BEURS- EN MARKTBERICHTEN.
thans de onderwerpen van den dag. De Senaats
commissie voor de gemeentewet laat nog steeds weinig
van zich hoorenhet is dan ook moeilijk tot een
besluit te komen, wanneer onder de negen leden,
waaruit zij is saamgesteld, zooveel verschil van meening
bestaatzooveel is zeker dat de meerderheid der com
missie tegen uitstel van liet indienen der wet is.
Inmiddels heeft de Senaat een postverdrag met Ne
derland en een met Peru goedgekeurd, en zijn verschil
lende rapporten ingediend, o. a. een van Freycinet
over de administratie van het leger.
Het Parijsche blad Les Droits de VHomme deelt
mede, dat de boeten, waartoe het in den laatsten
tijd veroordeeld is, 27,064 frs. bedroegen.
De werklieden-delegatie, die door .de Fransche
regeering is gekozen om de tentoonstelling te Phila
delphia te bezoeken, zal den 12en xlug. van Parijs
vertrekken. Elk der werklieden beschikt over 2000 frs.
JEng elan cl.
In het Lagerhuis antwoordde de Minister Bourke
aan Anderson, dat de regeering geen officieel bericht
had ontvangen van het sluiten van een handelstractaat
tusschen Frankrijk en Amerika, waarbij Amerika de
invoerrechten op Fransche goederen heeft verlaagd. Hij
achtte het niet waarschijnlijk, dat de Amerikaansche
regeering dergelijk tractaat zou willen sluiten.
In antwoord op een vraag van Forster gaf de
Minister te kennen, dat de Turksche grootvizier for
meel het gerucht heeft gelogenstraft, als zou Turkije
voornemens zijn de naburige Grieksche provinciën door
Circassiërs te koloniseeren.
Lowther antwoordde aan Wilmot, dat hij geen kennis
droeg van het voornemen om een aanval te doen op de
hoofdstad van Dahomey.
Bruce zette zijn motie uileen betreffende de Oostersche
kwestie, en Forsyth stelde een motie voor om de
regeering aan te manen tot het nemen van maatre
gelen, ten einde behoorlijke waarborgen te verkrijgen
om een goede administatie der Slavische provinciën
te verzekeren. Gladstone ondersteunde die motie.
Men moest in den Krim-oorlog en de gevolgen daar
van de middelen zoeken tot oplossing der moeilijk
heden. De Krim-oorlog gaf Engeland rechten tot
interventie en moreele demonstration. Rusland heeft
opgehouden, door als verdediger der Christenen in het
Oosten op te treden, vrede en vooruitgang te be
dreigen. Er is geen sprake van het herstellen van
Turkijes vroegere suprematie, maar indien dat Lijk
kon worden gehandhaafd in een minder absoluten
vorm, gispt hij de regeering, dat zij verzuimd heeft
het initiatief te nemen tot een gezamenlijke interventie
en aan onjuiste meeningen te hebben voedsel gegeven
betreffende het doel van de vloot in de baai van
Besika en het verwerpen van het Berlijnsche raemo-
ramdum. Eenvoudige beloften leveren geen waarborgen
meer op. Men moet trachten gemeenschappelijk
overleg van Europa tot stand te brengen. De Minister
üisraëli betreurde het, dat de motie niet in duidelijker
bewoordingen was gesteldzij drukte noch vertrouwen,
noch afkeuring uit. Liet verslag van den consul
Baring ontkent, dat 40 meisjes vermoord waren
geworden.
