Openbare Raadsvergadering dat voor de uitgeschrevene leening ten bedrage van f 3,200,000, is ingeschreven voor eene som van f 3,405,000, zoodat slechts 94°/0 der inschrijvingen kan worden toegewezen. Waren de geldelijke voordeelen, die de verbouwers van suikerbieten dit jaar van hun land trokken, gering, zoowel wegens de lage pacht, die de fabrikanten gaven, als door het slechte gewas, daarin schijnt eenige ver betering op handen te zijn. Door den agent der Gorinchemsche beetwortelsuikerfabriek toch is den land bouwers in de omstreken van Gorinchem voor de beschikbaarstelling hunner landerijen, voor de teelt van suikerbieten in 877, reeds f 10 per 1000 K.G. geboden. gehouden te ZIERIKZEE den 11 Dec. 1876. Afwezig Jhr. J. L. de Jonge. De Voorzitter, Mr. Fokker, opent de vergadering, die alleen belegd was tot de installatie van den nieuwbenoemden Burgemeester, den heer Mr. Mauritz Ganderheijden, en verzoekt den Wethouder Mr. Moens, het Baadslid den heer Labrijn en den Secretaris, den nieuwbenoemden Burgemeester in de vergadering bin nen te leiden. Dit geschied zijnde, worden door den Secretaris de acten van benoeming en van eedsafleg ging gelezen, waarna de heer Mr. Fokker de volgende toespraak houdt Mijnheer de nieuwbenoemde Burgemeester! Heeren leden van den raad Geachte ingezetenen Het is, meen ik, hier en nu, noch de plaats, noch de tijd, uit te weiden, hetzij over den aard van de betrekking van Burgemeester en de daaraan verbonden wettelijke rechten en verplichtingen, in het algemeen, hetzij over de bezwaren en voorrechten aan hel Burge meesterschap van Zierikzee verbonden, in het bijzonder. Die rechten en verplichtingen toch, Mijnheer Mauritz Ganderheijden, zijn u bekend, die bezwaren en voorrechten kunnen u alleen door eigen ervaring goed bekend worden. Ik bepaal mij tot een eenvoudigwelkomIk roep u dat //welkom" toe, uit naam van de ingezetenen, die door hetgeen zij van uw verdienstelijk verleden vernomen hebben, het vaste vertrouwen koesteren mogen, dat hunne belangen door u met bekwaamheid, met ernst, met toewijding zullen worden behartigd. Ik roep u dat welkom toe, namens de leden van den Baad, die met u en onder uwe leiding werkzaam tot bevordering en voorstand van de belangen der gemeente, u gaarne als een door studie en ervaring vertrouwbaar voorganger en leidsman zullen volgen op den weg, die leidt tot dat gemeenschappelijk doel. Ik roep u dat welkom toe namens het Collegie van Dagelijksch Bestuur en van den Secretaris, die zich zullen beijveren u ter zijde te staan en te on dersteunen in het bestuur der onderscheidene takken van de huishouding der gemeente, met al hunne kracht. Ik roep u eindelijk dat welkom toe voor mij zeiven, die het een groot voorrecht reken, als Burgemeester van Zierikzee, als ambtgenoot in het Collegie van Dagelijksch Bestuur, een man te kunnen begroeten, mij als academiebroeder en vriend bekend en geliefd. Ik beveel mij op nieuw in uwe vriendschap aan, en ver zeker n wederkeerig van de mijne. Ik noodig u alsuu uit, u te bekleeden met het onderscheidingsteeken voor uwe betrekking vastgesteld, en uw Burgermeestersambt te aanvaarden. Deze toespraak wordt door den geïnstalleerde be antwoord, waarbij hij verklaart, de welwillende woorden uitgaan van schouwburgen en concerten een dozijn oesters gaan slikken. Vóór aan de toonbank heeft men twaalf oesters voor six-pence (30 ets.)in de zaal of kamer achter het voorvertrek betaalt men er 40 ets voor; de appelwijn-kelders, cider-cellarsen