Openbare Raadsvergadering
gehouden te ZIERIKZEE den 29 Maart 1876.
In deze vergadering zijn afwezig de heeren Jhr.
J. L. de Jonge en Mr. Schneiders van Greijffenswerth.
Na lezing en goedkeuring der notulen der vorige
vergadering en mededeeling van vier brieven van
Ged. Staten, houdende goedkeuring van raadsbesluiten
tot beschikking over den post van O. U. 1875 en
1876, tot af- en overschrijvingen van posten begroo
ting 1875 en tot verkoop van boomen; een kennis
geving dat aan de eervol ontslagen onderwijzeressen
van der Velden pensioen is verleend respectievelijk
ten bedrage van f 649 en f 170, waarin de gemeente
V3 draagten een brief van de Comm. van Toezicht
op het Middelb. Onderw., houdende kennisgeving
van herbenoeming van Voorzitter en Secretaris, welke
allen voor kennisgeving worden aangenomen, komt
ter tafel een brief van het Burgerl. Armbestuur,
verzoekende machtiging tot beschikking uit den post
van O. U. zijner begrooting over 1875, waarop over
eenkomstig voorstel van Burgem. en Weth. gunstig
wordt beschikt.
Op een verzoekschrift van C. Kloet tot het ver
krijgen van gemeentegrond in erfpacht wordt over
eenkomstig voorstel Burgem. eu Weth. afwijzend
beschikt.
Aan den heer P. F. A. Dikkenberg wordt op zijn
verzoek wegens vertrek naar elders eervol ontslag
uit zijne betrekking van hulponderwijzer aan de
armenschool verleend.
De rekening van het pensioen- en weduwenfonds
der gemeente-ambtenaren over 1875 wordt gesteld
in handen van de heeren Mr. Pokker, van der Grijp
en Houwer tot onderzoek en rapport.
Idem de rekening van de directie der bewaarschool
voor minvermogenden.
Het advies van den heer D. B. P. Zuurdeeg,
houdende bezwaren tegen de vastgestelde kiezerslijsten,
verzoekende daarop alsnog te plaatsen Mr. C. van
der Lek de Clercq, hoofdverblijf houdende te Zierikzee.
Na eenige discussie wordt dit ingevolge de bepaling van
het R. v. O. in handen eener Commissie gesteld, tot
welker leden de Raad na herhaalde stemming benoemt
de heeren Mr. Macaré, Koole en Ochtman, die staande
de vergadering nadat zij gedurende het onderzoek
geschorst was geweest, daarop rapport uitbrengen
strekkende om het verzoek in te willigen. Na dis
cussie wordt dienovereenkomstig besloten met 7 tegen
2 steramen, die van de heeren Mr. Moens en Jhr.
Mr. Boeije, terwijl de heeren Mr. Moolenburgh en
Mr. Pokker zich van stemming hebben onthouden.
De Voorzitter geeft te kennen, dat hij gebruik zal
maken van de bevoegdheid hem verleend bij art. 70
der gemeentewet en dit besluit niet ten uitvoer zal
brengen en dat hij daarvan binnen den tijd bij de
wet bepaald aan Ged. Staten zal kennis geven.
Tot leden der Commissie tot onderzoek der reclames
tegen de kohieren der Hondenbelasting en van den
Hoofdei. Omslag over 1876 worden benoemd de
heeren van der Grijp, Zuurdeeg en Jhr. Mr. Boeije.
Overeenkomstig voorstel van Burgem. en Weth.
wordt besloten tot eenige af- en overschrijving.
Wordt door Burgem. en Weth. een crediet verleend
van f 300 tot dekking van stormschade aan de schuur
bij het Westhavenhoofd, aan den Westhavendijk en aan
de Nobelpoort.
