Een woord over Landbouw-Societeiten.
BEURS- EN FvlARKTBERiCHTE^.
fl
8
Waarschijnlijk zal de eigenlijke conferentie op deze
manier vaij zeer korten duur zijn en 't opmaken
der protocollen 't eenige zijn dat er nog te doen
overschiet.
Hoe zal de uitslag zijn
Men spreekt weder drukker dan voor eenige dagen
over de groote geestdrift die in Turkije moet heerschen
voor den heiligen oorlog. Men schijnt te vergeten
dat Turkije wel al wat te oud en te versleten is om
het oude lied van den heiligen krijg nog eens weder
te kunnen ophalen, zoodat de Christenheid er bang
voor wordt. Keeds bij den Krim-oorlog wilde dat
niet meer vlotten.
Al hebben er nu ook hier en daar van die partieele
uitingen van het fanatisme plaats, dan wil dit nog
niet zeggen dat alle Mohammedanen van 't Oosten
of zelfs maar alle Mohammedaansche onderdanen der
Porte in gloed staan voor de groene vaan van den
profeet.
F r a n k r ij lt.
Een correspondent schrijft uit parijs het volgende:
Wij staan voor het wonderlijke feit, dat het mi
nisterie zijn ontslag heeft genomen, omdat Dufaure
er niet in geslaagd is in den Senaat een amendement
te doen aannemen op een wet, die hij in de Kamer
had bestreden, en (lat op het oogenblik, dat dit ontslag
werd aangeboden, een ander Minister, De Marcère,
een votum vau goedkeuring in de Kamer ontving
over de kwestie, die, naar men meende, juist een
ministeriëele crisis moest uitlokken. De telegraaf heeft
u natuurlijk op de hoogte gehouden van de cricis.
De maarschalk is er zeer kalm onder; hij heeft ach
tereenvolgens d'Audiffrefc Pasquier (die niet met een
kabinetsformatie le doen wil hebben, omdat hij heel
goed weet, dat hij geen zes maanden zou kunnen
blijven), Grévy, den Órleanist Andral, president van
den Raad van State en adviseur in rechtszaken van
de familie Orleans, en later Duclerc bij zich laten
komen. Deze laatste, een zeer achtenswaardig en
door iedereen geacht republikein, zal waarschijnlijk
voorzitter van den ministerraad worden.
De crisis heeft zoowel haar vermakelijke als haar
ernstige zijde. De vermakelijke zijde is de houding
van de aspiranten naar de ministeriëele zetels. Ik
ken er, die niet uitgaan zonder hun bedienden te
zeggen: //Indien de maarschalk mij laat ontbieden,
ik ben daar of daar.7' Men zegt, dat de Fourtou
den maarschalk heeft aangeraden Gambetta met de
formatie van een ministerie te belasten. Ik deel u dit
gerucht mede om zijn curiositeit!
Eng elan cl.
Vrijdag is te Londen de zoogenaamde nationale,
men zou beter kunnen zeggen de anti-Turksche con
ferentie gehouden, die zeer talrijk werd bezocht;
behalve Gladstone hebben een aantal geestelijken en
professoren het woord gevoerdde inhoud vau het
gesprokene laat zich denkenop grond vau humane
overwegingen wordt ongeveer voorgesteld om de
Aziatische barbaren uit Europa te verdrijven, opdat
de Christelijke Kussen hun intocht kunnen houden te
Konstantinopel. Nu zal het Turksche wanbestuur met
roovende Tscherkessen wel door niemand in bescher
ming worden genomen, maar uit het oogpunt der
humaniteit kan toch gevraagd worden of het bestuur
der Kussen veel menschlievender is; was godsdien
stige verdraagzaamheid betreft b.v., staan de Kussen
ver ten achter bij de Turken. De eigenlijke hoof
den der liberale partij, zooals Hartington, hebben
aan de conferentie geeu deel genomende houding
van Gladstone, die zich tegenwoordig beklaagt, dat
hij ooit met actieve politiek zich heeft ingelaten, wordt
zelfs door de meerderheid der liberalen afgekeurd en
ook zij, die den liberalen ex-premier lang de hauden
boven 't hoofd liebbeu gehouden, verklaren thans,
dat Gladstone nooit meer als leider van de liberale,
partij kan optreden. De humaanste zal clan ook
moeten erkennen, dat voor 't minst het oogenblik
voor zulk een vergadering slecht gekozen is; terwijl
Engelands gevolmachtigde te Konstantinopel al zijn
kracht en takt aanwendt om een oorlog te voorkomen,
waarvan het nadeel in de eerste plaats neerkomt op
het hoofd der Turksche Christenen, windt men te
Londen de publieke opinie op om met voorbijgaan
van alle bezwaren van staatkundigen aard Kusland
in het gelijk te stellen en aan te moedigen met zijn
vredebrekende politiek voort te gaan.
