Buitenlandsch Overzicht.
Burgem. en Weth. om dit in hunne handen te stellen,
ten einde daarop acht te slaan als een verhooging
van hulponderwijzersbetrekkingen aan de orde komt,
aangenomen met 9 stemmen tegen 1, die van Mr.
Schneiders.
Wordt rapport uitgebracht door den heer Mr.
Schneiders van Greijffenswerth namens de commissie
ad hoe omtrent het voorstel van Burgem. en Weth.
tot wijziging der gemeente-begrooting over 1875,
strekkende tot goedkeuring. Aldus besloten.
Overeenkomstig het rapport der commissiën ad hoe
worden goedgekeurd
a. de rekening van het Burgerl. Armbestuur over
1875 in ontvang op f 8649,605
uitgaaf - 7590,245
'goed slot 1059,86.
b. de rekening der brei- en naaischool over 1875
in ontvang op f 482,
uitgaaf - 600,51
nadeelig saldo f 118,51.
c. de rekening van den straatweg tusschen Zie-
rikzee en Brouwershaven
in ontvang op f 2275,55
uitgaaf - 1642,685
goed slot f 632,865.
cl. de rekening van de commissie tot wering van
bouwvallen over de jaren 18691875
in ontvang op f 529,05
uitgaaf - 410,32
goed slot f 118,73.
Wordt op voorstel van Burgem. en Weth. besloten
a. tot beschikking over den post van O. U. 1875
ad f 91, voor bijdrage aan het Rijk in het pensioen
van de dames van der Velden, en van f 8 voor
Inschrijving Grootboek; b. tot het doen van af- en
overschrijdingen op de begrooting van 1875 ad
f 118,64 voor effenen Zelke-terrein.
Tot hulponderwijzer aan de armenschool wordt
benoemd met algemeene stemmen de heer N. A.
Hottinga te Kralingen, zijnde de eenige sollicitant.
Tot leden van het stembureau voor de aanstaande
verkiezing' van een Raadslid worden benoemd de
lieeren Labrijn en Koole en de overige leden als
plaatsvervangers.
Het voorstel van den heer Mr. Moolenburgh tot
wijziging art. 23 van het reglement van orde van
den Raad wordt na discussie goedgekeurd.
Het voorstel van Jlir. Mr. Macaré tot wijziging-
van art. 37 van het reglement van orde van den
Raad wordt door Mr. Moolenburgh geamendeerd na
discussie goedgekeurd.
Op het verzoekschrift van geïnteresseerden der
meestoof //de Star", om den op die stoof drukkenden
cijns ten behoeve dezer gemeente voor de som van
f .500 af te koopen, wordt op voorstel van Burgem.
en Weth. gunstig beschikt, hebbende Mrs. Fokker
en Moolenburgh zich buiten stemming gehouden, als
zijnde mede-geïnteresseerden in die stoof.
Nadat de zitting met gesloten deuren was voort
gezet en de vergadering heropend, wordt besloten
aan de vroedvrouw P. Kouwen, vrouw van W. de
Braai, eene gratificatie te verleenen van 25, wegens
waarneming der betrekking van vroedvrouw gedurende
de vacature ten vorigeu jare.
De heeren Jhr. Mr. Macaré en Ochtman worden
uitgenoodigd om te assisteeren bij de collecte voor
het fonds van deu gewapenden dienst in deze maand,
waartoe zij zich bereid verklaren.
De staten van oninbare posten voor den Hoofdei.
Omslag en voor de Hondenbelasting over 1874 en
1875 worden vastgesteld.
Hiérna wordt de vergadering gesloten.
Op dit oogenblik doet zich bij de Oostersche
kwestie hetzelfde verschijnsel voor, dat meermalen
aan den vooravond van groole omkeeringen of kort
voor verrassende gebeurtenissen is waargenomen, n.l.
dat naar mate de zaken meer en meer ingewikkeld
worden, de officieele geruststellingen en de sterke
verzekeringen van vredelievende politiek bij al de
mogendheden toenemen.
