ZIERIKZEESCHE COURANT.
voor het arrondis-
seinent Zierihee.
1877. No. 50.
Woensdag 27 Juni.
80ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nominees 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
1'er gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 26 cl.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag- voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMA1V.
Diegenen, die zich met 1°. Juli op
deze Courant abonneeren, ontvangen de
vóór dien tijd verschijnende nommers gratis.
Zierikzee, 26 Juni. Toen we kort voor den
verkiezingsdag van 12 Juni j.l. uit de bladen ver
namen dat de lieer S. Gille Heringa door de ultramon-
tanen kandidaat was gesteld in het district Delft,
konden we onze oogen niet gelooven. Dat die heer
kandidaat kon zijn voor de Tweede Kamer in een
district waartoe ook Schiedam behoort kwam ons
zeer verklaarbaar voor, daar hij in die stad zoovele
oude- vrienden en kennissen heeft; maar dat zijn kan
didatuur uitgaan zou van de ultramontanen, wie kon
dat begrijpen We schortten ons oordeel op, ofschoon
we al dadelijk van harte wensc'hteu dat de heer G. H.
niet mocht slagen, zoo 't waar was dat hij zich aan
de ultramontanen had overgegeven.
I)e raadselachtige kandidaat heeft het gebracht tot
de herstemming, die dezer dagen zal plaats hebben
doch sedert den 12 Juni en iu .verband met een en
ander dat vooraf gegaan is, is er zooveel aan het
licht gekomen met betrekking tot deze kandidatuur,
dat wij thans zeer beslist den heer Gille Heringa
een nederlaag toewenschen zoo groot dat hij zelf er
van overtuigd wordt dat de Nederlandschs kiezers
nog besef hebben van 't geen kiezers-karakter en
gevoel van politieke eerlijkheid heet.
In de eerste plaats dient geconstateerd te worden
dat de heer Gille Heringa als antwoord op de uit
drukking van algemeene verbazing door zijn kandidatuur
verwekt, in liet Dagblad heeft beweerd dat //hem
door geen kies-vereeniging noch eenig katholiek .een
geloofsbelijdenis noch eenige verklaring zelfs, is ge
vraagd, veel minder" (dat men hem) //beloften heeft
laten doen of hem toezeggingen zijn afgeëischt".
"Verder heeft hij getracht het vreemde van 't geval
een kleur te geven door de veronderstelling op te
werpen dat men zooveel vertrouwen in hem heeft
gesteld op grond van een oude brochure van zijn
hand over de onderwijs-kwestie.
Hierbij moet in aanmerking genomen worden hetgeen
de Tijd den 8 Juni schreef: //Wij hebben nu echter
verklaringen van hem ontvangen, waaruit blijkt, dat
gelijkstelling van godsdienstig met het godsdienstloos
onderwijs, ook wat de geldelijke staatshulp aangaat,
door hem wordt voorgestaan en ondersteunen bijge
volg gaarne zijn kandidatuur".
Terwijl dus de heer Heringa zelf verklaarde niets
verklaard te hebben, verklapten zijn committenten dat
het met de hun gegeven verklaringen volkomen in
orde was.
In de Delftsche Courant heeft de heer Heringa,
na op de geconstateerde .tegenstrijdigheid gezwegen te
hebben, later beloofd ophelderingen te zullen geven
die ieder voldoen zoudendeze zijn evenwel niet
gekomen en eindelijk heeft hij verklaard dat hij niets
zou zeggen vóór de herstemming zal afgeloopen zijn.
De gevaren van het twijfelachtige dus wel beseffende,
blijft hij niettemin .zijn hoop bouwen op hetgeen tot
dusver aan den.ultramontaanschen kant gemachineerdis.
Opdertusscheu zijn langzamerhand algemeen de
oogen open gegaan. We vertrouwen dat zeer velen
in Holland aanvankelijk zullen gezegd hebben even
als wij: we zien het maar begrijpen het niet; doch
nu blijft er bij niemand meer twijfel over: de heer
Gille Heringa is wèl dei' ultramontanen kandidaat
•metzijii volle medeweten.