Het voorstel van Burgem. en Weth. dat de Raad
een besluit zal nemen omtrent de vraag of het Be
stuur der Bank van Leening hetzij in zijn geheel
hetzij slechts ten aanzien van sommige leden civiel
regtelijk aansprakelijk is voor het nadeel dat de ge
meente komt te lijden tengevolge van bedriegelijke
handelingen van den ontslagen boekhouder der Bank,
waaromtrent in de vorige vergadering de beslissiug
is aangehouden, wordt 11a langdurige discussie met
algemeene stemmen besloten het genoemde Bestuur
niet aansprakelijk te stellen, nadat verworpen was
een amendement van Jhr. Mr. Macaré om nog
nader een rechtskundig advies te vragen bij Mr. Aug.
Philips over de omstandigheid dat het Bestuur der
Bank altijd'verzwegen had het tekort dat het in 1854
ontdekte, omdat hij meent dat die omstandigheid bij
het tegenwoordig advies niet genoeg op den voor
grond gestaan heeft.
Nadat de vergadering eenige oogenblikken met
gesloten deuren was voortgezet, deelt de Voorzitter
bij de heropening mede, dat Burgem. en Weth. aan
den gemeente-bode B. H. Harinck op zijn verzoek
eervol ontslag hebben verleend met 1 April e.k. en
stellen voor hem behalve het pensioen, waarop hij uit
het pensioenfonds van gemeente-ambtenaren aanspraak
heeft, toetekennen eene jaarlijksche toelage van 250
wegens langdurige en trouwe dienst, waardoor hij
alsdan zal blijven behouden hetgeen hij thans uit de
gemeente-kas geniet. Hiertoe wordt met algemeene
stemmen besloten.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Buitenland.
F r a n k r ij k.
Volgens de Agetice Havas zal met de wijziging in
het personeel der Pransche prefecten niet worden
voortgegaan voor de beraadslagingen over de al- of
niet-geldigheid der verkiezingen geheel zijn afgeloopen.
De Minister Ricard zou dien afloop willen afwachten
om te zien hoever de daarbij betrokken prefecten zich
aan onbehoorlijke handelingen hebben schuldig gemaakt.
In een Zaterdag gehouden Ministerraad zou zijn
besloten de maires, door thans ontslagen prefecten
benoemd, aan te schrijven hun ontslag in te dienen.
De verplaatsing van den prefect van Savoye, de
Pourncs wordt bevestigd. Hij zou, naar beweerd
wordt, invloedrijke protectie hebben gehad, doch tegen
de aanneming der verkiezing van de afgevaardigden
voor Savoye in, handhaaft Ricard de verplaatsing van
den prefect.
Op een vergadering der linkerzijde is besloten tot
het indienen van een ontwerp van wet op de benoe
ming der maires; tevens zal worden voorgesteld in
alle gemeenten, welke door de werking van laatstge
noemde wet van zelf gekozen maires verstoken zijn,
nieuwe verkiezingen .te doen plaats hebben. Een
bureel is door de linkerzijde benoemd voor de redactie
van dat ontwerp, terwijl men zal trachten zich ook
met de andere republikeinsche partijen hierover te
verstaan.
Hoewel nog veel wordt gesproken en geschreven
over de amnestiewetten, bestaat er geen twijfel meer
omtrent haar lot. Verschillende afgevaardigden zullen
aan de Kamer voorstellen de volgende motie aan te
nemen//De Kamer, vertrouwende op de kracht en
de goedertierendheid der regeering, gaat over tot de
orde van den dag".
De Kamer van Afgevaardigden heeft de verkiezing
van den heer Ayméde la Chèvrelière, in het depar
tement der beide Sèvres, met 333 tegen 162 steramen
nietig verklaard, omdat de geestelijkheid en de admi
nistratie zich bij deze verkiezing verre te buiten waren
gegaan.
