ZIERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- sewent Zierikzee. 1876. No. 37. Woensdag 10 Mei, 79ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD B inne n I a n A. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,— Franco per post 1, Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTEN TI EN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks?, Geb oor te en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEMAN. 5,50 9 Zieuikzee, 9 Mei. Zaterdag heeft de heer A. F. Marlet zijn vierde landbOuw-voordracht gehouden in de zaal der sociteit //Landbouw en Handel" alhier. Hét was de laatste voordracht der reeks van landbouw- le ringen, waartoe door de Prov. Staten van Zeeland aan de Maatschappij tér bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland de middelen zijn verstrekt. Evenals de vorige lezingen werd ook deze döor een. talrijk publiek bijgewoond. Het onderwerp was de bemesting. In het eerste gedeelte zijner rede behandelde de heer Marlet de meststoffen en 't geen zij voor den bouwgrond en voor de gewassen zijn in 't algemeen, waarna hij de meststoffen rangschikte in twee afdeelingendie welke in 't algemeen stalmest genoemd worden en waartoe hij ook bracht de compost, het straatvuil en allerlei afval van plantaardige, dierlijke en ten deele ook delfstoffelijké herkomst, terwijl hij in de tweede afdëeling bracht de onderscheidene zoogenoemde che mische of kunstmeststoffen, tot welke ook de ver schillende guano-soorten moeten gerekend worden. Deze tweede rubriek van meststoffen besprak hij in het tweede deel der voordracht. Over de stalmest handelende, stelde hij het hooge belang in 't licht van goede mestvaalten, ingericht en verzorgd overeenkomstig de regelen daarvoor door wetenschap eii ervaring aan de hand gedaan. Vooral drong hij aan op 't gepaste gebruik van de gier tot verbetering van de mest en op de zorg, voor een goede geregelde rotting der stoffen zonder dut broeiing of schimmel de hoedanigheid vermindert. Het groote voordeel dat een goed aangelegde en met zorg behan delde en nu eu dan omgezette composthoop op iedere hofstede kan opleveren werd helder uiteengezet. Ook omtrent den tijd en de wijze van uitbrengen, spreiden en onderwerken van de mest op den akker werden vele behartigiugswaardige wenken gegeven. Over de kunstmest sprekende deed de heer M. opmerken dat, ofschoon in goede stalmest de meest noodige bestauddeelen voor een volledige bemesting gevonden worden, toch voortdurend aan den grond elementen onttrokken worden, die niet met de stal mest worden teruggegeven. Een landbouw uilsluitend berustende op bemesting met stalmest is dus in den grond altoos roofbouw. Wat hierdoor wordt bedorven kan door een oordeelkundige toepassing van kunstmest worden hersteld. De intensieve landbouw, die meer en meer een noodzakelijkheid wordt, kan alleen be staan door gebruik te maken van kunstmest, ten einde aan te vullen wat door de stalmest alleen niet kan worden bewerkt. Men moet de beteekenis van de kunstmest voor den laudbouw noch overdrijven, noch te gering schatten. In de daarop gebouwde stelsels heerscht overdrijving terwijl niettemin aan den anderen kant de beweging voor de kunstmest onberekenbaar veel tot de ont wikkeling van den landbouw heeft bijgedragen. Daar door is men tot een nauwkeuriger onderzoek van de bestanddeelen en behoeften der gewassen, zoowel als van den bodera gekomen. De bemesting is vooral ook een zaak van econo- mischen aard. Goede mest is duur; daarom moet er met overleg worden gehandeld. Het te veel dient evenzeer vermeden te worden als het te weinig, daar verspilling van kracht ook dadelijk verlies van kapitaal is. Vooral bij den aankoop