Ingezonden StxxlïJkeii.
{Aan pari age is geen gebrek,, woorden
van den heer Gleichman, gesproken in de
laatste Alg. Verg. der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen).
Toen de heer Marlet, bij een zijner voordrachten,
de opmerking maakte, dat het niet genoeg was om
in laudbouw-societeiten over landbouw-onderwerpen
te praten en te hooren praten, maar dat het voorna
melijk hierop aankwam, dat meu wat deed; toen
glimlachten enkelen, als wilden zij zeggen, de raad
is goedmaar sociëteiten hebben dit gebrek, dat zij
het praten bevordereu zonder veel vrucht af te werpen
voor de praktijk.
Zelfs zegt men, dat er (de goeden niet te na ge
sproken) landbouw-societeiten zijn, waar onderwerpen
besproken worden, waarover niemand der leden goed
en grondig heeft nagedachtwaar vraagpunten be
handeld worden, waarop niemand een duidelijk en
bondig antwoord weet te geven; waar kwesties op
't tapijt worden gebracht, die na een langvvijlige be
spreking nog meer in duisternis gehuld zijn, dan
vroeger.
Praten, praten en nog eens praten, dat schijnt op
sommige laudbouw-societeiten schering en inslag-
te zijn.
Allerlei vraagpunten worden er opgeworpen, van
alles uit 't onmetelijke veld van landbouw en veeteelt
wordt er behandeld, over duizend en één onderwerpen
wordt er gepraat, ja maar wat meer?
Bit is naar mijn inzien, de dubbele kwaal waaraan
menige landbouw-societeit lijdt en sterven zal
1°. dat men veel te veel bespreken wil;
2°. dat het spreken meer een oppervlakkig gekeuvel
is, dan de rijpe vrucht van ernstig nadenken.
Één onderwerp, waarover hij die 'fc inleiden of be
spreken wil, goed heeft gelezen en nagedacht, dat hij
van alle kanten heeft bekeken, dat hem goed voor den
geest staat, waarover hij nu iets zeggen kan omdat
hij er iets van weet; zoo één onderwerp goed over
dacht en besproken zal meer vruchten afwerpen, dan
100, waarover allen praten, en eigenlijk niemand iets
goeds te zeggen heeft.
Praatjes vullen geen gaatjes, zoo is 't en blijft 't,
ook in laudbouw-societeiten.
En de gevolgen van dit vruchteloos en machteloos
gekeuvel blijven niet uit.
Niet alleen toch dat de praktijk er niet mee gebaat
wordt, dat er weinig of geen ernstige proeven genomen
worden, niet alleen, zeg ik dat de praktijk van den
landbouwer er weinig mee gebaat wordt, maar ook de
wetenschap vau den landbouwer komt er nog meer
door in verachting dan zij 't bij vele landbouwers
reeds is. Want wat wordt er gezegd? //Al dat re-
deneeren over en weer, al dat geklets, zooals men
zich uitdrukt, over de theorie, 't geeft niets. Kijk
eens naar de theoretische landbouwers, 't zijn de
slechtste boeren".
En nu krijgt de wetenschap de schuld.
Dwaasheid natuurlijk.
Maar hierin hebben die zoogenaamd praktische
landbouwers, waaronder er zijn met goede koppen
vol gezond verstand, gelijk dat door dik en dun
redeneeren zonder degelijke keunis niets geeft. Som
migen houden dit, omdat er zoo nu en dan een
vreemd geleerd woord in voorkomt, voor wetenschap;
maar 't heeft er niets van.
