voor het arrondis-
semeiit Zierikzee.
1876. No. 101. Woensdag* 20 December. 79ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
F e uillet o n.
De Processies in Limburg.
SCHETSEN OP REIS,
zintikznsrm loi iiwi.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke noramers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PEIJS DEE AD VEETEN TIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
eii Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van I5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, tie redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN.
in.
Slot.
We zeiden in den a'anvang' van dit artikel
reeds dat de zaak der processies vooral teêr
was voor het tegenwoordige kabinet. Het is
van algeméene bekendheid dat het ministerie
Heemskerk verdacht werd van elericale sympa
thieën, althans van een bedenkelijke zucht om
allen genoegen te geven, ook zelfs de uiterste
clericalen, zoo Katholieken als Protestanten.
Het gebeurde bij denjongsten verkiezings-storm
kan niet anders dan voedsel geven aan die
verdenking. Reeds toen werd de zaak der ul-
tramontanen door hen zeiven geprejudiciëerd
op 't stuk der processies. Niet gezind om te
wachten op de kruimkens die van 's heeren tafel
mochten vallen zonder door andere clericalen
weggepikt te worden, tastte men zelf toe en
nam wat men begeerde, 't Geval deed zich
voor dat te Maastricht een processie gehouden
werd die niet was te verdedigen op grond dei-
bestaande wetten en reglementenbij een andere
processie in die zelfde stad werd de schutterij
onder de wapenen geroepen en verplicht dienst
te doen, ofschoon vroeger de orde bij processies
in die stad altoos door militairen van het garni
zoen werd bewaard en onderscheidene schutters
er bezwaar in hadden tegen lnin wil aan een
processie rneê te doen. Op andere plaatsen in
Limburg werden processies gehouden of op touw
gezet, waar zij vroeger niet waren gehouden
en dus ook niet in de betrekkelijke lijsten en
reglementen als geoorloofd waren opgegeven
elders weder werd bijzonder éclat gemaakt bij
het houden van een processie, die vroeger ook
wel gehouden was, doch niettemin nergens als
geoorloofd te boek stond.
We mogen aannemen dat de hoofden en
aanleggers der processie gemeend hebben dat
zij in hun recht waren, docli uitgemaakt was
dit zeker niet, gelijk 't dit op dit oogenblik
nog niet is, want de zaak is thans aan 's Rechters
beslissing onderworpen. Het is echter zoo klaar
als de dag dat de RegeeriDg de zaak niet kon
noch mocht laten geworden. Toen eenmaal de
aandacht gevestigd was op 't geen er in
Limburg plaats had, toen de onstuimige en al
te ijverige ultramontaansche pers de agitatie
blijkbaar opzettelijk aanvuurde, toeu moest de
bevoegde autoriteit notitie nemen van hetgeen
er omging.
Afgezien van de vraag of er al of niet recht
bestond om in Limburg, in navolging van 't
geen in Frankrijk geschiedde, tendeuz-proeessies
te houden, was 't de plicht der Regeering een
stokje te steken voor de verdere uitbreiding
der beweging opdat eerst de rechtsvraag beslist
zou zijn.
Nu compromitteerden de ultramontanen ander
maal hun zaak door de autoriteiten, en nog
wel den procureur-generaal d'Aulnis de Borouiï,
smaadheid aan te doen en hem te betichten
van misbruik van gezag enz. enz.
Het was niet meer dan billijk dat de Minister
van Justitie in de Kamer verklaarde dat alles
op zijn last was geschied en er dus van mis
bruik van gezag geen sprake was.
Of er vervolging ingesteld is tegeu degenen
die den procureur-generaal zoo zwaar beleedigd
hadden, is bij de discussiën in de Kamer niet
gebleken. Om der teêrbeidswille van de zaak
schijnen de leden aan wie een vraag op dit
punt in de eerste plaats gedemandeerd was,
de anti-revolutionaireu, er het zwijgen toegedaan
te hebben, vast eenigszius ten ongenoegen van
de Standaard, die van te voren zooveel gerucht
er over gemaakt had.
Voor 't oogenblik is de geheele processie-zaak
dus hangende en eerst in 't vervolg zal hierover
't noodige licht worden ontstoken.
Een belangrijk resultaat heeft het gebeurde
echter al reeds gehad, eu wel de verklaarde
afval der ultramontauen van de ministeriëele
partij. Wij meenen althans niet te veel te zeggen
als wj 't er voor houden dat de houding van
de Ministers in de processie-zaak, lien in onge
nade heeft doen vallen bij de heeren van de
Tijd al is ook de intrekking van het exequator
van den pauselijken consul-generaal in de Ne
derlanden als dooddoener gebruikt en de pro
cessie-zaak zelf niet zoo op den voorgrond
Alsnu resumeerende wat we al zoo denken
aangaande deze netelige zaak, die wij om ve
lerlei redenen wenschen dat eens voor goed
geregeld en afgedaan worde, brengen we in her
innering dat we tijdens de verkiezings-bewcging
in 1875 als onze meening hebben uitgesproken
dat meer en meer de partijen bij ons zich gaan
groepeeren in tweeënlals anti-clericalen en
clericalen. De geschiedenis der Limburgsche
processies is ons in die meening zeer komen
stijven.
