ZIERIKZEESCHE COURANT voor het arrondis- sciuent Zierikee. 1876. No. 71. Woensdag 6 September, 79ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD DE KERMIS. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER A D V E RT EN TIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEN9IAN. Andermaal is de kermis in 't land. De liefhebbers dezer van ouds bekende jaarlijksche pretmakerij hebben al weken vooruit weten te voorspellen dat het dit jaar dan eens een ongewoon drukke kermis zou wezen. Geen Amsterdamsche kermis meer, dus geen haast voor de kramers en spellen lui om naar de hoofdstad te komen, ergo alles, of nagenoeg alles zal naar Zie- rikzee komen. Zoo vol zou 't worden dat er al een aantal kramen en tenten zouden afgezegd zijn wegens gebrek aan plaats om ze op te stellen. Wat hier nu van zij laten we aan zijn plaats; tot op dit oogenblik is er van die buitengewone drukte nog niets te be speuren; ter zijde van de houten brug staat sinds dagen het welbekende en gerenommeerde wafel-, broe dertjes- en oliekoekenkraampje van je weet wel wie; nog een paar kramen van andere stadgenooten zijn opgeslagen; op 't Havenplein verheft zich het kolos sale gebouw van Victor Driessens; bij den Toom en bij van Veen hebben we in het voorbijgaan hooren timmeren en een ongewone drukte gezien,ziedaar alles, voor 't oogenblik. Oudertusschen hebben we daar toch al een verraa- kelijksheidsinrichting opgenoemd die wel afzonderlijke vermelding verdienthet is de schouwburg van Victor Driessens. Voor 't eerst sinds vele jaren hebben we weder een schouwburg op de kermis. Sedert de dageu van Judels zagen we zoo iets niet binnen onze veste. Aan smaak in tooneelver tooningen hapert het bij ons publiek waarlijk niet, zoodat we Victor Driessens een overdruk bezoek durven voorspellen, al moet ook hor- nibile dictu 't eerste stuk vati 't repertorium die on gelukkige //Twee Weezen" zijn; misschien ook niet ondanks dat maar juist daardoor. Enfin, over den smaak valt niet te harrewarren, of liever daarover zou men zooveel kunnen harrewarren dat er geen eind van te zien was, zoodat het beter is daar maar niet aan te beginnen. Het publiek ga, zie en oordeele. Dat het zich amu- seeren zal, vertrouwen we wel en er zijn nog andere drama's op 't lijstje ook. Den naam van Mej. CATH. BEERSMANS vinden we met groote uitkomende letters op 't affiche gedrukt. We weten wel waarom; liet publiek weet dat ook wel en mocht 't nog niet weten, dan zal het Donderdagavond al spoedig merken waarom. Onder Mej. Beersraans, zien we Mevr. Corijn-Driessens, ook een goede kennis, kortom, we behoeven 't tableau de la troupe hier nu niet af te schrijven. Verder de ons medegedeelde affiches naziende, vinden we er een met zulk een variatie van amusemement- gevende personages er op aangekondigd dat we er tegen opzien ze allen de revue te laten passeeren voor we ze gezien eu 'gehoord hebben. Dat er wel wat goeds bij zal wezen durven we wel verwachten. We hebben nl. het oóg op de annonce van den heer den Toom, waarin hij aankondigt dat in de Concertzaal een talrijk gezelschap onder directie en met mede werking van den heer EDUARD BAMBERG zal op treden. Ben aantal heeren en dames, een neger-familie en nog al een neger-familie uit de Kaap-kolonie, waar anders voor zoover we weten meer prozaïsche Kaffers en Hottentotten te vinden zijn dan artistische Negers, bovendien nog een ouden bekende, de heer Ernest Hermauce, wiens gymnastische toeren we meermalen met verbazing aanschouwden, dat alles zal men in de