ZIERIKZEESCIIE COURANT
voor het arrondis- Asêsj seisient Zierihzee.
1876. No. 96. Zaterdag 2 December, 79ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
F e uille t o n.
STATEN-GENERAAL.
SCHETSEN OP REIS,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTE NTI EN
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag* voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAIiENMAN.
TWEEDE KAMER.
Maandag zijn in de Tweede Kamer de algemeene
beraadslagingen over de Staatsbegrooting voor 1877
aangevangen.
Het in die zitting geredevoerde laat zich in weinige
woorden kenschetsenVan conservatieve zijde wee
moedige klacht over 't ook van dien kant niet ge
loochende feit dat het kabinet der conservatieven
meer en meer blijkt liberaal te regeeren; van ultra-
montaanschen kant een verontwaardiging tegen het
kabinet, in vormen uitgedrukt die zeer moeielijk
parlementair zijn te noemen eu door den Voorzitter
ook niet als zoodanig konden worden doorgelaten
van liberale zijde enkele hartige opmerkingen bij
wijze van interruptie nu en dan, in de warmte der
algemeene hilariteit die de Kamer beheerschte, aan
den heer Fransen van de Putte ontvallen. Toch
óndanks dit alles heeft de ministriëele partij blijkbaar
besloten het eerst al half en half in ongenade gevallen
kabinet toch nog maar de hand boven het hoofd te
blijven houden.
Inderdaad een recht belangwekkende zitting, die
van Maandag!
Is 't niet zeer bijzonder dat het kabinet van zijn
vrienden er zoo van langs krijgt, dat de honden er
geen brood van lusten, en dat de conclusie der on
derscheidene boetpredikatiën eenparig deze' istoch
zullen we u niet afvallen. Vooral merkwaardig is
het dat de ultramontaansche hulptroepen, die toch
anders niet zoo overzot aan bepaalde personen gehecht
zijn, maar altoos hem dienen door wien ze wat voor
hun eigen partij kunnen winnen, nu te midden van
de hardste ver wijtingen en tusschen uitvallen door,
zoo bar als men ze maar zelden in een parlement
hoort, niettemin het meest onverholen deze regeering
hun steun bleven toezeggen.
Een ander voornaam punt van de discussiën van
Maandag was de recht op den man af tot de liberale
meerderheid gerichte vraag waarom zij maar altoos
door blijft //controleer en" en niet gaat „gouverneeren",
met andere woordenwaarom er geen liberaal kabinet
is gekomen uit de jongste crisis? Doch de heer
Fransen van de Putte, aan wiens adres de lieer
Heydenrijck deze sommatie had gericht, wilde niet
doorbijten.
Over 't algemeen komt het ons voor dat uit het
gesprokene op Maandag blijkt hoezeer de tegenwoor
dige ministericele partij in angst zit dat liet door
haar met zooveel kunst en vliegwerk en op hoop
tegen hoop gehandhaafde kabinet door den loop der
feilen of zal te gronde gaan, of geheel overloopen
naar den vijand d. i. naar de liberale partij.
Wij willen aannemen dat de weemoedige verzuch
tingen der conservatieven over den toestand en hun
vooral door den heer Wintgens op den voorgrond
gestelde bekommering voor de toekomst des lands
welgemeend zijn. Maar waar haalt die partij dan
toch een redeneering als deze van daangij voert
het land ten verderve, gij bevindt u op een gevaar
lijke helling, dicht bij een afgrond, doch omdat wij
u, ondanks alles, toch voor goed conservatief houden,
zullen we u blijven steunen?
Wat al zaken werden daar niet aangeroerd en alle
met een terughouding, een voorzichtigheid, als waren
't porceleinen koppen en schotels! 't Koloniaal re-
geeringsbeleid natuurlijk voorop, doch dit maar als
aanloop voor de nabetrachting op de verklaring des
Ministers van Koloniën van 27 October j.l. Dan
't onderwijs, de defensie, de belastingen en last not
least de //godsdienstigheid en de ongodsdienstigheid".
