton. Wat
tonneu-inhoud per schip betreft is Engeland pas de
tiende in rang. Portugal heeft de kleinste schepen.
In deze opgave zijn alleen zeeschepen begrepen.