Ook de verkiezing van graaf le Mun oud kapitein
der kurassiers, een legitimistisch afgevaardigde, is ver
nietigd. In de Köln. Zeit. wordt gezegd, dat de graaf
zijn ontslag zou willen indienen, ten einde het onder
zoek naar de wettigheid zijner verkiezing te ontgaan
maar de correspondent, die dit meldt, voegt er bij,
dat dit niet veel baten zal, daar het onderzoek toch
zijn loop zal hebben en de handelingen der geeste
lijkheid bestemd zijn aan het licht te worden gebracht.
Engeland.
In het Lagerhuis deelde Sir Staffort Northcote in
antwoord op de interpellatie van Samuelson mede,
dat de beschouwingen omtrent het financie-wezen van
Egypte gegrond waren op informaties, van den heer
Cave ontvangen. Nadat hij het geheele rapport ge
zien heeft, is er geen reden om de beschouwingen
van 10 weken geleden te wijzigen. Zeker maken 10
weken een verschil in den financiëelen toestand van
een land, wanneer de vlottende verplichtingen van
tijd tot tijd vernieuwd wordenoverigens ziet hij
geen reden van opinie te veranderen. Hij voegde er
bij, dat Disraëli, toen hij over den onzekeren toestand
der financiën van Egypte sprak, niet sprak naar
aanleiding van de onthullingen in het rapport van
Cave gemaakt, maar naar aanleiding van 't geen bij
iedereen volmaakt bekend was, nl. dat de Khedive
pogingen had aangewend om schikkingen te maken
en de fouten van den tegenwoordigen financiëelen
toestand te verbeteren. Northcote besloot met te
zeggen, dat hij zelf niet van oordeel was dat de
openbaarmaking van het rapport nadeelig zou kunnen
zijn voor de belangen van den Khedive maar de
regeering was genoodzaakt het verlangen van den
Khedive te eerbiedigen.
Campbell kondigde aan dat hij Disraëli zou vragen,
of de Khedive een confidenciëel rapport van Cave be
zit en of de regeering die deelen van het rapport zal
openbaar maken, waartegen de Khedive geen be
zwaar heeft.
Bijna al de Engelsche bladen zijn vertoornd op
Disraeli. Toen eenige maanden geleden eene commissie
uit de Turksche fondsenhouders tot den Engelschen
premier kwam met aanbeveling der Turksche fondsen,
die op eenmaal in den treurigsten toestand waren ge
raakt, toen antwoordde Disraeli, dat hij er niets aan
doen kon. Hij had volkomen gelijk. De fondsen
houders behooren voor zich zeiven te zorgen. Maar
wat heeft Disraeli nu gedaan met de Egyptische fondsen
Hij heeft zich met de finantiën van Egypte ingelaten en
onwillekeurig beursspeculanten a la baisse in de hand
gewerkt op eene voorbeeldeloos lichtzinnige en onna
denkende wijze. Wat toch was de toestand op de
beurs, en wat heeft de heer Disraeli gedaan? De
Engelsche regeering zendt den heer Cave, een harer
hoofdambtenaren, naar Egypte, om over de financiën
van dat land verslag uit te brengen. De heer Cave
komt terug en deelt den minister mede, tot welke
slotsom hij gekomen is. Zijn verslag wordt gelezen
door al de leden van het ministerie en naar den drukker
gezonden. Iedereen is er nieuwsgierig naar en de
heer Disraeli beloofde een week geleden op plechtige
wijze, dat hij het deze week zou openbaar maken.
Van de onzekerheid wordt gebruik gemaakt door spe
culanten a la hausse en a la baisse, en in Egyptische
fondsen wordt de geheele week een ontzaggelijke handel
gedrevenDonderdag nacht zou het verslag publiek
worden.