Toen het eerst door den drie keizers-bond stappen
bij de Porte werden gedaan om de strijdende par
tijen te bevredigen en lot elkander te brengen heette
het dat nu de vrede verzekerd en de rust spoedig
hersteld zou zijn. Wat gebeurt er? De Porte neemt
de conditiën van de nota van graaf Andrassy aan,
maar de opgestane stammen doen dit niet, zij blijven
den strijd volhouden. Hieruit ontspinnen zich nieuwe
overleggingen tusschen het driemanschap, en de tot
dusver nog niet volledig bekend geworden nota der
Berlijnsche conferentie is daar het gevolg van. Nieuwe
wending. Engeland weigert zijn adhesie aan dit
protocol te geven, waarop ook Turkije zelf bezwaar
gaat maken. Algemeene vrees voor spanning, zoo
niet voor spoedigen oorlog. Nu valt Abdul Aziz
vau den troon en een nieuwe opperheer treedt te
Konstantinopel op. En zie, nu maakt men van deze
gelegenheid gebruik om zich uit de moeielijklieid te
redden waarin zoowel de oppositie van Engeland als
't verzet, zij 't dan ook nog maar voorgenomen
verzet, der Porte de drie keizers gebracht hebben, te
redden door de conferentie van Berlijn als ongedaan
te beschouwen met het oog op de omwenteling te
Konslahtinopel en de daaruit voortgevloeide noodza
kelijkheid om Murad V eerst den tijd te geven om
te toonen wat hij zelf uit eigen beweging doen wil.
Ondertusschen doen zoowel Engeland als Italië
hun best om met de drie keizers in een harmonieus
quintet van vredesliederen in te stemmenterwijl
bovendien tot overmaat van vredelievendheid, hec
Russische kabinet bij monde van zijn gezant te
Belgrado de Servievs ernstig aanmaant om toch geen
reden tot oorlog met Turkije te zoeken, maar den
vrede te bewaren aangezien in het tegenovergestelde
geval op Servië al de verantwoordelijkheid voor het
geen er zou kunnen volgen zou komen te rusten.
En ziedaar nu voorgoed den vrede bewaard, zoo
zeggen sommigen. Het is te verklaren dat velen
den vrede zullen wenschen en er dus ook gaarne in
gelooven. Maar dat er ook nog andere opvattingen
mogelijk zijn is niet minder waar.
Eeitelijk is op dit oogenblik de drie keizers-bond
uit elkaar. Zoo er andermaal diplomatieke bemoeiingen
met de Turksche zaken mochten worden begonnen
dan zullen zij waarschijnlijk eerder leiden tot een
Europeesch congres dan tot een vernieuwing van het
drievoudig verbond. Werkelijk is dit drievoudig
verbond onpractisch bevonden. liet schijnt gebaseerd
geweest te zijn op de lijdelijkheid die Engeland in de
laatste jaren in zijn Eiiropeesche politiek heeft gevolgd.
Inderdaad heeft Engeland door zich niet neer te
leggen bij de conferentie van Berlijn den toestand
beheerscht, en zulk een uitwerking verkregen dat
men wel moet erkennen dat Engeland in de Euro-
peesche politiek weer meetelt, 't geen sinds den vrede
van 1S55 niet meer kan gezegd worden.
Wanneer dus de Europeesche politiek op dit
oogenblik oprecht mocht geacht worden te zijn, dan
zou men kunnen zeggen dat Europa nu een afwach
tende houding heeft aangenomen en dat het eerst
eens zien wil wat Turkije zelf doen zal. En wat zal
dit zijn? Wat zal Murad V kunnen doen? Om
deze vraag te beantwoorden moet men nagaan in
hoever de plaats gegrepen verandering te Konstan ti
nopel aan den toestand van Turkije een andere
wending geeft, of geven kan. De omwenteling is
bewerkt door de leiders der clericale partij, die de
jong-Turken hebben in den arm genomen. De twee
partijen die een oogenblik samen hebben gehandeld
vertegenwoordigen evenwel twee zeer strijdige beginsels
of richtingen. Van daar reeds nu de openbaring
van tweederlei drijven, en van ontevredenheid bij de
hoofden.