Concertzaal vinden. Voor de oefening der lachspieren zal de heer Bamberg als Hollandsche komiek wel zorgen en Hern Joseph Ilager zal voor degenen die Duitsch verstaan daar nog wel wat weten bij te voegen. Wat ook een voornaam ding is, de heer den Toom belooft dat hij niet dan consumables van uitstekende hoedanigheid zal laten voordienen en dat van de wijnen enz. en#, niets te wenschen zal overblijven. Waarom zouden we hem dan in een druk bezoek niet de vergoeding voor al de moeiten eu kosten, die hij zich getroost, toewenschen Ook de Heer van Veen is dit jaar weder niet achtergebleven, maar heeft een gezelschap geëngageerd. Binnenland. ZIERIKZEE, 5 September 1 87 6. Onlangs is gemeld dat de heer Veegens te 's Hage in de Groote Kerk aldaar het graf van Baruch de Spinoza had ontdekt. In het Maq. Weekblad is nu opgenomen een artikel waaruit blijkt dat de keer J. S. Magnin, oud-archivaris van Drenthe, reeds vroe ger door onderzoek had ontdekt dat Spinoza den 25 Februari 1677 is overleden en begraven in de Nieuwe Kerk te 's Hage in het huurgraf no. 162. Bij die gelegenheid vond de heer Magnin in de notulen van den Kerkeraad van 's Gravenhage nog het volgende op Spinoza betrekking hebbende Ordiuaris Kerckenraet, gehouden 21 Juny 1675, Praeses: dr. Suggeraet. Art. 5. Dewijl den Kercken raet verneemt, dat de hoogelijk godvergeten opiniën van Spinosa langs soo meer off hier, off elders be ginnen in te kruypen, soo blijft iedereen op het allerernstigst aanbevolen, om te vernemen, wat hier van sij, off er ook eenig ander boek van hem onder de pers sonde mogen sijn, en wat gevaar, dat verder hieraan vast is, om daarvan dan nader rapport aan deese vergadering te doen, en dan na bevind van saken te handelen. Ordinaris Kerckenraet, gehouden 6 Sept. 1675, Praeses: ds. Lantman. Art. 2. Het 5e artikel van den Kerckenraet gehouden den 21 Juny 1675 spreckende van de opiniën van Spinoza, blijft in statu. Ordinaris Kerckenraet, gehouden 26 November 1675, Praeses: Ds. Woodward. De Saeck van Spi nosa wederom te berde gebracht sijnde is van de predicant van 't quartier bekent gemaeckt, dat er als noch geen documenten van syn schadelycke ver- leydinge syn ingekomen, en is dieswegens nodigh geoordeelt dat gemelde predicant in alle bedenckelyck ondersoek sal voortgaen, sullende alle de leden van de kerckenraet daertoe medearbeyden ora op 't alder- nauwkcurigste te vernemen, wat van de man, van syn leer, end' de voortplantiuge van dien soude mo gen syn. Ordinaris Kerckenraet, 11 February 1678, Praeses Ds. Vollenhove. Om, nevens de Gedeputeerden der Synodi, tegen de nieuw uitgekomen boeken van Spinosa, soo in 't latijn als in duyts, te waken, is van deese vergadering gestelt ds. Amya, sullende by provisie bij het Ed. Hof besorgt worden, dat het voort stroyen derselve boeken, soo veel mogelijk is, gestuyt worde. J. Moll Jbs. Praeses. Conform het Origineel, q. t. Dezer dagen werd het houten gebouwtje, dat ge durende twee maanden op den Helderschen Zeedijk als eerste Nederlaudsch Zoölogisch Station gefungeerd heeft, afgebroken en tot den volgenden zomer in een pakhuis opgelegd. Men verneemt, dat er plan bestaat het dan wellicht aan een punt der Zeeuwsche kust weder op te slaan. Dank zij de medewerking der Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Marine, waren ook reeds dit jaar de uitkomsten dezer eerste poging zeer bevredigend tien leden der Dierk. Vereeniging waren daar afwisselend werkzaam, ver schillende voor onze kust nieuwe diervormen werden gevonden en mocht de zaak