eindelijk de winkels der fishmongerswaar men allerlei visclige- rechten en gros en en détail voor veel of voor weinig- geld kan bekomen, en stap hiermede van dit onder werp af. VII. De Tower. Ik weet niet, lezer, of gij een beminnaar van oud heden zijt. Zoo ja, dan mag ik voor u gerust een hoofd stuk dezer schetsen wijden aan den Tower van Londen. Als ik nu van oudheden" spreek, dan heb ik niet zoo zeer 't oog op antiquiteiten, zooalseen steek van Napoleon I, een knoop van het buis van Cartouche, een stoofje of lollepot van een onzer over-over-groot moeders en dergelijke zaken, waarvan men tegenwoordig vrij wat geld kan maken als men den een of anderen oudheden-handelaar er voor weet te spannen, maar wel op de oude gebouwen, monumenten en relieken, die als zoovele stoffelijke herinneringen zijn aan lang verouderde toestanden, lang vervlogen tijdperken der historie en die vaak in staat zijn door den indruk dien zij maken een geheel tafereel uit het verleden hem namens den Baad, de ingezetenen, het Dagelijksch Bestuur en den Secretaris toegesproken, op hoogen prijs te stellen en daarvoor dank te betuigen en levendig te gevoelen de plichten, die de betrekking van Burgemeester, waarmede hij door den Koning vereerd werd, hem oplegt. Hoe hij die betrekking- zal vervullen? Hoe hij zich van die plichten zal kwijten? Die vragen zou de tijd en de ondervinding beantwoorden. Hij geeft de verzekering, zooveel in zijn vermogen is, zijne beste krachten tot welzijn van Zierikzee en hare inwoners te zullen aanwenden. Hij vraagt daartoe de hulp en welwillende medewerking van den Baad, waarop hij rekent en dit meent te mogen doen na de woorden van vriendschap tot hem gericht. Hij drukt den wensch uit, dat hunne beraad slagingen het kenmerk mogen dragen van bezadigdheid en de welvaart van Zierikzee en hare bevolking hun streven zij, en dat hun vertrouwen en vriendschap hem moge ten deel vallen. Met dien wensch en met dankzegging aan de ingezetenen, die deze vergadering met hunne tegenwoordigheid hebben vereerd, beveelt hij zich aan bij den Voorzitter, den Baad en den Secretaris, en verklaart hij de betrekking van Burge meester te aanvaarden. Hierna wordt de zitting, die! door een buitengewoon talrijk publiek werd bijgewoond, gesloten. Buitenland. IV. Amerika. Woensdag avond is de groote schouwburg te Brooklijn bij New-York afgebrand. Gelijk gewoonlijk bij der gelijke gelegenheden, maakte zich een groote paniek van de aanwezige toeschouwers meester, zoodat de orde niet bewaard bleef en de lieden zich allen in razenden angst naar de uitgangen drongen. Deze geraakten verstopt en veel meer hierdoor dan door den brand zelf, had men bij de ramp het verlies van circa 300 menschenlevens te betreuren. Bovendien moeten in den schouwburg te Brooklijn geen blusch- middelen voorhanden zijn geweest, zelfs geen brand- emmers, 't geen we nauwelijks kunnen geloóven. Uit de ptiinen had men tot op Zaterdag 9 dezer reeds 292 lijken te voorschijn gehaald. Akelig moeten de tooneelen geweest zijn die zich voordeden op de beide plaatsen {morgues) waar men de treurige overblijfselen had nedergelegd om ze, zoo mogelijk door bloedver wanten te doen herkennen. Het is inderdaad onverantwoordelijk dat over 't algemeen de inrichting van schouwburgen, kerken, scholen, kazernes, gevangenissen en allerlei gestichten zooveel te wenschen overlaat wat de voorzorgen tegen brandgevaar betreft. Alleen naar gelang dergelijke gebouwen voor en na verbranden met verlies van