ZIER1K msim COURANT.
voor het arrondis-
sernent Zierikzee.
1876. No. 56.
Zaterdag 15 Juli,
79ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PEIJS DEE ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 26 et.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAIiEAMAIV'.
Zierikzee, 14 Juli. Volgens bericht uit de resi
dentie heeft Z. M. de Koning thans bepaald verklaard
dat hij het ontslag der Ministers niet aanneemt, Wij
brengen in herinnering dat wij bij den aanvang der
crisis een continuatie van het ministerie als het beste
hebben beschouwd dat in de gegeven omstandigheden
te doen viel.
Het kabinet blijft dus. Het geheele kabinet? Dat
zal de vraag zijn. Met den minister van oorlog zal
de Kamer na het gebeurde toch bezwaarlijk langer
kunnen samenwerken. Vermoedelijk zal deze wel
vervangen worden. Anders komen we van zelf aan
de ontbinding en dat zou wellicht nog erger zijn dan
't heengaan van heer Heemskerk op dit oogenblik
zijn zou.
Dinsdagnamiddag lokte een groot zeemonster, dat
snuivend en stampend de haven was binnengekomen
en tot aan de Nieuwe brug doorgedrongen, een groot
aantal toeschouwers, en menigeen die zulk een mon
ster nu voor 't eerst aanschouwde, kon een kreet van
verbazing niet onderdrukken. Het was Z. Ms.
monitor //Tijger", die ons een bezoek bracht. Het
bleek bij deze gelegenheid hoe geschikt onze haven
is voor groote schepen, daar de //Tijger", zooals ge
zegd is, met groot gemak tot aan de brug doorvoer.
Het was een aardig gezicht zulk een vreeraduitziend
gevaarte bemand met meerendeels aankomende jongens
en knapen. Een reus onder bedwang van lilliputters.
Het vaartuig zelf heeft meer van een enorm drijvend
werktuig, een moddermolen of zoo iets, dan van een
schip, en wat fraaiheid van vorm betreft kan zoo'n
monitor de vergelijking met onze fregatten en kor
vetten niet doorstaan.
De heer J. Worp, toonkunstenaar te Groningen,
is door het Nederlantlsch Nationaal Zangersbond be
kroond voor zijn toonwerk ,,'s Avonds na den Slag".
Het stuk zal nu op het volgende zangersfeest worden
uitgevoerd.
COLORADO-KEVER.
Men schrijft uit Groningen van 8 Juli:
Blijkens eene missive van de heeren M. Rhode en
Jörgens, te Bremen, aan den heer W. A. Scholten
te Groningen, is dezer dagen te Bremen in de lading
van een aldaar uit New-York aangekomen stoomboot
inderdaad een levende Colorado-Kever gevonden, 't
Exemplaar is, onder toezicht van de politie, naar
Berlijn opgezonden. In minsteus 14 dagen had de
kever geen voedsel genoten't leven van dit diertje
blijkt dus zeer taai. Men vond in de lading een
tweede, maar dood exemplaar. Een derde exemplaar
werd op reis op het dek herkend en toen gedood.
Het gevaar van de overbrenging van het insekt naar
Europa bestaat alzoo zeer zeker, en het verbieden
van den invoer van aardappelen uit Amerika blijkt
dus niet afdoende te zijn. Men zij gewaarschuwd.
Z. M. heeft herbenoemd als burgemeester van
Koudekerke (Walcheren) den heer P. Boone.
De heer S. Admiraal, hoofdonderwijzer te Nieuwe
Tonge, genoot dezer dagen het voorrecht van Rijks
wege een groote, dikke zilveren medaille te krijgen
wegens zijn volbrachten vijftigjarigen dieiist als hoofd
onderwijzer. De bedoelde medaille is nog mooier en
dikker dan een rijksdaalder, en een net houten doosje
is er bij.
Bij de examens voor apothekers, deze week gehouden,
zijn o. a. als leerling-apotheker toegelatende heeren
A. T. N. van der Kroon van BerchemH. F. D.
Claassen van 's Hage; H. J. Bocage van Rotterdam
J. Heuvels van Warmoud; J. van Beveren van Zie
rikzee; G. Haaijman van Middelburg en J. H. de
Heus vau Haarlem.
Middelburg, 10 Juli. Gisteren hebben de amb
tenaren der Provinciale Griffie hun chef, den heer
J. P. J. Buteux, nieuwbenoemd lid der Ged. Staten,
bij zijn aftreding als griffier der Staten, een prachtig
album met hun photographische portretten aangeboden.
Ter gelegenheid van het 60jarig jubileum van
Z. K. IT. Prins Hendrik als Grootmeester nationaal
der Orde van Vrijmetselaren in Nederland op 27 Juli
a. s., zal een feestcantate worden uitgevoerd, gecom
poneerd door den heer Nicolaï van 's Hage. De
cantate is reeds in studie bij de onderscheidene loges
waaraan een kapel is verbonden. Bij die gelegenheid
zal aan den prins een geschenk worden aangeboden,
waartoe door 2500 leden der orde bijdragen zijn verstrekt.
Naar men verneemt zal ook de kroonprins van
Duitschland namens Keizer Wilhelm (beiden zijn lid
der orde) aan de feestelijkheid deelnemen.
Door den heer D. Tholens te Neuzen is voor
f 75,600 aangenomen het verbeteren van den zeedijk
en aanleggen vau steenglooiing aan de vereenigde
polders van Ossenisse.
Wegens het toenemend goederenvervoer, hoofdzake
lijk door de kunstmatige oestercultuur te Yerseke en
Yersekendam, zijn het station Kruiningen van de
Staatsspoorwegen en de stationschef aldaar, de heer
C. Roug, tot een hoogere klasse gebracht.
De heer A. A. J. Hainan, gemeente-geneesheer te
Veere, wordt op verzoek, met uit. dezer eervol ontslagen
uit de betrekking van visiteur der quarantaine te dier
plaatse.