Zoo er iets was dat hem kon doen verongelukken
in het district Delft, waar anders de ultramontanen
nog al wat in te brengen hebben, het zou zeker zijn
zulk een totale miskenning van het politiek karakter.
Wij twijfelen nu geen oogenblik meer aan de over
winning van den heer Schagen van Leeuwen.
Om aap alles de kroon op te zetten wordt thans
in de N. Rolt. Court., de Delftsche Ct. en andere
bladen iu herinnering gebracht, dat de heer Heringa
in 1875 gepoogd heeft de kandidaat te worden der
gematigde liberalen te Zulfen, nadat hij daar vroeger
geijverd had voor den heer Dam, een volbloed liberaal
dat hij in 1876 gepoogd heeft de kandidaat te worden
der //ijverige protestanten." van het district Amersfoort;
dat hij eindelijk eenige maanden geleden te Tiel
heeft beproefd de stemmen te krijgen van de con
servatieven.
Wanneer dit alles nu bekend is en men weet dat
de heer Gille Heringa beurtelings bij alle partijen
heeft aangeklopt, dat hij 't geprobeerd heeft bij de
liberalen, bij de warme Protestanten, bij de conserva
tieven dan laat het zich verklaren dat hij ook in
staat is, ten laatste fce beproeven om door de ultra
montanen naar het Binnenhof geholpen te worden.
Staan de zaken pchter wezenlijk zoo en niet anders,
dan hebben we toch .wel zooveel vertrouwen in de
kiezers van het district Delft 't zij liberaal, con
servatief of anti-revolutionair dat we durven voor
spellen dat de heer Heringa daar fiasco zal maken
gelijk hij 'fc verdient.
Het Vaderland bevatte Maandag een advertentie
tot aanbeveling' der kandidatuur van den lieer Schagen
van Leeuwen, geteekend door meer dan 700 kiezers
van het district Delft.
De .begrooting der provinciale en huishoudelijke
inkomsten en uitgaven van de prov. Zeeland voor
't dienstjaar 1878 bedraagt in ontvang en uitgaaf
f 357,082,675.
Het Z. Dagbl. deelt mede dat tot //neutralisatie"
o. a. is voorgedragen de heer J. G. Vögler te Mid
delburg. Denkelijk bedoelt men naturalisatie.
Het oud-lid der Ged„ Staten van Zeeland, de heer
H. J. van Deinse te Middelburg, is op ruim 70-
jarigen ouderdom overleden.
In een relaas van den brand te ICapelle (Z.-Beveland)
in het Vaderland wordt o. a. gezegd //Alles is ver
brand, alleen de brandkast is naar buiten gebracht,
niettegenstaande de spoedig opgedaagde hulp der brand
spuiten van Schore, Kloetinge, 's Gravenpolder en
Goes".
Nu de dames ontzaglijk veel bloemen en bijna
geene hoede.n meer dragen, is het niet onbelangrijk
de aandacht te vestigen op eene Parijsche uitvinding,
die het practische met het schoone vereenigen zou.
Men ziet thans te Parij9 in de winkelkasten van
//opticiens" eu werktuigkundigen bloemen, die het
vveêr voorspellen. Is het mooi weer, dan is hun
kleur rood, doch wordt het slecht weer dan verandert
die kleur in blauw. Indien de dames dit soort van
bloemen gingen dragen, zouden zij menigeen de kosten
van een barometer en zichzelveu misschien een stortbui
op haar keurig zomertoilet besparen.
