p i usTx. Buitenland. Gisterenmorgen werd een meisje dat in den trein van Deventer naar Zwolle had plaats genomen, te Diepenveen ongesteld. Toen de trein te Olst was gekomen, was zij reeds een lijk. In de nabijheid van Winschoten is de aanzienlijke boerenbehuizing van F. G. Franssen tot den grond afgebrand. Daar op een dienstmeisje na al de be woners naar de markt waren, zijn 6 paarden en een paar koeien mede een prooi der vlammen geworden. De 6 koeien, die nog ontkwamen, waren zoodanig door het vuur beschadigd, dat men ze nog dienzelfden dag voor de slachtbank heeft verkocht. "Van de ver brande paarden behoorden twee aan den heer Clevering uit Zuidbroek, die juist met zijn familie ter gelegen heid der Winschoter kermis bij Fransen, zijn zwager, op bezoek was. Deze paarden waren, naar men ver zekert, f 1000 waard; een en ander is gered. Een door twee gezinnen bewoond arbeidershuis, slechts door een weg van de andere woning gescheiden, is eveneens in de asch gelegd. Te Beek (Limburg) is de bliksem in den toren geslagen. De schade is vrij aanzienlijk. Uit Maastricht wordt gemeld, dat nabij het station Schuelen Zaterdag een botsing heeft plaats gehad tusschen een personen- en een goederentrein ten ge volge waarvan eenige personen licht zijn gewond. De beide locomotieven zijn zeer beschadigd. Te raidden der feestviering naar aanleiding van het vijftigjarig jubileum van den Paus als bisschop der Katholieke kerk kan het niet ongepast zijn eenige levensbijzonderheden betreffende dezen merkwaardigen grijsaard mede te deelen. We ontleenen die aan een dezer dagen verschenen werkje, getiteld//Leve Pius IX Levensbeschrijving van Z. H. Pius IX voor het Ka tholieke Nederlandsche volk, 's Hertogenbosch, Am sterdam en Maastricht bij Iienri Bogaerts, 18777/- We onthouden ons van beoordeeling of aanmerkingen. Het werkje zelf is een doorgaande lofrede op Pius IX het stelt inzonderheid zijn zachtmoedigheid, liefdadig heid, en andere persoonlijke deugden in het licht en laat zich door zijn gematigdheid wel lezen. Wat we er aan ontleenen zijn voornamelijk de aanteekeningen onder aan de bladzijden en op de margi der pagina's. Giovanni Maria Mastaï Ferretti werd den 13 Mei 1792 te Sinigaglia geboren en is de zoon van Graaf Hieronimus Mastaï Ferretti en Catharina Salazzi. Den 20 Oct. 1803 kwam hij als leerling op de Pius-school en den 18 Dec. 1818 werd hem het sub diaconaat verleend. Den 11 April 1819 droeg hij de eerste mis op in de kapel van een weeshuis te Rome, waarvan hij directeur was. Den 15 Oct. 1823 vertrok hij, in het gevolg van een Pauselijken gezant, naar Zuid-Amerika, welke missie ten doel had het bijleggen van geschillen tusschen de bisschoppen en de regeering van Chili. Na zijn terugkeer werd hij den 21 Mei 1827 tot bisschop van Spoleto verheven en den 17 December 1832 tot aarts-bisschop van Imola. Den kardinaalshoed bekwam hij den 14 Dec. 1840 van Gregorius XVI, en toen deze overleden was, werd Mastaï Ferretti den 16 Juni 1846 tot zijn opvolger gekozen. Toen nam hij den naam Pius aan, Averd den 21 Juni gekroond en nam den 8 Nov. plechtig bezit van den Pauselijken stoel. Den 15 Juli vaardigde hij de bekende amnestie uit voor alle staatkundig veroordeelen. Den 24 Nov. 1848 vluchtte Pius voor de in Rome uitgebroken omwenteling naar het Napelsche en hield tot 12 April 1850 zijn verblijf te Gaëta. Den 8 Dec. 1854 gaf hij de //definitie van het dogma der onbevlekte ontvangenis// en den 23 Augs. 1856 werd het feest van het heilige hart van Jezus gevierd. Op den 4 Mei 1857 vinden we aangestipt