De bankiers maakten van de onzekerheid gebruik
om op de beurs te werken en zonden telegrammen
naar de dagbladen, die zeer gunstig luidden omtrent
de soliditeit van Egypte. Hiervan werd gebruik ge
bruik gemaakt ten voordeele van de nieuwe reusachtige
leeniug tot consolideering van Egypte's vlottende
schuld en van het plan tot oprichting eener groote
nationale bank. Groote aankoopen werden in de laatste
dagen voor rekening van Frankrijk gedaan. En wat
geschiedde nu Donderdag? Ieder dacht werkelijk,
volgens Disraeli's belofte, het verslag van Cave publiek
zou wordenmaar Disraeli kwam zijne belofte
niet na. Hij verklaarde, dat hij de vergunning had
verzocht van den Khedive om het verslag openbaar
te maken en dat deze dit stellig geweigerd had. Het
verslag zou daarom niet publiek worden gemaakt.
Deze verklaring werd door het parlement met luid
gelach ontvangen, en de Times zeide dat de handel
wijze van den minister voorbeeldeloos is in de jaar
boeken der Britsche regeering.
Duitschland.
De Duitsehe bladen verwonderen zich steeds, dat
de wet betreffende de arbeidersondersteuningskassen
nog altijd niet is goedgekeurd; men heeft de ver
traging ook willen toeschrijven aan Bismarck, maar
deze heeft zich jegens verschillende personen uitgelaten,
dat dit niet het geval kan zijn.
Graaf Moltke begeeft zich tot herstel van zijn
gezondheid voor geruimen tijd naar Boven-Italië,
om daarna op zijn landgoed in Silezië verder uit te
rusten; gedurende zijn afwezigheid treedt graaf V011
Wartensleben op als chef van den generalen staf.
In de Reichsanzeiger komt voor een overzicht van
de Rijksbegrooting van 1875, waarvan het resultaat
zeer bevredigend wordt genoemd en overeenkomstig
de verwachting van de regeering. I11 het geheel zijn
de inkomsten 11,200,000 marks beneden de raming
geblevendaarentegen bedragen de bezuinigingen meer
27,300,000, zoodat voor 1875 op een batig saldo kan
worden gerekend van ruim 16 raillioen mark.
Belgie.
Men is thans eenigszins op de hoogte gekomen
aangaande den omvang der schade die de Eanque de
Belgique komt te lijden door de diefstallen en ver
duisteringen van 't Kint de Rodebeke. Het tekort
der rekening-courant is 6,500,000 fr. Het bedrag
der gestolen deposito's wordt berekend op 15,300,000 fr.
zoodat het totale tekort ongeveer 22 millioen francs
bedraagt. Men heeft hoop dat het nog gelukken
zal een kleine 3 millioen terug te krijgen van den
buit door 't Kint mede genomen. Van Lolo daaren
tegen zal men niets loskrijgen. De administratie
der bank heeft rechtsingang tegen haar zoeken te
verkrijgen doch te vergeefs, zoodat zij met alle glans
weder te Brussel kan verschijnen en de bestolen
eigenaars der deposito's kan uitlachen.
De directeur der bank heeft aangekondigd dat allen
die waarden bij de bank gedeponeerd hadden de
stukken kunnen terug krijgen of wel de waarde
daarvan in geld. Hieruit blijkt dat de regeering
werkelijk de bank heeft bijgesprongen. Het is bekend
dat een der afgevaardigden hierover den minister
geïnterpelleerd heeft, en dat hij het afkeurde dat de
regeering dergelijke schurkerijen als bij de bank hebben
plaats gehad en die alleen uit een overgroote non
chalance verklaarbaar zijn, in de hand werkt door de
in de war zittende administratie te helpen met het
geld van den staat.
Men moet hierbij echter wel in aanmerking nemen
dat de in den broei zittende bestuurders der bank
tot de bloem der clericalen behooren. Ware dit niet
het geval, wie weet wat er dan zou geschied zijn.
Het plan van den heer Hamond om met Turkije
tot een schikking te geraken is iu een openbare ver
gadering op de Antwerpsche beurs aangenomen.
Marie Collard, alias Lolo, de beminde van 't Kint
de Rodenbeke, weigert naar België terug te gaan,
alvorens het bevel tot haar inhechtenisneming door
den reehter is ingetrokken.