ook in 't onderwijzersvak, en ten anderen omdat de kunstmatige recrnteering van per soneel uit de laagste klassen des volks een toestand van ongezonde zelfgenoegzaamheid, die nu al sinds lange jaren in het onderwijzers gilde heerselit, zal bestendigen. Dit alles te zamen zal ons de voortdurende propagatie van het minimum-ras wel verzekeren. Maar niet minder zal 't tot groot nadeel der wezenlijke ontwikkeling en bloei van bet volks onderwijs werken. Waarlijk 't ware beter de Nederlandsche natie te laten kiezen of deelenwil zij onderwijs, laat ze dan baar ouderwijzers laten levenkan zij de daarvoor noodige kosten niet opdiepen, laat ze zieh dan ook de weelde van goede scholen te willen hebben wijselijk ontzeggen. Dat zou eerlijk zijnen tot verbetering leiden. Het soort van plebiseit daarvoor noodig was zeer eenvoudig ditbepaal in de wet geen minimum hoegenaamd. Men zegge niet dat de toestand van de ouderwijzers toch nu al veel verbeterd is door de verhooging' der jaarwedden. De schampere toon waarin lieden, die 't wèl nreenen met het onderwijs en de ouderwijzers, spreken over die „mijnheeren van den konden grond" die zoo ver wend worden dat ze niet meer op klompen willen loopen en dat ze hun vrouwen „juffrouw" laten noemen, bjj moge scliramper zijn, hij klinkt met een klank die in de ooren der groote menigte quasi geachte onderwijzers der jeugd, doch in waarheid beerachtig gekleede honger lijders meer weerklank vindt dan men denkt, als men er buiten staat. Inderdaad is de toe stand geheel ongezond en ook niet houdbaar. Reeds nu staan tal van jonge mannen, die vóór een jaar vijf, zes of meer, bedorven zijn door een voor hen destijds veel te hooge bezolding, daar voor bun klassen met nog altoos diezelfde, thans naar verhouding voor ben veel te lage, jaarwedde, maar wat erger is, zonder de illuzie van hun doel, een gevestigde betrekking, te bereiken, of deze illuzie dagelijks meer en meer verliezende, en zich zei ven zoo langzamerhand rangschikkende en organiseerende als een klasse van ambaektskneclits, die door elkander geslagen toch nog minder inkomen hebben dan bekwame werklieden, en daarbij andere kostbaarder be hoeften hebben leeren kennen, of door hun be trekking gedwongen zijn te voldoen. Ellende en niets dan dat zullen de gevolgen zijn. Zonder wettelijk minimum bleef de zaak den natuurlijken weg gaan. De vermeerderde vraag bij minder aanbod zou den prijs doen stijgen en zoo tot verbetering voeren; öf het aanbod zou geheel ophouden en dan bleek bet dat de natie niet bij machte of ongezind was de kin deren des volks te doen onderwijzen gelijk dat behoort. Aangezien aan dezen noodlottigen af loop der onderwijs-kwestie wel niet te denken is, zou het eerste wel geschieden, d. i. 't zou blijken dat de arbeider zijn loon waard is. Nu de wet dat kunstmatig wil dwingen schijnt juist het tegendeel te blijken. Al ware 't minimum hooger gesteld, b. v. op f 800, in beginsel zou 't al even verkeerd zijn. Die f 800 waren voor een jongeling van nog geen negentien jaar veel te veel, en om fat soenlijk te leven veel te weinig; afgezien nog van de vraag of alle gemeenten wel bij machte zouden zijn de kosten te dragen. Slot volgt. Binnenland. Zierikzee, 17 Jan. De bevolking dezer gemeente bedroeg op den 31 December j.l. 7617 personen, en wel 3575 mannelijke en 404-2 vrouwelijke, tegenover 7805 personen op den 31 December 1875. Naar de godsdienstige gezindheden was de staat der bevolking als volgt: 5675 Ned. Ilerv.5 Waalsch Ilerv.1 Eng. of Presbyteriaansch1 Anglikaansch of Episcopaal; 113 Ev. Lu th.5 Doopsgez.5 Remonstranten; 215 Chr. Geref.1551 Roomscli-Kathol. en 46 Ned. Israëlieten. Het aantal geborenen gedurende 1876 bedroeg 273, en wel 260 wettig en 13 onechtdat der levenloos aangegevenen 10; dat der sterfte 202, en dat der gesloten huwelijken 51. Het aantal personen die zich in de gemeente ge vestigd hebben bedroeg 343, en die de gemeente ver laten hebben 577 Zierikzee, 19 Jan. Gisteren avond omstreeks acht ure bleek het dat er brand ontstaan was in de werkplaats van den rar. meubelmaker van Schaick in de Nobelstraat. Al spoedig waren de autoriteiten, de brandweer en de schutterij op de plaats des onheils tegenwoordig en werden de spuiten in werking ge bracht. De brand liet zich een uur lang zeer