Wat 't punt onderwijs bel reft was 't advies van
den heer Schimmelpenninck v; d. Oije al heet curieus.
Het vertrouwen van dien heer in het kabinet was
wel //eenigszins geschokt", hij //ziet vreeselijke dingen
in de toekomst", maar hij zal "om politieke redenen"
niet tegen de Regeering stemmen. Verder deed hij
een niet onaandoenlijk beroep op de grootmoedigheid
der liberale partij.
Voor den //godsdienst der vaderen" kwam de heer
van Wassenaer op. Wij kunnen zijn bekommering
niet verklaren. Eilieve, hoe kan de //godsdienst der
vaderen" ooit beter bewaard en beschermd worden
en de natie //godsdienstig" gehouden worden dan
door de eendrachtige samenwerking van confessio-
neelen en ultramontanen
De zitting van Dinsdag was nog belangwekkender
dan die van Maandag. Het eerst was toen aan 't
woord de heer v. d. Hoeven.
Wat vermoedelijk door geen enkel lid van 't mi
nisterieel amalgama vermoed was, geschieddede heer
v. d. Hoeven sprong ruiterlijk in de bres voor den
Minister van Koloniën, zooals deze was op den 27
October, niet zooals hij later heette te zijn na de
draaierij in de Eerste Kamer om de conservatieve
partij gerust te stellen. Maar de heer v. d. Hoeven
deed vrij wat meer; hij zette op vrij scherpen toon
de woordvoerders zijner eigene partij van Maandag
neer, vooral den heer Heydenrijck, en gelijk hij den
heer Wintgens op 5t punt der Koloniale politiek met
de scherpte des zwaards versloeg, zoo velde hij deji
heer Heydenrijck op de andere punten.
Doch ziet, ook de heer v. d. Hoeven zal dit ka
binet blijven steunen
Geen wonder waarlijk, in dien tweedaagschen strijd
was hij de eenige die 't. warm ppnam voor het kabinet.
Behalve de reeds Maandag geformuleerde grieven
kwam dnar Dinsdag nog weder eene algemeene bij
het gemis van homogeniteit in dit kabinet.
Hoe onbillijk tochMag een amalgama van de
meest heterogene elementen, als conservatieven, anti
revolutionairen en ultramontanen, aan een kabinet dat
het zijne moet heeten, gemis van eenstemmigheid
verwijten? Achten de drie agiteerende, woelige, booze
fractiën dan wezenlijk een combinatie mogelijk, waarin
zij zich onder elkaar op hun gemak ^bevinden
In de parlementaire annalen zal 't zelden voorkomen
dat een gezelschap van lieden, die geenszins bij elkaar
passen en toch samendoen, elkander zoo öngezouteu
de waarheid zegt als 't ditmaal de anti—liberale frac
tiën in de Tweede Kamer hebben gedaan.
Het ware te wenschen dat alle kiezers de kamer
verslagen lezen en begrijpen kondendat zou
goed zijn voor hun neuzen.
Zoo vinnig was de onderlinge strijd der zich noe-
meude respectabele minderheden tegen het kabinet
dat zij steeds hebben gevoed, gedragen, gedurig
opgelapt en de hand boven 't hoofd gehouden als
het kabinet der minderheden, zoo vinnig was de
strijd dat de sprekers zelfs personeel werden en elkaar
hatelijkheden toednwdeu. Dit geschiedde o. a. tusschen
de heeren v. d. Hoeven en Wintgens.
Wat Maandag reeds uit alles doorschemerde, 't kwam
Dinsdag nog veel meer uit: de minderheden zijn
wanhopig. Daarom alleen klemmen zij zich vast aan
alles wat ze auders gewis verre weg zouden werpen.
Daarom alleen werd aan 't kabinet in 't algemeen
en aan den heer Heemskerk in 't bijzonder alles
van over zee en van over land.
VI.
Hoe men in Londen zoo al logeert.
