ZlMHkZEENMIE COURANT.
voor het arrondis-
seiuent Zierikzee.
1876. No. 66. Zaterdag 19 Augustus, 79ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommers o cent, met Bijblad 10 cent.
P RIJ S p BR ADVERT ENT IE N
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 ceilt.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 cl.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag* voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKE AM AAI.
ZI.ERIK ZEE, 18 Augustus 1 8 7 6.
Onder den titel van „Eene dwaling van den Minister
Heemskerk"wijdt het Handelsblad een hoofdartikel
aan de oude kweslie der gemeentelijke gasfabrieken
naar aanleiding van de circulaire door den Minister
van Biunenlandsche Zaken aan de Gedep. Staten der
verschillende provinciën gezonden.
In die circulaire geeft den minister als zijn gevoelen
te kennen, dat de gasgelden, die van particuliere ver
bruikers'worden geheven, buiten den kring der plaat
selijke belastingen vallen en dat hetzelfde het geval is
met het leveren van drinkwater. Hij kent dus den
gemeentebesturen het recht toe, de gasfabricalie en
waterlevering als bron van winst te drijven, en wel
in de allereerste plaats op grond, dat volgens de ge
meentewet de wetgever //belasting" in den ruimsten
zin neemt en daaronder begrijpt al wat van de in
woners der gemeente wordt geheven, wanneer deze
gebruik maken of genot hebben van iets, waarvan hun
het gebruik of genot om. niet zou toekomen, ware
door de plaatselijke verordeningen aan dat gebruik
niet het betalen eener som gelds verbonden. //Zouden
gas en water", vraagt de minister, //aan de inwoners
om niet worden verstrekt, bijaldien liet plaatselijk
bestuur er geen betaling voor vorderde"? Het ant
woord van deii minister is ontkennend. //Het zal
toch wel bij niemand in de gedachte opkomen", zegt
bij, //dat het in de roeping van een gemeentebestuur
zou vallen de ingezetenen gratis van water en van
licht in hunne woningen te voorzien, en een en ander
in die woningen te geleiden".
//Het Handelsblad wederspreekt die redeneering ten
stelligste. Tot de //roeping" van een gemeentebestuur
behoort immers in de eerste plaats (art. 135) de zorg
voor de openbare gezondheid en veiligheid. Wanneer
nu in een gemeente geen goed drinkwater te vinden
is en geen particuliere gasfabriek is opgericht, kunnen
clan de eisclieu der gezondheid en veiligheid niet sterk
genoeg spreken om de gemeenteraad te bewegen zicli
zelf te belasten met de verschaffing van water en gas?
Dat het criterium ligt in de verstrekking om nietis
ook niet aan te nemen, want in den regel zal wel
voor het geleverde gas en water eene vergoeding worden
gevorderd, maar dit is evenzeer het geval bij andere
gemeentelijke inrichtingen zooals veeren, bruggen, vaar
ten, havens, dokken, sluizen, wagen, begraafplaatsen
enz., die uitdrukkelijk in art. 238 der gemeentewet
onder de openbare instellingen worden gerangschikt,
waarvan slechts heffingen bij wijze van belasting ge
oorloofd zijn.
Ook de opvatting van den minister, dat al die in
stellingen als openbaremaar de gasfabrieken en water
leidingen als geheel bijzondere oudernemingen zijn te
beschouwen, deelt liet blad volstrekt niet. Al wat in
het belang van alle ingezetenen doorliet gemeentebestuur
uit algemeene kas wordt tot stand gebracht, is een
opetibare instelling en al wat voor het gebruik of ge
not van zulk een instelling moet worden betaald, is
een gemeentebelasting in de zin van art. 238. Wordt
voor het gebruik van zulk een instelling geen heffing
gevorderd, dan volgt daaruit van zelf dat de ingeze
tenen er het gebruik om niet van hebben, 't zij een
sluis, een waag, een school, dan wel een gasfabriek
of waterleiding. De leer van den minister is nog uit
een ander, meer algemeen oogpunt, bedenkelijk. De
circulaire neemt aan, dat een gemeente, als zedelijk
lichaam, gelijk staat met, elk ander rechtspersoon en
als particulier allerlei bedrijven mag uitoefenen.