veel menschenlevens er bij, komt er hier en daar eenige, zij 't ook zeer geringe verbetering. Ook ontbreekt het aan maatregelen en inrichtingen om bij een plot seling ontstaande paniek, door een valsch alarm of hoe dan ook teweeggebracht, de noodlottige gevolgen daarvan te bedwingen, b.v. door onmiddellijke afslui ting der onderscheidene gangen en trappen, zoodat men de menschen binnen de zaal kan houden en tot bedaren brengen. Behalve door doelmatige inrichtingen van de ge bouwen, zou men ook al iets kunnen doen door bij elke voorstelling op de affiches eenige korte en klare, maar nadrukkelijke bevelen af te drukken om op te volgen in geval van een ongeluk. Zoo zou 't handhaven der orde op een gegeven oogenblik mogelijk zijn, in de veronderstelling namelijk dat niet alle beambten ook te gelijk hun bezinning verliezen. weder als zichtbaar voor den geest te stellen of een gansch tijdvak der wereldgeschiedenis als in een open geslagen boek, ja beter zelfs, te lezen te geven. Ik verwijl gaarne in zulk een bemoste, verweerde ruïne van een middeleeuwschen ridderburcht, gelijk er in onze in sommige opzichten wel wat al te realistische en al te koel practische eeuw nog eenigen in de wereld gevonden worden. Te midden dier overblijfselen van de eenmaal zoo hechte, strotsche huizingen der krijgshaftige, ridderlijke voorvaderen, kan mijn geest zich dan overgeven aan romantische fantasieën; dan herbouw ik die vervallen torens, zalen en vertrekken en ik bevolk ze weder met de bewoners van weleer: de ridders met hun genooten, knapen, mannen en kerelsde vrouwen en jonkvrouwen met haar stoet van gezellinnen en dienaressen. Of wel ik herdenk de woelige, vaak zoo schrikkelijk zware en onrustige tijden van voorheen, toen het recht was aan de zijde des sterksten, toen de geschiedenis der volken draaide om de zwaarden van enkele geweldoefenaars, die hun eigen persoon in het ijzer en hun familie, volgelingen en onderhoorigen binnen hechte steenen muren en wallen opsloten om zich onkwetsbaar en ongenaakbaar te maken, of wel zich te verdedigen tegen anderen, even machtig of machtiger nog dan zij. Zoo peinzend aan het grijs verleden dwaal ik dan rond tusschen de bouwvallen of wel ik zet mij neder op een bemost muurbrok om daar nog rustiger te Algemeen is men van oordeel dat in verreweg de meeste gevallen die nu al reeds bekend zijn van groote branden in schouwburgen, geen enkel menschen- leven had behoeven verloren te gaan als men de orde maar eenige minuten lang had gehandhaafd. De geschiedenis van deze ramp is de geschiedenis van helaas vele schouwburgbranden. Even vóór den affoop der voorstelling, waarbij //De twee Weezen" opgevoerd werd, ontstond de brand op het tooneel. De toeschouwers op de galerijen, waar ongeveer vier honderd personen zaten, rezen allen tegelijk op en verdrongen elkander om te vluchten langs een nauwen trap. Door het gedrang brak de leuning, en de on- gelukkigen stortten naar beneden, waar zij in den gang en den kelder op een hoop vielen, en door verstikking omkwamen of verbrandden. Daar heeft men tot dusver de meeste lijken gevonden. Nog heeft men in den puinhoop van de zaal zelve geen op gravingen gedaan daar ligt natuurlijk ook nog menigeen begraven. De ramp heeft een onbeschrijfelijke verslagenheid in de stad teweeggebracht. Alle zaken staan stil, en de menigte verdringt zich in angstige spanning in den omtrek van het verbrande gebouw. In Mexico heeft de burgeroorlog weder een nieuwe wending genomen. Porfirio