Het schijnt ietwat vreemd, doch voor den vreemdeling
die Londen gaat bezoeken is de vraaghoe zal ik nu
goed onder dak komen? van veel belang. Als men
vooraf niet een weinig op de hoogte geholpen is, dan
levert de keuze van een hótel daar meer moeielijkheden
op dan men in zulk een groote stad zou vermoeden.
Het is met de hótels in Londen niet zoo gesteld als
op het vasteland. Daar zijn de op Franschen voet
ingerichte hótels zoo algemeen geworden dat men in
de meeste steden slechts een hótel eersten of tweeden
rang behoeft te kiezen, zoo voor den voet weg zelfs
soms, om vrij zeker te zijn dat men goed terecht zal
komen en voor groote teleurstelling zal gevrijwaard
zijn. Niet alzoo te Londen. De Londensche hótels
van den eersten rang zullen zonder twijfel den vaste
lander tegenvallen. Al ware 't niet om de eerste -
rangsprijzen, 't zou zijn omdat het in de hótels zoo
»Engelsch" is en veel van 't geen als echt Engelsch"
door de weinig bescheiden zonen van Albion voor 't
allervolmaakste wordt gehouden, ons, minder verheven
wezens, al heel weinig aanstaat.
De Engelsche hótels ie klasse te Londen zijn in de
eerste plaats zeer duur; wanneer ik ten minste een
dagelijksche uitgaaf van '10 a f 12 per persoon
enkel voor kamer, ontbijt, middagmaal en thee duur
mag noemen. Bovendien is het leven in zulk een
hótel alles behalve gemakkelijk en vrij. Wie met dames
reist moet b. v. bij zijn logeerkamer of kamers op de
eerste verdieping, nog een zitkamer beneden huren,
daar buiten het uur van ontbijt of diner geen dames
in de zaal worden toegelaten. Maar al had men nu
ook met deze en meer andere lastige en dure forma
liteiten niet te maken, zoo zou de tafel zeker den
meesten vreemdelingen niet bevallen. Daarom is 't den
reizigers die maar enkele dagen te Londen verblijf
denken te houden niet aan te raden in een Engelsch
hótel van den eersten rang te gaan. Voor 't overige
wordt de netheid, zindelijkheid enz. van kamers en
bedden in die hótels zeer geroemd.
Dezelfde netheid en zindelijkheid, alsmede ook dezelfde
stijfheid op eenigszins minderen voet, vindt men in do
Engelsche hótels van den tweeden rang. Lager kan
men verder ook al niet gaan; want ofschoon Londen
ongeveer 7000 hótels en logementen telt en deze zeker
wel alle klassen doorloopen van boven naar beneden
en omgekeerd, zoo zijn toch gewone Engelsche hótels
voor iemand van het vasteland, vooral voor ons Hol
landers, niet bruikbaar.
Wie eenigszins langdurig te Londen wil logeeren
doet best met niet in een hotel zijn intrek te nemen,
maar in een zoogenaamd boarding house of kosthuis.
Deze kosthuizen zijn een soort van besloten logementen,
doorgaans gehouden door nette, stille menschen en
waar de gasten eenigermate en familie dikwijls zeer
aangenaam en gemakkelijk kunnen verblijven, terwijl
zij, behoudens 't gemeenschappelijk samenzijn aan
tafel en bij de thee, waartoe zij echter niet gedwongen
zijn, zich geheel vrij kunnen bewegen, uitgaan en
thuiskomen zooals zij willen, mits fatsoenlijk; en over
't geheel zijn die boarding houses niet duur. Men
accordeert vooraf omtrent den prijs voor een week,
voor een maand of hoe men verkiest.
Ik merkte reeds op dat het getal hótels en loge
menten zeer groot is, ook van die boarding houses
zijn er zeer veel, en zij worden druk bezocht, inzon
derheid door Engelsche families die om een of andere
reden eenigen tijd in de hoofdstad vertoeven. Ook
vreemdelingen zijn in zulke huizen welkom en menig
reiziger denkt met genoegen terug aan de aangename
dagen die hij eens in een Londensch boarding house
in den schoot eener geïmproviseerde familie heeft door-