genoeg waar te nemen tegenover de onrust barende. In de eerste plaats wijzen we op het onmis kenbaar streven der liberale partij naar een grondige reconstructie. Het is nagenoeg zeker te stellen dat de liberale partij zich meer en meer poseeren zal als een bezadigd doch ener giek geheel, dat genezen is van een vroeger wel eens voorgekomen neiging naar een on- practisch radicalisme, dat verder ontloopen is aan de doctrinaire school op staathuishoudkundig gebied en dat zieh zijn roeping tegenover de opstekende clericale stormen helder bewust is. In de tweede plaats oonstateeren we dat de groote meerderheid van de Nederlandsche werk lieden zieh niet willen laten verlokken in den doolhof van bet socialisme, noch in de pestholen der Commune, noch in de kroegen der Inter nationale. De Nederlandsohe werkmansstand is noch rood, noch zwart, noch groen, bij is rood-wit- blauw en liberaal. Terwijl de anti-revolutionaire heirvoerders zich beroepen op hetgeen zij noemen 't volk achter de kiezers en terwijl de ultramontaansche men ners speculeeren op een absoluut volgzaam leekendom, mag de groote liberale partij zieh nog verheugen in de bij herhaling uitgesproken sympathie der ISiederlaudsche werklieden. Zoo lang dit zoo is, behoeft er nog geen vrees te bestaan voor een boereu-oorlog of een ligue tegen de liberale kern der natie. Maar dit neemt niet weg dat de liberale partij op haar hoede moet zijn. En meer dan dat. Doch de natuur komt ook hier te hulp. De oude partijen der Nederlandsche republiek: demoeraten, aristocraten en monarchalen (de oranje-partij) i) zij hebben zich na de restauratie van 1813 opgelost in constitutioneelen of libe ralen en conservatieven, voor zoover ze niet ver brokkeld werden in onderscheidene aanvankelijk zwakke later meer tot ontwikkeling gekomen fraetiën. De vergroeiing en wijziging der partijen staat echter niet stil, zij gaat rusteloos voort, het oude ontbindende en gedurig nieuwe com binatiën aan 't licht brengende. Zoo verdwijnt meer en meer wat weleer de machtige conservatieve partij was, d. i. de reac tionaire van den tijd der reactie 1813'30, als mede de reeds aanmerkelijk daarvan verschil lende conservatieve partij van 1848. Daarentegen heeft het overblijfsel der oude oranje-partij in een deel der weleer machtige oud-Hollandsche gereformeerden de stof gevonden voor een nieuwe partij, de reeds door ons gekarakteriseerde half staatkundig radicale, half zuiver kerkelijke anti revolutionaire partij. En daar nevens heeft zich sinds eenige jaren een jeugdig-stoute ultramontaansche partij geplaatst. Doch het gistings-proces gaat rusteloos voort. Reeds ren zijn, maar uit de dagen van ouds en die velen lang onschadelijk gemaakt hebben geacht, doch die alom met sinds lang niet meer gekende kracht optreden en ter kruisvaart gaau tegen de bestaande orde van zaken, tegen de maat schappij zooals deze is, na een martelaarsleven van zooveel eeuwen. Of we 't willen of niet, we zullen medege- sleept worden in het geen onze Germaansohe stamgenooten noemen den cultuurkamp, den strijd om 't bestaan der vooruitgaande beschaving. Liberaal of clericaal, zal daarom wellicht spoedig bet dilemna zijn waaruit een nieuwe partij vorming kan voortvloeien. We ontveinzen ons de gevaren niet die daaraan verbonden zijn. Behoeven we o. a. wel er op te wijzen hoe in het naburige Duitschland het cesarisme zich behendig aau het hoofdman clen cultuurkamp heeft gesteld en hoe dit toch bij onze natie al zeer weinig sympathie vindt'? Doch dit alles is van later zorg. Wachten we voorloopig het thans hangende gistings-proces af. Binnenland. Zierikzee, 22 Mei. Aanstaande Vrijdag zal het eerste zomer-concert in Parkhist plaats hebben. We maken alle liefhebbers van de edele muziek en bemin naars van een beschaafde geestes-ontspanning hierop aandachtig. De Harmonie //Kunst en Eer" heeft in den laatsten tijd onder het directeurschap van den heer D. H. Ezevman zoovele en zulke doorstaande bewijzen gegeven van degelijke» vooruitgang en krachtig leven, dat zij ten volle aanspraak heeft op den steun der burgerij. Het lidmaatschap der vereeniging, het welk recht geeft op vier zomer-concerten en een mi litair concert in den winter, is niet kostbaar, zoodat dit geen bezwaar kan zijn om daadwerkelijk te toonen dat men de ijverige pogingen van directeur en leden op prijs stelt en iets over heeft ook ten algemeenen nutte. Immers de zomer-concerten leveren bij het wei nige dat we van dien aard hier hebben of kunnen hebben, een waar genot op, dat des te meer verdient gewaardeerd te worden, daar het ook het groote publiek ten goede komt dat de middelen mist om zich be schavende genietingen te verschaffen. Programma. 