De Vereenigde Staten en het Cesarismus. waar, goed en schoon is, is zij jong omdat deze dingen zelf eeuwig jong zijn. Daarom moet dan ook dit korte woord niet dienen als nieuwjaarswensch, maar veel meer als reclame voor de beginselen die wij tot dusverre met lust en moed naar ons vermogen hebben voorgestaan en voor welke gehoor te vragen en op steeds toenemende aandacht aan te dringen naar onze bescheiden meening geen ijdel- heid is. Bij gelegenheden die daartoe als van zelf aanleiding gaven, hebben we in onze buiten- landsche overzichten reeds meermalen onze zienswijze omtrent den inwendigen politieken toestand der groote Noord-Amerikaausche Unie en haar vooruitzichten of haar mogelijke, zoo niet waarschijnlijke toekomst medegedeeld. Zonder nu op die vroegere beschouwingen terug te komen, zij liier herinnerd dat wij als onze meening uitspraken dat de Unie op den duur het met haar nu een eenvv oude consti tutie en organisatie onmogelijk honden kan, dat er aanleidingen bestaan, ten deele van ge- ografisckeu, ten deele van staatkundigen, ook deels van etknologischen en econoinisehen aard, aanleidingen tot scheuring en ontbinding van het wel zeer groote maar in den grond alles behalve homogene geheel, en dat daaruit op geheel natuurlijke historische wijze wel eens een of meer monarchieën konden geboren worden. Wij zijn tot op dit oogenblik nog van diezelfde meening en in de nu en dan voorkomende teekenen des tijds zien we gedurig gronden te meer voor de juistheid onzer opvattingen; nu weder in een schijnbaar onbeduidende mede- deeling in de bladen, een zaak zoo onbeduidend naar den schijn dat liet blad waarin we baar lazen er zelfs den spot mee drijft en die toch wel iets beteekent, zoodat wij haar niet voor zoo onbeduidend houden. Er is namel. te Nieuw Orleans, zoo men weet de belangrijkste stad van het Zuiden der Unie en die in zeer eigenaardige verhouding staat tot de groote steden van 't Moorden, een nieuw dagblad verschenen onder den titel Het Keizerrijk. Als wapen of merk voert liet blad een medaillon met den gelauwerden kop van generaal Grant, den tegenwoordigen president, en het omschrift: Ulysses KeizerOnder het medaillon is het deviesHet Keizerrijk is de vrede". Het leading article van het eerste nommer omschrijft het program ongeveer aldusHet doel is in de voorhoede te treden der Keizerlijken, die dagelijks talrijker worden en die alleen de oogen wenden naar den zwijgenden man op het Witte Huis, afwachtende dat hij komen zal om met geweld het land te verlossen uit regeeringloosheid en ondergang, waarmede het doen Tilden of Hayes bedreigd wordt. Is dat niet een merkwaardig teelten des tijds? Het behoeft niet gezegd te worden dat we er niet aan denken om in dat blad The Empire den bewerker der ontbinding van de Groote Unie te zienwe vindeu zelfs die verkiezings reclame en dat pralen met een devies dat zoo zeer in mistrouwen is, zeer onhandig en weinig passende in het kader van een politiek met zulk een wijde strekkingmaar is niet reeds het bloote feit dat zulk een blad wordt op touw gezet van veel beteekenis? Er blijkt uit dat er in de Unie, althans in het Zuiden een partij bestaat die aan een keizerrijk denkt, en dat de leiders dier partij er het geld voor over hebben om er een eigen orgaan op 11a te houden. Een ander Amerikaansoh blad, the Tribune, zegt wel dat geen enkel invloedrijk man deel aan de uitgave van het blad heeft, doch dit beteekent weinig in den mond van een Ame rikaan, en zoo 't al iets beteekent, 't is mogelijk eerder de vven3ch van the Tribune dat het blad maar geen opgang moge maken, 't geen we best kunnen begrijpen want de concurrentie is in Amerika ook groot en nieuwe ideeën worden er duur betaald. Nu hebben wij nog niet zoo in 't bijzonder van een Keizerlijke partij in de Unie hooren spreken en kunnen dns niet beoordeelen hoeveel er van :t program van the Empire moet ge rekend worden onder de waarheid en hoeveel onder de.11 humbug; doch het komt ons voor dat althans het ontstaan en opwassen eener monarchale partij in de Unie geenszins een vreemd verschijnsel zou zijn. Het, cesarisme moet vroeg of laat in de Unie het hoofd