zijn //triomf tocht//. Den 30 Sept. 1861 vaardigde hij de ency cliek van het koninkrijk Italië uit en 8 Juni 1862 de canonisatie der Gorcumsche martelaren. De syllabus werd den 8 Dec. 1864 afgekondigd en den 26 Juni 1867 het eeuwfeest van den heiligen Petrus gevierd. Daarop volgde den 11 April 1869 het jubileum van het vijftigjarig priesterschap, en den 8 Dec. van dat jaar werd het Vaticaansch concilie geopend, dat in de vierde zitting het onfeilbaarheidsdogma liet door gaan, hetwelk den 18 Juni 1870 werd afgekondigd. Den 1 Nov. 1870 volgde de encycliek over de over rompeling van Rome door de Italianen. Den 16 Juni 1871 werd het vijfentwintigjarig jubileum van Pius Pausschap gevierd. Den 8 Aug. van dat jaar wees hij den eernaam van den //Groote// van de hand, doch kende zich den 16 Juni 1872 den titel van //gevan gene// toe. Den 21 Dec. 1874 werd het //jubilé uitgevaardigd// en den 16 Juni 1875 het eeuwfeest van het heilige hart van Jezus gevierd. In overeenstemming met den titel van het boven genoemde boekje komt daarin op elke bladzijde de heilroep //Leve Pius IX!// voor, telkens gevolgd door een of ander attribuut. Waarschijnlijk werd nooit eenig sterveling zoo over laden met bestaanbare en onbestaanbare eeretiteis als de vijfentachtigjarige grijsaard van het Vaticaati zich wegens zijn eigenaardige betrekking thans moet laten welgevallen. Wij laten ze hier volgen zoo als we ze afschrevenLeve Pius IX, behoeder der kerkonze opperherderplaatsbekleeder van Jezus Christusge zant van den heiligen geest; De ziel van het Yaticaan orakel van Rome; leidsman der Christenen; patriarch aller geloovigenhet Apostolische hoofdhet hoofd van het concilie; de vader der kerkvaderenhet hoofd der apostelen; prins der bisschoppen; dienaar der die naren Gods; onwrikbare rots; het onfeilbare woord; leidsman der kerk; middelpunt der eenheid; plaatsbe kleeder van God op aarde; herder der herders; op den zetel van Rome; bisschop der wereld; band van de eenheid des geloofs; anker der hoop; toonbeeld van liefde; steunpilaar der kerk; leidsman der wereld de eerwaardige; op den Apostolischen stoel; de on wrikbare steenrots; zetel der genade; veilige haven; de vrome Abel; de tweede Abraham; Melchisedech voor de geestelijkheidAaron in waardigheidde nieuwe Mozes; de nieuwe Samuel; machtig als Petrus Christus in zalving; herder van den schaapsstal; be zitter van den sleutel des hemels; opperpriester van de onbevlekte ontvangenis; de stuurman iu den storm; de ware vader der volken; sterke brug; verdediger der waarheid; overwinnaar der dwaling; schat der menschheidbewonderenswaardig in deugdenonuit puttelijk in weldadigheid; vader der armenstuurman van Christus scheepjebewaker der Goddelijke open baring; de roem van Italië; koning van den schoon- sten troonechtgenoot der kerk. Tot zóóver! De Oorlog in het Oosten. Woensdag 23 Mei. i) Van het krijgstooneel is heden weinig nieuws te vermelden. De inneming van Ardahan door de Russen wordt nog wel door de Turken niet erkend, doch schijnt een niet te loochenen feit te zijn. De Russen maakten er ruim 70 stukken geschut en veel amunitie buit. De veertien bataljons der Turksche bezetting hebben het uiterste van den storm niet afgewacht maar zich teruggetrokken, denkelijk om zich, zoo mo gelijk, te voegen bij het Turksche hoofdleger dat tusschen Kars en Erzeroem staat. Voor Kars was het volgens de jongste berichten nog stil. Het zal nu spoedig blijken of de Russ.en Kars ernstig zullen aantasten dan wel zich vergenoegen met een blokkade dier plaats. De uiterste linkervleugel