ZIERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- Asèah. sement Zierikzee. 1877. No. 28. Woensdag 11 April. 80ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD BRIEVEN UIT HOLLAND. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1óregels, mits contant betaald, 25 'cl. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEftMAlV. IV. „Ik dacht 't wel, meneer", zei een een voudig burgerman in goeden doen, die zich met vrouw en dochter de weelde veroorloofde van met de opera zijn paascbgenoegen te be sluiten en naast wieu het toeval me een zit plaats had aangewezen, „ik dacht 't wel, dat 't weer over liefde zou wezen't is altijd krek 't zelfde spilletje waarom een stuk draait". Ik vroeg hem hoeveel huisgezinnen de straat telde waarin hij woonde. Hij meende van een zestigtal en keek me intussohen medelijdend aan bij die nuchtere vraag. Zijn vrouw meende dat 't er wel tachtig halen zou, maar dat 't er zeker zoo precies niet op aankwam, daar meneer, dat was ik, misschien niet eens de straat kende. De meneer kende de straat zoomin als de goed ronde juffrouw en op een twintig zag hij niet, want hij oordeelde zestig argumenten genoeg tot het bekeeren van zijn buurman van een dwaas oordeel. Zijn antwoord luidde: „aange nomen dat er twintig paren eehtgenooten in vijandige verhouding tegenover elkander zijn, wat misschien liefdeloos veel gedacht is, dan blijven er veertig die door liefde bijeengebonden worden. Waar de ouders elkaar liefhebben zou 't een wonder zijn als ook de kinderen niet elkaar en hunne ouders liefhadden. Ieder der huisgezinnen heeft een geschiedenis. Ge kunt er op aan dat liefde de spil is waarom ze zich beweegt en dat daar, waar de kinderen „groot" worden, de geschiedenis een andere in zich opneemt die haar wezenlijk luister bijzet. En in de overige huisgezinnen is de onmin niet van den beginne af aan heersohende, ze is ontstaan toen de liefde heentrok en ge kunt er op aan dat 't voor anderen heel belangrijk zou zijn de redenen te vernemen waardoor de liefde op de vlucht geslagen is. Ik zou dus oordeelen dat de liefde bij u in de straat heel wat uitgewerkt heeft en nog uitwerkt". „O, als je 't zoo bedoelt, dan heb je gelijk maar" en de vhsthouder was nog even ver als toen we begonnen „wat doen ze 't altijd op de planken te brengen „Dat kan niet anders, meneer!" hervatte de andere „breng een groep menschen van verschillenden ouderdom en met uiteenloopende karakters bij elkaar en al spoedig zult ge er minstens een paar vinden die ontdekken dat ze voor elkaar geschapen zijn. Liefde is een zonne straal des hemels, die in 't binnenste van ons menschen een vuur ontsteekt, waaraan geen blusschen is, een vuur, welks warmte op grooten afstand gevoeld wordt. Liefde regelt onze ge dachten en bestuurt onze gangenin een woord, liefde is voor 't menschenhart wat de stoom voor een locomotief, de olie voor de lamp is zonder stoom rijdt ge niet en nit gebrek aan olie gaat de lamp uit; evenzoo is een menseb zonder liefde dood. En aangezien nu de meest edele, naïeve, onbaatzuchtige, heerlijke liefde gevonden wordt tusschen jeugdige menschen van verschillende sekse, zoo is 't natuurlijk dat t i n g e 1 i n g dat we nu weer midden in de liefde staan". Dat was het geforceerde einde van 't pauze praatje, want 't scherm ging op voor de tweede acte der opera Van Dijck die op dien Paasch- maandag de derde opvoering beleefde. Een nieuwe opera is een evenement in de muzikale wereld, hoeveel te meer dan niet deze, wier componist Adolf M 11 e r sedert enkele jaren órkestdirectenr der Rott. Hoogd. Opera is en die alszoodanig niet het minst bijdraagt tot het muzikale genot dat de opera- vereeniging aan 't kunstminnend publiek schenkt, 't Is wel toevallig, dat, toen de studiën voor Van Dijck in vollen gang waren, een andere vereeniging, die 't zelfde tooneel als de ge noemde tot haar beschikking heeft, een werk onderhanden nam, dat bij veel verschil, toch zooveel overeenkomst toont met Van Dijck, dat het me onmogelijk zou wezen over de opera te spreken en niet tevens te gewagen van 't drama van Vriend Frits, naar het Fransch van Erckmann-Chatrian, bewerkt door den re gisseur en mede-directeur der Rott. tooneel- veréeniging L e Gras. Vriend Frits is de type van een Fransohman, die op aarde niets heerlijkers kent dan goed eten en drinken, uitgestrekte wijnbergen, wel gevulde brandkast, een paar dierbare vrienden graag propiteerende van den overvloed aan Frits geschonken, een ijzersterk gestel en, last not least, een volstrekten tegenzin in het nemen