opsteken. Allerlei redenen hebben, tot vóór eenige jaren althans, samengewerkt om de illuzie te voeden dat de groote Ameri- kaausclie Unie de republiek bij uitnemendheid, ja als 't ware een republiek voor de eeuwig heid zou zijn. Men vergat daarbij, dat in de nieuwere tijden landen en staten vroeg oud worden, dat de be staande vormen los^ifi' worden, of liever dat de nimmer stilstaande gisting, ontbinding en nieuwe verbinding in de nieuwere tijden krachtiger werken dan ooit voorheen in de wereldgeschie denis. Waarlijk, na één eeuw slechts is de Noord Amerikaansche Unie al reeds oud. Wij denken niet te overdrijven als we veronderstellen dat menig volbloed Yankee bij gelegenheid van het pas gevierde centennial bij zich zeiven ge zegd heefteen hard hoofd dat andermaal zoo'n feest beleeft. Inderdaad er hebben zich alreeds vele be denkelijke verschijnselen vertoond. De onhoud baarheid der algemeene constitutie is eigenlijk reeds maar al te zeer gebleken. Wie durft tegenwoordig de Unie nog als den modelstaat noemen? Wie gelooft nog aan die zuiverheid van den Amerikaanschen republikeinselien geest'? De Wasbingtons, de Franklins, de Monroes, waar zijn ze? Ze zijn dood. Waar is de idyllische eerlijkheid waarop de grootvaders der tigen. Slechts twee Engelsche grooten hadden de moed 's konings daden niet als wettig te erkennen, 't was de rijkskanselier Sir Thomas Morns en de tachtigjarige Fisher, bisschop van Rochester. Beiden moesten met hun hoofd voor hun stoutheid boeten. Ten opzichte van den eerwaardigen Fisher beging Hendrik nog de laagheid dat hij hem gedurende zijn verblijf in den Klokkentoren geen voldoend voedsel en zelfs geen schoon linnengoed liet verstrekken. Elisabeth geraakte in de gevangenis toen haar zuster Maria aan de regeei'ing kwam. Maria was een dochter van Katharina van Arragon, Elisabeth's moeder was Anna Boleijn. Beider rechten op de kroon waren be twistbaar, daar haar vader Hendrik VI [1 haar van de erfopvolging had uitgesloten, ofschoon hij deze daad later had herroepen. Toch kwam Maria na den dood van haar broeder Eduard VI (1553) op den troon; doch toen liet zij Elisabeth opsluiten en deze bleef vijf jaar lang de vertrekken van den Klokkentoren bewonen, tot zij op haar beurt koningin werd. Niet ver van den Klokkentoren verheft zich aan de rechterzijde de reeds genoemde St. Thomastoren, welks laaggelegen doorgang, de Verraderspoort, ook reeds vermeld is. Deze toren werd in 1327 onder Eduard III gesticht. Recht er tegenover is de Bloody- Tower, de Bloedige Toren, die den hoofdingang vormt van het binnenste plein en zijn naam draagt op grond van de overlevering dat binnen zijn muren de dubbele moord heeft plaats gehad der beide ongelukkige zonen van Eduard IV (-1483). Eduard IV uit het huis van York, met wiens verheffing de oorlog der witte en roode roos een aanvang nam, liet bij zijn dood twee zonen na, Eduard 12 en Richard 10 jaar oud, kinderen van Elisabeth Woodville die door Eduard 1V tot koningin was verheven, doch dooi' de daarop gevolgde intriges harer familie, de onwillekeurige aanleiding werd van den ondergang harer kinderen. Richard van Clochester, de broeder van Eduard IV, matigde zich de voogdijschap over de prinsen, alsmede het regentschap en den titel van Lord-protector aan. Hiermede niet tevreden liet hij de beide prinsen in den Tower zetten waar zij, naar men algemeen gelooft, op zijn last onder bedden gesmoord werden, terwijl hij zelf als Richard III den troon beklom, zonder lang de vrucht zijner misdaden te genieten, daar hij in den slag hij Bosworth sneuvelde. Ieder kent de aandoenlijke tragedie die Casimii' Delavigne aan deze bloedige episode ontleend heeft. De naam van Eduard IV, wiens onschuldig kroost zoo droevig omkwam, doet ons nog denken aan een anderen doorluchtigen gevangene die mede in den Tower werd omgebracht, namelijk zijn broeder George, hertog van Clarence. In samenzweringen tegen Eduard gewikkeld werd hij gevangen genomen en in den Bovjyer-Tower in een donkere cel opgesloten. Zijn proces werd opgemaakt en hij van hoogverraad be schuldigd ter dood veroordeeld. Eduard liet hem de na levende geslachten