ZIERIRZEESCHE COURANT
voor het arrondis- sement Zierikzee.
1876. No. 29.
Zaterdag 8 April,
79ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
De laatste Troeven.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE.N:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 1?.6 regels 60 cent,
Dienstaanbiedingen van 1—5 regels, mits contant betaald, 26 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKMMIAA.
ui.
{Slot).
Het streven van bet klericalisme in 't algemeen
naar macht en gezag, en inzonderheid dat van
het ultramontaansch klericalisme naar de opper
macht op aarde, naar de heerschappij in 't
huisgezin, in d.e gemeente, in den staat, niet
minder ook naar het bezit van geld als het
krachtigste middel om macht uit te oefenen,
en dat alles onder voorwendsel van de zorg
voor 't eeuwig heil der zielen, onder den dek
mantel van deu godsdienst en op grond van
een aangematigd goddelijk gezagvoor
waar men mag wel vol verbazing vragenis
dat alles wel van pas in onzen tijd behoort
dat alles niet veeleer thuis in de donkere dagen
vau Gregorius VII te Ganossa Eu toch, nooit
heeft het klericalisme zulke pretenties durven
uitspreken als 't in onze dagen openlijk als
van de daken uitroept.
Is 't niet zoover gekomen, dat het hoofd
orgaan der Jesuïeten te Rome de Civilta
Caltolica (Oct. 1875) durft schrijven:
„De Kerk is God zelf, de meester en bestuur
der van het meusehdom, en wel bestuurder
door middel van een zichtbaar organisme,
waarvan de Paus te Rome het hoofd en de
mond is".
Hadde het klericalisme zich niet genesteld
in de traditie, evenals een nachtvogel in een
hol van een ouden burchtmuur, en zocht en
vond 't niet zijn steun in de gemoedelijkheid
der onwetende verwaarloosde massa van de
mindere klassen, werd het ook niet indirect
in de hand gewerkt door laakbare flauwheid
en dwaze quasi verdraagzaamheid van het
meer ontwikkelde deel der natiën; moest
het zich in dezen tijd nog van den grond af
organiseerén en zijn loop beginnen, 't zou zeer
waarschijnlijk reeds bij 't van wal steken
schipbreuk lijden op 't gezond verstand der
menschen. Nu 't echter, behendig gebruik
makende van oude traditiën, zich nagenoeg
geheel van het gebied der kerk en van mach
tigen invloed op de politiek van menigen staat
heeft meestor gemaakt, weet het nog altoos
den strijd vol te houden en staat het vermoe
delijk gereed om binnen kort nog eens een
beslissenden aanval op de moderne maatschappij
en den nieuwen staat te wagen of 't gelukken
mocht de wereldheerschappij te veroveren.
Het klericalisme voert overal den strijd aan
vallender wijze, ofschoon tot dusver aan dien
strijd overal de schijn van een verdedigenden
oorlog gegeven wordt. Het treedt actief op,
doch is zoo slim een passieve houding aan te
nemen en zich 't aanzien van martelaar en
slachtoffer te geven. Het valt niet openlijk
aan in een eerlijken kamp, 't volgt de taktiek
van den kleinen oorlog en het maakt vlijtig
gebruik van de intrigue. Het tracht veld te
winnen voetje voor voetje, kapitalen te bemach
tigen penning voor penning, tronen te onder
mijnen als de mollen den grond, krabje voor
krabje, staatsinrichtingen aan de ontbinding
prijs te geven als een knaagdier een perkement,
brokje voor brokje van de wetten en instel
lingen afvretende, huisgezinnen en families te
winnen lid voor lid, zielen te veroveren met
sophisme op sophisme.
Alleen nu en dan slaat het, ofschoon altoos
achter de schermen blijvende, een grooten slag.
Men vindt de voorbeelden daarvan in de his
torie, te beginnen met de kruistochten, om
't niet dieper op te halen, en eindigende tot
dusver bij Sedan, met welk laatste feit ongeveer
samenvalt de totale onderwerping der kerk,
met den Pans in cluis, aan de Jesuïeten.
De geducktste vijand van het klericalisme
is de verlichting, do intellectueele ontwikkeling
der volken door algemeene verspreiding van
onderwijs, kennis en eigen zelfstandig onderzoek.
Ontwijfelbaar is voor dezen kampioen de eer
weggelegd het klericale monster eindelijk voor
goed onschadelijk te maken. Doch ook tegen
de verlichting treedt het klericalisme doorgaans
niet openlijk op, maar indirect, door zich
meester te maken van de school; door onder
wijs, kennis en wetenschap in mistrouwen cn
verdenking te brengen, om vervolgens aan het
onderwijs en de wetenschap een richting te
geven die niet tot ontwikkeling en verlichting,
maar tot slavernij des geestes leidt, door het
in de hand werken van domheid en lijdelijke
volgzaamheid. Ora hierin des te lichter te slagen,
wordt aan de massa gepredikt dat de weten
schap den godsdienst in gevaar brengt en dat
het licht der kennis een licht is buiten God
en vijandig aan God.
