ZIERIKZEESCHE COURANT.
1876. No. 91. Woensdag 15 November, 79ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
voor het arroiidis- 41!^ sepot Zieritee,
F euille t o n.
TILDEN of HAYES?
SCHETSEN OP REIS,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post,/ I,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-,
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 cl.
Alle stukken, tie redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever M. IAIiEi\iUAa\.
Wie zal Ulysses Grant vervangen als Presi
dent der Vereenigde Staten van Noord-Amerika
Zal 't 'lilden zijn, de man der Democraten of
TIayes, de man der Republikeinen Afgegaan
op onze meeste groote en kleine bladen, is
zoowel Tilden als Hayes tot Grants opvolger
verkozen, Het tegelijk vermelden van twee
feiten die elkander uitsluiten is'wel wat zot,
doch dit komt van de verbazende vlugheid,
waarmede de telegraaf tegenwoordig de wereld
weet te bedienen en waardoor ze in staat is
de gebeurtenissen al wereldkundig te maken
vóór ze hebben plaats gehad. Men ziet dit
schier dagelijks en de blinde drift van groote
en kleine bladen de kleintjes willen toch
ook hun hokje met „telegrammen" hebben
om 't publiek vlug te bedienen, geeft gedurig
tot de vermakelijkste uien aanleiding, 't Is
naar dat 't zoo is, maar men moet wel erkennen
dat het. naar gelang van de versnelling' der
gemeenschap, al moeielijker wordt 0111 te weten
wat er eigenlijk in de wereld omgaat, We
mogen, als we voortaan verstandige lui willen
blijven en geen naklappers van allerlei onzin
willen worden, wel geheel en al terugkomen
van onze ingenomenheid met sommige wouderen
onzer eeuw, 0. a. met de snelheid der telegra
fische tijdingen. 't Is waar, 't staat thans
nacht noch dag stil met allerlei berichten uit
alle oorden der wereld. Maar wat geeft dit',
daar toch 99 van die berichten valseh zijn,
of, zachter gezegd, onjuist en hoogst onnauw
keurig 't Verstandigste zou zijn alle tele
grammen eenvoudig voor kennisgeving aan te
nemen. Neen toeli niet; het zou nog verstan
diger zijn ze in 't geheel niet meer aan te
nemen. Immers ze zijn in den regel toch zoo
ver de plank mis dat men, er niets bij verliest
al neemt men er geen notitie Van. Om niet
eeuige zekerheid iets to weten te komen van
't geen er zoo al dichtbij en in de verte ge
schiedt, zou men wijzer doen met eenvoudig
te wachten tot de een of andere geschiedschrijver
't geboekt heeft. Volkomen zeker is men dan
ook nog wel nietmaar toch vrij wel gewaar
borgd tegen zeer groote abuizen. Met onze
overdreven ijverige telegrammen-fabrieken is
men zeker al heel weinig gewaarborgd tegen
bedrog. De telegrammen-bureaux zijn iu menig
opzicht een jammerlijk treurig verschijnsel van
de chevalai'ie d'industrie onzer dagen. Zij doen
't publiek millioenen vermorsen voor zulk een
klein beetje waarheid dat 't niet Wel te verant
woorden is die ondernemingen in hun practijkeu
te stijven.
Toch doet het publiek dit zonder aarzelen,
door van alles wat de onbekende geheimzinnige
grootheden, die aan 't hoofd der telegrammen-
fabrieken slaan, overal van daan laten seinen,
nota te nemen met een geloovig ontzag, grooter
dan dat waarop ooit eenig orakel der oudheid
zieli heeft mogen veikoovaardigén.
Zien we dit niet dagelijks'? Neem eens een
of ander blad in de hand, Ik behoef u niet
te zeggen zoek de rubriek „telegrammen" op
dat doet gij reeds zonder er om te denken
liet telegrammen-hokje is 't eerste wat uw oog
zoekt. Wat leest ge nu? „Peking, 13 Nov.