van een vrouw. Deze type in zijn eenzelvigheid bloot te stellen en daarna uit te wisschen, is het doel des schrijvers. Zoo kennelijk is I'Ami Fritz met dat doel geschreven, dat ze er zelfs een rabbi in laten preken, ten einde te betoogen dat ze delijkheid, maatschappij, vaderland en godsdienst eischen dat de man niet alleen blijve. Daarvan is de rabbijn zoo diep overtuigd, dat hij voort durend bezig is met 't koppelen van menschen en zich afslaaft in 't zoeken van een beminne lijke vrouw voor zijn dartelen vriend, den epicurist. Ge kunt raden dat hij daarin slaagt, 't Wordt hem zelf gemakkelijk gemaakt door Frits' in genomenheid met de dochter zijns pachters. Het komt er nu vooral voor David op aan, de heide jongelieden tot bewustzijn te brengen van hunne gevoelens ten opzichte van elkaar. De gesprekken, die hij daartoe met de slacht offers afzonderlijk aanknoopt, zijn zoo roerend eenvoudig, zoo innig schoon en zoo echt men- schelijk gedacht, dat ge voor dat tweede bedrijf van Vriend Frits graag een dozijn drama's en meiedrama's zoudt present geven. Ze hebben dan ook die uitwerking dat èu Frits èn Suse smoorlijk verliefd worden en na eenjg worstelen, de een tegen staudgevoel, de ander tegen plicht, den zielswensch van den goedhartigen jood ver vullen en eikaar in de armen snellen. In Van Dijck geschiedt juist het tegenover gestelde. De beroemde schilder, rust smakende in 't dorpje Seventhem bij Brussel, verliest daar al spoedig zijn hart aan de dochter van den Schout, tevens meester kuiper te Seventhem. De plaats van den rabbi uit vriend Frits wordt hier ingenomen door een Romeinseh ridder, die al wat hern ten dienste staat aanwendt om Van Dijck te scheiden van zijn geliefde en mee te troonen naar de eeuwige stad, den schil der roem voorspiegelende en Lehnchen op 't hart drukkende dat ze een hinderpaal is voor de ontwikkeling van Van Dijcks genie. Die Liebe war Des jangen Künstlers Todtenbahr. Met dergelijke schoonschijnende redenen .wordt Van Dijck overgehaald van zijn geliefde te scheiden, terwijl deze berust in 't wreede lot en 't arme hart sust met den schralen troost. Der Adler muss empor zur Sonne streben! De treurige afloop dezer episode uit Van Dijks leven brengt een paar vragen op de lippen des hoorders, die hem onaangenaam aandoen. Is 't waar dat de liefde het graf der kunst is Zou 't ooit noodzakelijk voor den roem eens kunstenaars kunnen zijn de liefde voor een onschuldig rein wezen in 't hart te smoren en 't hart dier andere te breken Oprecht beken ik u dat deze vragen me eenigszins som ber stemden en dat ik heel wat opgewekter scheidde van Vriend Frits, dien 'k goed bezorgd achterliet, dan van Van Dijck, die met een angel in 't hart naar Rome trok en zijn Leentjen in Seventhem eenzaam aan 's;,Himmels liebling", ik zou haast zeggen, ter prooi graf. Niemand ergere zich aan deze bekentenis. Ik weet heel goed dat de kunst geen zedemeester behoort te zijn en dat van een opera niet in de eerste en ook niet in de tweede plaats de moraal op den voorgrond treedt, maar 'k meen er den com ponist door te prijzen, als ik den indruk weer geef der woorden, die nimmer dien indruk hadden kunnen teweeg brengen zoo Müllers scheppingsvermogen ze niet diep in mijn hart gebracht hadden. Behalve den strijd der hoofdpersonen tegen de, hetzij dan de ijzeren wet der noodzakelijk heid, bevat het geheel zooveel sehoone partijen, ook in de rol der nevenfiguren, waarin de hoog geroemde Fisscher schittert gelijk Gross het doet in de rol van Van Dijck, dat er niet veel moed toe behoort aan Van Dijck een blijvende plaats op 't repertoire te voorspellen. 'Om met vriend Frits te eindigen nog dit ten slotte. Op 't voetspoor der tooneeldirectiën praten we elkander na, dat 't met de recette gewoon lijk sleoht gesteld is, wanneer er geen speeta- kelstukken opgevoerd worden, welke napraterij dan leidt tot de verzuchtingoch, ware de smaak van 't volk wat edeler! Ik begin echter zachtjes aan te geraken tot een andere opinie. Zou het niet kunnen zijn vroeg ik in 't bijzijn van Frits dat we heel wat te kort komen op 't gebied van goede drama's en zonden we niet wel doen met 't klagen over den bedorven smaak op te houden totdat we doorslaande bewijzen hebben dat een wezenlijk goed tooneélstuk niet besteed is aan ons publiek? 't Is maar een vraag. De reden er toe is deze. Vriend Frits, liet stuk dan, is even hui selijk als de naam zelve, 't Is een stuk dat alle éffectjagerij buiten sluit. Ge ziet eenvoudig

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1877 | | pagina 1