tegen al die „meneeren", die voor een „meester" den nens optrekken, die meehelpen aan 't ver- grooten van den afstand, die er langzamerhand tusschen 't kind en den onderwijzer gekomen is De Groningers schaften dan het meester af en wat hen dan ook daartoe dreef, het recht hadden ze aan hun zij, zelfs in het straffen der leerlingen, die 't gebod, eenmaal uitgevaar digd, niet nakwamen. Hoe zal men ooit een gebod handhaven, als 't niet geoorloofd is de overtreders te straffen Dat alles komt ter oore van het dagelijksch bestuur. Dit, de vaan der gerechtigheid hoog willende houden, wendt zich per missive tot de „meneeren" met do vraag of 't waar is dat er reeds strafwerk uitgedeeld is aan dege nen, die niet wilden of konden onthouden dat de meester voortaan meneer heette. Hoe bezorgd niet waar'? 't Zou immers ver schrikkelijk, neen meer, 't zou onmenschelijk zijn, als een onderwijzer voor zoo'n zaak 't kind straf oplei, als bij b.v. 25 maal dat gebod liet uitschrijven door den hardnekkigen meester- zegger. Zie, voor zulke zaken is 't nu zoo hoog noodig dat het dagelijksch bestuur en de schoolcommissie uit mannen bestaat, die een oog in 't zeil houden; anders kwam er aan de gruwelen geen einde; wie weet welken luim die Groningers in 't aanstaande jaar kunnen krijgen en of ze dan niet liet nieuwe „meneer" in het wel oude, maar voor hen nog nieuwere „mesjeu" zullen veranderen. Wanneer die drift niet in zijn geboorte gestuit wordt, dan zijn de gevolgen niet te overziende arme bloedjes van kinderen overstelpt van strafwerk, het eene onrecht zich stapelende op 't andere, en waar blijven we dan met onze beschaving en verlichting en huiiianiteits-ideeën der 19de eeuw? Eere daarom aan Groningens bestuur dat liet die straffen tot een voorwerp zijner zorgen gemaakt heeft. Wanneer al onze gemeente besturen (lit goede voorbeeld volgen en onder de roos eens gaan informeereu naar de wijze, waarop in de scholen onze kinderen behandeld worden, 'k ben verzekerd, dat er nog heel wat voor de heeren te schrijven zal vallen, 't Gebeurt toch wel dat die meneeren, alias meesters, zich bemoeien met zaken die buiten de school plaats hebben, als b.v. met bedreven kattekwaad, met 't spelen langs de straat, nret 't schoolverzuim, met 't onafgedane werk, dat thuis gemaakt moest worden, met het groeten langs de wegen etc., altemaal zaken, waarmee ze eigenlijk niets te maken hebben en waarvoor dus geen straf mag gegeven worden, 't Zal noodig zijn daarop wèl te Ietten, opdat er voortaan niet nog meer onrecht geschiede. De Standaard zal wel zoo goed zijn de opmer kingen der sckoolautoriteiten wereldkundig te maken, zoodat 't gansche land kennis krijgt van de schandalen, die door de openbare scholen worden aangericht. Publiciteit toch bij derge lijke schandelijke dingen is volstrekt noodig zooveel te eerder zijn de oogen van 't publiek bonnes- met kinderen. Het is alleen des daags open en daartoe rondom met hekken afgesloten, 't Heeft wel iets van het park te Brussel, maar is veel uitge strekter, ofschoon er indertijd een groot stuk afgenomen is om de tuinen van Buckingham-palace te vei'grooten. Historisch hekend is de vermaarde rijlaan voor ruiters, de Rotton-row, die zich in een rechte lijn van den triomfboog tegenover Hydepark-corner, door dit park tot in Ivensington-gardens uitstrekt. Hier wemelt 't soms van ruiters en amazonen en hier komt de Londenscbe dandy een galanten groet wisselen met de aanstaande duchesses, countesses en viscountesses, die er in dartele fierheid, door kleurig uitgemonsterde grooms gevoigd, zich niet zelden aan een wilden rit overgeven. In Rotton-row is trouwens weinig gevaar- voor 't storten der paarden, daar de geheele baan er op aangelegd is dat de paarden niet kunnen uitglijden en ook geen scherpe steenen onder de hoeven kunnen krijgen. Voor voetgangers is zij daarentegen onbruik baar. Langs de geheele lengte loopt echter een weg voor wandelaars, hier en daar met schaduwgevend geboomte bezet, waaronder men op massieve steenen of rustieke houten banken kan uitrusten, om aan de eene zijde 't gezicht op de rijbaan en de lanen voor rijtuigen daarnaast, en aan de andere zijde op het uitgestrekte park en de Serpentine-rivier te genieten. 