In het ministerie vertegenwoordigt Midhat Pacha
de liberale richting; reeds onder Abdul-Aziz wilde
deze naar 't schijnt vrij helder ziende staatsman den
z. i. noodzakelijken weg der hervormingen op; hij
verlangt een constitutie en wil het Turksche gouver
nement geheel op de leest van liet modern Europa
geschoeid hebben. Rushdi Pacha en Plussim Avni
Pacha echter staan vierkant tegen hem over, en zoo
is de regeerings-machine feitelijk reeds van den dag
van Murads troonsbestijging af stilgezet. Op 't
oogenblik der omwenteling werd een constitutie toe
gezegd; dat was schier punt één van 't program;
reeds nu is door het gouvernement verklaard dat van
een constitutie niets kan komen.
De Sofia's, die een paar dagen lang de jongens
van den dag geweest zijn, worden door hun oppersten
chef, den Sheik ul Islam reeds weder teruggebracht
tot de onbeduidendheid van voorheen. Zij mochten
een oogenblik 't werktuig wezen, thans hebben ze
uitgediend en moeten weder zoet, stil en vroom wezen
zooals voor 30 Mei.
In liet eerste vuur der overwinning lieten de
ministers Murad V 't bekende decreet teekenen waarbij
over het particulier vermogen van Abdul-Aziz werd
beschikt ten bate van het leger en tot afdoening
van enkele dringende zaken. Doch nu wordt verteld
dat men bij 't doorsnuffelen van de kisten en koffers
van den onttroonden Sultan al bitter weinig dukaten
en sechinen gevonden heeft. Daarentegen telde men
bij de verzegeling van den paleis-inboedel omstreeks
1200 vrouwen in den harem, en een dikke lias
rekeningen van Parijsclie leveranciers. De geheele
schat van Abdul-Aziz schijnt niet eens toereikend te
zijn om de liquidatie van den harem te volbrengen.
En nu de opstandelingen. Deze hebben alreeds te
kennen gegeven dat de geheele omwenteling te
Konstantinopel hun geen zier schelen kan, dat zij bij
hun eischen blijven en den strijd niet zullen opgeven.
Murad V heeft van zijn kant huu amnistie aange
boden en zes weken wapenstilstand om verder alles
te schikken. Dat de opstandelingen hieraan volstrekt
geen waarde heehten is zeer wel te begrijpen. Sinds
wanneer zijn de beloften der Porte aan haar onder
danen een greintje vertrouwen waard geweest?
Neemt men nu dit alles samen dan komt men tot
de slotsom dat te Konstantinopel eigenlijk niets is
veranderd. Hoegenaamd niets is er dat van dien
kant licht in de duisternis kan doen verwachten.
Een oogènblik moeten we nog de aandacht vestigen
op hetgeen door d'Israëli in 't Britsche Parlement is
gepraat. Gebabbeld zouden we haast zeggen. Immers
na door het lid Hartington uitgenoodigd te zijn om
iets te zeggen aangaande den staat van zaken, nam
hij eerst een gewichtig air van geheimzinnigheid aan
en 't was alsof Benjamin d'Israëli op dit oogenblik
de beslissing der Oostersche kwestie zoo maar uit zijn
mouw kan schudden gelijk weleer Mohammed de
pijlen zijner vijandenen daarna was hij zoo
breedvoerig in de uiteenzetting van Engelands politiek
dat een naïef menscli zou zeggen zie toch eens, hoe
open en loyaal Engeland met zijn staatkunde is. Op
de keper beschouwd was al wat hij zeide echter wei
nig bepaald; hij //hoopte en vertrouwde"nu dat doet
ieder staatsman. Alleen op het punt der erkenning
van den nieuwen Sultan was hij meer bepaald in zijn
verzekeringen. Reeds waren de nieuwe geloofsbrieven
voor lord Elliot, den gezant gereed om te worden
afgezonden. Maar d'Israëli ging nog verder en ver
zekerde stellig dat niet alleen alle mogendheden Murad Y
erkend hadden, maar ook /,al de godsdienstige secten
en alle volksstammen die aan de Porte onderworpen
zijn". Hoe d'Israëli dit zoo kan verzekeren daar
't feit der plaats gehad hebbende omwenteling, waar
schijnlijk nog niet eens door 't geheele Turksche
gebied bekend is, verklaren wij niet te vatten.