Het Handbl. trekt (lit ten zeerste in twijfel. De
roeping van een gemeentebestuur zegt het, is uitslui
tend de zorg voor de algemeene belangen der ingezete
nen, maar geenszins het optreden als fabrikant, winkelier,
hotelhouder of dergelijke». Bijzondere omstandigheden
kunnen somtijds wettigen dat de gemeente een of
ander bedrijf voor eigen rekening uitoefent, maar dan
mag het slechts zijn met het oog op het algemeen be
lang, om den ingezetenen iets te verschaffen wat zij
anders zouden missen, maar niet als middel om win
sten te behalen
Zoo is het ook met gasfabrieken en waterleidingen.
Waar particuliere krachten die uiet tot stand brengen,
daar kan het gemeentebelang medebrengen, dat het
plaatselijk bestuur ze aanlegt en exploiteert. Maar
dan ook geheel en alleen als openbare instelling,
waarvoor van cle ingezetenen die er gebruik van ma
ken belasting mag worden geheven, maar niet meer
dan de zaak kost. Nu moge het moeieüjk zijn, dat
cijfer steeds met volkomen juistheid te bepalen, ook
bij openbare scholen, bij wagen, sluizen enz., is dut
het geval en toch levert de toepassing van art 254
der gemeentewet geen bezwaar.
Het blad kan zich met de circulaire des ministers
geenszins vereenigen. Zij steunt op een onjuiste uit
legging der gemeentewet en heeft dan ook reeds vele
bestrijders, maar, voor zooveel het weet, geen verde
diger gevonden. Beljtsche Ct.
De Tijd vindt in de gemeerterekening van Amster
dam over 1875 aanleiding om nog eens te doen
uitkomen, hoeveel daar ter stede voor het openbaar
lager onderwijs wordt uitgegeven. Het berekent die
uitgaven met bijvoeging der reuten van de kapitalen
voor schoolbouw enz. besteed, en na aftrek dor
schoolgelden, op f 560,000 'sjaars. En dan verlangt
de plaatselijke schoolcommissie nog verbetering van
lokalen en van sclioolmeubelen en verhoogtng der
jaarwedden voor onderwijzers 1
//Zooveel kosten dus" zegt het blad //aan
de openbare kas, door allen saamgebracht de 15,802
liberale jongens en meisjes. En de 17,172 jongens
en meisjes van meestal niet liberale ouders kosten
die kas geen halve cent".
De Tijd verzuimt echter zijnen lezers mede te
deelen
1°. Hoe het zoo precies weet, dat de 15,802
jongens en meisjes, die de openbare scholen te Am
sterdam bezoeken, liberaal zijn
2°. dat de 17,172 //meestal niet liberale" jongens
en meisjes, die de bijzondere scholen bezoeken, even
eens hun aandeel uit de algemeene kas kunnen erlangen,
als zij zich aanmelden voor de openbare school. Plet
is hunne vrije keus, als zij dat niet doen en dus ook
geen cent krijgen
3°. dat er bovendien nog een ander middel voor
hen is, om mede uit de openbare kas te ontvangen,
indien namelijk de onderwijzer der bijzondere school,
volgens art. 3 der wet van 1857, subsidie vraagt,
maar dan ook zijne school voor alle gezindten toe
gankelijk maakt en zich aan de te stellen voorwaarden
onderwerpt.
Als de Tijd deze bijzonderheden tevens had mede
gedeeld, zou de juistheid barer voorstelling er stellig
bij hebben gewonnen, maar dan zou zij haar doel
hebben gemist: opzweping van lien, die niet op de
hoogte zijn, tegen de openbare school.
Handelsbl.
De Minister van Oorlog heeft op voorstel van den
inspecteur van den geneeskundigen dienst der land
macht de kominaiidanten der brigades, die aangewezen
zijn eerstdaags veldmanoeuvres te maken, gemachtigd
bij builengewoon felle hitte, waardoor menschenlevens
op het spel zouden kunnen staan, de ranclsels op
wagens of karren te doen vervoeren.