is er in geslaagd de van den kant van Van oprukkende ongeregelde troepen terug te drijveu. Op deu uitersten rechter vleugel houdt de vesting Batoem de Russen nog altoos bezig. Uit het kamp vóór die plaats zijn negen bataljons noordwaarts gezonden, denkelijk om Soechoemkalé te hernemen, en zeker om een oog op de kustplaatsen te houden. De Turken toch koesteren veel verwach ting van hun propoganda van den opstand onder de verschillende Kaukasische stammen. Rusland is niet geheel blind voor de moeielijkheden die het hierdoor zou kunnen krijgen, doch op de krijgsoperatiëu, zegt men, zal wat er in den Kaukasus omgaat van geen invloed zijn, daar toch altoos de waterweg over de Kaspische zee open blijft en de gemeenschap met Tiflis en Erivan daardoor verzekerd is. Te Konstan- tinopel ziet men het wisselvallige en avontuurlijke van de expeditie naar Soechoemkalé wel in, en velen maken zich ongerust over den afloop dezer in ieder geval kostbare en tijdroovende onderneming. Een telegram van Havas uit Konstantinopel zegt dat de Scheik ul islam den Heiligen Oorlog heeft in geroepen. Met dit raiddeleeuvvsche spook heeft men al weken en maanden lang geschermd, ook hier in het Westen. Het is in onze dagen echter niets meer dan een spook, ongeveer overeenkomende met den grooten ban van den Paus. Er ontbrak nu nog maar aan dat de Paus zijn ban iu gezelschap van de ver ouderde en verloopen formule van den Scheik ul islam naar der ongeloovigen hoofden slingerde. De heilige oorlogsprediking en de ban zijn tegenwoordig echter maar muisbarende bergen. Men weet dit te Konstan tinopel zeer wel en zal zich dus waarschijnlijk de teleurstelling der dwaze komedie wel besparen. De opmarsch van het Russische leger naar den Donau, zooveel mogelijk met gebruikmaking van den spoorweg, gaat onafgebroken voort. De keizer wordt in het hoofdkwartier verwacht en men giste dat op 's keizers verjaardag (6 Juni) de groote operaties zouden beginnen. Het spoorwegongeluk, waarvan we in ons vorig nommer gewaagden, wordt officieël ontkend, doch heeft toch wel plaats gehad. De botsing is geschied bij Costesci, het tweede station voorbij Boecharest. Gelukkig is het getal D Voortaan zullen we de vervolgen van dit artikel tel kens met den datum teekenen waarop zij geschreven zijn. dooden en gewonden minder groot dan eerst gezegd is. Meu spreekt nu van 2 dooden en 11 gewonden, en ook de generaal Globinskoi zou onder die dooden behooren. 24 Mei. Veel wordt er gesproken over de houding van Servië en die van Griekenland. Het komt ons voor dat het gezond verstand beiden landjes zou moeten raden zich doodstil te houden. Vooral Servië zal niet beter zijn belangen kunnen dienen dan door te wachten en stil te zitten. Trouwens reeds daardoor neemt het zekere plaats in onder de acteurs van het drama. Blijft Servië stil, dan blijft het ook langs zeer natuurlijken weg neutraal. Het kan Grootvorst Nicolaas plan niet zijn, zijn operatielijn door Servië te trekken als dit gewest zich buiten de operaties wil houden. Turkije zal evenmin zijn troepen noodeloos versnipperen aan een bezetting van Servië, terwijl eindelijk de Oosten- rijksche interventie een krachtig voorwendsel mist als Servië stil blijft en Bosnië en Herzegowina, als afge sneden, van zelf ook stil blijven. Griekenland kan, dunkt ons, alleen profiteeren van de gelegenheid die mogelijk later voorkomt als Turkije ernstige nederlagen mocht komen te lijden. Thans zou Griekenland een vrij dwaas figuur maken en als 't ware Engeland dwingen de Grieksche havens te komen in het oog