heid van een dichter of schrijver al zeer hinderlijk
op den duur. In den grond is die Weltschmerz,
die hoogste graad van landerigheid, eigenlijk
een gevolg van 't gemis van sommige idééën
of van 't zwak geloof aan de macht der idééën.
Iets vóór dat slot zegt Heine dit„Als een
mensch zich doodschieten wil, Mevrouw, dan
heeft hij voor zich daar altoos voldoende redenen
voor, daar kunt ge op rekenen. Maar of hij
zelf deze redenen kent dat is de vraag. Tot
op 't laatste oogenblik spelen wij komedie met
ons zeiven. Wij inaskeeren zelfs ons leed, en
terwijl we aan een horstkwaal sterven klagen
we over kiespijn."
Hier zit inderdaad wel eenig idéé in. Het
is onze ingeschapen zelfkennis tegenover ons
zwak om ons zeiven te misleiden. Zoo'n idéé
kan eenigen invloed uitoefenen, 't kan practisch
nut hebben.
Zie daarentegen dit idee uit datzelfde boek
van Heinehij spreekt over Dusseldorf, waar
hij geboren is: „Dusseldorf is een stad aan
den Rijner leven daar zestienduizend menschen,
en vele honderdduizenden liggen er buitendien
nog begraven. En daaronder zijn er wel van
wie mijn moeder zei dat het beter zou zijn
dat zij nog leefden, b.v. mijn grootvader en
mijn oouiOok de kleine Wilhelm
ligt daar, en dat is mijn schuld. Wij waren
schoolkameraden in het Franciscaner-klooster
en speelden daar dicht bij, aau dien kant waar
tusschen steenen muren de Diissel heenvloeit
en ik zei: „Wilhelm, haal toch dat katje uit
het water dat daar in is gevallen" en
lustig klauterde hij naar omlaag op de plank,
die over de beek lag, haalde 't katje uit het
water, doch viel er zelf in, en toen men hem
er uithaalde was hij nat en dood. Het katje
echter heeft nog lang geleefd".
Welk een scherpe, hatelijke satyre! Maar
■vvat heeft men nu aan zulke idééën? Ze te
lezen en ze aardig van vinding te vinden
kan er nog meë door; doch als nieu werkelijk
in alle eenvoudigheid zulke idééën in 't hoofd
krijgt dan is het treurig met ons gesteld. Men
raakt er mee van de plank af, en gaat zedelijk
te gronde, terwijl 't dierlijke, 't katje, in
leven blijft.
Neen de mensch in 't bijzonder en de geheele
mensehheid in 't algeméén heeft behoefte aan
idééënmaar 't moeten goede, edele en ver
edelende, hooge en verheffende, stoute en kracht
gevende idééën zijn.
Wél 't volk dat zulke idééën heeft, en wèl
de man die door eenig idee wordt bezield en
gedreven. Dat volk zal vooruitgaan, 't zal
groot en sterk zijn al is 't klein, 't zal niet
indommelen, noch zich laten in slaap sussen,
misleiden en verleiden. En die man zal sterk
zijn, van hem zal kracht uitgaan die velen in
beweging brengt, hij zal wonderen doen.
Zie 't Nederland der zestiende eeuw, sterk
door 't idéé der vrijheid. Zie een Wilberforce
onverwiunelijk sterk in 't idéé dat ieder mensch
zijn eigen eigenaar is en dat er dus geen
slavernij mag bestaan. Zie een Cobden, den
apostel van den vrijen handel. Zie een Luther,
één enkel man en toch een reus tegenover een
halve wereld.
Maar wee 't volk dat geen idéé heeft; dat
tobt en sukkelt met nieuwe combinaties van
oude brokstukken, dat zich laat sollen en drijven
op de wereldzee als een masteloos en roerloos
verlaten schip op de baren.
En wee de man, die geen idééën voelt
vonkelen, tintelen, en trillen in hoofd en hart,
Hij is als een idioot zonder 't zelf te beseften.
Iiij gloeit niet uit zichzelf, hij laat zich warm
wrijven of kloppen; hij schrijdt niet voort op
den weg, hij laat zich drijvenhij gelooft niet,
hij laat zich geloofsartikelen ingietenhij denkt
niet, hij laat dit anderén voor hem doenhij
loopt niet zijn eigen pad, hij laat zich opjagen
waar men hem hebben wil; hij is geen mensch,
maar een machine.
Binnenland.
Zierjkzee. Onder de dezer dagen, 11a gehouden
examen aangestelde machinist-leerlingen komen ook
voor de jongelingen S. Loewer van hier en J. Koop
man van Niemverkerk.
Onder de gewonden in Atchin wordt ook opgegeven
A. Krakeel van Zierikzeehij heeft onderscheidene
gehouwen wonden op de armen en ook een aan het
voorhoofd bekomen.
Middelburg. Jhr. Mr. W. Six, nieuw benoemd
Commissaris des Konings in de prov. Zeeland, is
Dinsdagavond alhier aangekomen en heeft voorloopig
zijn intrek genomen bij den heer J. P. J. Buteux.