Engeland aarzelde de nota van Andrassy aan te
nemen, omdat het geloofde, dat het status quo van
Turkije moet worden gehandhaafd, indien dit moge
lijk is. De regeering meende, dat die nota bijna niet
verder ging dan de vroeger door Turkije afgelegde
beloften, en toen Turkije Engeland tot aannemen
daarvan dreef, nam het die aan om met de andere
Modendheden eenstemmig te handelen. Engeland
stond eerst alleen, toen het 't beginsel van niet inter
ventie aannam, maar nu is dit niet meer, het geval,
daar vijf Mogendheden dat aangenomen hebben. Het
Berlijnsche memorandum eindigde met een ultimatum
dat, wanneer de daarin vervatte voorwaarden niet
vervuld werden, geheel andere maatregelen zouden
genomen worden, en indien Turkije in gebreke was
gebleven de beloften die het bereid was te doen, na
te komen, zou een inval in Turkije het gevolg ge
weest zijn en dit zou een algemeenen oorlog hebben
na zich gesleept. Disraëli rechtvaardigde de zending
der vloot naar de baai van Besikadit was geen
bedreiging, maar alleen ter bescherming van gewichtige
belangen van Engeland. Hij geeft toe, dat Kusland
en Oostenrijk van den beginne af getracht hebben de
onlusten in Turkije te doen ophouden. De burger
oorlog barstte uit ten gevolge van geheime genoot
schappen en revolutionaire comités. Hij zag tot nu
toe geen enkele reden voor Engeland om tusschenbeide
te komen, maar wanneer die gelegenheid zich voordoet
is Engeland bereid deel te nemen aan de bevrediging
der Slavische provinciën. Hartington critiseerde de
staatkunde der regeering. Ten slotte werd de motie-
Forsyth ingetrokken.
In het Hoogerhuis vestigde Lord Stratheden de
aandacht op de briefwisseling over de Oostersche
kwestie. Hij stelde als motie voor, dat het Huis
bereid was maatregelen te ondersteunen noodzakelijk
voor het behoud van de tractaten van 1856. Granville
critiseerde de staatkunde der regeering. Hij billijkte
non-interventie, maar betreurde de verwerping van
het Berlijnsch memorandum in zijn geheel. De onzij
digheid der regeering was welwillend tegenover Turkije
naar zijn oordeel. De minister Derby bestreed het
voorstel-Sfcrntheden en verdedigde de gedragslijn der
regeering tegen G ran villes cri tiek. Hij ontkende het,
dat de door Engeland in acht genomen onzijdigheid
in het voordeel van Turkije was, en verklaarde, dat
de nu te volgen staatkunde afhangt van het resul
taat der militaire gebeurtenissen en van de mogelijk
heid de medewerking der Mogendheden te verkrijgen.
De regeering zal pogingen in het werk stellen om
alle onnoodige veranderingen te voorkomen. Zij zal
alleen dat doen wat tot een bevredigende en perma
nente oplossing der hangende kwestie kan aanleiding
geven. Het was gemakkelijk de Oostersche kwestie ter
sprake te brengen, moeilijk die op te lossen. De Minister
wenschte niet gevaar te loopen van noodeloos den
vrede van Europa te verstoren. Lord Stratheden stelde
voor zijn motie in te trekken, die ten slotte met al-
gemeene stemmen verworpen werd.
Oostenrijk.
De bisschop Sfcrossmayer is naar Weenen vertrokken.
Volgens een gerucht zou hij door den keizer van
Oostenrijk ontboden zijn, om van gedachten te ver
wisselen over de stemming der, tot zijn diocese
behoorende, Katholieke bevolking van Bosnië. Een
uitvoeriger telegram uit Agram afgezonden en over
dezelfde zaak handelende, is te Weenen aangehouden.
Het Oosten,
Meer en meer komen berichten in met bijzonder
heden omtrent de overwinning op de Turken door
prins Nikita met zijn Montenegrijnen behaald. In
't kort heeft de zaak zich op deze wijs toegedragen.
