ZIERIKZEESCHE COURANT.
voor het arrondis- sement Zierikzee.
1877. No. 46. Woensdag 13 Juni, 80ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
BRIEVEN UIT HOLLAND.
Deze Courant verschijnt DINSDA.Gr eu VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden/ 1,Franco per post 1
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN.
Diegenen, die ziek met 1°. Juli op
deze Courant abonneeren, ontvangen de
vóór dien tijd verschijnende nommers gratis.
VI.
Ik kan deze letteren onmogelijk aanvangen
zonder met een enkel woorcl te gewagen van
den diepen indruk, dien 't verscheiden der ko
ningin op de menigte gemaakt heeft.
Op den eersten zomerschen dag van dit jaar
den dag, die zoo noodlottig voor ons stamhuis
zou worden, bevond ik me in 't heerl jke bosch,
waar de koningin bij voorkeur haar tent opsloeg.
B j getalen ontvloden de Hagenaars de zonnige
straten om onder 't lomnier der eeuwenoude
reuzen verkwikking te zoeken en oin voor
't laatst in do nabijheid der woning te zijn,
waar de dierbare zieke met den dood streed.
Geen muziek vermengde baar heerlijke tonen
met 't bladgesuis, geen vroolyke lach klonk er
van de lippen der wandelaars: de rouw had allo
vreugde verbannen eu wieti ge oolc sprak en
wat ge hoorde, 't was alles over de koningin,
wier verlies zoo diep zou gevoeld worden en
van wier hartelijkheid, van wier liefde en chris
tenzin ieder gedrongen werd te spreken.
Op dien eersten zomerschen dag is ze ter ruste
gegaan, de liefelijkste herinneringen nalatende
aan haar veeljarig verblijf in ons land.
De gemalin van Koning Willem III was een
edele verschijning in de rij der gekroonde hoofden
van onzen tijd. Van haar verheven plaats was
't haar niet te veel af te dalen tot de lagere
maatschappel jke kringen eu een oog te houden
op de behoeften van den minderen stand. Tal
loos zijn de velen, die in ellende en bekomme
ring gezeten, aan haar een straal van bemoediging
te danken hebben; talloos degenen, wier dade-
lijken nood, niet namens haar, maar door haar
zelf geleuigd werd.
Koningin Sophia was een hoog ontwikkelde
vrouw; bedreven in de meeste Europeesche
talen eu begaafd met een sclioonen zin voor
kunsten en wetenschappen. In de meeste landen
van Europa kent men (haar als zoodanig en
't is geen ijdele eerbetooning wanneer de buiten-
landsche bladen haren lof verkondigen als ko
ningin, in den vevhevensten zin van 't woord.
En hoeveel zal er niet door baar verricht zijn
in den kring, waarvan onze nederige positie
zoo ver verwijderd is, in den kring van baars
gelijken? Met haar diepen blik op alle maat-
scbappeljke en politieke toestanden, was ze de
meest gewenschte hulp om onzen constitutioneeleu
koning in moeieljke tjden ter zjde te staan
en van raad te dienen in kwestiën tusschen
gekroonde hoofden. Wie zal 't zeggen al
heugt ons daarvan dan ook 't een of ander -
wat door haar hand in die sferen is gewrocht?
Maar iu de eerste plaats was ze Neerlands
koningin en bj haar doodsbaar legt .Nederland
zjn buide neer gelijk ik bj dezen voor mju
klein aandeel wensch te doen - zjn hulde
voor haar liefde tot ons vorstengeslacht en ons
volk en 't neme zich voor groot te worden in
de deugden, die haar groot maakten en onster-
fel jk voor 't Vaderland!
Terwjl men te 's Gravenhage toebereidselen
maakt tot een plechtigheid van zoo treurigen
aard als 't begraven eener veelgeliefde koningin,
bereidt het volk zich voor aan de regeering de
noodige krachten te schenken tot 't behartigen
der hoogst gewichtige belangen van 't staats
bestuur.
Allerwege beerseht bedrijvigheid, eu veel tijd
die anders aan publieke vermalcel jkheden ge
sleten wordt, kan thans gewjd worden aan den
burgerplicht op 't altaar des vaderlands.
Als ik niet overtuigd was dat de toestand,
zooals die thans is, -in zekeren zin goed
te noemen is, dan zou 'k geneigd zjn jaloersch
te worden op dien waarin ge te Zierikzee ver
keert met betrekking tot bet afvaardigen van
een lid voor eenig college. Want waarljk,
't is om afgunstig te worden als men hoort dat
uw district tot de „verlorene" behoort eu dat
u bj keuze voor een lid der Prov, Staten 't
buitengewone voordeel te beurt valt van te
mogen kiezen den meest uitstekende van twee
uitverkorenen, een keuze, die ge dan ook laat
m j 't ter loops nog zeggen uitmuntend vol
bracht hebt en van welken goeden uitslag de
Z. Ct. zich een goed deel der zege mag toe
rekenen.