ook verderen steun bij het publiek erlangen dan kan de wetenschappelijke beteekenis van een inrichting als deze ook wan neer zij gaandeweg in het buitenland bekend raakt met ieder volgend jaar slechts toenemen. Middelburg, 1 Sept. Naar men verneemt, is het resultaat van het onderzoek naar den toestand van het droge dok alhier, dat in plaats van den houten koker, die van het machinegebouw naar het achtérdok loopt, een ijzeren rol moet worden gelegd, daar de eerstgenoemde lek i9; dat de tusschenklep nog eenige voorziening vereischt, doch de //bateauporte" volko men in orde is. Een leelijke inconvenient echter is, dat de muur aan de zuidzijde van het voordok zoo zeer verzakt, dat hij moet worden vernieuwd, waardoor een schade van 15,000 is veroorzaakt. Het schijnt, dat de fundeering niet voldoende is en de muur moet worden onderheid. Hulst. Omtrent den brand, die Vrijdag nacht heeft plaats gehad, vernemen wij het volgende: De bliksem, die onmiddellijk brand veroorzaakte, sloeg in den toren van de Nederl. en R. K. kerkge bouwen, welke gebouwen slechts door een muur van elkander zijn gescheiden. Spoedig was de brand weer op de plaats des onheils tegenwoordig. Men bepaalde zich onmiddellijk tot het nemen van voorzorgsmaatregelen, ten opzichte van de beide kerken, aangezien de afstand van den brand te hoog was, ora dieu te naderen. Inmiddels nam dc brand hand over hand toe, en stortte de brandende massa her haaldelijk op de daken der beide kerken neer waardoor deze, zoomede de gewelven, door het vuur werden aangetast. Het schoone monument, met uurwerk en klokkenspel, is van boven geheel vernield, de luidklok halfverwege blijven staan en het arduinen gedeelte met onderstuk uitgebrand, doch staande gebleven, en de luidklok geheel versmolten. De Protest, kerk heeft betrekkelijk weinig, die der R. K. gemeente veel geleden. Door het gedurig nederstorten van den vuurgloed, was het niet mogelijk het dak geheel te behouden en is daar van een groot gedeelte afgebrand. Aan de vereenigde krachten der brandweren van Hulst met 2 spuiten, Grauw met 1, Hontenisse met 3, Axel met 2, Stoppeldijk met 1 en St. Jan Steen met 1 spuit, heeft men het waarschijnlijk te danken dat men den brand, die vau des nachts 21/2 uur woedde, des middags circa 12 uur meester was. Donderdag avond was het weder te Queensboro zoo ontstuimig dat de mailboot //Stad Vlissingen" de reis van daar niet durfde ondernemen. Het schip is eerst Vrijdag morgen 6 u. vertrokken en 's nam. te 4.50 te Vlissingen aangekomen. De stoomboot de //Funch" is midden door gebroken. Reeds is men ijverig bezig met het bergen der goederen, waarvan nog een aanzienlijke hoeveelheid aan boord aanwezig is. Na een kort bezoek aan de residentie gebracht te hebben is Z. M. de koning Zaterdag morgen 6 ure weder op het Loo aangekomen. Z. M. zal over veer tien dagen de zittingen der Stateu-Generaal komen openen en daarna weder naar 't Loo vertrekken om daar een groot deel van het najaar door te brengen. Prinses Maria van Wurteinberg, zuster van H. M. onze koningin, is Zaterdagnamiddag te 63/4 uren in de residentie aangekomen en door H. M. aan het Rhijnspoorwegstation verwelkomd. Bij beschikking van den Min. van Financiën is bepaald dat o. a. de commies der posterijen P. C. N. Eichholz zijn functiën zal uitoefenen ten spoorweg- postkantore no. 2 te Rotterdam. Men herinnert zich, dat reeds geruimen tijd gele den verschijnselen van verlamming en zenuwaadoeningen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1876 | | pagina 1