Den Minister alsmede den chef, die het voorstel
deed, komt deswege lof toe.
Men had den heer van Gorkom, inspecteur van
het onderwijs in de Transvaal, gevraagd of het artikel
van den heer van Rees over dat land, in de Gids
waarheid bevatte. Zie hier zijn antwoord in zijn
jongste» brief uit Pretoria in de Gron. Courant:
z/Mijn antwoord daarop kan en moet kort zijn,
omdat ik het artikel, dat bedoeld wordt, niet gelezen
heb. Men heeft mij gezegd dat het de zaken over
het algemeen zeer rooskleurig voorstelt. Een onzer
uitstekende hoofdambtenaren, die sinds jaren in dit
land gewoond en er vele en velerlei relation aange
knoopt heeft, zeide van das Gids-iwlike\//wat er in
staat is over het geheel waar; maar het is niet de
geheele waarheid". Zoo is het in liet kort
met veel, dat over de Zuid-Afrikaaiische republiek
in Nederland geschreven wordt. Ik ben nog maar
weinige maandeu hier en deuk dus niet aan de pre
tentie, mij als autoriteit in deze op te werpen. Maar
ik meen er al genoeg van te weten om ernstig te
mogen waarschuwen tegen overdrijving en eenzijdig
heden.
//Ik heb hier jongelieden zien aankomen die weinige
dagen na hun aankomst reeds klaagden over //schan
delijke misleiding". Van die klagers zijn de meesten
nu reeds geplaatst, zoo geplaatst, dat zij fatsoenlijk
leven kunnen. Mij dunkt, dat is al' wel. Maar liet
is niet goed dat zij, die in Nederland de publieke
meeiiing voorlichten, over dit goede land schrijven
en spreken als over een land van melk en honig,
een land van belofte, een luilekkerland in de werke
lijkheid. Waarlijk, ook hier, als overal elders, geldt
de regel dat „wie niet werkt, niet eten zal". De
//gebraden vogels" vliegen ons hier niet in den mond.
Viiii //gouden vegen" is hier alleen sprake in het
plantenrijk, tout comme chez nous.
//Ik hoop hier nog vele knappe, fatsoenlijke, dege
lijke Nederlanders te zien aankomen. Er is nog
plaats voor zeer velen. Maar niemand kome
hier met de illusie dat hij hier terstond van alle
zijden zal worden begroet als //de onmisbare", naar
wiens komst mot smachtend verlangen werd uitgezien.
Evenmin met. de illusie na weinige maanden of jaren
als een ware Nabob te zullen repatriceren".
De heer J. J. van Brederode te Haarlem, een afstam
meling van den doorluchtigen geus der XVIe eeuw,
heeft aan den burgemeester van Gent twee groote
boekdeelen, handelende over zijn voorzaat en zijn ge
slacht, aangeboden, Om in de stadsbibliotheek te Gent
en in de koninklijke bibliotheek te Brussel nederge-
legd te worden.
De heer rar. A. M. van Stipriaaii Luïcsius, advocaat'
bij den Hoogen raad der Nederlanden, mocht Woensdag
den dag herdenken, waarop hij voor vijfentwintig jaren
door het hoogste rechtscollege werd beëedigd. Aan
vele bewijzen van belangstelling zoowel van de rech
terlijke macht als van de balie heeft het den geachte»
jubilaris bij deze gebgeuheid niet ontbroken.
De directeur der polytechnische school heeft ter
kennis van belanghebbenden gebracht, dat hij tot
inschrijving voor de lessen van den met Maandag 4
September aanvangende» cursus zitting zal houden
Vrijdag 1 en Zaterdag 2 September, van 9 tot 4 ure,
in het gebouw der inrichting.
Aan den heer A. Ie Comte, assistent voor het oi'-
nament-teekenen aan de Polytechnische school, is, in
het belang van het onderwijs dat door hem aan die
inrichting gegeven wordt, van rijkswege opgedragen
een bezoek te brengen aan de kunst- en industrie-
tentoonstelling, welke thans te Miinchen gehouden
wordt.