1. Le prince d'Orange, Pas redouble, Dunckler; 2. L'Bglantine, Redowa, Baudouck; 3. Fantaisie //Fleurs des bois", van Perck; 4. a. Lied, Abt, b. Lied, Mendelssohn Bartholdy; 5. Le frétillant, Galop, Dunckler; 6. Gruss nacli KievvMarsch, Hiinn; 7. Jager-Polka, Carl; 8. a. Andante religieux, Déthise, b. Ik ken een lied, de Mol; 9. Fautaisie //Martha", Flotow10. Malvina-Valse, van den Bogaerde. Zierikzee, 22 Mei. Terwijl langzamerhand de periodieke verkiezingen naderen, doen we al ons best om uit te vorschen wat ditmaal toch wel de algemeene leidende gedachte daarbij mag zijn. Het komt ons voor dat we niet ver van de waar heid zijn als we onderstellen dat, hoewel 't niet zoo openlijk gezegd wordt, de leuze eigenlijk is liberaal of clericaal, waarbij het clericale veelhartige beest zich voorloopie nog: dekt met het momanti-liberaal. van de Stand, in bijna elk district laat overstemmen. 3. Rome heeft het bij zijn stembus volkomen in zijn macht, alle anti-revolutionairen te doen vallen. 4. Het heeft tot dusver hen gesteund, omdat dit in zijn be lang is; waar het dit belang niet aanwezig acht, zal het hen doen buitelen, ondanks hun verleidelijkste vertoogen. 5. Hoewel Rome tot dusver de anti revolutionairen bij de stembus steunde, bleef het bits tegenover het gereformeerd volksleven overstaan en ging voort, in en buiten de Kamer, de mannen hunner keuze zwart te maken. 6. Rome's leidslieden winnen het doorgaans van die der anti-revolutionairen in beleid en takt, en zijn bereidwilligheid om hen te steunen, lijkt daarom wonderwel op de fuik, waar men de onnoozelen in laat loopen. 7. Rome's belangen verschillen ook op het stuk van onderwijs aanmerke lijk van die der auti-revolutiouaiveuomdat twee derden der Roomsche landgenooten in twee provinciën wonen, waar zij elk ijveren van moderne zijde voor een onroorasche openbare school ondenkbaar maken; om Rome's protest tegen verscherping van toezicht op het onderwijs, waar de anti-revolnlionairen er naar verlangenen wijl Rome voor een georganiseerde kerkmacht de school opeischt, en de anti-revolutio nairen dit doen voor de ouders als vrije burgers. Wat oordeelt ge, vraagt de Stand., met die feiten voor oogen? Slechts op één punt kon bij ontkoming aan alle misleiding, de proef zuiver zijn. Vraag aan Rome of liet, evenals gij, een herziening van ons kiesstelsel wil, waardoor gij ook in de Kamer zoudt uitkomen naar de getalsterkte, die ge in 't land hebt, en dus censusverlaging zoowel als opheffing der kies districten zal gedoogen. En wat antwoord denkt ge wel, dat men u op die vraag geven zou? Zelden hadden we zulke koude Pinksterdagen als dit jaar. Zondag morgen vroeg heeft het gehageld en nu en dan vielen enkele sneeuwvlokken. In den namiddag woei alweder de ijzige noordenwind, die ons nu reeds zooveel weken lang verveeld heeft. In de Times is het protest van president Burgers tegen de aanhechting opgenomen, het luidt aldus: z/Dewijl ik, Thomas Francois Burgers, president van de Zuid-Afrikaansche republiek, een schrijven ontvan gen heb, gedagteekend 8 April, van den bijzonderen gevolmachtigde van H. M. de koningin van Groot- Brittannië sir T. Sheptone, ten einde mij kennis te geven, dat Z. Exc. besloten heeft in naam vau de regeering van H. M. de Zuid-Afrikaansche republiek door aanhechting onder het gezag der Britsche Kroon te brengendaar ik echter niet de macht heb om met hoop op goeden uitslag het zwaard te trekken voor de onafhankelijkheid der republiek tegenover een zoo machtig rijk als Engeland, en wijl ik bovendien een geopend oog heb voor liet welzijn van geheel Zuid-Afrika, zoodat ik de inwoners vau het land niet in verderfelijke vijandelijkheden wil brengen door eenige daad mijnerzijds, alvorens getracht te hebben de rechten van het volk langs vreedzamen weg te handhaven, zoo protesteer ik bij dezen plechtiglijk in naam van de regeering en van het volk der Zuid-Afrikaansche re publiek, tegen genoemde aanhechting. Gegeven door mijne hand en