Wetenschap, echte wetenschap, is kracht van dege
lijke studie en ernstig nadenken.
Zulk een wetenschap zal niemand kwaad doen en
voor de praktijk goede vruchten afwerpen.
En als de leden van laudbouw-societeiten niet
alleen willen praten, maar ook wat willen toeten, goed
weten, dau zullen zij ook wat kunneu doen
Ik heb gezegd.
NASCHRIFT DEK REDACTIE.
Wij hadden geeneriei bezwaar dit stuk in ons blad
op te nemenhet getuigt van de warme belangstelling
des Schrijvers in de zaak der landbouw-sociteiten
wie zou een vriend, die ons onze feilen toont, niet
gaarne aanhooren? Wij meenen echter aan het stuk
nog een enk-el woord te moeten toevoegen.
Landbouw-sociteiten zijn, in deze streek althans,
een nog zeer nieuwe zaak. Nu kunnen wij niet be-
oordeelen in hoever de kritiek van het stuk op de
weinige hier in Schouwen en Duiveland bestaande
landbouwsociteiteii toepasselijk is, wij kennen die
daarvoor niet genoeg. Maar over 't algemeeu mag
in dergelijke nieuwe vereenigingen veel worden ver
schoond dat vooreerst nog niet weg te nemen is, ja
uit den aard der zaak daaraan onafscheidelijk is ver
bonden. Het zegt werkelijk reeds veel dat hier en
daar landbouwers zich aaneengesloten hebben tot het
vormen van een kring, waarin op gezette tijden de
belangen van 't vak, met het oog op de theorie, de
practijk, den handel, de wetgeving enz. worden be
sproken. Wil men van die aansluiting der bijzondere per
sonen tot zedelijke lichamen eenig praktisch resultaat zien,
dau zal men ook moeten aannemen dat er gedachten-
wisseling, mededeeling van ervaringen, derhalve be
spreking der onderwerpen voorafga.
Nu is 't wel waar dat de meeste vruchten te
wachten zijn van de grondigste en uitgebreidste kennis,
maar wie durft zich inter pares op te werpen als
woordvoerder voor de grondige, degelijke, volmaakte
wetenschap? Ziedaar een groot praclisch bezwaar.
Voorloopig moeten wij 't dan o. i. al voor een goed
teeken houden dat de leden op de vergaderingen dier
sociteiten niet enkel en alleen medewerken door hun
stoffelijke aanwezigheid, maar dat zij er ook 't woord
durven vragen om iets te zeggen. Wij vertrouwen
dat Schr. dit ook wel met ons eens is en dat hij
vooral bedoelt dat men het niet bij spreken alleen
laten moet, maar dat daden de vrucht moeten zijn,
waaraan de boom als gord gekend wordt. En dit
is waar. Doch ook in dit opzicht hebben wij wel
ecnigen moed op 't succes onzer landbouw-sociteifen.
Laat ons slechts wijzen op het geen alreeds door een
(of meer zelfs) dier vereenigingen is gedaan voor den
afkoop der Tiendenvoor 't doen van proef neming en,
voor Jt voortzetten van den cursus door den lieer
Marlet zoo goed aangevangen, enz. Dat is waarlijk
al reeds iets, dat lof verdient en hoop geeft op meer.
Aan de Redactie der Zierikzeesche Courant.
Na dank betuigd te hebben aan de Redactie voor haar
verslag naar aanleiding van de voordracht, door den onder-
geteekende gehouden bij gelegenheid der laatste Nuts ver
gadering, in het belang der Sumatra-expeditie, is het een
aangename plicht ook in 't algemeen aan de Zierikzeesche
ingezetenen een betuiging van erkentelijkheid te doen toe
komen voor de welwillendheid getoond in do geldelijke
bijdragen voor bovengenoemde expeditie. Het goede te
doen brengt zijn eigenaardige voldoening mede, maar daarin
ondersteund te worden is een hoogst weldadige ondervinding.
Er is ingeteekend voor een bedrag van f 41,50, welke
som aan het sub-comité voor Zeeland zal ter hand gesteld
worden.