De geheele slad is iu de lucht gevlogen." O,
hoe akelig! hoor ik u uitroepen. Lees verder.
„San Fiiaxcisco, 13 Nov., 's morg. 10 u. 7 min.
't Bericht dat Peking in do lucht gevlogen is,
wordt tegengesproken." Gelukkig! roept ge
uit, 't is toch zoo erg niet. Dat 't een en
't andere niets dan eên aardigheid is 0111 weder
■een paar honderdduizend gulden aan telegram
men iu circulatie te brengen, daar denkt ge
niet aan. E11 al twijfelt ge ook, toch speelt
gedurig iu uw hoofd 't .akelige tafereel van
zoo'n paar millioen Chineezen die daar de hoogte
in gaan en weder neêrploffèn als een hagelbui.
Maar uw aandoening kan maar een paar. se
conden duren. Ge leest verder: „Belgradój,
14 Nov. Vorst Milan is plotseling' overleden."
Arme drommel, dat 's wat anders dan koning
der Serviërs! „Belgrado, 14 Nov. (nader be
richt). Zoo even is Vorst Milan van een wilde
zwijnenjacht teruggekeerd 't gerucht dat hij
zou gedood zijn dooreen wild zwijn is ongegrond."
(Tweede dépêche). „De oorlosgverklaring van
Rusland aan Turkije wordt elk oogenhlik ver
wacht." „Djsligrad, 14 Nov. De Turken hebben
den wapenstilstand verbroken, doch zijn door
de bezetting zoo krachtig ontvangen, dat er
5000'0 man op het slagveld gebleven zijn." „Kox-
stantinopel, 14 Nov. De .Serviërs hebben onze'
voorposten onverhoeds aangevallen, waardoor
onze troepen gedwongen zijn geworden tegen
stand te bieden; 't geheele Servische leger is
vernietigd. Vorst Milan is naar Londen gevlucht."
„Londen, 14 Nov. De vrede is verzekerd. Lord
Derby heeft in een toast in Guildhall Europa
geluk gewensclit met Engelands vreedzame
overwinning. De vloot in de Tnrksche wate
ren wordt met den meesten spoed versterkt.
Te Portsmouth is een expeditiecorps gereed,
Als Rusland liet uiterste wil, Engeland isgereed."
„Moskou, 15 Nov. Keizer Alexander is hiel
en heeft een toespraak gehouden tot de verte
genwoordigers der standen. De keizer heeft
altoos alles gedaan wat hij kon voor do Christenen
iu Turkije. Wil Turkije hun lot niet verbe
teren dan zal het zwaard getrokken worden
van over zee en van over land.
VI.
Eeuwen lang lieeft de toestand van Londenè riool
stelsel veel te wenschen overgelaten. Van lieverlede
is men' aan doorgrijpende verbeteringen begonnen.
Vóór '1858 bad men 't reeds zoo ver gebracht dat er
tóen onder de bebouwde oppervlakte van Londen een
net van 77 hoofdhuizen bestond, die gezamenlijk een
lengte hadden van 218 Geogr. mijlen d. i. 290 uren
en 20. min. gaans of 1614798 Meters. De lengte' der
kleinere spruiten en buizen in de gebouwen en erven
bedroeg evenveel. Al déze buizen 'liepen uit in drie
kolossale hoofdhuizen, elk 13y2 voet wijd, die zich bij
't riviertje de Lea vereenigen tot één afvoerkanaal
dat over de Lea heengeleid is, daarna de vlakte van
West-Ham en Barking doorsnijdt en bij Barking Creek
op 3184 Meters afstand van London-Bridge zich uit
stort in een reservoir van 1700 meter lengte en 15 meter
breedte, van waar 't in de Theems werd afgelaten.