's "Winters, hij vriezend weer, is Rotton-row ver laten, daarentegen is dan, zoodra de dikte van het geopend voor het onheil, dat het openbaar on derwijs over ons land uitstort. Ik wil u ten slotte nog meededen hoe die niet genoeg te roemen publiciteit rechtstreeks het doel bevordert, dat de bezorgde besturen najagen. De heer Van der Molen zit bij zijn warmen haard uitterusten van 't heen- en weerloopen achter de toonbank, 't Is druk geweest met den marktdag en dubbel welkom is hem thans het stille avonduur, aan een gezellig praatje en aan zijn nieuwsblad gewijd. „Nieuws?" vraagt zijn vrouw, die kousen maast, aan den echtvriend, die juist de bladzij omslaat, welke hem om zijn russen bijzonder interesseert. „Nieuws? neen," is 't antwoord. „Ja toch: een brief van Burgem. en'Wetb. aan de hoofdonderw. der scholen om antwoord op de vragen: is 't waar, dat ge u „mijnheer" laat noemen en is 't ook waar, dat voor 't niet opvolgen van dit gebod strafwerk aan de leer lingen gegeven wordt „Je zou zeggen, wat hebben die heeren daarmee te makeu?" „Die heeren daarmee te maken? Weet je wel, vrouw, dat ze in de scholen niets doen mogen of 't moet naar den zin zijn van Burgem. en Weth.?" „Zouden die dit dan afkeuren?" „Wis en zeker keuren ze 't af. 't Zou mooi wezen ook, als ze zulke gekke dingen niet tegengiDgeu. Karei, is 't waar, dat je op school voortaan „meneer" zeggen moet?" Karei zit met zijn ellebogen op tafel, schijn baar te peinzen op een som. In waarheid echter hoort hij volmaakt goed wat de oude lui daar bespraken en denkt hij aan 't tumult vau van middag, toen hij 't verpikte, om tegen den hulponderw. met dien blauwen bril „meneer" te zeggen. Den volgenden morgen is de omgeving van Karei ingelicht omtrent 't meneeren van gis teren. De blauwe bril zoekt te vergeefs zijn ontzag te bewaren en bemerkt dat het „meneer" in den beginne stelselmatig ontweken wordt; spoedig laat zich een enkel schuchter „meester" hooren en kort daarna meestert de lieele klasse weer met de meeste vrijmoedigheid. De goede blauwe ziet geeu kans op handhaving der orde en seint den patroon. Deze neemt de brutaalsten na schooltijd bij zich en bereikt met een ern stige toespraak zijn doel, althans ze beloven voortaan 't gebod te zullen volgen. „Hoe is 't afgeloopeu, Karei?" vragen de vrijgelatenen, die buiten gewacht hebben, aan den aanvoerder der bende. „Wel, we motten 't nu wel zeggen, maar tegen den blauwe zeg ik het toch niet! Zie je, 't hoeft in 't geheel niet. De burgemeester beeft het verbojeu en als die zegt dat je 't niet doeu mag, dan kunnen ze er toch niks aan doen." Zulke Kareis ziju er, dergelijke onvoorzichtige ijs 't maar toelaat, de Serpentine-rivier in een breede en eindeloos lange slang van weemelende schaatsen rijders herschapen. Tot zoover over Londens drukte op straat, outside gel ijl; de Engelschen zeggenmaar de inside is niet minder druk. Een bezoek aan de groote beurs Royal Exchange) en de kolenbeurs {Goal-Exchange) een tochtje naar 't groote postkantoor {the Royal Postoffice) een reis naar de verbazend groote veemarkten (30 Hectaren) the New of metropolitan cattle market, tusschen Islington en Camden New Town, een kijkje in de groote schouwburgen gedurende the season voor deze instellingen, kunnen den vreemdeling een denk beeld geven van de groote opeenhoopingsn van men- schen ook in besloten ruimten die Londen oplevert. Nu heb ik bij deze schets enkel op 't oog gehad de gewone dagen, als er niets bijzonders te doen is. Is er daarentegen wat bijzonders aan de hand, dan schieten al mijn tot dusver gebezigde uitdrukkingen om veel drukte en gewoel te omschrijven veel te kort. Zoo brengt een meeting in de verkiezingsdagen vaak 30 a 40000 mensehen op de been, die achter vlaggen en muziekkorpsen in tamelijk geregelde orde optrekken naar de aangekondigde plaats van samenkomst waar dan geluisterd wordt naar de redevoeringen der volks mannen en waarbij dan meer onstuimigheid en tumult heerscht dan men van de anders zoo bedaarde en deftige Engelschen zou wachten. ouders evenzeer. Onverstandige besturen vindt men ook; wellicht ookdilo onderwijzers. Allen te zamen wensch ik ze van harte beterschap 18 Nov. '76. V.