Diaz heeft zijn tegen stander Alatorner den 16 November totaal verslagen. Den 30 is Porfirio Diaz dientengevolge Mexico bin nengetrokken en heeft hij zich daar als president laten uitroepen. De bestaande regeering nam de vlucht naar Morilia. Italië. Zoo men weet is het testament van kardinaal Antonelli, dat eerst te zoek was, gevonden. Uit dat document blijkt dat de kardinaal al zijn bezittingen, al zijn kostbaarheden, geld, effecten, kortom zijn ge- heele nalatenschap vermaakt heeft aan zijn wettige erfgenamen. Aan den paus heeft hij slechts een klein souvenir, zijnde een zilveren Christus-beeldje, nagelaten en aan een paar kerken zijn kerkelijke ge waden geschonken. Omtrent het bedrag der nalatenschap loopen vele geruchten, doch het rechte er van komt het publiek niet te weten, omdat, naar men zegt, de erfgenamen door zich maar klein en dom te houden een deel der successie-rechten willen uitwinnen. Ondertusschen verzekert men toch dat de kardinaal wel een tachtig a honderd millioen moet hebben nagelaten. Inderdaad al was 't maar de helft, dan is het wel een bewijs dat er in deze booze eeuw voor geestelijke heeren, ook al beginnen ze als arme volkskinderen van onderen op, nog wel fortuin te maken is. Aan het bureau van pater Beckx moeten de ge zichten vrij lang gestaan hebben toen de testament opening had plaats gehad. De opvolger van Antonelli, kardinaal Simeoni, heeft in handen van den paus den eed afgelegd. Prins Louis Napoleon de naam Loulou raakt langzamerhand vergeten heeft te Florence een be zoek gebracht aan koning Victor Emmanuel, die daarop met den prins zich naar keizerin Eugénie begaf. Het Oosten. Met de conferentie te Konstantinopel gaat het tot dusver opperbest. Wel is zij nog niet geopendmaar de vóór-conferentie is dit wel, terwijl de voorbereiding voor deze vóór-conferentie al reeds is afgeloopen. Thans is men gevorderd tot de fijne diplomatische diners, waar men onder 'fc genot van het vette der aarde alvast den strijd der toasten heeft aangevangen. kunnen droomen van de dagen van voorheen. Het liefst heb ik dan dat men mij maai- aan mijn eigen bespiegelingen overlaat. Een officiëelen geleider, zoo'n man die 't uitleggen van oudheden als zijn ambacht uitoefent en die mij voorgaat of volgt, of om mij heen kwispelt met zijn stereotiep »hier heb je nou dit en daar heb je nou dat" en »gaat u nou hier eens staan" óf »kijk u nou eens naar beneden", zoo'n proza-mensch heb ik bij mijn omdoolingen in 't ver verleden niet noodig, hij is mij een ergernis. Neen, geheel alleen, of met een vriend met wien ik sym pathiseer in die liefde voor dat oude, dat voor den beoefenaar der historie altoos nieuw blijft, zóó wil ik liefst zulke gewijde plaatsen van het leven, werken, lijden en strijden van 't voorgeslacht bezoeken. Hoe gaarne had ik Londens beroemden Tower op die wijze bezocht; hoe gaarne had ik gewild dat men ons, mijn vriend en mij, daar op die merkwaar dige plaats een uurtje of wat had laten ronddoolen. Doch zoo iets mag niet en, welgezien, kan 't ook niet. Denk eens aan: daar in dien Tower is een vertrek, waar voor meer dan 30 millioen aan gouden en zilveren met edelgesteenten overladen kleinoodiën worden bewaard. Enniet waar? een mensch is maar een mensch, en in Engeland is zelfs menig mensch zakkeroller, getuige de overal op publieke plaatsen te lezen waarschuwing Take care for the pick-pockets'" (pas op je-zakken Wordt vervolgd,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1876 | | pagina 4