ZIERIRZEESCHE COURANT.
1877. No. 10.
Zaterdag1 8 Februari,
80ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
voor het arrondis-
sement Zierikee.
F e uille t o n.
B i n n e n 1 a n d.
SCHETSEN OP REIS,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzonderlijke nomraei's 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever 11. LAKEMAiV.
Zierikzee, 2' Febr. Dinsdag jl. hield ons N.utsdepar-
tement een vergadering, waarin Dr. R. A. Soetbroodt
Picear.dt van Goes als spreker optrad. Het weder
belette een, goede opkomst der leden, daar zij anders
stellig in grooter getale zouden verschenen zijn, bij
de heugenis van het genot dat deze spreker ten vorige
jare door zijn voordracht gaf. Zij die aanwezig
waren, hebben stellig ook ditmaal veel genoten.
Voor de pauze gaf de spreker een beschouwing
over poëzie en leven, een rede die doorweven was
met schooue en leerrijke opmerkingen. Hij toonde
het verband tussclxen beide en wekte zijn hoorders
op, om den dichter in den mensch te ontwikkelen.
Na de pauze sprak Ds. Snellen een kort woord tot
aanbeveling der bedoelingen van den Multapatior-
bond en deelde mede, dat eerlang tot onze stadgenooten
een oproeping zou gericht worden, om te trachten
hier ter slede, hetzij een afdeeling van dien bond,
hetzij een plaatselijke, zelfstandige vereeniging met
gelijke strekking te stichten, waarvoor hij de mede
werking der leden van ons departement inriep.
Wederom trad Dr. Piccardt op en onthaalde zijn
hoorders op de beschrijving van enkele bladzijden uit
een typisch album, hem door den verzamelaar ter
inzage gegeven. De //menschenvrienden^ passeeerdeu
de revue en gaven den geachten spreker aanleiding
tot menige geestige opmerking.
Woensdag avond gaf de heer D. H. Ezerman zijn
tweede concert voor dit winterseizoen, met medewerking
van een grooter aantal dilettanten dan bij het eerste
concert waren opgetreden, en bovendien van Mej.
Clotilde de Nocker, van 's Gravenliage.
De zaal was zeer goed bezet en de soiree had in
alle opzichten uitstekend succes. Niet weinig droeg
daartoe bij de schoone zang van Mej. de Nocker;
haar krachtig, breed en toch liefelijk orgaan maakte
diepen indruk en zette aan het geheele concert, als
't ware, dat karakter van kracht en liefelijkheid te
gader bij. Wij wenschen den geachten concertgever
geluk met het zoo uitnemend wel slagen zijner pogingen
om het beschaafde publiek eenige genotvolle soirees
te bezorgen, en zijn vast de tolk van allen die deze
concerten bijwoonden wanneer wij nitbundigen lof toe
zwaaien aan den directeur, den heer Ezerman, en aan
alle heeren kunstminnaars door wier medewerking zulk
een goede uitslag werd verkregen. En wat Mej. de
Nocker betreft, we hopen dat we haar thans niet
voor de eerste en eenige maal zullen gehoord hebben
en roepen haar van harte eentot wederzienstoe.
Dinsdag woedde, bijna den ganschen dag door,
een felle storm uit het N.-W., gepaard met zware
regen- en hagelbuien. Het water steeg, iuzonderheid
bij het springtij van Dinsdag op Woensdagnacht
ongewoon hoog, zoodat velen den ganschen nacht
ijverig in den weer moesten zijn om voor den goeden
dienst der vloedplanken te zorgen, ten einde het
water dien verradelijken vijand uit kelders en
woningen te houden.
Naar wij vernemen is het in den Roompot ge
strande Grieksche barkschip //Emboriani", dat voor
een paar dagen als wrak verkocht is, en waaromtrent
de koopers nog uitzicht hadden dat het zou kunnen
afgebracht worden, door den storm geheel uit elkan
der geslagen en zijn de wrakstukken hier en daar
tegen den dijk gedreven.