— Binnenland. ZIE HIK ZEE, 2 4 November 187 6. In verband met ons hoofdartikel van Woensdag vestigen we de aandacht op eenige niet onbelangrijke handelsberichten uit Avignon, betreffende de meekrap. Daarin wordt o. a. opgemerkt /-dat men in den laut- sten tijd opnieuw meer Garancine gebruikt, daar er voortdurend geklaagd werd over de Alizarine, die niet in elk opzicht schijnt te voldoen." Verder wordt bevestigd dat de kapitalisten met de Alizarine slechte zaken hebben gemaakt tot dusver. Een firma is nu gefailleerd die in weinige jaren 1,200,000 frs. heeft verloren dit huis is reeds het vierde dat in de Alizarine den dood gevonden heefc. Zie rik zee, 24 Nov. Hoe men ook moge oordeelen over den hfer Heemskerk als partijman, niemand zal hem den lof eener ongewone werkzaamheid ontzeggen, 't ls waar dat tot dusver nog niet gebleken is van liet //harder stoken hier" noch van 't //remmen in Indië," maar men behoeft zulke rethorische figuren niet zoo naar de letter op te nemen, 't Zijn in alle geval de daden waar 't op aankomt, de woorden niet. De heer Heemskerk is als politiek persoon iemand die nog al eens een veer moet laten: maar dit dient tot eer der oppositie en zelfs van alle ondeugenden die zich met de politiek van den heer Heemskerk niet kunnen vereeiiigingen, gezegd te worden, dat hij tevens een man is wien veel vergeven wordt. Gewis dragen zijn erkende talenten daartoe veel bij. Een der grieven, die velen tegen het kabinet Heemskerk hebben, bestaat daarin dat de heer Heems kerk zoo veel belooft, en dat de uitkomsten zich dan doorgaans lang laten wachten. In den lnalslen tijd moeten deze pessimisten voor hun grieve nog wel meer voedsel gekregen hebben, want nooit werd rijker schat van goede dingen toe gezegd en als zeer onder het bereik voorgesteld als nu. Inderdaad als men het lijstje nagaat, dan moet men respect hebben voor zulk een noeste vlijt als thans aan de departementen wordt aan de dag gelegd. De herziening der wet op het lager onderwijs is bij de Raad van State aanhangig. De herziening der kieswet wordt gereed gemaakt daarin zal .eenige verlaging van den census voor som mige gemeenten worden beoogd. De Militiewet zal tegelijk met de Schutterij wet wor den aangeboden. Een wetsontwerp tot droogmaking der Zuiderzee en den aanleg van een nieuwen waterweg van Amsterdam naar Duitschland zal nog in dit zittingjaar de Kamer bereiken. Een wetsontwerp tot bescherming tegen den namaak van fabriek- en handelsmerken is in bewerking. De Minister Heemskerk denkt gunstig ten opzichte van den Roltenlamschen waterweg. Binnen weinige dagen zal een nieuwe Zegelwet aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Aan het departement van Financiën is een herzie ning der wet op de personeele belasting in bewerking. De herziening der Patentwet is reeds ver gevorderd. Herziening der Registratiewelten wordt voorbereid. Eens in 't jaar lokt de statie-tocht van den nieuw gekozen burgemeester van Londen naar de City (the Lorcl-Majors showook vele duizenden menschen uit hun gewone doen om, ouder gewoonte, dien pruiken- stoet te zien. Bij een gelegenheid als dit jaar toen de kroonprins van Engeland, thuiskomende van zijn Indische reis, feestelijk werd ingehaald, gaan de menschenmassas die dan de straten en pleinen vervullen alle voorstelling van menigte te boven. Het Engelsche volk is zeer aan van oucls dagtee- kenencle openbare plechtigheden gehecht. Van daar dat de jaarlijksche dwaze optocht van den nieuwgekozen Lord-Majoor van Londen altoos nog veel volks op de been brengt, ofschoon het hier eigenlijk geen algemeene Londensclie zaak geldt, maar alleen een oud voorrecht der City. Er zijn nog enkele van die oude instellingen die het volk in wezen houdt door de straten met een ongewone drukte te vervullen, b.v. de Guy Fawkes-dag ter herinnering aan 't mislukte buskruit-verraad, de dag van St. "Valentijn, die voor de Engelschen zooveel is als ons St. Nicolaas, of 't Duitsche kerstfeest, of 't Fransche Nieuwjaar en waarop men elkaar geschenken zendt. Voor 't overige behoeft wel niet opgemerkt te worden dat uitdrukkingen als »de geheele stad liep uit", »geheel Londen was op de heen", voor Engelands hoofdstad niet geldig zijn, 't geen ook maar goed is, daar nu de oploopen eenigermate over de groote uitgestrektheid der stad worden verdeeld. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1876 | | pagina 2