ernstig aanzien, zoodat er groote vrees bestond voor vele aangrenzende gebouwen in dat vrij dicht bebouwde gedeelte nabij 't midden der stad. Door den onver- moeiden ijver, de vlugheid en het goed beleid der brandweer slaagde men er in den brand tot het perceel waarin hij ontstaan was te beperken, ofschoon de onmiddellijk belendende perceelen nog al wat schade hebben geleden en het eene reeds mede was aangetast door de ongemeen fel opflikkerende vlammen. Werk plaats en winkel van den heer van Schaick zijn ge heel in de asch gelegd; de voorgevel is gedeeltelijk op de straat nedergestort; persoonlijke ongelukken hebben niet plaats gehad. Naar we vernemen was alles tegen brandschade verzekerd. Ook voor de werklieden is de brand een ware ramp, daar zij al hun gereedschap verloren hebben. Van het op 15 dezer op Neellje Jans gestrande barkschip //EmborianE', kapt. G. Spanoudi, zijn alhier aangebracht ongeveer 7000 hectoliters rogge in meer en minder beschadigden toestand, en is de lading alzoo grootendeels geborgen. De inventaris en het tuig zijn mede alhier aangebracht. Het schip zit vol water en is totaal wrak. Z. M. heeft benoemd tot Directeur van het vereenigd Post- en Telegraafkantoor te Boskoop, met ingang 15 Eebr. a. s., den heer P. J. E. du Bois, Rijkstele grafist 2e kl. alhier. Naar men verneemt zal door de zorg van de afd. der Maatschappij van Toonkunst alhier, het bekende Elorentijner Strijkquartet zich ook te Zierikzee doen hooren. Maandag j.l. is voor 't eerst de Spoorboot van Zierikzee op Middelburg doorgevaren tot Vlissingen. Er was echter nog slechts één passagier aari boord. Men verneemt dat de boot elke veertien dagen een maal die reis doen zal en wel voornamelijk in het belang van de te verwachten verzendingen van vee uit Schouwen en Duiveland over Vlissiugen naar Londen. Het vervoer van vee op de stoomlijn Vlissingen- Queensboro schijnt dermate in belangrijkheid toe te nemen, dat men, behalve de drie thans in de vaart zijnde stoomschepen, daarvoor een vierde heeft gehuurd. De Gemeente Vlissingen, die in de laatste jaren sterk was achteruit gegaan, is in het jaar 1876 weder aanmerkelijk opgefleurd, 't geen blijkt uit den staat van den loop der bevolking. Deze is van 9740 ge stegen tot boven de L0000. De bevolking van Mid delburg was op 31 Dec. 1876 15954 zielen. Voor eeuige dagen werd in de bladen medegedeeld dat dr. A. Kuyper, lid der Tweede Kamer, vooreerst nog niet uit het Zuiden zou kunnen terugkeeren en weder ingestort was wegens een zware ziekte die zijn echtgenoote had aangegrepen. Thans wordt daarentegen in bladen zijner richting gemeld dat hij geheel hersteld is en weldra aan het hoofd zijner schare te 's Gravenhage zal optrekken in den parlementairen veldtocht. Ook omtrent den toestand van een ander hamerlid, den heer Nierstrasz, luiden de berichten tegenstrijdig. Terwijl van de eene zijde gemeld wordt dat die lijder naar gelang zijn lichaamsgestel vooruitgaat, in zijn ziels toestand achteruitgaat, wordt van andere zijde verze kerd dat hij in alle opzichten in beterschap toeneemt en spoedig weder geheel hersteld zal wezen. Moge 't in beide gevallen zoo zijn als de laatste lezing zegt. Wij zien onze politieke tegenstanders liever frisch en gezond op de kampplaats, dan mach teloos aan het ziekbed gekluisterd. De Gemeenteraad van 's Gravenhage heeft met 19 tegen 17 stemmen besloten de kermis niet af te schaffen. In de N. Rott. Ct. wordt, als aan den Message?' fra?ico-américai?i ontleend, medegedeeld dat den 8 December j.l. de heer Moreno, Nederlandsch cousul te Cathagena in Columbia (Zuid-Amerika), met zijn zoon door moordenaars op de publieke wandelplaats gedood zijn met dolksteken en sabelhouwen, en dat men ver wachtte dat de Ned.. Regeering deswege de noodige voldoening zou eischen. Reeds vóór eenige dagen lazen wij in de bladen, zelfs in de N. Rott. Ct. ook als we 't wel hebben, dat de vermoorde de consul van Duitschland was en dat de door de Duitsche Regeering geeischte voldoening reeds was gegeven o. a. door het plaatsen van een monument op 't graf der slachtoffers. Aan het voorloopig programma voor de algemeene tentoonstelling der Maatschappij tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland, te houden in de Afdeeling Tholen, in de maand Juni 1877, ontleenen wij het volgende Prijzen worden uitgeloofd voor dé navolgende voor werpen Raarden. Onverschillig van welk ras voor den Landbouw. No. Dekhengsten geboren vóór of in Juni 1874; No. 2. Merriepaarden geboren tusschen 1 Juni 1870 en 1 Juni 1874; No. 3. Merriepaarden geboren in 1875 No. 4. Spannen werkpaarden ge boren tusschen 1 Juni 1870 en 1 Juni 1873; No. 5. Veulens in 1875 geboren, onverschillig van welk ge slacht of ras. Ru?idere?iNo. 6. Springstieren van inlandsch ras, geboren vóór of in Juni 1875 No. 7. Springstieren van volbloed Durham ras, geboren als vorenNo. 