Over 't algemeen zijn derhalve de wapenen,
waarvan 't klericalisme zich bedient, zoowel
als de taktiek, volgens welke het den strijd
voert, in deu grond zwak en, van nabij beke
ken, een onmiskenbaar teeken van de laagte,
waartoe het klericalisme alreeds gevallen is,
ondanks de impertinente, drieste, snoevende
taal die 't voert. Geducht en sterk naar den
schijn, waartoe vooral de ontzettende uitge
breidheid van 't stiijdtooneel aanleiding geeft,
is het klericalisme inwendig verzwakt, 't is
slechts de schim, de holle, ledige gedaante
van 't oude onheilbrengende monster. Onvoor
zichtig zou 't zeker zijn zich geheel gerust te
achten, want nog is 't monster niet dood, doch
dwaas zou 't ook zijn zich ongerust te maken
uit vreeze dat 't nog weder eens tot vorige
kracht zou kunnen terugkeeren. Dit is vrij
waarschijnlijk wel nooit meer te verwachten.
De tijd dat koningen en keizers sidderden
voor de banbliksems uit 't Vaticaan is voorbij
de tijd dat de volken in massa zich nederbogen
voor 't gepretendeerde godsgezag is voorbij
de tijd dat de zich noemende plaatsbekleeders
van den God der liefde brandstapels, schavotten
eu kerkerholen te hunner beschikking hadden
is voorbij de dagen dat 't vrije denken een
man 't leven kon kosten zijn voorbij. De laatste
vorst, die zicb heeft laten gebruiken om met
zijn wapengeweld 't klericalisme te dienen,
was Napoleon III; te Sedan heeft hij een
vernederenden ondergang gevonden. Een ander,
die zijn fortuin heeft gezocht onder de klericale
vaan, de rooverhoofdman don Carlos, is smadelijk
't tooneel zijner euveldaden ontvloden; de staat
in Z. Amerika (Ecuador), die zich heeft ge
organiseerd naar 't ideaal van den klericalen
staat, heeft zieh met verachting en smaad
overladen, als insolvent en onmogelijk in de
rei van fatsoenlijke staten.
Wat echter het merkwaardigste is, 't is dit
dat de krachtigste tegenstand tegen het kleri
calisme uitgaat van de Katholieken zelf. Ka
tholieken waren 't, die de wereldlijke heerschappij
des Pausen te niet hebben gedaan dat deed
immers Italië, gesteund door de Napoleontische
staatkunde van die dagen. Katholieken waren
het, die don Carlos uit Spanje wierpen, nadat
zij eenige jaren vroeger Isabella met haar
zwarten kliek hadden uitgespuwd. Katholieken
zijn 't, die in Frankrijk een zoo sterk afkeurend
oordeel hebben uitgesproken over de klericale
reactie die na den val van Thiers 't land heeft
willen terugvoeren op den weg van Sedan
die de tegenwoordige kamers gekozen hebben
en blijkbaar Frankrijk van 't klericalisme weder
willen bevrijden, 't zijn Katholieken. Katho
lieken zijn 't, die in België deu daar tot dusver
overmachtigeu klerus bekampen en die zeer
waarschijnlijk dezen zomer een groote omme
keer van zaken zullen tot stand brengen. Ka
tholieken zijn 't, die te Rome een standbeeld
gaan oprichten voor Bruno, op dezelfde plek
waar hij in 1600 als martelaar voor de vrijheid
van den menschengeest verbrand is door den
klerus. Katholieken zijn het, die in Duitschland
met luider stemme verkondigen dat het Duit-
sche vaderland hun dierbaarder is dan 't denk
beeldige vaderland aan gene zijde der bergen.
Dat verschijnsel is natuurlijk. Het zou inder
daad zijn om aan de toekomst der wereld te
wanhopen, indien niet ten langen leste kennis
eu gezond verstand zegepraalden over ijdelen
waan en bedrog. De denkbeelden loopen, geen
macht, zelfs niet die van een klericaal heil'
dat nog tienmaal zoo sterk was als 't is, is
in staat dien gang der denkbeelden te stuiten.
E pur se muove, dit woord van Galileï is
nog waar, dat blijkt telken dage weer op nieuw.
Thans worden de laatste troeven uitgespeeld.
Die laatste troeven zijn 't beroep op de massa
van 't domme gemeen, 't beroep op 't slijk
der natiën. Met de koningen is 't spel uit,
met geheele staten als zoodanig gaat 't ook
niet meer, Ecuador telt niet, en ook daar
is nog eenig leven, met de kolossale geld-
speeulatiën is 't nagenoeg overal spaak geloopen,
de kern der burgerij laat zich niet meer op-
zweepen door den klerus, de publieke opinie
is als een censor op de handen van die enkele
autoriteiten die 't klericalisme in hun ambt
nog zouden willen dieneD, de machtige pers
opent de oogen van velen die vroeger de dingen
niet kenden zooals zij wezenlijk zijn, banvloek
en dreigementen met hel en verderf worden
bejegend als mosschenversohrikkers, niemand
is er meer bang voor. De laatste schijn van
prestige is op 't punt om te ontvalleu aan 't
eens zoo alvermogende klericalisme dat als
brutale macht, als gruwzame geweldenaar op