Prins Nikita stond met het gros zijner troepen onder
Mostar, terwijl Moekhtar-Pacha met de Turken iets
Oostelijker van die plaats stond. Daar de Montene-
grijnen verzuimden gebruik te maken van de schoone
gelegenheid, die zij hadden om Mostar te bezetten,
kwam de Turksche generaal op 'l denkbeeld een
poging te wagen om de de Montenegrijnen om te
trekken en af te snijden van hun eigen land. Hij
trok dus zuidwaarts. Maar zijn bewegingen schijnen
ook onmiddellijk door prins Nikita geraden of opge
merkt te zijn. Althans deze trok met snelle marschen
terug, slechts een 2500 man onder de muren van
Mostar achterlatende. Terwijl deze troepen het daar
vervolgens erg kwaad kregen en veel verlies leden,
trok Nikita steeds parallel met de Turken voort zonder
dat deze laatsten van zijn marscli iets schijnen be
merkt te hebben. Toen Selim-Pacha eindelijk op
de hoogte van Urbica gewaar werd dat er Montene
grijnen in den omtrek waren, meende hij dat dit
slechts een kleine troep was en uit de rechterflank
marcheerende viel hij hen aan. Het was ondertusschen
de geheele macht van Nikita met welke hij te doen
kreeg. De nederlaag der Turken was volkomen,
Selim-pacha met nog drie of vier hoofdofficieren
sneuvelden, Osman-pacha, een andere generaal, werd
gevangen genomen; dit lot ontging Moukhtar-pacha
zelf ter nauwernood toen hij poogde de overblijf
selen van zijn korps te redden en te herzamelen. Men
zegt dat de Turken tusschen de 5 en 6000 man
verloren hebben, alsmede hun geheelen legertrein en
400 kavalerie-paarden. Drie bataljons zijn zoo totaal
in de pan gehakt dat geen enkel man ontkomen is.
De berichten of Nikita van zijn overwinning ge
bruik heeft weten te maken en Mostar bezet, zijn nog
niet aangekomen.
Turkij e.
Het kan wel niet meer betwijfeld worden, dat de
sultan Muvad Y zijn einde nabij is. Hij is buiten
staat zich met eenige staats- of krijgszaken te be
moeien en weigert zelfs zijne ministers tot hem toe
te laten. Deze moeten dus handelen op eigen ver
antwoording, in de hachelijke omstandigheden waarin
Turkije thans verkeert. Lang zal die staat van zaken
niet kunnen aanhouden, 't Moge vrees of overspanning
zijn, die hem werkeloos heeft gemaakt, men gevoelt
dat de sultan vervangen zal moeten wordenzijne
vrienden betreuren het, omdat hij door zijne goed
aardigheid van karakter veel deelneming vindt.
Meer en meer begint men er van te spreken, dat
zijn broeder Abdul-Iiamid zijn opvolger zal zijn.
Waarschijnlijk zal de sultan, nog voor zijnen dood,
afstand ten behoeve van dien broeder doen.
Keeds spoedig na zijn komst op den rijkszetel had
hij er over geklaagd, dat zijn gestel niet tegen de
bezwaren der regeering bestand was, en hij had da
delijk afstand willen doen; doch ziju raadslieden
hadden hem gesmeekt althans tot den afloop van den
tegenwoordigen oorlog daarmede te wachten. Doch
zijn toestand is sedert zeer verergerd, en de toevallen
waaraan hij lijdt, ziju vermeerderd, zoodat het ergste
ie duchten is en men wel naar een opvolger moet
omzien.
R ix meni
I)e Kamer besloot met bijna algemeene stemmen
de motie om de vroegere Ministers in staat van
beschuldiging te stellen, in behandeling te nemen.
Met betrekking tot het voorstel-Jonescuz beloofde de
Minister van Buitenl. Zaken de diplomatieke corres
pondentie betreffende de neutraliteit van Rumenië
over te leggen. De regeering deelde mede, dat zij
met toestemming van Turkije het vertrek van een
Rumenische ambulance van het Roode Kruis naar
Servië had toegestaan.
Spanje.
De generaal Quesada heeft de uitgifte van de Diario
van San Sebastian, geschorst, omdat dit dagblad de
wet op de fueros in een rouwrand had medegedeeld.
Deze maatregel, welke slechts tijdelijk schijnt te zijn,
maar een talrijk personeel, aan het blad werkzaam,
van werk berooft, heeft zekere ontevredenheid onder
de bevolking gewekt.