van kunstmest moet daarom de landbouwer weten welke bestanddeelen hij voor de gewassen die hij. verbouwen wil noodig heeft en dan moet hij die samenstelling van kunstmest kiezen, die hem 't best tot zijn oogmerk kan dienen. Ondertusschen is niet ieder landbouwer scheikundige, terwijl er tevens onder hetgeen alzoo voor guana en- chemische mest wordt verkocht veel bedrog loopt. Onderzoek der kunstmeststoffen aan het Rijksproef station zal daaromtrent de beste waarborgen kunnen opleveren. Spr. onthield zich van eenige bepaalde aanbeveling eener bijzondere fabriek of firma; maar hij bracht ook belangwekkende voorbeelden bij, waar uit bleek dat er zoowel eerlijke firma's bestaan die er een gewetenszaak van maken dat zij ook leveren wat zij beloven te leveren en die zorgen dat hun fabrikaat werkelijk die bestanddeelen bevat, welke zij opgeven, als andere ondernemers,wien 't alleen te doen is om te bedriegen. In België zijn dergelijke praktijken reeds door den rechter vervolgd en gestraft. Wij kunnen al 't wetenswaardige dat de heer M. zijn hoorders meedeelde niet aanstippende ruimte ontbreekt er ons toe en de rijkdom der stof belet het mede. Genoeg zij het te resumeeren dat ook deze voordracht met onverdeelde aandacht gevolgd en met uitbundige toejuiching begroet werd. Aan het slot dezer voordracht gekomen, was de heer Marlet ook tevens aan het einde der hem door het hoofdbestuur der Zeeuwsche Maatschappij van Land bouw en van het Provinciaal bestuur opgedragen taak. Dit gaf hem aanleiding om nog enkele toespraken aan zijn rede toe te voegen. In de eerste plaats dankte hij het Afdeelings-bestuur voor de beleefdheid en welwillende medewerking hem bewezendaarna dankte hij de vertegenwoordigers der pers, die de voordrachten geregeld hebben bijgewoond en in de bladen het hunne hebben gedaan om de, verspreiding van de medegedeelde zaken en deukbeelden te bevor deren en de beoefening der landbouw-wetenschap aan te prijzen; vervolgens werden de onderwijzers toege sproken, waarvan er ook onderscheidenen de voor drachten trouw hebben bijgewoondeindelijk zich tot de hoorders richtende, waarvoor de voordrachten in de eerste plaats bestemd waren, de practische landbouwers, had Spr. voor hen in meer dau één opzicht een woord van lof met het oog op de gun stige wijze waarop zij zich in deze streek onderscheiden boven velen hunner vakgenooten in andere oorden van het land, terwijl hij hun tevens op 't hart drukte dat in de eerste plaats kennis, grondige en uitgebreide keunis noodig, verder samenwerking en vereeniging van krachten hoogst nuttig en zorg voor het onderwijs en de opleiding zoowel van hun zonen, de aanstaande landbouwers, als van de kinderen der arbeiders, het fonds waaruit intelligente arbeidskracht moet getrok ken worden, noodzakelijk zijn. Aller leuze en aller streven moet zijn vooruitgang. Ten slotte richtte hij nog een warm woord tot hen, die hoewel geen landbouwers, toch de voor drachten hadden bijgewoond en waaronder verscheidene invloedrijke grondeigenaars opgemerkt werden, ora ook dezen de belangen van den landbouw, waarmede de hunne zoo nauw verbonden zijn, op het hart te drukken. Namens het afdeelingsbestuur werd vervolgens door den heer Kohier vau Zonuemaire de dank der verga dering en van het bestuur der afdeeling aan den 'neer Marlet toegebracht. Gewis zullen allen zich wel vereenigen in den wensch, dien wij door menigeen hoorden uitspreken, dat de heer A. F. Marlet zich liier nog menigmaal zal doen hooren. Noordwelle, 9 Mei. Zaterdag avond trad de heer A. F. Marlet in de alhier gevestigde landbouwers- vereeniging op met een voordracht naar aanleiding van vier onderwerpen, waaromtrent de vereeniging dien heer had uitgenoodigd zijn denkbeelden mede te deelen. Deze vier punten waren 1°. Dé diep- en ondiep-wortelende gewassen. 