Hoe 't zij, 't schijnt dat de politiek ten opzichte
van Turkije op dit oogenblik inderdaad is zooals
laatst Graaf Andrassy de pofitiek van 't drievoudig
verbond karakteriseerende, een entente cordiale van
stap tot stap, van den eenen dag op den anderen,
d. w. z., in goed Hollandsch geen verstandhouding
hoegenaamd.
In Duitschland gaat niets om op 't oogenblik.
Italië is stil en heeft den ambassadeur Nigra naar
Ems gezonden om met keizer Wilhelm te spreken.
De Paus gaat steeds voort met nieuwe zegeningen
uit te spreken over de deputatien die hem groolere
of kleiner geldelijke offers komen brengen, en nieuwe
vervloekingen tegen von Bismarck.
In België veel geschreeuw en weinig wol tot dusver.
Te Gent heeft een druk bezochte vergadering plaats
gehad van de Handels- en Nijverheids-vereeniging
aldaar, waar men beraadslaagd heeft over de verwerping
der conventie betreffende het kanaal van Neuzen.
De heer Paul de Smet diende een uitvoerig rapport
in waarvan 't slot hierop neerkomt, dat de geheele
verwerping van de conventie ten gevolge van het
drijven van Antwerpen niets anders is dan een ver-
kiezings-manoeuvre en dat het te betreuren is dat de
hoogste belangen van België daaraan worden opge
offerd. Een kanaal van Gent naar Heijst of eenig
ander punt aan de kust is om velerlei redenen een
onmogelijkheid. Gent moet eischen dat het gouver
nement terstond nieuwe onderhandelingen met Neder
land zal openen om de zaak van het kanaal in orde
te krijgen.
De zaak van 't Kint en van de Ban que de Bélgique
neemt meer en meer een ernstige wending. Reeds is een
der commissarissen van de bank krankzinnig geworden
't Kint de Roodebeke is bezig met krankzinnig te
worden; nu is ook de directeur Eortamps in staat
van beschuldiging gesteld, daar 't gebleken is dat
hij reeds vóór 't openbaar worden der déconfiture
een balans heeft opgemaakt die hij wist dat valscli
was. Men weet dat de commissarissen elk voor zich
voor een aanzienlijk bedrag zijn aangeslagen dat zij
zullen hebben in te boeten. Niettemin gissen som
migen dat de geheele zaak ten laatste nog met een
sisser zal afloopen.
In Spanje druk protest der bisschoppen tegen de
bij de wet toegestane verdraagzaamheid. De bisschop
van Salamanca heeft in den Senaat verklaard dat de
Spaansche bisschoppen steeds de vrijheid van eere-
dienst zullen bestrijden omdat zij on vereen igbaar is
met het Katholicisme. Er is nog maar een klein
stootje noodig om het Spaansche episcopaat er toe te
brengen te verklaren dat het Christendom over 't
algemeen onbestaanbaar is met het Katholicisme,
zooals liet Spaansche episcopaat dit laatste verstaat.
Een klaar bewijs van gezonden zin gaf de Tweede
Kamer verleden week door met 368 tegen 128 stem
men de rotte plek uit de onlangs pas aangenomen
Iiooger Onder wijs-Wet uit te snijden nog vóór er veel
kwaad door kan gesticht zijn. Het verkrijgen der
academische graden zal dus weder, zooals 't behoort,
moeten geschieden na staatsexamen en niet overgelaten
worden aan particuliere industrie, d. i. aan de bis
schoppen. In de discussie daarover is menig hartig
woord gewisseld. De graaf de Muil vond gelegenheid
tot belijdenis van zijn geloof dat de Paus is de ver
tegenwoordiger Gods op aarde en dat de natiën zijn
stem moeten hooren alsof God zelf sprak, want God