ZIIMkZITSI III iQi mw.
voor het arrondis- sement Zierikzee.
1876. No. 95. Woensdag 29 November. 79ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
mmmm
EEN MILUARDEN-JACHT.
Openbare Raadsvergadering
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTEN TI EN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, G eb oor te
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN.
fc,50
150
1,50
Als er milliarden te vangen zijn dan is
't nog eens de moeite waard ter jacht te gaan.
Menigeen zou van zulk een jachtpartij lid
willen wezen, al wist hij ook vooraf dat hem
voor zijn deel geen van de gevangen milliards,
maar slechts één enkel millioentje zou worden
toegeschikt. Te verwonderen is 't dus niet dat
als er ergens een milliarden-jacht op touw
gezet wordt velen willen meedoen endatzoo'n
jachtpartij sensatie maakt. De furore van de
schnitzel-jachten in Noord-Brabant en Limburg
kan niet halen bij de stille agitatie die de meer
en meer in zwang komende jachtpartijen op
groote, oude lang vergeten erfenissen bij velen
in den lande en daar buiten te weeg brengt.
Onlangs hebben we een enkel woord gezegd
naar aanleiding van de bekende erfenis-zaak
der familie Dubois. Was deze zaak reeds van
grooten omvang en wjjd en ver vertakt in tal
van familiën in 't binnen- en buitenland, de
affaire of willen we zeggen de boedel „Weib-
nom" die tbans weder aan de orde is, is van
vrij wat meer gerucht. In deze zaak spreekt
men van milliarden: 2 a 3 milliards! 't is om
van te griezelen. En terwijl men vroeger bij
de erfenis-jachten de deelnemers langs den be
scheiden hoewel dan ietwat langen weg van
rechten zag optrekken, onder de leiding van
heele en halve rechtsgeleerden, of van specia
liteiten in het vak van erfenissen-losmakerij, -
thans ziet men de jachtpartjj een houding
aannemen als een Europeesche mogendheid, ja
zelfs onderhandelingen aanknoopeu en een ver
bond zoeken met bet machtige Duitscbe Rijk,
waarvan het bekend is dat het ook van mil
liarden houdt en daarbjj de kunst verstaat om
ze „los te krijgen".
De zaak der milliarden-erfenis van Theobald
Metzger baron Weibnom, generaal in het leger
van wjjlen de Republiek der Vereenigde Neder
landen en stadhouder der baronie van Breda
zit zóó in elkaar: Doch neen, waarde lezers,
zoo slim zjjn wij toch ook al behooren we niet
tot de ontelbare schare der Weibnoms, die ge
reed staan den Nederlandschen Staat den oorlog
aan te doen om de 2 a 3 milliarden te bemach
tigen die op dit oogenblik nog „vast zitten" of
„vast staan", zoo slim zijn wij toch dat wij
u niet helder en klaar willen uitleggen boe de
Weibnom-affaire in elkaar zit. Wisten wij
't, hoe zouden de Weibnoms komen opzetten
van 't Oosten en 't Westen, 't Noorden en
't Zuiden, om ons onze wetenschap afhandig
te maken, 't zij met goede woorden of op
andere manier, b.v. door ons een half milliardje
cadeau te geven of te beloven althans. Mogelijk
maakten ze ons wel opper-jagermeester en aan
voerder der gebeele jachtpartjj.
Ergo, we verklappen niets. Tot onze décharge
kunnen we echter hierbij voegen dat wij er
ook eigenlijk niets van weten en er dus niets
van verklappen kunnen.
Ondertusscben wordt er van deze erfenis
kwestie toch zooveel verteld dat een schrijver
met iets van 't talent van een Dnmas-père of
van een Dickens er een roman in zeven deelen
met gemak over zou kunnen schrijven. Ja zelfs
zonder de phantasie er bij in 't spel te brengen
zou er reeds heel wat te maken zjjn van de
eenvoudige optelling der personen die bij dc
zaak betrokken zijn of zich verbeelden dat ze
er belang bij hebben. Ga in uw geest die
onafzienbaar lange rei der wettige of vermeende
Weibnom's eens langs, die daar, met min of
meer gespannen verwachting elk naar zijn
aard, temperament en omstandigheden den
loop der „losmakerjj" gadeslaan. Hier arme
drommels, die droomen van goud en weelde
die voor hen in 't verschiet zijn weggelegddaar
rjjken, die bun rjjkdom reeds vertienvoudigd
wanenginds een gierigaard bibberende van de
koorts der begeerlijkheid bij de gedachte aan
de twee a drie milliards, waarvan ook hem
een deel wie weet boe groot! toekomt;
elders een huisgezin, gelukkig en tevreden tot
dusver, maar waaruit de vrede en bet geluk
dreigen te vlieden, nn men er ook al 't oor
gaat leenen aan de mooie praatjes van de
milliarden. En zoo de geheele familie rond.
Wat al schilderachtige tafereelen zou dat ople
veren 1 Daarbij zouden de vernuftige combinatiën
van Sue in zijn Juif errant niets te beteekenen
hebben.
