Zll lllkZI lSdll COURANT.
voor het arrondis-
sesiient Zierilizee.
1876. No. 94. Zaterdag 25 November, 79ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
F e uillet o n.
ZIEKTEVERSCHIJNSELEN.
SCHETSEN OP REIS,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geb oor te
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1oregels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAIiElVMAN.
Wanneer we een lofrede op onze eeuw houden,
dan bekomen daarin beschaving, verlichting,
vooruitgang, ontwikkeling een eereplaats. Ook
wordt de humaniteit niet vergeten, vooral om
't effect, dat men sorteeren kan door de „bar-
baarsche" middeleeuwen te stellen tegenover
de zachtheid, de liefelijkheid onzer dagen.
Het verschil is dan ook enorm. Plaats de
gruwelijke kerkerholen van voorheen nevens
onze gevangenis-paleizenonze zeekasteelen,
waarop Janmaat zich oefende in 't kielhalen,
voetenspoelen en diergelijke akeligheden naast
het Oostenrijksch oorlogsfregat „Tegethoff",
waarvan de kommaudant ons thans meedeelt,
dat er niet één man gedurende de expeditie
op slagen onthaald werdde schoolmonarchen
met roede en plak tegenover de opvoeders onzer
dagen, enz. enz. de feiten zijn ontelbaar
en zeg dan nog, dat liet u aan stof ontbreekt
den geest der humaniteit lof te zingen
Om niet verkeerd begrepen te worden, volge
hier terstond dat ik de zegeningen van dien
geest dankbaar erken en in deze allerminst tot
het oude zou wensehen terug te keeren.
Edoch er moet een „maar" volgen. Er is
een groot verschil tusschen humane begrippen
en ziekelijke begrippen, en naar 'k meen toont
onze humaniteit een sterke neiging tot het
weeke, het ziekelijke overtehellen. 'k Heb een
maal de paradox hooren verkondigen, dat 't
menschdom na een niet te bepalen tijdsverloop
liet slachten van dieren zou nalaten om zich
uitsluitend met plantenvoedsel te voeden, op
grond o. a. ook, dat de beschaving het dooden
van dieren eenmaal onmogelijk zou maken.
Ziedaar een idéé, dat van die ziekteverschijn
selen in ruime mate doordrongen is en dat
niet het eenige is in onze dagen, dat zulke
sporen toont.
'k Wil me echter tot 't menschdom bepalen
en ofschoon 't mijn plan is een zaak van den
dag te bespreken, wil 'k nog even de aandacht
vestigen op 't bovenbedoelde bericht aangaande
de matrozen van de „Tegethoff," ontleend aan
de bekende Petermann's Mittheüungen van dit
jaar. Het is bekend, dat onze marine zich nu
en dan bedient van een z.g. afstraffing, een
toediening' van slagen „aan den lijve" over
blijfsel uit de goede dagen van Piet Hein en
Tromp, die vreemd zouden opzien, als ze 't
konden vernemen, dat tegenwoordig' een reis
zonder slagen kan volbracht worden. De kwestie
van 't al of niet noodzakelijke dier afstraffingen
late men gerust aan onbevooroordeelde deskun
digen over. 't Is zeker dat „landrotten" 't
dikwijls mis hadden waar ze meenden zeezaken
te kunnen afdoen. En wat nu bedoeld bericht
betreft, waarmee de pers erg wegloopt, 't gaat
niet aan onze marinesoldaten, die een deel van
hun tijd langs den wal zwalken, te vergelijken
met het personeel van een vaartuig, 't welk
expres ingericht is tot 't doen van een weten
schappelijke reis, die zeker interessanter is voor
't scheepsvolk dan 't heen en weer trekken
met een monitor langs onze stroomen. Bovendien
zal kapitein Weyprecht wel behoorlijk gezorgd
hebben dat de jeneverileseh achter slot bleef,
dat demoraliseerende instrument onzer land- en
zeesoldaten.
Dit ter loops. Het doel van dit schrijven
is eigenlijk op de teergevoeligheid te wijzen,
waarop men tegenwoordig de jeugd wil behan
deld zien. De tijd is voorbij dat een politie
beambte door een van pas toegebrachte kastijding
een ondeugenden bengel zijn plicht kon inprenten,
dat een ouderwijzer wanneer 't hoog noodig
was de plaats van een vader mocht innemen
en Salomo's les opvolgen. Thans gaat alles
volgens de letter der wet. Eerstgenoemde moet
den plantsoenvernieler met inachtneming van
alle vormen behandelen als een boosdoener in
optima forma, op poene van zelf in den arm
der gerechtigheid te vallen. De laatste wordt
gedwongen zich te spitsen op de meest onschul
dige, lichte, 'k zou haast zeggen, de meest
aangename straffen, die ooit in 't brein van
een paedagoog konden opkomen.
Dat nu de personen in kwestie niet den
eerstgenoemden weg kunnen volgen, die voor
zeker in sommige omstandigheden de beste is,
zie, dat is tot daartoemaar 't ergste is, dat
in onzen tijd alle autoriteiten en onder deze
reken ik het aantal onverstandigen onder de
ouders, het aankomend geslacht, zoo spoedig
het tot de jaren des onderscheids is gekomen,
behoorlijk op de hoogte der zaken brengen,
zoodat eeu deugniet van elf jaren zijn streken
uitvoert met de volkomen zekerheid, dat nie
mand hem daar een kastijding voor toedienen
mag. Ieder gevoelt dat deze gewisheid hem
aanport om den draalt te steken met elke macht,
die, vroeger voor hem een wezenlijke macht,
thans slechts een strooien vogelverschrikker
geworden is.