2°. Landbouw-werktuigen. 3°. De koe. 4°. De wisselbouw. Voorwaar een reeks onderwerpen belangrijk genoeg om er evenveel afzonderlijke voordrachten aan te wijden. Van hetgeen de begaafde en kundige spreker in zijn nagenoeg drie uren lange rede er van verhandeld heeft kan hier slechts een korte aanstipping worden gegeven. 1°. Wat heeft men te verstaan door diep? en ondiep-wortelende gewassen Diep en ondiep zijn betrekkelijke benamingen ab soluut diep- of ondiep-wortelende gewassen zijn er dus niet. Maar nochtans is het waar dat er tusschen de blad- en tak-ontwikkeling der planten en. hun wortelgestel een innig verband bestaat en dat in 't algemeen planten met een groote blad-ontwikkeling boven den grond ook een groote wortel-ontwikkeling daaronder bezitten, terwijl verder sommige planten hun wortels in de diepte, andere meer in de breedte uitbrengen. Zoo hebben klavers bij een groote blad ontwikkeling ook een zeer ontwikkeld en diepgaand wortelgestel; de grassenj waartoe ook de granen be- hooren, vertoouen het tegenovergestelde verschijnsel. In 't algemeen moet de regel in acht genomen worden dat de plant in de ontwikkeling harer wortels zoo vrij mogelijk moet gelaten worden. Een goed omgewerkte en voor de diep wortelende gewassen ook behoorlijk diep omgewerkte grond is derhalve aan te bevelen. Ook bij de bemesting moet op den verschillenden aard der worteling worden gelet. Voor grasgewas is overbemesting met vloeibare of fijn verdeelde me9t goed omdat de plant de voedende stoffen dan dicht onder haar bereik heeft; voor diep wortelende ge-? wassen kan dè mest ook meer iu de diepte gebracht worden. Natuurlijk niet te diep, daar zij dan gevaar loopt inactief te blijven uit gebrék aan lucht. De diepwortelende gewassen leveren ook nog het voor deel op dat zij uit den ondergrond veel voedsel trekken dat voor andere gewassen onbereikbaar is. In het voorbijgaan werd bij dit punt de opmerking gemaakt dat het legeren of neerslaan van het graan gewas meestal wordt teweeggebracht door gebrek aan licht en lucht tusschen de halmenwaarom men het dan ook 't meest opmerkt aan de kanten der akkers vooral op het Zuiden waar hoog geboomte eenvrije inwerking van het licht belet. Het is niet juist als men het legeren toeschrijft aan zekere zwakheid in den halm teil gevolge van een onvoldoende bemesting, of aan den wind, al heeft de wind er soms ook eenige schuld aan. 2°. Wat de Spr. omtrent de landbouwwerktuigen in het midden bracht was zeer belangrijk. Vooraf ontwikkelde hij de voordeelen der goede werktuigen in het algemeenzij besparen arbeid, kracht en tijd, zoodat met de beschikbare werkkrachten in minder tijd meer kan verricht worden. Hieruit volgt dat de werktuigen de arbeidskracht ook goedkooper maken. De werktuigen kosten ook weinig of niets als ze stilstaan. Groote werktuigen die voor één enkel beslag te kostbaar zijn, kunnen voor gemeen schappelijke rekening worden aangekocht. Waar dé toepassing mogelijk is, is de stoomkracht de goed koopste. Wat nu onze gebruikelijke landbouwwerktuigen betreft, daaronder verdient in de eerste plaats de ploeg de aandacht. Het is wenschelijk dat onze ploegen, meer in den smaak van de Eugelsche ijzeren ploegen worden ver beterd daartoe vereischen de schaar en het rister een aanmerkelijke wijziging. De invoering van hakploegen is zeer aan te bevelen niet minder die der ketting-egge, die geschikter is voor een fijne verdeeling der kluiten dan de- gewone: egge. De zaaimachines hebben alreeds hun weg weten te

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1876 | | pagina 1