Stel u voor dat bet bonte gezelschap eens
tot het houden eener comparitie naar 's Graven-
hage geroepen wordt en overzie dien origineelsten
aller tot dusver gehouden familie-raden. Hoog
adellijke heeren en vrouwen, dood arme drommels,
geleerden zooals Duitscbland die bezit, op wier
aanblik men reeds van ontzag beeft, en domme
halzen, zooals Duitscbland die ook bezit hier
en daar in zijn groene streken, welgedane
bankiers en geheel ontdane bedelaars; nobele
belanglooze zielen, die meêdoen om den wil
der anderen, doch die er voör zichzelf niet om
geven, en vurige begeerders en aanbidders van
't gouden kalf dat ze in hun geest alreeds
voor zich uitdrijven naar de Pommerscbe weiden,
of de Brandenburger lieide of de Saksische
bergen, of de Zwabische wouden, om 't daar
te genieten met een genot, welks genietbaarbeid
schier onbegrensd is.
Hoe dit nu zij, we willen er niet langer
over philosofeeren. Doch we kunnen toch enkele
opmerkingen niet achterhouden.
In de eerste plaats merken we dan op, dat
als dit fraaie spel om oude erfenissen te winnen
zoo bljjft doorgaan, al toenemende in omvang,
we binnenkort te wachten hebben dat al de
erfgenamen van Adam komen opzetten om de
sociale liquidatie te vorderen, ten einde de hun
rechtmatig toekomende nalatenschap van dien
oudsten en eersten van hun geslacht in hun
bezit te krijgen. Ze behoefden, dunkt ons,
slechts bun „papieren" te laten zien, de „docu
menten" waaruit hun afkomst in rechte, kromme
of scheeve linie bljjken kan, om terstond in
't bezit van 't liun toekomende zóóveelste part
der totale erfenis met vergoeding van schaden
en interessen gesteld te worden.
In de tweede plaats achten we 't een beden
kelijk verschijnsel dat er rechtsgeleerden ge
vonden worden, die willen medewerken aan
zulke hopelooze processen in de ijdele lucht,
dat er bankiers gevonden worden die willen
medespeculeeren, en vooral dat zooveel misschien
vroeger gelukkige en tevreden menscken zich
't hoofd half of geheel op hol laten brengen
om een gouden droom na te jagen, die bun
misschien hun gemoedsrust, zeker ook wat van
hun geld kost. Erfenissen jagen is doorgaans
toch niets anders dan goed geld naar kwaad
geld gooien.
Kwade tongen hebben al verteld dat al die
monster-erfenis-jachten klopjachten op erfenis
sen zou men ze kunnen noemen door de
Jesuïten op touw gezet worden en dat zij het
zijn, die de middelen verschaffen om aan 't opspo-
reu van rechthebbenden, documenten en schatten
te beginnen, eventueel tegen billijke vergoeding
natuurljjk. Maar dit kunnen we niet gelooven
die Jesuïten hebben ook alles gedaan. Boven
dien hebben ze 't wellicht voor 't oogenblik druk
genoeg met naar 't testament van kardinaal
Antonelli te zoeken, dat niet te vinden is,
zoodat ook die 80 a 100 millioen dreigt „vast"
te raken om eerst door volgende geslachten
„losgemaakt" te worden.
Eindelijk herhalen we, wat we vroeger ook
al eens hebben opgemerkt, dat bet zeer wel
mogelijk, ja zelfs hoogstwaarschijnlijk is, dat
in den loop der tijden vele fortuinen in ver
keerde handen gekomen of zoogenaamd verloren
gegaan zijn, en men dus in theorie wel aanne
men kan dat er onder ons menigeen te voet
gaat die, als er nooit onrecht geschied was,
in een rjjtuig rijden kou, doch dat het, in den
regel, het verstandigst gehandeld is daarover
maar niet te gaan mijmeren. In verreweg de
meeste gevallen toch kan men met volkomen
zekerheid reeds vooraf zeggen dat zulke oude
koeien onmogelijk ooit weder uit de sloot ge
haald kunnen worden, aangezien ze er nu
eenmaal al te lang en veel te diep inzitten.
Ook is 't zeker wel zoo moeieljjk de rechtheb
benden allen bij elkaar te zoeken als 't recht
zelf te bewijzen of den schat waar 't om te
doen is op te sporen, zoodat al het werken en
onderzoeken ten slotte neerkomt op ijdelheid en
kwelling des geestes, onrust en ontevredenheid,
waarom het 't beste zal zijn de milliarden-jachten
over te laten aan gelukkige jagers als de
Rothschildts, Stronsbergs, Spitzeders, Langrands,
'sKints en dergelijken.
gehouden te ZIERIKZEE den 27 Nov. 1876.
Afwezig Jhr. J. L. de Jonge.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
en goedgekeurd.
Wordt medegedeeld
a. een brief van Gedep. Staten, houdende terug
zending goedgekeurde begrooting der d.d. Schutterij
voor 1877;
b. een brief van den heer J. H. C. Heijse, hou
dende kennisgeving dat hij de benoeming tot lid
der Plaatselijke Schoolcommissie aanneemt.
Beiden voor kennisgeving aangenomen.
Door den heer Labrijn wordt namens de Commissie
adlioc rapport uitgebracht op de begrooting van het