Zierikzee heeft dus ook getoond niet in gebreke te willen
blijven deelneming te bewijzen, waar het een onderneming
geldt die de eer, den roem en de welvaart van Nederland
kan bevorderen.
Onder goede auspiciën zijn de voorbereidende maatregelen
begonnen en tot dusverre volvoerd.
Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden, beschermheer
van het Aardrijkskundig Genootschap, verklaarde al dadelijk
op de vergadering te Rotterdam toen het plan het eerst
ernstig ter sprake kwam zijne hooge ingenomenheid en be
wees dit door daden. Het bestuur vau genoemd Genootschap
vond van vele zijden steun en medewerking. De Minister
van Koloniën liet het niet aan hulp ontbreken. De Gou
verneur-Generaal toonde de levendigste belangstelling door
woord en daad; de Gouverneur van Sumatra's "Westkust,
de Raad van Indië en andere Indische autoriteiten werkten
mede.
Hier te lande is de sympathie algemeen, Geleerde Ge
nootschappen in Middelburg, met name het Zeeuwsche
Genootschap wekte door woord en daad tot deelneming op.
Uit de laatste opgaven blijkt, dat de som van f 30.00G
bijeen is.
Het bestuur van het Nut en enkele leden van het Zeeuwsch
Genootschap (reikten den ondergeteekende welwillend de band
en ook Zierikzee heeft nu getoond hart te hebben voor
een goede en grootsche onderneming.
Zierikzee, '10 Dec. '76. P. CONRADI.
S c h o o 1 n i e u w s.
Benoemd tot hoofdonderwijzer te Heinkenszand de
heer L. W. Yarossieau te Waalwijk, ter vervanging
van den heer G. H. Keij, die naar Leiden vertrokken is.
De hoofdonderwijzer te 's lieer Arendskerke heeft
de tot dusver door hem waargenomen kerkelijke be
trekkingen nedergelegd, wegens de daaraan verbonden
te geringe belooning.
PRIJZEN DER EFFECTEN TE AMSTERDAM
den l'l Dec. 1 8 7 6.
Cert. Nat. Schuld. 21/, pCt.'
dito dito 3
dito dito 4
dito Stad Rotterdam 3
dito Rotschild. 21/
Obligatien, 1867/72 3
dito Binnenl. f 6250 3
dito f 1250 en /'2500 3
Obligatiën 1858/69 3
dito 185663 3
Obl. Hope Co. 1798—1816 5
Bcw. Ins. m. Coup. 6 S. '1855 5
Obligs. a f '1000,1866 5
dito a 100— 1860 4»/.
Cert, bij Hope jp Co. 1840 4
Obligatiën-Leening 1867/69 4
dito 1859 3
Staatsleening 1864 5
Obl. in papier Mei en Nov. 5
Febr.-Aug. 5
dito in Zilver Jan. en Juli 5
April Oct. 5
Aand. Pr. Leen. fl. 100 1864
Italië, Bew. Inschr. met Coupon 5
Turkije, Obl. Alg. Schuld '1865 5
N.-Amerika, dito Mei. Nov. 1885 6
Brazilië, dito 1865 5
Mexico,
Nederland
België,
Spanje,
Portugal,
Rusland,
Oostenrijk.
dito
1851 3
Groote Russische Spoorw.-Maatsch. 1868 5
Baltische dito 3
Russische Spoorw. Poti Tillis d°. 1000, 5
dito Jelez-Orel 1000 1.1868 5
Fransch-Oost. Spoorw.-Maatsch. 3 pCt. Obl.
Zuid-Ital. dito 3 dito
Illin. Cent.-Spw.-Maatsch. Cert, van aandeel
St. Paul en Pac. Spoor. Obl. 2e S. 7
Chicago N. W. pref.
PR IJ ZEN VAN COUPONS.
743
983/,
98
13%
527/8
0
95
785/8
875/s
777/S
70
V
265
pCt
473/s
47 Y,
52
523/8
f
'123
pet.
89/IG
100
92
250
118
pCi.
85
853/,.
f
63%
bb9/jG
Metalliek f 19,70
Dito Nationale 22,571/2
Div. Eng. p 11,85
Rus. Z.-R. /"275/8
Amer. Dollars 2,47
Papier 2,23