ZIERIKZEESCHE COURANT. voor liet arrondis- sement Zierikzee. 1877. No. 45. Zaterdag 9 Juni. 80ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD De Verkiezingen voor de Tweede Kamer. J. J. VAN KERKWIJK Binnenland. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maande 11/ 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMA1V. Diegenen, die zich met 1°. Juli op deze Courant abonneeren, ontvangen de vóór dien tijd verschijnende nommersgratis. Nogmaals bevelen wij den kiezers van het District Zierikzee aan, op Dinsdag a.s. flink ter stembus op te gaan en den lieer bij vernieuwing tot onzen afgevaardigde te verkiezen. Wel is er vóór den tegen-kandidaat eigenlijk niets anders gezegd dan dat die is anti-liberaal en dat van hem de redding van het Distriet wordt verwacht uit allerlei groote gevaren die wij echter voor denkbeeldig houden doch men late zich hierom niet tot traagheid verleiden. Vooral tegenover ernstige beschul digingen, die de liberale partij zich moet getroosten, past het, krachtig protest aan te teekenen door op glansrijke wijze het mandaat van den heer van Kerkwijk te vernieuwen. Zierikzee, 8 Juni. De inlevering der stembriefjes voor de verkiezing van een lid der Staten-Generaal (Tweede Kamer) zal in dit district plaats hebben op 12 Juni en de opening op 14 Juni daaraanvolgende. Hetzelfde geldt ook voor het district Middelburg. Met betrekking tot het treurig sterfgeval, dat het Koninklijk gezin en geheel Nederland getroffen heeft verneemt men nog het volgende: Maandag is het lijk van H. M. gebalsemd, of al thans in kruiden gelegd, en 's avonds in een mahonie houten kist voorloopig in de rouwkamer gezet. De eigenlijke lijkkist, bezorgd door de firma P. Mouton en Zoon, is vervaardigd uit lood. Bij de definitieve sluiting wordt deze kist dichtgesoldeerd. Een spie gelglazen plaat in het deksel vergunt dan nog een blik op het gelaat der doode. De looden kist is vau binnen bekleed met satijnen matrasvormige kussens; zij wordt besloten in een massieve eikenhouten kist, die op haar beurt omgeven wordt door een prachtig gemaakte mahoniehouten kist. Deze laatste rust op vier zilveren voetenleeuwenklauwen voorstellende, Zij heeft twaalf zilveren handvatsels en evenveel zil veren schroeven met ronde koppen op vierkante grond vlakken. Op het deksel der kist is een zilveren plaat aangebracht, met het opschrift: //Sophie Frederique Mathilde, Koningin der Nederlanden, Prinses van Wurtemberg, geboren te Stuttgart 17 Juni 1818, overleden Huis ten Bosch nabij 's Gravenhage 3 Juni 1877. De plechtige begrafenis te Delft zal volgens bericht in het Vaderl. plaats hebben op Woensdag 20 Juni e.k. De opper-ceremoniemeester heeft, ingevolge het bevel des Konings, afgekondigd dat het Hof den rouw zal aannemen gedurende 18 weken, en wel 6 weken den zwaren, 6 weken den middelbaren en 6 weken den lichten rouw, ingaande den 4 dezer. Z. M. heeft aan Graaf van Randwijk, grootmeester en aan Jhr. Mr. Pabst van Bingerden, kamerheer van H. M., de taak opgedragen om het overlijden van Neerlands Koningin aan het Wurtembergsche Hof bekend te maken; waartoe beide kooge beambten naar Stuttgart vertrokken zijn. Dinsdag werd het dienstdoend personeel van het paleis in de gelegenheid gesteld liet lijk te zien van de Koninklijke gebiedster, die bij haar leven door haar minzaamheid ook de harten barer persoonlijke onder- hoorigen zoo zeer wist te winnen. De ontslapene lag toen in de met zwart fluweel behangen rouwkamer op een verhevenheid uitgestrekt met saamgevouwen handen, in een wit zijden kleed, het gelaat bedekt met een sluier. Frisch groen en witte rozen zijn om haar heen gestrooid. De wacht bij het lijk wordt waargenomen over dag door een hofdame, 's nachts door een kamerheer. Al de personen der hofhouding van H. M. zijn voor loopig nog in functie en voor zoover noodig op het paleis aanwezig. Maandag avond is ten paleize van Z. K. H. Prins Alexander in tegenwoordigheid van Z. K. TL den Prins van Oranje, Prins Alexander en de benoemde executeuren Jhr. F. L. W. de Koek, Minister van Staat, mr. F. A. H. van Weckerlin, secretaris van wijlen H. M. en den notaris Mr. H. Reijers, liet tes tament, dat in de Fransche taal gesteld was, door den kantonrechter te 's Gravenhage mr. Greeve ge opend en ter kennisse der belanghebbenden gebracht. Tot op den dag der begrafenis zal het lijk op het Huis ten Bosch blijven. Ter opheldering omtrent het jl. Yrijdag reeds al- lerwege verspreide gerucht dat H. M. overleden was, deelt het Dagblhet volgende mede: Met een zekere hardnekkigheid liep reeds sedert Yrijdag j.l. zoowel hier als elders in den lande, het gerucht van het afsterven van IT. M. de Koningin. De reden daarvan vinden wij heden. Vrijdag-ochtend te 4 ure nam IT. M. afscheid van HIT. KK. HIT. prins Frederik en prinses Maria