De koningin Isabella is te St. Jean de Luz aan
gekomen. Zij werd aan het spoorwegstation door de
burgerlijke en militaire autoriteiten ontvangen. Aan
verscheidene huizen zijn de Fransche en Spaansche
vlaggen uitgestoken. l)e generaal Pechaud, de heer
O'Reilli, consul generaal van Spanje te Bayoune, de
heeren Egana en Geballos, hebben hunne hulde ge
bracht aan de koningin, die, na het ontbijt gebruikt
te hebben, met de Ferrolona naar Santander is ver
trokken. Ds markies de Mollins vergezelt haar tot
San Sebastaan.
Yereenigde Staten.
Generaal Belknap is, gelijk van den beginne af
verwacht werd, door den Senaat vrijgesproken ofschoon
de meerderheid hem schuldig verklaarde; 35 stemmen
waren voor zijn schuldigverklaring, 25 daartegen
maar daar de vereischte meerderheid 3/3 der stemmen
moest zijn werd hij vrijgesproken.
Colorado is als staat, in de Unie toegelaten.
Kerk- en Solioolnieirws.
Beroepen te Biezelinge ds. P. K. Domisse te Oostburg.
Te Middelburg is overleden de heer J. C. van der
Meer Mohr, leeraar in het teekeneu aan de Rijks
Hoogere Burgerschool aldaar.
PRIJZEN DER EFFECTEN TE AMSTERDAM
den 3 Aug. 187 6.
Cert. Nat. Schuld. 2*/a P^t- 6215/16
dito dito 3 757/8
dito dito 4 99
dito Stad Rotterdam 3 971Jk
dito Rotschild. 2'/a
Obligatien, 1867/72 3 '147/8
dito Binnenl. f 6250 3 133/8
dito f 1250 en ƒ2500 3 137lis
Obligatiën 1853/69 3 53 Vs
dito 185663 3
Obl. Hope Co. 1798—1816 5 993/s
Bew. Ins.m. Coup. 6 S. 1855 5 87^
Obligs. a f '1000,1866 5 95»/2
dito a -100— 1860 4»/j 873/4
Cert. bij Hope Co. 1840 4 78
Obligatiën-Leening 1867/69 4 773/8
dito 1859 3
Staatsleening 1864 5 315
Obl. m papier Mei en Nov. 5 pCt 52!/a
d Febr.-Aug. 5 527/a
dito in Zilver Jan. en Juli 5 553/8
April Oct. 5 547/8
Aand. Pr. Leen. jl. 100 1864
Italië, Bew. Inschr. met Coupon 5 pCt.
Turkije, Obl. Alg. Schuld '1865 5 11 Va
N.-Amerika, dito Mei. Nov. 1885 6 IOD/4
Brazilië, dito 1865 5
Mexico, dito 1851 3 715/ls
Nederland,
België,
Spanje,
Portugal,
Rusland,
Oostenrijk.
Groote Russische Spoorw.-Maatsch. 1868 5
Baltisehe dito 3
Russische Spoorw. Poti Tiilis d°. 1000, 5 pCL
dito Jelez-Orel 1000 L1868 5 i
Franscli-Oost. Spoorw.-Maatsch. 3 pCt. Obl.
Zuid-Ital; dito 3 dito
Illin. Cent.-Spw.-Maatsch. Cert. van aandeel
St. Paul en Pac. Spoor. Obl. 2e S. 7
Chicago N. W. pref.
PR IJ ZEN VAN COUPONS.
262
127
95i/8
945/S
150
100i/2
803/i
32
563/8
Metalliek f 20,02»/2
Dito Nationale 20,30
Div. Eng. p 11,87»/2
Rus. Z.-R. 3'H/s
Amer. Dollars 2,45
Papier 2,16
Marktprijzen der Meekrap te Zierikzee,
van den 3 Aug. 1876.
Teelt 1875.
Per 50 Nederlandsche ponden.
Twee en een, 1ste kwaliteit blank
Twee en een, middelbare dito
Twee en een, mindere dito
Een en een, 1ste kwaliteit blank
Een en een, middelbare dito
Een en een, mindere dito
Onberoofde, 1ste kwaliteit blank
Onberoofde, middelbare dito
Onberoofde, mindere dito
Muilen
Middelbare dito
ƒ15,a 16,
-13,a 15,
- 15,a 16,
-12,a 14,
-10,a 11,
a