En stel nu tegenover dien overvloed de schriel
heid bj ons, schrielheid vau liberale, ontwikkelde
kiezers en gebrek aan kandidaten Versta me
goed; er zijn honderden, die met-de eer van
afgevaardigde te worden zich wel willen belasten,
adres aan Grashuis, doch zonder een tameljk
getal der invloedrijke lieden, die men kiezers
noemt, gaat dat maar zoo niet, adres nog erei3
aan Grashuis. Een te hooi en te gras opge
duikelde of opduikelende kandidaat wint bet
maar zelden van een gevestigden tegenstander
en 't is met het oog op de moeiljkheid van
't vinden van een geschikt persoon, dat ik van
schrielheid sprak. Daar is b.v. Gorinchem, waai
de heeren Begram en Thediug van Berkhout
zitting hebben voor de 2de Kamer, de eerste
tot 79, de tweede tot a. s. September. Nu is
't zoo goed als zeker dat men Begram in Gor-
kum nooit zal doen vallen en even zeker is
't dat Theding van Berkhout niet die mate van
verzekerdheid bezit als zijn mede-afgevaardigde.
Veel zal er afhangen van het prestige, van
den naam des tegen-kandidaats. Welnu, eerst
heeft men getracht Mr. van Tieuhoven, school
opziener eu rechter te Gorkum, thans te Rot
terdam, kandidaat te stellen, die bedankt heeft
daarna Mr. Dijkmeester, procureur te G., die
insgelijks bedankt heeft. Thans is men naar
KI. Spanje overgestoken en heeft aan de grenzen
dier verlorene streek een kandidaat van ge-
Ijken naam als den eerste der boveugenoemden
gevonden, met welken men nu, maar hoogst
zeker te vergeefs, vau wal zal steken. De
zaak is dat 't land van Arkel tot de „verlorene"
streken behoort en zóó 't mogelijk is 't te
redden, is 't dat alleen op voorwaarde dat er
een man gevonden wordt van minstens evenveel
lokale connectien als Begram.
In Gouda zal men 't nog eens wagen met
Patjn, die den vorigen keer tegenover Kuyper
stond, terwjl de oud-min. van Bosse gesteld is
tegenover Bichon. Van de andere zijde heeft
men behalve den laatste, Wijnmalen uitgekozen
om de plaats in te nemen van den jongen
oud-afgevaardigde Kuyper. De kans op wel
slagen voor Patjn en van Bosse is niet groot.
Ook Gouda is „verloren".
Dat kan ook gezegd worden van den Haag,
Delft en Leiden.
In Delft heeft zich 't vreemde geval voorge
daan dat van R. Kath. zjde tot kandidaat
gesteld is een man, in wien tnen dacht dat de
beginselen der schoolwet en in 't algemeen,
die der moderne orde van zaken nooit konden
bezvvjken, een vriend, neen een broeder van
alle openbare onderwjzers, die voorzeker als
trouw bezoeker van onderwijzers-bjeenkomsten
bj velen in uwe streken bekend is, de heer
S. Gille Heringa, voorheen schoolopziener te
Schiedam. Het heette dat hj i.ch volkomen
met de ultramontaansehe leerstellingen had ver-
eenigd en ge kunt gelooven dat de clerus
juichte over 't winnen van dergeljk een prose
liet. Thans bericht echter de heer Heringa
dat h j alleen maar een oude brochure gezonden
heeft tot beoordeeling zijner meeningeu. Er
blijkt echter uit die opheldering niet dat
Rome zich vergalloppeerd heeft in de keuze
of dat H. het bondgenootschap met de ultram.
van de hand wijst, zoodat het geval op zjn
zachtst uitgedrukt, tot de raadselachtige behoort.
In Rotterdam, waar gelijk te Amsterdam, de
keuze van lib. verlegenverwoordigers zeker is,
hebben de antirevolutionairen kandidaten gesteld.
Ook te Dordrecht, waar men echter Bredius
hoopt te behouden.
De school staat in de verzonden circulaires
der anti-revol. partij op den voorgrond. „Recht
voor allen" is schering en inslag, 't Is niet
om 't slagen van den kandidaat te doen, och
neen, alleen om een aantal stemmen. Voor 't
naaste denk ik dat de Standaard, weder een
goocheltoer met cjfers op touw wil zetten om
te bewijzen, datenz.de rest is algemeen
bekend.
Die aanstaande verzoeking met gerustheid
afwachtende, geloof ik niet dat de party, aan
wie de „verlorene" districten behoort, zich erg
ongerust behoeft te maken over den vermoe-
delijkeu uitslag der verkiezingen. Wanneer men
zich de moeite getroost een moeite, die voor
sommigen blijkbaar een vreeseljk iets is
op a. s. Dinsdag ter stembus te gaan, dan vrees
ik dat liet ministerie Heemskerk genoodzaakt
zal worden nog wat conservatisme over boord
te gooien en nog een enkel offer te brengen
aan de liberalistische theorieën.
Die arme conservatieve partyGelijk de bloem
des veldsals de wint daer overgegaen is,
soo en is zy niet meer, ende hare plaetse en
kentse niet meer".
10 Juni '77.
—V.—