Het amoveeren der dokbrug en het bouwen eeuer
dubbele ijzeren draai-brug te Middelburg is aan
genomen door den heer B. Janse, aannemer van het
droge dok, voor f 30800.
Middelburg, 12 Juni. In een vergadering van
ambtenaren voor verschillende takken van administratie
alhier is een commissie benoemd om in zake het
veranderen van 't burgerlijk" pensioenfonds in pensioen
en weduwenfonds, in Zeeland werkzaam te zijn. Die
commissie bestaat uit de heeren C. M. Van Visvliet,
inspecteur van het lager onderwijs, mr. J. W. Th.
Swaters van Schaumburg, officier van justitie, en
F. Hoyer, provinciaal inspecteur der directe belastingen.
Goes, 12 Juni. Op voorstel van den heer van
Swinderen heeft de Gemeenteraad heden besloten,
bij de invordering van den hoofdelijken omslag het
beginsel van eigen aangifte en, bijaldien deze niet of
onvoldoende wordt gedaan, ambsthalve aanslag le volgen.
Hulst. Bij de alhier plaats gehad hebbende her
stemming van een lid in de Prov. Staten op 14 Juni,
is gekozen de heer L. van Waesberghe Janssens, lid
van den gemeenteraad te Hulst.
Z. M. heeft benoemd tot burgemeester der gemeente
Philippine den heer A. Teelman, secretaris dier gemeente.
Te 's Hertogenbosch is bij de Dinsdag gehouden
verkiezing van een lid in den gemeenteraad gekozen
de heer H. Hohmann, kand. der liberale partij.
Na al de wierook, dien men ook hier le lande aan
Hamerling wegens zijn //Aspasia" heeft toegezwaaid,
achten wij het niet zónder belang onze lezers te wijzen
op een gemotiveerde, zeer ongunstige beoordeeling van
dit werk. Zij is van bevoegde hand, die van prof. dr.
II. Oort, te< Leiden, en komt voor in de drie jongste
nummers (2123) van het flink geredigeerde vrouwen
weekblad Ons Streven. De schrijver meent met den
meesten nadruk te moeten waarschuwen tegen de ver
derfelijke stellingen in Hamerling's zoogenaamde schoon
heidsleer verkondigd, en ook uit een historisch
oogpunt beschouwd, geeft hij aan diens werk slechts
geringe waarde N. v. d. D.
Yolgens het Weekblad van het Recht is de zaak
van den heer van Angelbeek met het aanuemen der
wet van 28 April 187(5 Staatsbl. No. 101, niet af
gedaan. De heer van Angelbeek heeft in een open
brief aan den Minister van Koloniën te kennen ge
geven dat hij van de hem toegekende 30.000 slechts
f 10.500 zal aannemen, maar daarentegen een nieuwe
vordering tegen den staat zal instellen van/"88.677
in eens, op grond zijner, volgens zijn meening onwet
tige pensioneering, en voorts van/1400 's maands
tot zijn dood, als tractemcnt van raadsheer.
De 11a den moord op de wed. van der Kouwen
preventief in hechtenis-gehouden J. H. de Jong, heeft
zich 11a de afwijzing van zijn verzoek tot schadever
goeding door de Tweede Kamer, thans met een
adres aan den Koning gewend tot het ontvangen van
schadevergoeding wegens de ondergane preventieve
gevangenis. De requestrant heeft aan de Tweede Kamer
ondersteuning van dat adres verzocht en heeft daarvan
een afschrift ingezonden.
Dc Utrechtsche academiefeesten, beloven schitterend
te zijn. Daarvoor zijn 0. a. zes van de uitstekendste
muziekkorpsen aangenomende TJtrechtste kapel,
(Coenen); het orkest van het Paleis voor Volksvlijt,
(Joh. M. Coenen); het Parkorkest, (Stumpff); de
kapel van het regiment grenadiers en jagers, (Dunkier)
het muziekkorps van de Belgische guides, (Staps) en
de muziek der rijdende artillerie (Nurnberger). De
Vereeniging voor Volksvermaken had aangeboden om
ter eere der aanstaande studentenfeesten in de feest-
week tegelijkertijd volksvermakelijkheden te doen plaats
vinden, docli het studentenkorps heeft daarvoor be
leefdelijk bedankt en wil zelf ook daarvan de eer
hebben. Donderdag van de feestweek namelijk geeft
de Studentenijsclub overdag op het Vreeburg een
groot volksfeest en het feestcomité des avonds een
volksconcert op het water en een groot vuurwerk op
het bolwerk Lepelenburg.
Aan het program van het XXXe Nederlandsch Land-
huishoudkundig Congres, te houden te Amsterdam van
26 Juni tot en met 1 Juli, ontleenen we het volgende
Maandag 24 Juni. Opening van het Congres des
voormiddags te 11 ure, in //Natura Artis Magistra".
Te 12 ure opening van de Tentoonstelling van//Hulp
middelen voor Landbouwkundig Onderwijs en Onder
zoek" in het Park.