von Wied en na beiden de hand ie hebben gedrukt, overviel haar een hevige hartaandoening en flauwte, die haar in onmiddellijk levensgevaar bracht en zoo geruime» tijd aanhield, dat de handen der vorstin reeds verstijfd en koud werden. Z. IC. H. de prins van Oranje spoedde zich toen echter naar dr. Blom Coster, wien 't gelukken mocht, de levensgeesten toen nog, helaasvoor korten tijd, op te wekken. De tijding van het overlijden had zich echter intusschen reeds door 't paleis en naar buiten verspreid. Toch liet de slag nog op zich wachten en bleven der Vorstin nog twee dagen levens over; langzamer hand was zij weder veel beter geworden, keerde de spraak terug en vertoonde zich meer opgewektheid, zoodat zij zich zelfs een en ander, waarin zij belang stelde, deed voorlezen en zich nog geruimen tijd met Z' K. H. prins Hendrik onderhield. In den avond van Zaterdag echter werd zij weder onrustiger en keerden de benauwdheden terug, de spraak en liet bewustzijn gingen in den vroegen ochtend van Zondag verloren. Zoodra de tijding van den verergerden toestand Z. M. den Koning bereikte, aanvaardde deze ijlings de reis naar de residentie, om er, gelijk wij reeds meldden, weldra aan te komen. Na door Z. K. IT. prins Frederik te zijn ontvangen, werd Z. M. door HDs. oudsten zoon nader omtrent den toestand der zieke ingelicht, om zich daarna, gelijk wij eveneens reeds berichtten, met Z. IC. H. den prins van Oranje naar het ziekbed te begeven. Vreugde blonk toen op het gelaat der stervende en met de woorden: //Ziedaar mijn beide Willems", vatte zij hun beider hand in de hare ineen. De doodstrijd was zonder zware benauwdheid of merkbaar lijden, en op hetzelfde oogenblik, dat dui zenden gebeden voor haar opstegen, ontvlood de ziel het lichaam. Dadelijk na zijn aankomst op het huis ten Bosch aanvaardde Z. K. TL de prins van Oranje, met even veel humaniteit als fermiteit, het bestier van de zaken aldaar en nam al zoodanige maatregelen, waardoor rust en kalmte op allerlei terrein de lijderes omringden. Eenige dames in de Residentie hebben een oproep gericht tot de //Vrouwen van Nederland" om zich ta vereenigen tot het stichten van eeu duurzaam monu ment ter eere van de nagedachtenis van H. M. de Koningin. Betuigingen van deelneming in dit denk beeld worden schriftelijk ingewacht aan het bureau van het Vaderland en aan dat van het Dagblad te 's Gravenhage. Door ds. J. J. L. Ten Kate zijn aan het Handels blad ter plaatsing afgestaan en daarin den 4 dezer opgenomen de volgende dichtregelen op het overlijden van IT. M. de Koningin, die ons voorkomen wel waardig zijn algemeen bekend te worden. //Uw Koningin ligt stervend neder! De telegraafdraad zuchtte op 't woord, En klonk van 't Zuid naar 't verste Noord Van duizend monden klagend weder. Want nimmer dreigde een wolk van Wee Een dierbre Oranjebloem te knakken, Of Hollands boom bewoog zijn takken En trilde tot zijn wortel mee! Oranjebloemte vroeg ontblaarde Als Neerland bij uw uitvaart schreit, 't Is niet, wijl alle heerlijkheid Der aarde eens wegzinkt onder de aarde De Koning en de bedelaar Zijn opgeschrevenen ten doode, En, onder 't marmer of- de zode, Zij slapen eenmaal naast elkaar. Maar wat uw dood ons doet beweenen, 't Is dat ge een eedle ziel bezat, Dat Gij uw volk hebt lief gehad, En zeegnend neerboogt tot zijn kleenen; Dat Ge onze taal niet enkel spraakt, Maar de Englentaal van 't medelijden Dat dan 't geluk U mocht verblijden, Als Gij gelukkig hebt gemaakt Een week lang hield, met biddend fluisteren, Heel 't Volk uw veege sponde in 't oog, En scheen, tot alle hoop vervloog, Naar 't kloppen van uw hart te luisteren En heel ons Volk, zoolang het leeft, Zal rozen op uw tombe dragen En vau 't onsterflijk werk gewagen, Waaruit dat hart gesproken heeft! Daar bloeiden, mooglijk, Koninginnen, Als Gij in groote gaven rijk, In geest en kennis U gelijk, Maar kan dat aller harten winnen? 't Is beter goed dan groot te zijn Wel U, die de aarde moogt begeven Ook zonder dat één smet bleef kleven Op 't leliewit van 't Hermelijn 3 Juni 1877. Het Zeeuwsch Dagbl. brengt vrij ernstig beklag in over den maatregel van preventieve hechtenis, die toegepast is op den heer Dekker van de firma Z, en D. te Middelburg. Het blad deelt ook mede te weten dat de heer D., hoe ook zijn zaak uitvalle, Middel burg zal verlaten om zich in het buitenland te gaan vestigen. Eenige Delftsche dames zijn, naar de Delftsche Courant zegt, voornemens pogingen te doen om eenige exemplaren te bekomen van het transport chineesche dienstbodeu, die men in Engeland wil importeeren. De lielmenwoede is te Amsterdam zoo groot dat men daar nu de straatvegers en rioolreinigers met den helm op 't hoofd hun zoo weinig klassieke functiën ziet vervullen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1877 | | pagina 1