8. Melkkoeien van inlandsch ras, geboren tusschen 1 Juni 1869 en 1 Juni 1874; No. 9. Melkkoeien van ge kruist Durham ras, geboren tusschen 1 Juni 1869 en 1 Juni 1874; No. 10. Vaarzen van inlandsch ras, geboren tusschen 1 Juni 1874 en 1 Juni 1875 No. 11. Vaarzen van gekruist Durham ras, geboren tusschen 1 Juni 1874 en 1 Juni 1875 No. 12. Vaarzen van inlandsch ras, geboren na 1 Juni 1 875; No. 13. Vaarzen van gekruist Durham ras, geboren na 1 Juni 1875; No. 14. Een springstier of eene koe van on - gehoornd ras. Schapen. No 15. Springrammen van volbloed Lincoln ras; No. 16. Ooien van gekruist ras, minstens 3 stuks, waarvan eén ongeschoren, geboren na 1 Juni 1875.. Varkens. No. 17. Beeren van inlandsch ras; No. 18. Beeren van vreemd ras,- No. 19. Zeugen van inlandsch ras; No. 20. Zeugen van vreemd ras. Werktuigen en gereedschappen voor den Landbouw. (Met opgaaf van prijzen.) No. 21. Een Zeeuwschen ploeg; No. 22. Een wale- of anderen ploeg, voor diep werk geschiktNo. 23. Den best werkenden ploeg, niet behoorende tot de twee hiervoren genoemde catagoriecnNo. 24. Een ondergrondsploegNo. 25. Een paardenbak (extirpator); No. 26. Eene egge; No. 27. Eene verzameling draineergereedschappen No. 28. DraineerbuizenNo. 29. Een giervoertuig No. 30. Eengierpomp; No. 31. Een verbeterden aard appelrooier; No. 32. Eene verzameling van Land- bouw-werktuigen, uitmuntende door voltalligheid en bruikbaarheid. In het geheel is ruim f 800 uitgeloofd aan prijzen in geld, alsmede 12 zilveren en 6 bronzen medailles. Op de hofstede Molenbaix van den heer W. Ph. Vis te Grijpskerk is een varken geslacht van 23 maanden oud, dat 326 kilo woog en 54 kilo zuivere reuzel in had. De heer S. Kenens, directeur der gasfabriek te Middelburg, zal volgens het Z. Dagbl. die betrekking- verwisselen met die van directeur eener fabriek van dezelfde gasmaatschappij te Amsterdam. Het hardglas, dat een poosje lang opspraak ver wekte wegens zijn onbreekbaarheid, doet dit nu al even sterk wegens zijn zonderlinge broosheid. Hard- glazen drinkbekers springen tot gruis uit elkaar zonder dat men ze aanraakt. Den 30n Januari a. s. zal de beproeving plaats hebben ven de spoorwegbrug over de Maas en de werken van den Staatsspoorweg van de Boompjes af tot het Delftsche hof te Rotterdam, met materiëel van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. Maandag morgen is de schuur van de hofstede bewoond door A. de Zeeuw onder Sas van Gent geheel afgebrand met 5 paarden, 7 melkkoeien al het aanwezige gedorschte en ongedorschte graan en de gereedschappen. Het woonhuis bleef gespaard. Voor dé burgerlijke rechtbank van Parijs is een zeer belangrijke zaak hangende. Men weet welke be roemdheid de werken van Jules Verne genieten, en wel licht is hij de lievelingsschrijver bij velen onzer lezers. Dezelfde Jules Verne wordt thans door een Eransch schrijver, René de Pont-Jest, als letterdief aangeklaagd Het is Verne's werk: //Voyage au centre de la terre", waarvan een aantal tafereelen, naar Pont-Jest beweert, aan diens boek: //La tète de Memer", ontleend zijn. De overeenstemmende plaatsen zijnde geschiedenis van den geleerden Duitscher en het geheimzinnig op schrift in runen, verder de schaduwe die moet gevolgd worden, om bij Pont-Jest het hoofd van Memer, en bij Verne den krater van IJsland te bereiken. René de Pont-Jest, wiens boek jaren vroeger dan dat van Verne verscheen, zegt dat hij Verne om opheldering beeft gevraagd, zoodra hij het feit ont dekte, doch dat deze een antwoord schuldig bleef. Daarop daagde hij hem voor de rechtbank, en vraagt fr. 3000 schadevergoeding. De uitspraak zal binnen acht dagen plaats hebben.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1877 | | pagina 2