Tot dusver moeten we hulde brengen aan de
meerderheid der. Kamer, die door haar bedaard
heid, haar kiescliheid, haar inhouding duidelijk
genoeg aan den dag legt dat zij zoo lang mo
gelijk den naderenden storm wil bezweren.
Letten we daarentegen op de uitingen van
sommige andere leden, die als te hooi en te
gras, onder de discussiën 't elericale odium ver
mengd hebben en zicb de vrijheid veroorloofden
aan hun eigenaardig kerkelijke overtuigingen
argumenten te ontleenen voor den parlemen
tairen strijd, dan moeten we erkennen dat we
niet zonder zorg de toekomst inzien.
Zooveel is echter zeker dat Nederland er nog
ver van af is overgeleverd te zijn aan de macht
der elericale politiekers, ze mogen dan zijn wie
ze willen.
van over zee en van over land,
XIII.
Hoe licht konden zulke oudheid-minnaars die den
Tower bezoeken ook handig" zijn. Maar al ware
hier nu geen vrees voor, omdat de genoemde schatten
veilig genoeg bewaard liggen, 't zou toch niet gaan
de bezoekers van den Tower vrij te laten ronddoolen
daarvoor komen er te veel, en 't is nu eenmaal regel
dat voor de vrijheid van velen de vrijheid van enkelen
op zich zelf wat moet missen.
We onderwierpen ons dan zoo gewillig als noodig
was aan de noodzakelijkheid van volgens 't regelement
te worden geëscorteerd door den officieelen gids, vol
gens de wachtrol ons ten deel gevallen. De regel is
namelijk deze: De Tower eigenlijk alleen de zoo
genoemde «wapenzaal", en de juweelkamer staat
voor de bezoekers open op alle werkdagen van 's mor
gens tien tot 's middags 4 ure. Het. toegangkaartje
voor de wapenkamer kost een halve shilling (30 ets.)
en dat voor de juweelkamer kost ook een halve shilling.
Het schijnt Engelsche manier te zijn de entrees van
inrichtingen die te kijk zijn te splitsen; we vonden
op meer plaatsen dat we tweemaal betalen moesten,
o. a. in West-Minster abdij waar de eene helft niets
kost en de andere helft 30 ets. en bij Madame Tus-
saud waar 't zien der «akeligheden" een extra uitgaaf
van 30 ets. vordert Heeft men zijn kaartje gekocht
dan kan men zich in een. lokaal, waar een buffet is5
en dat vroeger de leeuwenhokken bevatte, zoo lang
ophouden tot er een groep van twaalf bezoekers bij
elkaar is, wanneer een gids het aldus door 't toeval
samengebrachte gezelschap begint rond te jagen, langs
den weg, die door zoo'n op zijn beperkt terrein vol
maakt geroutineerd gids wel blindelings kan afgedraafd
worden. Zijn er weinig bezoekers dan behoeft men
hoogstens twintig minuten te wachten, en dan gaat
de gids u rond brengen, al zijt ge ook alleen.
Die tower-gidsen zijn iets origineels dat ook eigen
aardig in de oude citadel thuis behoort; 't zijn door
gaans veteranen van het Engelsche leger en zij dragen
't kostum der yeomen of the gard zoo als Hendrik
VII (14851509) dat voor de toenmalige Tower-
wachters vastgesteld heeft en dat sinds dien tijd on
veranderd is gebleven, met uitzondering van de korte
fïuweelen broek, die men nu wel eens door de moderne
pantalon vervangen ziet. De lijfrok is van rood laken
met gouden galons, de halskraag geplooid en de hoed
van zwart fluweelals wapen dragen de ivarders een
korten degen en als teeken hunner waardigheid een
zware hellebaard, die zij echter niet meezeulen op hun
duizendwerf herhaalde ronde, maar stilletjes om het
hoekje van de deur der wachtkamer laten staan. Het
maakt een aardig effect bij 't binnentreden van de
Leeuwenpoort die groep van antiek uitgedoste mannen
en onmiddellijk daarbij de niet minder schilderachtige
bergschotten die de politiewacht van den Tower waar
nemen. Het is of de geheele oude Engelsche konings-
burgt met alles zoo als 't voor vier eeuwen was,
door een tooverroede was in slaap gebracht en juist
daareven, toen wij de hoofdpoort binnen tradén
weder was ontwaakt. De Engelschen houden van
dergelijke levende antiquiteiten tot opsiering hunner
openbare gebouwen en plechtigheden. Zoo vonden
we in Westminster abdij de «warders" gehuld in
deftige zwarte toga's en met de baret op 't hoofd en
de witte bef voor. Zoo zien er ook de stadsboden in
hun ambtsgewaad al even potsierlijk deftig uit als de
stads-overlieden zelf.
Ik sta bij deze bijzonderheden stil om den eigen-
aardigen indruk van teleurstelling terug te geven,
dien ik bij mijn bezoek in den Tower aanvankelijk
kreeg, en waarop ik zinspeelde toen ik boven mijn
spijt uitdrukte dat men niet vrij door de oude vesting
mag rondgaan.
Zeer spoedig vervloog die eerste indruk en wij hadden
nog geen honderd schreden op den bloedig-gewijden
grond gedaan of mijn geest dwaalde reeds ongestoord
rond in het grijs verleden dat hier eenmaal een nu