Brouwershaven. Hebben de jongste N.-Weste
stormen, op verschillende plaatsen van ons land,
meerdere of mindere schade aangericht, ook deze plaats
is daarvan niet geheel verschoond gebleven.
Het water tot eene ongewone hoogte opgestuwd,
hield gedurende den nacht van 30 op 31 Jan. de
aan de haven en marktplein wonende burgers steeds
bezig, met deze ongenoode gast te weren.
Bleven enkelen door goede maatregelen, voor het
indringen dezer vijand verschoond, het meerendeel en
de minder bedachtzamen, zagen zich te middernacht
verrast door het water en konden zich van uit hunne
slaapplaatsen, direct door een voetbad, van de hoogte
des waterstands overtuigen, en zich over de onvoldoende
hoogte hunner dam of vloed planken dan wel over de
niet genoegzame voorziening daarvan beklagen.
De op het zoogenaamd plateau gelegen scheepstim
merwerf, het allermeest aan het krachtig element
blootgesteld, zag er den volgenden morgen onkenbaar
uit daar al het aanwezig vast en los materieel
weggedreven, hare omheining verdwenen en een op de
helling staand schip geheel van positie veranderd
was, zoodat een en ander aan den eigenaar eene
niet onaanzienlijke schade berokkend heeft.
Uit de berichten in de bladen blijkt dat de storm
van Dinsdag over een groot deel van ons land heeft
gewoed, en dat vele plaatsen vrij wat gevaar en schade
hebben geleden door het water. Te Rotterdam heeft
de buifcenslad grootendeels onder gestaan. Hier en
daar in Zuid-ITolland zijn polderdijken en kaden
doorgebroken of overstroomd. In onderscheidene plaat
sen is waargenomen dat de vloed nagenoeg even hoog
is geweest als die van 1825 en hooger dan vele
merkwaardig hooge vloeden. Te Vlissingen is nog
al veel schade door 't water veroorzaakt.
In het Handelsblad is thans als zeker bericht dat
de agentuur der firma Krupp te Vlissingen met 1
Maart zal worden verplaatst naar Rotterdam, zoodat
voortaan in den regel de stoomschepen dier firma te
Rotterdam zullen laden en lossen. Te Vlissingen zal
alleen nog een agent gevestigd blijven voor eventueele
gevallen van verzendingen van of aan de firma, die
over Vlissingen mochten gedaan worden. Reeds vóór
geruimen tijd werd te Rotterdam verteld dat de firma
ICvupp een groot etablissement zou vestigen te Kva-
lingen. De vele verbeteringen en uitbreidingen
door de Rijnspoorweg-Maatschappij aan haar los- en
ladingsplaats te Rotterdam aangebracht, zijn mogelijk
wel van invloed geweest om dat groote Duitsche huis
de Scheldestad te doen verlaten en zich van den
Maasmond te gaan bedienen. Voor Vlissingen is een
en ander een groote teleurstelling.
In het Zeeuwsch Dar/blad wordt geklaagd dat van
de te Middelburg bestaande uitstekende gelegenheid
tot het herbergen van cellulaire gevangenen, nl. in
het gevangenhuis, geen gebruik wordt gemaakt, terwijl
toch de in andere plaatsen aanwezige cellulaire ge
vangenissen overvol zijn.
Te Ellewoutsdijk is een lam geworpen met vijf
pooten.
van over zee en van over land.
XXII.
Geen plaats ook bij eenig volk waar zulk een schat
van nationalen roem, als in een archief eenig in zijn
soort, bewaard ligt sinds eeuwen en de eeuwen door
met kinderlijke zorg werd bijgehouden en aangevuld,
verrijkt met den roem van hen die henengingen, door
hen die kwamen. Daar sluimert onder de statige boog
gewelven van den Gothischen tempel de keur van
Engelands geslachten zooals meer dan zes eeuwen die
hébben zien opkomen, bloeien en ondergaan. Daar
weergalmt elke uwer voetstappen over de kille zerken
het lied van: worden en vergaan maar ook van
't duurzame, 't blijvende; 't vergankelijke is daar om
aan 't onvergankelijke te herinneren. Daar predikt
het bezielde marmer u van grootheid en ijdelheid,
van sterven, jamaar ook van onsterfelijkheid.