Als eene bijzonderheid deelt men ons mede dat bij
een landbouwer onder Heinkenszand, gepasseerden
winter, een paar wilde ganzen van een troep zijn achter
gebleven. Sedert dien tijd gaan zij met de tamme
ganzen vau dien landbouwer zeer gemeenschappelijk om.
De Raad der gemeente Kuilenburg heeft een zeer
nuttige en navolgenswaardige verordening vastgesteld,
volgens welke het verboden is, op strenge boete bij
die verordening bepaald, vogelnesten uit te halen,
vogels te dooden, te kwetsen of op welke wijze ook
te vangen.
SERVIË.
Land. en Yoils:.
III.
Wij hebben in het slot van het vorig artikel aan
gestipt dat de Serviërs bij den vrede van 1817 een
zeker mate van zelfstandigheid verwierven. Deze
bestond daarin dat zij hun inwendig bestuur zelf
konden regelen en aan de Porte schatting moesten
betalen, terwijl de vestingen, voornamelijk de citadel
van Belgrado door de Turksche troepen bezet bleven.
Als het eerste gevolg dezer regeling valt dan ook de
wettiging den verkiezing van Milos Obrenowitsch
door de Skuptschina aan te merken, want eigenlijk
was deze Vorst reeds in 1816 door de volksstem tot
de regeering geroepen. En wat de bezetting des lands
aangaat, vergenoegden zich de Turken met alleen in
de citadel van Belgrado, een geduchte sterkte op een
heuvel vlak bij die stad gelegen, een paar bataillons
soldaten te leggen terwijl ook aan den anderen kant
dit voor de Serviërs minder hard werd gemaakt door
hun te vergunnen de Servische vlag, zijnde een wit
kruis met vier halve manen op een rood veld, naast
de Turksche te hijschen, zelfs op de torens der
citadel.
Grootendeels bestond dus de onderworpenheid der
Serven aan de Turken slechts voor den vorm en in
zoover was Servië destijds zelfs de llumenische vorsten
dommen aanmerkelijk vooruit.
Vorst Milos begreep zeer wel zijn eigenaardige
positie. Hij had met groote moeielijkheden binnen
's lands te kampen, daar onverzoenlijke familieveeten,
tot ingewikkelde staatkundige partijschappen aange
groeid zijn bestuur voortdurend deden dobberen op
een volstrekt niet algemeene volksgunst. Maar groo-
ter nog waren de moeielijkheden buitenslands. Daar
zat hij tusschen Turkije en Rusland in. Rusland
speculeerde voortdurend op het Servische element en
we hebben reeds gezegd dat zich dit voor een groot
deel ook buiten Servië bevindt. Milos kon evenwel
de Russische sympathie niet volkomen vertrouwen,
gelijk de ervaring in 1812 had geleerd toen de Rus
sen de Serviërs in den steek lieten na hen als cenig
uitzicht een vernederden vrede met de Turken of een
wanhopigen strijd gelateu te hebben.
Daarom hield Milos zich dan ook zooveel mogelijk
aan de Turksche politiek vast en in den oorlog tus
schen Rusland en Turkije in 1828 en '29 bleef hij
onzijdig. Plierdoor verwierf hij bij den vrede van
Adrianopel in 1829 nog eenige voordeelen voor Servië.
Ondertusschen namen de inwendige partijschappen
en onlusten dermate toe dat Milos in 1839 moest
aftreden. Wij kunnen in dit kleine opstel niet uit
weiden over die eindelooze verdeeldheden die, in
hoofdzaak familie-kwesties, ook gedurig ingrepen op
't gebied van de kerk en van den staat.
Milos abdiceerde ten gunste van zijn zoon Milan
die den 13 Juni 1839 aan 't bewind kwam en als
Milan III tot den 7 Juli van dat zelfde jaar regeerde,
dus nog geen maand, toen hij door den dood werd
weggerukt. Nu beklom een andere zoon van Milos,
n.l. Michael Obrenowitsch den troon, doch deze hield
het slechts tot 1842, toen de partij van den ouden
Czerny-George de overhand kreeg en een zoon van
dezen, Alexander Karageorgewitsch aan de regeering
kwam. Na geduchte schokken en veel verwarring werd
Alexander den 27 Juli 1843 door een soort van
volksstemming in het bestuur bevestigd.
Alexander hield zich onder rustelooze moeiten en
zorgen staande tot in 1858, toen hij gedwongen werd
zich terug te trekken. Nu riep de Skuptchina den
ouden Milos weder tot den troon en deze voldeed
aan die roepstem en regeerde nog twee jaar toen hij
overleed (26 Sept. 1860) en door zijn zoon Michael III,
de verdrevene vau 1842, werd opgevolgd.
Steeds nam de inwendige verdeeldheid toe; 't land
werd geslingerd door Russische en Turksche invloe
den, waaruit zelfs in 1862 een bloedig straatgevecht
te Belgrado voortkwam. Onder dit alles wist Vorst
Michael zich echter toch telkens meer van de Turken
los te maken. Van lieverlede lieten de groote mogend
heden zich meer aan de Servische zaken gelegen
liggen, zoodat ook door hun tusschenkomst de drei
gende oorlog met Turkije in 1862 werd afgewend en
een vergelijk getroffen in het voordeel van Servië.
De anli-Turksche partij werd ondertusschen met
den dag sterker, de invloed der vele aanzienlijke jonge
Serven die in het buitenland, 't zij le Parijs of in
Duitschland gestudeerd hadden, begon zich al krach-