Tijdens dit stelsel nog maar alleen bestond, bere
kende men dat de dagelijks afgevoerde hoeveelheid vuil
water en rioolstolfen een uitgestrektheid van 70 mor
gen lands 6 voet boog zou bedekken en een gelds
waarde vertegenwoordigde van 15 millioen gulden
'sjaars. Met deze hoeveelheid meststoffen zou men
13 vierkante Geogf. mijlen land kunnen bemesten.
Dit stelsel voldeed niet. Men meende dat de massa
vuil water, die men in de rivier liet afloopen, een te
langen weg naar zee bad af te leggen en door den
inkomenden vloed te. veel werd tegengehouden, terwijl
men voor de dikkere stoffen, die in bet reservoir achter
bleven, geen afnemers genoeg vinden kon onder de
landbouwers. Daarom werd in 1858 aan nieuwe groote
werken begonnen die in Augustus 1875 voltooid zijn
en 35 millioen gulden gekost hebben. Het boven be
schreven buizennet in de stad werd nóg meer uitge
breid en volkoméner gemaakt. Ei- werd een nieuw
hoofdkanaal aangelegd dat al de vuile stoffen onder den
grond door wegvoert tot op 14 mijlen beneden Londön-
Bridge, waar 't uitkomt'te Crocsness aan den mond
van de Theems. Op dit punt is de kracht der ebbe,
die ongeveer 20 voet loopt, nog sterk genoeg om de
geheele massa ver genoeg in zee te brengen, zoodat
er geen verpesting va» de rivier, noch vorming van
een slijkdelta in den riviermond te vreezen is. In
't geheel is er toen aan nieuwe hoofdhuizen 82 Eng.
mijlen bijgemaakt.
Het Londenschc rioolnet is thans een spoelstëlsel
op zoo reusachtige schaal dat er niets in de wereld
mede te vergelijken is. Het is evenwel te betreuren
dat met dit systeem wel de sanitaire toestand der
metropolis is verbeterd, doch dat nu ook de verbazende
schat van meststoffen verloren gaat, althans voor het
tegenwoordige geslacht, want wat nu naar zee gaat
zal toch wel weder een fonds vormen voor den land
bouw der toekomende geslachten. Voor 't oogenhlik
was de vraag alleen: hoe raken we 't vuil kwijt?
Eens zal men wel gaan vragen: hoe verzamelen we 't,
opdat 'er niets van verloren ga?
Voor zoover mijn waarnemingen en opmerkingen
zich hebben uitgestrekt, vind ik Londen geenszins
een vuile stad. Integendeel. Dc reinheid der trottoirs,
de onberispelijke zindelijkheid dei' squares, de bijkans'
coquette netheid der prachtige nieuwe kaden, die.
onder den naam van Thames-embankment bekend
zijn, en waarover lager nog zal gesproken worden,
maakten 'een' verrassenden indruk op mij. Was- 't
wonder dat de rijbanen van de drukke straten en de
keien van London-bridge met een aardig laagje slijk
bedekt waren? Voor wie Jt ontzettend drukke verkeer
op de straten maar één uur lang gezien heeft is dit
geen wonder meer, maar moet men zich integendeel
afvragen boe 't mogelijk :s te verhinderen dat de
straten tot modderpoelen worden. Doch wat doet
men om dit te verhinderen? Tegen middernacht, als
de dolle drukte van 't rijden en rossen wat is ver
minderd, gaan er krachtige machines met groote ijzeren
bezems, in den vorm van schuins staande rollen voor
zien, door de straten en schuiven al 't slijk naar den
kant der trottoirs, waarna groote karren het innemen
en wegvoeren naar een der kelen van de hoofd riolen.
Zoo draagt de straat nooit meer clan 't slijk van
één dag, en blijven de rijbanen ook zelfs voor. voet
gangers doorgaans vrijwel passabel waar dit noodig
is, n.l. op punten waar men moet oversteken.
Wordt vervolgd.