Dinsdag 9 voorm. Vergadering der afdeelingen en
I ure nam. Algemeene Vergadering.
Woensdag, even als Dinsdag, doch dc algem. verg.
vangt dan aan te 12 ure.
Donderdag alleen de afd. verg. 's morg. 9 ure.
Vrijdag. Vergadering als Woensdag; sluiting van
't Congres.
De onderwerpen ter bespreking zijn 1. Het schillen
van akkerhout in den winter door middel van stoom.
In te leiden bij een werkende machine door den Heer
Sickesz uit Lochem. 2. De merkbare verschillen van
kleur bij vele diersoorten. Door den Heer Amersfoordt
uit Haarlemmermeer. 3. De chicoreiteelt. Door den
Heer Begtdoorzee uit Amsterdam. 4. Polderbemaling.
Door den Heer I. C. de Leeuw uit Anna Paulona.
5. Het gebruik van salicylzuur in den landbouw.
Door prof. Gunning uit Amsterdam. De belasting-
geheven op den overgang van onroerend goed. Dooi
den Heer Armand Sassen uit Breda. 7. Het mechanisme
der herkauwing. Door prof. Mac. Gillavry uit Utrecht.
8. Waar heen in vroeger en later tijd het Hollandsche
vee gebracht en wat daarvan geworden is. 9. De
veen-dam-cu!tiuu\ Door den Heer Nering Bögel uit
Princepeel. 10. Zuivelbereiding door den Heer Sluis
uit de Beemster.
Van de vraagpunten, stippen we aan van de eerste
afd. o. a. 3. Over kunstmeststoffen tot ontginning
van heidegronden. 4. Over faecaliën uit de steden en
hun bereiding voor den landbouw. 5. Over den uitvoer
van droge beenderen naar Engeland en hoe die hier
te houden voor den landbouw. 7. Over de George Ville
meststoffen. 11. Over brand in het vlas. 13. Waartoe
dient het kanariezaad dat in Nederland geteeld wordt.
14, 15, 16. Over longziekte, tongblaar en klauwzeer.
Punten der tweede afdeeling: 4. en 5. Over
wandelleeraars en de resultaten van hun arbeid.
7. Over. bescherming van nuttige vogels. 10, 11, 12
en 13. Over waterstand, polderbemaling, doelmatig
zomerpeil enz.
Onder de algemeene bepalingen vinden we dat
behalve de bovengenoemde tentoonstelling, ook nog
zal geopend worden op 30 Juni de tentoonstelling
van paarden, fokvee en pluimgedierte. Op Donderdag
29 Juni harddraverij met paard en chais op de Stad
houderskade. Dienzelfden dag maaltijd van de congres
leden a f 3,'t couvert. Zaterdag 1 Juli gelegen
heid tot een tochtje langs 't Noordzee-kanaal naar
IJmuiden a 1,de persoon. Verdere aanwijzingen
zijn te vinden in de officieele gids voor 't Congres,
die a 25 ets. te bekomen is bij Scheltema en Hol-
kema, Boekhandelaars, Beursstraat 12, te Amsterdam.
Bewijzen van lidmaatschap van het Congres zijn te
verkrijgen bij den Heer E. A. A. Dudok de Wit,
Keizersgracht 258, van 104 ure en in de Congres-
week aan den ingang van Artis.
Ter Landsdrukkerij is ter perse en bijna afgedrukt
z/Eeis naar Nederland van Badhen Abdoellnh Ibnoe
Sabar Bin Arkebab, door hem zelf beschreven". Dit
met Javaansche letter gedrukte boek, 20 vellen gr.
80., is volgens den inhoud bestemd om door den
//kleinen man" gelezen te worden. Volgens een be
richt aan de Locomotief zal het zeker deze en gene
onder de Arabieren of Hadji's het hoofd doen schud
den over zooveel goeds als Badhen Abdoellah, een
belijder van den Islam, beweert bij den //blanken
man" gevonden te hebben.
Het lid der Tweede Kamer, de heer dr. Jonckbloet,
is in zijn kwaliteit van lid der Nederlandsche com
missie voor de wereldtentoonstelling te Philadelphia,
met de stoomboot 1,W. A. Scholten" van New-York
vertrokken.
Aan een rapport onder dagteekening van 25 April
van den militairen, tevens civielen bevelhebber te
Atchin is het volgende ontleend
De vijand gaf in de laatste dagen weder meer
teekenen van leven. Zoo werd den 14n dezer een
patrouille van Katapang-Doea in de IX Moekims
lievig beschoten. Den 16n werd een convooi van ons
tusschen Oeleh-Karing en Kotta-Alam door een tal
rijke bende Atchineezen aangevallen en was het alleen
te danken aan de uitstekende houding van onze sol
daten (alleen Europeanen), dat niet alles in de pan
werd gehakt.
I11 den nacht van den 22en deden een paar honderd
Atchineezen een tweemaal herhaalden aanval op onze
versterking te Lamprit, maar moesten met achterlating
van drie dooden en verscheidene wapens en bebloede
kleedingslukken de wijk nemen.