Brood bijna 1800 jaren oud. Wij deelden onzen
lezers vroeger het bericht mede, dat dit werkelijk in
Pompeji gevonden werd, en dat het wel oudbakken
maar overigens goed van smaak was. Men zal zich
herinneren, dat dit plaats had bij de uitgraving van
Pompeji, de stad in Italië, welke in het jaar 79 van
onze jaartelling door zand en steenen, welke de Vesuvius
uitwierp, eenige voeten diep begraven werd. Daardoor
geheel van de lucht afgesloten, wa9 het mogelijk, dat
het brood zoo lang goed bleef. Wij meenen onze
lezers geen ondienst te doen, met hen aangaande dat
brood en den oven, waarin het gebakken was, nog
eenige bijzonderheden mede te deelen. Die oven bestaat
uit twee deelen. Van voren is een vierkante ruimte,
waarin de verwarmde lucht gehouden wordt, en daar
achter een verwelfde ruimte. AUes is nog in goeden
staat; de aschbewaarder; de pijp, waardoor de rook
werd verwijderd met een evenzoo zinrijk als practisch
aangebrachte drievoudige leiding; twee ingemetselde
vaten van leem of potaarde, waarin het voor de brood
bereiding noodige water gevonden werd; rechts en
links de venstertjes, waardoor het deeg wordt inge
bracht en het brood in de koelruimte wordt neergelegd.
In die.n oven vond. de geleerde opzichter der uit
graving het brood nog in reien geplaatst. Op het
brood had men tweeërlei merk, op het eene stond
Siligo grani (uit larwenmeel), op het andere e cicera
-(uit erwtenmeel.) Gemiddeld wogen de brooden één
pond, er waren er echter ook bij van derde half. De
brooden waren rond, naar het midden vlak, met ver
heven rand en in acht vakken verdeeld, juist zooals
men ze nu nog in Sicilië maakt.
Inhoud van Ceres No. 16. De Nieuwe landbouw
door J. J. Mechi, (Vervolg.) Diepploegeu door
J. O. De zomerbemesting van weiland. Oorsprong
van de aardappelplant en haar invoering in Europa.
De Broccoli, een nieuwe groentesoort, door V. v. O.
Postelein, door V. v. O. Feuilleton over registratie
rechten enz. (Slot.) Over de hoedanigheid der
guano, welke tegenwoordig uit Peru wordt aange
voerd. Varia, Advertentiën enz.
Benoemingen, Besluiten, enz.
Z. M. heeft benoemd tot Rijksontvanger te Noordwelle
c. a. L. de Fouw, thans surnum. ter inspectie Mid
delburg; te Vlissingen G. M. A. Passtoors, thans te
Kerkrade.
Bij Kon. besluit is benoemd tot gezworen in het
- bestuur van het Nederlandsch gedeelte van den Willem-
Leopolds-polder, prov. Zeeland, P. Mabesoone; tot
lid in het bestuur der waterkeering van den calami-
teusen polder Hoofdplaat J. B. Temmerman.
Z. M. heeft benoemd tot ridder der Orde van de
Eikenkroon den heer W. L. Scheltus, sedert 25 jaar
secretaris der gemeente Amersfoort.
Z. M. heeft mr. C Th. Van Lijnden van Sanden-
burg, Minister vau Justitie, bevorderd tot ridder
grootkruis in de orde van den Nederlandschen Leeuw.
Z. M. de Koning heeft benoemd in de orde van
den Gouden Leeuw van Nassau tot ridder le klasse
Z. K. IL Prins Maurits van Oldenburg en Z. H.
den Hertog van Teek.
In de orde van de Eikekroon, tot groot-officier:
jhv. P. O. H. Gevaerts van Simonshnven, hofmaarschalk
van wijlen H. M. de Koningin; dr. C. W. Vinkhuizen,
lijfarts van Z. M. den Koning;
tot kommandeur: jhr. R. W. J. Van Pabst van
Bingerden, kamerheer bij wijlen PI. M. de Koningin
kapitein Paschkoff, adjudant van Z. K. H. Prins Peter
van Oldenburg; kapitein graaf van Schulenburg, hof
maarschalk van Z. K. PI. Prins Albrecht van Pruisen
tot officier: baron W. F. Van Reede van Oudtshoorn
en baron G. L. M. Taets van Amerongen van Natewisch,
kamerheer bij wijlen PI. M. de Koningin; dr. IP. J.
Vinkhuyzen, geneesheer en heelmeester bij het hof
van Z. M. den Koning; dr. T. IJ. Blom Coster,
geneesheer te 's Gravenhage; kapitein Von Kotze en
kapitein Von Jagow, adjudanten van Z. K. IJ. Prins
Albrecht van Pruisen; Prins Otto zu Sayn Wittgen-