Daar rusten de vergankelijke en vergane omliulselen
van grooten en edelen op elk gebied, als om te ge
tuigen dat wat groots en edels werd gedaan en ge
dacht, niet vergaat, maar blijft.
Ja, deze heerlijke tempelwanden omsluiten als 't
ware de geheele geschiedenis van een geheel volk. Zijn
koningen en grooten rusten daar, en daaronder zijn er
wel wier eenige verdienste daarin bestaan heeft dat
zij koningen en grooten der aarde geweest zijnmaar
daar slapen ook die menigte eenvoudige zonen des
volks, die zich door talent, genie, deugd, verdienste,
groote daden hebben verheven tot den rang van ko
ningen en edelen op het gebied van den geest.
Nergens weet ik iets dat in dit opzicht met Enge
lands Westminster-kerk te vergelijken is. Geen volk
bezit zulk een volledig, eerbiedwaardig en eeuwen door,
van geslacht tot geslacht geëerbiedigd, marmeren en
bronzen album van nationalen roem. Wat is daarbij
het Pantheon te Rome, eerst gewijd aan eigengemaakte
goden, later aan eigengemaakte heiligen? Wat is
daarbij het Pantheon te Parijs, die copie van 't slechte
origineel te Rome en bovendien nog een twistappel
der afwisselende grillen van revolutie en restauratie?
De Egyptische pyramiden herinneren slechts aan de
grootte der slavernij in den ouden tijdde Egyptische
mummie-magazijnen en de beenderen-magazijnen der
catacomben van Rome, Weenen en Parijs stemmen
u tot mijmerijen over hygiëne; van de zedelijke waarde
der afgestorvenen, waarvan zij afkomstig zijn, en van
hun beteekenis voor ons melden zij u niets.
Munchen heeft zijn Rumeshalle, 't is niet meer
dan eene lokale merkwaardigheidBerlijn zal ook zijn
Rumeshalle verkrijgen, 't zal een reclame zijn voor
een geslacht dat oogst wat 't niet heeft gezaaid. Iloe
geheel anders is de beteekenis van Westminster-abdij
Gewis, zonder van Anglo-manie verdacht te worden,
mag men zeggen dat d i e merkwaardige hal des roems
als echt nationaal monument, eenig is in de wereld.
Laat mij den lezer een wijle in die gewijde tempel
hallen ron dleiden
Doch reeds als gebouw is Westminster-abdij hoogst
merkwaardig. Als pendant van de oude St. Pauls,
de Munster- of hoofdkerk van het Londen uit de eerste
tijden der middeleeuwen, die in het Oosten was ge
sticht, ontstond de St. Peters collegiale church als
Munster in het Westen van Londen, en ofschoon als
kerkelijk gesticht den rang missende waarop St. Pauls
kan bogen, verkreeg zij in den loop der tijden' een
veel hoogere beteekenis voor 't Engelsche volk.
Omstreeks 610 werd op eene' plaats, die destijds
een met doornen bewassen eiland in de Theems was,
een klooster gesticht door Sebert, koning der Oost-
Saksen. De kerk van 't klooster werd door de Noor
mannen verwoest. Koning Edgar herbouwde haar en
vertrouwde haar in 960 de bewaring der kroonsieraden
(Regalia) toe. Hendrik III liet in 1245, na eerst een
nieuwe kapel, de oostelijke, gebouwd te hebben, de
kerk af breken en den grond leggen van een geheel
nieuwe, veel grootere kerk. Daaraan werd veertig jaar
gebouwd, doch het oorspronkelijk bedoeld' geheel bleef
onvoltooid. In 1502 begon Hendrik VII den bouw
van de naar hem genoemde prachtige kapel aaii het
hoofdeind van 't middenschip.
Eerst in het begin dér vorige eeiiw is men begonnen