houden, dat is bedreigen. Ilobart-pacha, de bekende Engelsche officier die Turkije's vloot heeft georganiseerd, blijft in Turkschen dienst. Hij heeft er zijn Engelsch burgerschap aan gegeven. Dit beteekent natuurlijk nietsof wel het is een geval als dat van den Russischen generaal Tschernajeff, die trouw Servië gediend heeft en toch Rus is gebleven en wel in zijn graad van generaal, ofschoon hij verleden jaar ook zoogenaamd zijn natio naliteit er aan had gegeven. F r a d k r ij k. Een //tweede December// zonder het mitrailleeren der vrouwen en kinderen op de boulevards, ziedaar hoe men in sommige kringen de daad van Mac-Mahon hoort karakteriseeren. Wie zal zeggen wat nog de naaste gevolgen zijn zullen van deze onverantwoor delijke terging van het welgezinde deel der natie? Tot dusver gelooven velen nog aan Mac-Mahon's per soonlijke goede trouw; doch wat blijft er over van een zoo hoog geplaatst en met zulk een zware ver antwoordelijkheid beladen staatsbeambte, als hij zich door eenige fortuinzoekers en gewetenlooze staats lieden zoo deerlijk laat misleiden dat hij de publieke opinie in het gezicht slaat, en het welzijn van het geheele land op het spel zet? Inderdaad dat is er mede gemoeid. We hebben hier te doen met vrij wat ergers dan een eenvoudige kabinets-verandering. Het is een totale reactionaire omwenteling. En nu zegt het al heel weiiiig of men aanmerkt dab het een intrigue is der Orleanisten want dat kan niemand in ernst gelooven. Het schijnt wezenlijk niets meer of minder te zijn dan dit: Mac- Mahon heeft zich overgeleverd aan de clericale drijvers en aan de Bonapartistische vergulde communegelijk een Fransch correspondent niet onjuist opmerkte. De ministers weggejaagd, de Kamer voor een maand met naar huisgaan gestraft, wellicht om dan ook te worden weggejaagd, het geheele corps hooge ambtenaren als 't ware ontbonden en veranderd, een en ander met nadrukkelijke bedreigingen er bij, 't is voorwaar geen kleinigheid. Zoo komt Frankrijk al weder op nieuw op een vulkaan te rusten, als vóór '70'71; zoo is het over geleverd aan de commune //tiit de hoogte// gelijk 't in '71 de prooi was der commune uit de laagte. Gelijk om gelijk, 't Is te voorzien dat ook nu alleen door bloedvergieten de crisis zal opgelost worden, 't Zou voor Frankrijk een geluk zijn als de onuit- gesneden kankerplekken van het tweede keizerrijk thans ook maar eens wierden uitgesneden en uit gebrand. Aux grands maux les grands rémedes. Ongelukkig Frankrijkzal men ondertusschen kunnen zeggen, maar het is of dat zonderlinge volk niet anders kan op de been blijven dan door nu en dan vreeselijke schokken en ontbindingen te ondergaan. De gezamen lijke republikeinen en liberalen der Kamer hebben een krachtig vertoog tot de natie gericht, om ten sterkste tegeu het gebeurde te protesteeren. Het is goed dat ze dit nu reeds gedaan hebben, vóór de gefanatiseerde soldaten van Mac-Mahon en de iu eere herstelde speurhonden van het keizerrijk het onmo gelijk hebben kunnen maken. De natie kan nu althans weten dat de Kamer niet wil geacht worden te denken dat Mac-Mahou's handelwijs door iets gerechtvaardigd of vergoelijkt kan worden. Ook het liberale gedeelte van den Senaat heeft een protest openbaar gemaakt. De mannen van het gezag doen nu hun best om de natie te doen gelooven dat het land door hen van den rand des verderfs is gered. Dat hebben alle geweldenaars in Frankrijk ook altoos beweerd. Wei nigen zullen die uitvluchten voor goede munt aan nemen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1877 | | pagina 2