met het zegel der republiek in het gouvernementsgebouw te Pretoria 11 April 1877. Thomas Burgers, pres. der Zuid-Afrikaansche repu bliek". Uit Kaapstad wordt gemeld, dat ook door particulieren een adres aan de koningin is gericht, om tegen de aanhechting te protesteeren. Inhoud van Ceres No. 11. Gips voor den landbouw, door J. S. Roosma, II. Sluitende gronden en hun meest doeltreffende behandeling. Een gunstig oor deel over den stekeligeu wolwortel (Symphytum as- perrimum). De chevalier-gerst. Vraagbus. Een bezoek aan de Rijks-Landbouwschool te Wage- ningen. (Slot). Varia, enz. Benoemingen, Besluiten, enz. De heer H. W. van Boven, geneesheer te Veere, is op zijn daartoe gedaan verzoek eervol ontheven van de waarneming der betrekking van visiteur der quarantaine aldaar. De le luitenant der mariniers H. A. J. Batteké is voor drie maanden gedetacheerd bij 's Rijks geweer winkel te Delft. Tot ontvanger-griffier van den van Lijnden-polder is door ingelanden benoemd de heer J. Sturm te Neuzen. Landbouw en Handel. De betrekkelijk lage boterprijzen op de markt alhier 1.1. Donderdag hebben zeker menigeen verrast. Later is gebleken dat ook elders een dergelijk verschijnsel is waargenomen. Te Harlingen werd boter tegen 70 ets. het kilo verkocht. Men schrijft daar de groote daling toe aan minder vraag door Engeland, gepaard aan groote» aanvoer van Amerikaausche boter. vertoont de voor een wyie zoo nere anti-revo lutionaire partij verschijnselen. eeuer naderende ontbinding; en het blijft altoos nog de vraag of liet inderdaad wel waar is dat de Neder landsche katholieken hoofd voor hoofd zich liebben overgegeven aan pater Becks, zooals beweerd wordt. Nieuwe groepeering, nieuwe vormen zijn wellicht aanstaande, en het komt ons om velerlei redenen niet onwaarschijnlijk voor dat we eerlang een sclierpe tegenstelling zullen zien tusschen deze twee beginselen: liberalisme en clericalisme, bet eerste in den zin van een krachtige vrijzinnige staatspartij, het tweede in den zin van een voorgewend goddelijk gezag der kerk of van den godsdienst of van wat dan ook boven den Staat, 't welk we daarom cle ricalisme noemen, omdat het zich uit in de daden van personen, van mensehen, die alleen daarin van gewone menschen verschillen dat zij zich een bovenaardsck mandaat toeëigenen, krachtens hetwelk zij zich zelf het goddelijk gezag aan- aanmatigen en waarmede zij voorgeven boven den Staat gesteld te zijn. Kortom, het komt eigenlijk daarop neer dat de moderne maatschappij haar organisme, den modernen constitutioneelen Staat, zal te verde digen hebben tegen vijanden die niet van giste- 1) Men zie Mr. H. W. Tijdeman, »Over de voormalige Staatspartijen in de Nederlandsche Republiek". Leiden, 1849. In Noord-Brabant was reeds bij de Provinciale ver kiezingen dit mom zelfs niet meer noodig, evenmin als in het Zeeuwsche district Goes. De weg naar Kamer of Statenzaal wordt zoo van lieverlede geleid door kerk en pastorie. Uit het hier onder door ons gegeven citaat uit de Standaard zou men opmaken dat de anti-revolutionairen thans willen beproeven om kieswet-herziening en wijziging der kiestabel tot vlag aan te nemen om met de ultramontanen voor gemeenschappelijke rekening onder te varen. Er wordt in dat stuk gesproken van een fuik door de ultramontanen uitgezet, doch dit mag men ook wel een fuik noemen. Uit het zevenpuntig artikeltje spreekt vrij klaar de invitatie//als gij met ons samen wilt doen is 't goedwel verachten we elkaar over en weer, doch na de verkiezings-campagne kunnen we verder zien". De Stand, houdt diegenen onder de anti-revolutio nairen, die 't niet eens zijn met haar raad, om tegen Rome op te treden, een zevental feiten voor oogen, om hunne aarzeling te overwinnen. I. De nationale levensrichting, waarvan de anti-revolutionairen de tolken zijn, is ontstaan in en door de schitterende worsteling van het Kalvinisme tegen Rome; terwijl het Rome onzer dagen, in wat onze vaderen verwer pelijk keurden, niet tot bekeering gekomen is, maar veeleer tot erger voortgeschreden. 2. De anti-revolu tionaire richting is door de kieswet op tweeërlei wijs met machteloosheid geslagendoor den census, die het kiesrecht tot een monopolie maakt voor geldbe- zittende standen, en door de kiestabel, die de partij

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1877 | | pagina 2