zoo trotsch waren Is er niet alreeds belachelijk genoeg maar toch feitelijk! een soort adel opgedoken, die der knickerbockerst) Waar is de vroeger spreek woordelijke soliditeit der Ainerikaansehe onder nemingen gebleven? Wat is er wezenlijks in de zoo hoog geroemde Amerikaansche verdraag zaamheid op kerkelijk gebied Heeft de Unie al niet haar kruistochten op den kerfstok. Wat is er van het recht geworden? Doch dit zijn allen niet meer dan bijkomende omstandigheden en secondaire oorzaken van een meer en meer naderende misvorming en ontbinding. Er zijn ook meer diepliggende, meer primaire oorzaken. Vóór een eeuw be stoud nog niet meer dan de kern van 't groote Kijk dat we thans aanschouwen, een kleine doch krachtige veelbelovende kern, omgeven van een schier onuitputtelijk vruehtvleesch. Destijds was de kleine Unie wat haar geografische om standigheden betreft als 't ware geplaatst in een onmetelijkheid. Wie had toen durven voor spellen of kunnen vermoeden dat die kleine kern zich binnen één enkele eeuw zou uitzetten van het ijzige Noorden tot het verzengde West Indië, van de punt van Florida tot de Behringstraat, en van den mond der St. Laurens tot de golf van Californië, en dat in 1876 een bevolking van een kleine 40 millioen zielen die enorme uitgestrektheid geheel zou vervullen, in naam althans En hoeveel zeer uiteenloopende elementen maken thans dat groote geheel uit! Is daar vooreerst aan samensmelting tot een eigenaardig, politiek en ethnologisch geheel nieuw nationaal volksbestaan te denken De hoofdelementen zijn, in plaats van samen te smelten, sinds eenige jaren veel scherper tegenover eikaar komen te staan. Daar is vooreerst het Angel-Saksische of Engelsche, waarin het kleine bestandeel der Knickerbockers nagenoeg geheel is opgegaan; in de tweede plaats het Keltische, een formule van eenigheid vindende in het fenianisme; dan het Nieuw Germaausche dat sinds eenige jaren bezig is met zich meer en meer zelfstandig en als een Duitsche nationaliteit te orgauiseeren en te ontwikkelen; eindelijk het Fvanco-Spaan - sche waarin het aangrijpingspunt gelegen is van het ultramontanisme, dat ook bovendien aan het Keltische vrij wat houvast heeft. In schijn en wat den uitwendigen vorm aangaat één, is Noord Amerika wezenlijk al even sa mengesteld en heterogeen als Oud-Europa. Waarom, trouwens, zou de Nieuwe wereld boven de wetten der wereldgeschiedenis ver heven zijn! Het is hier de plaats niet om na te gaan wat wel de primitieve staatsvorm der mensch- heid geweest zijmaar uit de geschiedenis blijkt J) Van 't Hollandsche knikkerbakkers, d. i. pottebakkers den spotnaam dien de Engelschen aan de eerste Hollandsche kolonisten gaven die New-York toen Nieu w-Amsterdam gesticht hebben. keuze der wijze waarop het vonnis zou voltrokken worden en Clarence verlangde in een vat malvesy-wijn verdronken te worden een treurige proeve van En gelsche excentriciteit! Dit geschiedde in 1474. De groote "brand die in 1841 veel schade in den Tower aanrichtte, ontstond op de bovenste verdieping van den Bowyer- Tower, in een vertrek dat tot ge weermakerij gebruikt werd. De toren ontleent zijn naam aan de omstandigheid dat hij in ouden tijd diende als bewaarplaats van wapenen, vooral van bogenhij was toen het bureau van the Master Providor of the King's Bows. Nu we toch in gedachten afgedwaald zijn naar dien hoek achter de tegenwoordige kazerne, waar de Bo wyer- Tower staat, kunnen we nog eenige schreden meer rechts gaan, waar we aan den Brick-Tower of Baksteentoren komen. In dit kerkerhol was 't dat de ongelukkige Johanna Grey de weinige maanden door bracht, die haar scheidden van den troon en van het groene grasperk voor St. Pieterskapel waar zij onthoofd is. Jane Grey was de achterkleindochter van Hendrik VII, in de lijn van Suffolk, en haar aanspraken op den troon, na den dood van Eduard VI in 1553, grondden zich daarop, dat Eduard VI met voorbijgang zijnei heide zusters Maria en Elisabeth, haar tot zijn opvolgster had aangewezen, omdat hij de wettigheid der ge boorte van Maria en Elisabeth niet erkende. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1877 | | pagina 2