Wilt ge een bewijs van die teergevoeligheid
onzer dagen
De hoofdonderwijzers te Groningen hebben
vóór eenige dagen besloten het aan klokluider,
doodgraver en voorzanger verwante woord mees
ter, of liever meestér, waarmee de jeugd in
school en daarbuiten haar onderwijzers aanspreekt
en groet, afteschaffen en daarvoor het algemeen
gebruikelijke „meneer" in de plaats te stellen.
Op vele plaatsen is dit reeds geschied, zoodat
het om zijn ouderdom eerwaarde „meester"
dreigt uittesterven, behalve op 't platte land,
waar 't nog gangbaar is. O, schim van Prinsen,
van meester Prinsenwaartoe vervallen uwe
nakomelingenGij, die gewoon waart eiken
kweekeiing een opstopper te geven als hij zich
verstoutte het moderne voor 't oude woord in
de plaats te stellen, lioe zoudt ge uitvaren
van over zee en van over land.
IX.
Den geheelen voormiddag gaat de stroom dan nog
hoofdzakelijk van 't Zuiden naar 't Noorden. In den
namiddag treedt de omgekeerde beweging in, om
tegen den avond haar grootste kracht te verkrijgen.
Xerxes zag niet zooveel strijders voor de veroverings
zucht over den Hellespont trekken als men hier dage
lijks kampioenen in den rusteloozen strijd voor 't leven
over de Theems ziet gaan en wederkeerden.
De periodieke stroomen loopen niet enkel van Zuid
naar Noord en omgekeerd; zij gaan ook Oost-en West
waarts. Zoo kan men een dichten, schier eindeloozen
stroom van voetgangers van de meer gedistingeerde
klasse en vooral van rijtuigen waarnemen, die des
morgens loopt van 't Westeind naar 't midden, dat
is naar City en Westminster, en die van daar in den
namiddag terugkeert. Het zijn de kooplieden, de
groote mannen van zaken, de hoogere ambtenaren,
alsmede tallooze bureaulisten, die 't tooneel hunner
dagelijksche bedrijvigheid gaan opzoeken om 't na
bureau- en heurstijd weder te verlaten en te verwis
selen voor 't aangename te huis, 't sweet home dat voor
den Engelschman zoo veel meer beteekent dan b.v.
voor den Franschman en zelfs voor den Duitschei*.
De onderscheidene hoofdstations van de spoorwegen
zijn niet minder krachtige bronnen, waaruit des mor
gens dichte stroomen van menschen ontspringen, en
die des namiddags weder als zoovele afvoerkanalen
dienstdoen.
Londen is niet enkel de grootste, maar ongetwijfeld
ook de meest industrieele stad van de wereld. Ledig
heid en rentenierderij laten zich daar niet zoo bij de
straat waarnemen, en vraagt men of er te Londen
meer gearbeid wordt dan gerust; één enkele dag op
straat levert het antwoord. Trouwens 't is bekend
dat Loudens productie zijn consumtie zeer ver te
boven gaatvan daar ook dat men betrekkelijk zeggen
kan dat gelieel Londen op een grooten voet leeft en
dit leven ook kan volhouden.
'sAvonds is er groote drukte op de straten; maar
zij is van geheel anderen aard dan b.v. die te Amster
dam, Rotterdam, Brussel of Parijs. Te Londen worden
des avonds al de groote magazijnen en winkels vroeg
geslotenin den zomer op gewone weekdagen tusschen
zeven en acht uur's Zaterdags nog vroeger en wel
reeds tegen vijf of zes uur. Van daar dat men te
Londen niet dat flaneeren en winkelskijken ziet, dat in
de genoemde steden zoovelen bezighoudt. Evenmin ziet
men er café's, waar de bezoekers vóór aan de straat,
te Parijs zelfs tot ver op de breede boulevards gezeten
zijn. Wel zijn de tallooze Londénsche drinkwinkels,
drinking shopsaleshops des avonds meerendeels schit
terend verlicht, maar van 't.publiek dat die inrichtingen
onderhoudt en doet bloeien ziet men aan de straat
niets. De straatlantaarns en drinkwinkels zijn 't hoofd
zakelijk die Londen bij avond vellichten, en dit is
ongetwijfeld van invloed op de soort van flaneurs en
flaneuscs die men dan ontmoet. Talloos zijn dan ook
gedurende de avonduren, tot laat in den nacht, de
vrouwen van verdachte of wel negatieve zedendie men
in hoofdstraten, zooals 't StrandFleetstreet, High
HolbornOxfordstreet, PickadillyRegentstreet, Port-
landplac'e enz. ontmoetdie beklagenswaardige wezens
zijn bij duizenden te tellen.
De grootste drukte van verkeer der hoogere standen
valt waar te nemen in de parken en daaromtrent,
gedurende de namiddaguren van twee tot zes ure.
Öp groote schaal ziet men daar dan een weelde van
équipages, montures en kleeding tentoongespreid,
zooals alleen de rijken en aanzienlijken van Londen
zich die kunnen veroorloven. Immers Londen telt
familiën bij honderden, wier fortuin die der meeste
koningen en vorsten van het vaste land ver te
bovengaat.
Greenpark, dat dicht bij 't paleis der koningin
gelegen is, wordt het meest bezocht door dames en